Net genoeg kartelrandjes op überzonnig Pinkpop 2023

Pinkpop 2023 is een editie die de geschiedenisboeken ingaat als een festival dat nog wat sterker verschuift naar de pop in plaats van de rock. Ook pop met scherpe randjes en dat houdt het niveau van de drie muziekdagen dan toch overeind.

Tekst en foto’s: Pieter Visscher

Het is op de vroege vrijdagmiddag dat de Haagse rapper Frenna Deluxe af mag trappen op een van de twee hoofdpodia van Pinkpop. Ontbloot bovenlijf, vrijwel alle zang aangelengd met autotune. Daar moet je van houden en dat doet de jonge groep liefhebbers die vooraan staat absoluut, hetgeen goed te volgen is op de beeldschermen naast het podium. Zowel muzikaal als tekstueel erg mager en ook lekker luchtig op de hete vrijdagmiddag. Frenna  – dat zijn die moderne tijden – vermengt het Engels met het Nederlands: “Je weet ik heb die badman sauce. No lie, ik houd het echt met jou. Je weet dat ik vecht met jou. That way, ik ga weg met jou, my girl. I’m looking for a bad girl to dance for me.” Da’s Frenna uit Den Haag, muziekstad nummer 1 in Nederland. Sowieso érg goed vertegenwoordigd dit weekeinde. Zoals de pop dus bovendien, want wat te denken van Ellie Goulding, de 36-jarige Britse met haar lichtvoetige dansliedjes. Goulding heeft behoorlijk wat baat bij haar drie achtergrondzangeressen, die het vocaal naar een wat hoger niveau weten te trekken.

Op naar The Haunted Youth, in de tent. Beklijvende, galmende indiepop/rock uit België. Zanger/gitarist Joachim Liebensen en gitarist Tom Stokx hebben beiden een jolige pornosnor onder de neus laten groeien en wanneer je daarop let kom je er nauwelijks nog van los. Lekker volle tent! Waarin je als je je een beetje slim positioneert een kleine frisse bries mee kunt pikken. Geen overbodige luxe tijdens een weekend verzengende hitte in Landgraaf. Al zou je ook kunnen spreken van superweer en dat doen we liever.

Na de lichtvoetige folkrock van The Lumineers en de stoere rock uit Mongolië van het opvallende The Hu, dat de nodige zieltjes wint in de Pinkpoptent met hun onverstaanbare nummers, is het de beurt aan The War On Drugs, dat voor ruim 60.000 toeschouwers de winnaar van de vrijdag wordt. Met alle respect voor wat er eerder op de dag muzikaal allemaal is neergezet begint-ie natuurlijk pas echt met de band rond de uiterst goedgemutste Adam Granduciel, die zich laat verleiden tot wat geijkte woorden richting het veld. Maar je voelt dat hij het meent. Het komt uit z’n hart. “You guys are beautiful today. Every single one of you.” TWOD is uitgesponnen als vanouds, het geluid is geweldig en er blijft geen hit liggen. Ook degenen die dat nog niet wisten krijgen te maken met een van de beste bands die er tegenwoordig te vinden zijn op de mondiale podia en die status wordt andermaal moeiteloos waargemaakt. De spanning die wordt opgebouwd in Under The Pressure blijft van een ongekend hoog niveau. Wat een zegetocht! Hetgeen we in mindere mate kunnen constateren bij Editors, waar een bepaalde vorm van sleet zichtbaar is. Het heilige vuur lijkt even te zijn verdwenen. Tom Smith oogt wat uitgeblust in zijn judobloes, of is het een afgeknipte badjas. Tuurlijk, de zevende (!) keer Pinkpop voor de Britten, die toe lijken aan rust. Even de boel de boel. Halfjaartje Schiermonnikoog met z’n allen en kijk eens hoe je dan weer opbloeit. Editors heeft niets van de energie van Pink, de headliner van de vrijdag. Hoewel er zonder meer wordt gemusiceerd wordt door Alecia Beth Moore Hart en haar band gaat de aandacht vooral uit naar de enorme portie circus die we krijgen voorgeschoteld van de Amerikaanse, die ontzettend veel baat heeft bij haar achtergrondzangeressen. Het is spectaculair allemaal, Pink ziet eruit om in te lijsten terwijl de acrobatiek het wint van haar liedjes.

Zaterdag

De zaterdag start al vroeg, want DeWolff staat reeds om 12 uur geprogrammeerd in de tent. Thuiswedstrijd voor de Limburgers. Een van de beste bands die we hebben. Pablo van de Poel is verheugd dat het publiek zo massaal is afgekomen op zijn formatie, terwijl de ochtend net voorbij is. “Ik ben een beetje verliefd op jullie. Zijn jullie ook op mij?” De psychedelische blues van DeWolff, schatplichtig aan onder meer The Doors, is inmiddels in heel Europa omarmd. Daar mogen we trots op zijn en Limburg helemaal.

Na de onderhoudende hiphop van de Belgische rapper Zwangere Guy en de prima popliedjes van Rondé, laten zowel SONS als Ramkot (ingevallen voor Disturbed) zien dat het op rockgebied wel goedzit bij onze zuiderburen. Ramkot maakt, zo noemen ze het zelf, ramrock. Korte halen, snel thuis. SONS is een stuk melodieuzer. Liedjes met een kop en een staart, die meteen al goed in de smaak vallen op het heerlijke debuut Family Dinner uit 2019. Robin Borghgraef en zijn drie vrienden hebben er duidelijk zin in en dat enthousiasme wordt opgepikt door het publiek. De garagerock, waarin we behoorlijk wat invloeden uit de punk ontdekken staat als een twee-onder-een-kap. SONS laat zich kronen tot een van de winnaars van het weekend en is een mooie aanloop naar een van de andere positieve verrassingen op Pinkpop 2023: Hollywood Vampires, dat bestaat uit Alice Cooper (75), Aerosmith-oprichter Joe Perry (72), toetsenist Buck Johnson van Aerosmith, drummer Glen Sobel (uit Alice Cooper Band en Mötley Crüe) en bassist Chris Wyse van The Cult. Maar grootste blikvanger is  Johnny Depp. De superformatie ontstaat acht jaar terug. Het is een speels optreden waarin het nauwelijks uitmaakt dat de rock van het kwartet soms wat eendimensionaal is. Terwijl er ook potentieel hitmateriaal voorbij komt. Heerlijk is de vlekkeloze uitvoering van Break On Through van The Doors, wanneer opnieuw opvalt hoe geweldig Cooper nog bij stem is. Depp, onder de tatoeages, heeft een kek reggaemutsje op het hoofd, hij draagt iets wat aan een Schotse rok doet denken, heeft zijn linkerbeen in het gips en doet vocaal ook een duit in het zakje. Depp zingt het pakkende People Who Died. Cover van The Jim Carroll Band. Hij kondigt het op kolderieke wijze aan: “We used to sing this in kindergarten.” Op het scherm achter de band een ode aan muzikanten als David Bowie, Roy Orbison, Kurt Cobain, John Lennon, Ric Ocasek, de onlangs overleden Taylor Hawkins, Joe Strummer en vele anderen. Indrukwekkend, al die grote namen. Hollywood Vampires maakt de verwachtingen meer dan waar en kan weleens meer worden dan een hobbyproject van gearriveerde namen. Depp zingt op imposante wijze Bowies Heroes. We worden muzikaal in de watten gelegd op de zaterdagmiddag. Na Heroes even de Oekraïense vlag op het scherm. De temperatuur is inmiddels ronduit aangenaam te noemen. Er waait zelfs een enigszins frisse bries, rond een uur of zes. Zijn we aan toe in Landgraaf. Walk This Way komt voorbij en een stevige versie The Yardbirds’ Train Kept A- Rollin’ De band sluit af met het 51 jaar oude School’s Out, dat ook door de jongsten op de weide hard wordt meegeblèrd. Het loopt vlekkeloos over in Pink Floyds Another Brick In The Wall. Hollywood Vampires (foto) is een van de hoogtepunten van Pinkpop. Wie had dat gedacht?

Dan Auerbach misschien wel, van The Black Keys, die met zijn vriend Patrick Carney voor meer rockgeweld zorgt op de zaterdag. Vooral hits als het sublieme Lonely Boy zorgen voor wat extra opwinding. De Zweedse zangeres Tove Lo doet dat onder meer door haar borsten te ontbloten in de Pinkpoptent. Niet nieuw tijdens haar optredens, wel verfrissend en waarom ook niet? We hebben immers ook al talloze ontblote mannenlijven ontwaard, zowel op het veld als op het podium. Hoewel Josh Homme zijn kleding aanhoudt. Queens Of The Stone Age mag een uurlang het gras uit de zoden beuken in Landgraaf en stelt geen seconde teleur.

Subliem opgewarmd door dj-collectief Kiss All Hipsters van Arnold Scheepmaker zien we tussendoor een andere winnaar van het weekend: Prins S. en de Geit, ook uit Den Haag. Dit Is Mijn Kerk is een Nederlandse vertaling van Faithless’ God Is A DJ. De immer sterk articulerende, wat androgyn ogende zanger/dichter Scott Beekhuizen is een sympathieke volksmenner met ADHD. “Elektronische muziek om op te dansen”, noemen ze het zelf. Dat klopt. De elektrobeats vliegen je om de oren. Er wordt muzikaal geknipoogd naar de jaren 80. Gitarist Marne Miesen is terug na het overleven van een hersenbloeding en dat levert tranen op bij de heren, die elkaar uitgebreid knuffelen. Prins S. en de Geit is een tijdens de pandemie ontstane act, waarvan de bandleden geen idee hadden wat het zou gaan doen in het land. Het liep snel uit de hand, in positieve zin. Qua enthousiasme is het trio misschien wel de winnaar van het weekend, wat wát een feest in Landgraaf. Op nummers als Kinderboerderij, het beukende Kan Je Niet Maken, Als Punk Geen Muziek Is en vooral Nacht gaat het voortreffelijk los. Songs van het vorig jaar verschenen debuut Rood Staan Hard Gaan, vol met sprankelende lyriek en beats. Prins S. en de Geit (foto) is sowieso de Haagse winnaar van het weekend en een van de opwarmers voor Robbie Williams.

“I’m Robbie fucking Williams! And this is my ass! De toon is gezet in Landgraaf, waar Williams klaagt over zijn conditie. “I’m fucked. Yes, I’m fucked. Long covid.” Door de fysieke klachten maakt hij pragmatisch gebruik van zijn grote klasse als rasentertainer, spelend met zijn publiek. Vocaal mankeert er overigens niks aan. Het is een aaneenschakeling van hits en een sprankelende versie van Oasis’ Don’t Look Back In Anger. Williams (49), inmiddels grijs en met een punkkapsel laat als hij het even niet meer volhoudt zijn publiek uit volle borst meezingen en wordt ook overeind gehouden door zijn enorme band, fantastische zangeressen en schaarsgeklede danseressen die ook de nodige aandacht opeisen. Zeer open is-ie, over z’n demonen, z’n drugsgebruik, z’n zwaktes, zijn suïcidegedachten. Mooi mens. Stemmen in z’n hoofd, die hem constant vertellen hoe waardeloos hij is. Dat ie niet kan zingen. Williams vecht tegen de tranen. Dit is zelden vertoonde openheid van een artiest, die al zijn intrinsieke worstelingen heeft overleefd en, zo zegt hij, momenteel gelukkiger is dan ooit. Je gunt ‘m het allerbeste.

Zondag

Na een prima optreden van (eau eau Den Haag) Di-rect (wat is Soldier On toch weer indringend) zien we de springerige indiepop van Upsahl (foto). Hyperactieve blikvangster in roze, loszittende broek, die steeds af dreigt te glijden. Het levert spannende momenten op. “Call the priest, you are possessed, if you keep eyefucking my breasts”, zingt ze, in het pakkende Wet White Tee Shirt, dat muzikaal wel wat wegheeft van Wet Leg. Muzikaal is Upsahl verder niet zo’n heel erg spannend trio, hoewel er zonder meer sprake is van aanstekelijkheid. We horen ook wat raakvlakken met Ting Tings. “The world is on fire. We’re so fucking tired”, komt de Amerikaanse (24) ook nog eens quasi geëngageerd om de hoek kijken.  En dan is het de beurt aan Goldband, ook uit Den Haag. Na de ongekende successhow vorig jaar in de Alpha op Lowlands zijn de verwachtingen hooggespannen. Misschien wel iets té hoog, want de voormalig stukadoors zitten niet in hun beste fase. Het oogt allemaal wat uitgeblust. Of willen we misschien wel te veel? De pure energie ontbreekt. “Er is maar één plek mooier in Nederland dan Pinkpop en dat is Scheveningen!”, schreeuwt Milo Driessen. Haagse vlaggen op het podium en in het publiek. Driessens vader komt langs, want het is Vaderdag. Er volgt een intense omhelzing. Pa weet niet wat ‘m overkomt en neemt het ervan. Goldband herpakt zich qua energie wat in de loop van het concert, maar het oogt te vaak iets te blasé. En we missen Maan op het podium, want Goldbands mooiste liedje is het overheerlijke Stiekem – een klassieker in wording, mét Maan. Haar vriendje Karel Gerlach mist haar misschien wel het meest.

Terwijl de temperatuur in Landgraaf steeds aangenamer wordt zappen we langs singer-songwriter Tom Odell en blijven we wat langer hangen bij Warpaint, dat een prachtige, subliem opgebouwde set afwerkt in de inmiddels lekker koele tent op Pinkpop. De indierock van het uit Los Angeles afkomstige kwartet dames is kost voor kenners, gezien het matig gevulde veld voor het podium, terwijl daar een van de lekkerste optredens van het weekend wordt afgewerkt. Op de North Stage klimt Colson Baker, zanger van de Amerikaanse rock/hiphopact Machine Gun Kelly, aan het eind van hun show in een van de geluidsmasten in de buurt van het podium. Flikker je eruit, dan ben je dood, maar alles gaat goed. Het roept herinneringen op aan Thelonious Monster in 1993. Zanger Bob Forrest klimt dan via luidsprekertorens omhoog om als een doorgesnoven idioot op het dak van het hoofdpodium te gaan zitten. Ook die strapatsen kosten geen leven. We zijn in elk geval opgewarmd voor afsluiter Red Hot Chili Peppers, waarover we louter positieve noten kunnen kraken. Er gebeurt niets verrassends, maar de set is uitgekiend en er wordt met veel klasse gemusiceerd. Het is andermaal gitarist John Frusciante die de show steelt. Hij is de meest getalenteerde van het stel. RHCP toont zich een waardig afsluiter van een zonder meer geslaagd Pinkpop, dat her en der misschien een paar éxtra scherpe randjes ontbeerde. Nochtans: weer genoeg krenten in de pap.

4us heeft niets aan daadkracht ingeboet

Het is momenteel bloedheet in Nederland. Net zo heet als Doe Maar was ten tijde van de release van 4Us. Ter gelegenheid van de 40ste verjaardag van het iconische album is een speciale cd-uitgave van het album uitgebracht.

4us kwam in 1983 uit, op het absolute hoogtepunt van de Doe Maar-gekte in Nederland. Toen het album eind maart 1983 verscheen, kwam het direct op 1 binnen in de Nederlandse albumlijst, waar het vijf weken bleef staan. 4us was tevens het allereerste Nederlandse album dat op cd verscheen, toen nog een geheel nieuw format. Vandaar ook dat er is gekozen voor een cd-uitgave om de 40ste verjaardag van dit legendarische album te vieren.

Het album is als digipack verschenen en bevat drie bonustracks, te weten de non-album singles De Bom en Macho, plus b-kant Grote Broer. Verder is het originele elpee-artwork voor de cd in ere hersteld en bevat het booklet uitgebreide nieuwe linernotes, waarin de bandleden en andere betrokkenen terugblikken op de opnames van het album.

4us behoort tot een van de best verkochte Nederlandse albums aller tijden en heeft na 40 jaar nog niets aan daadkracht ingeboet. Of zoals Ernst Jansz zelf terecht opmerkt in de liner notes: “Het is een visionaire plaat, met heel veel nummers die van toepassing zijn op het heden. Dat geeft het album een extra dimensie. Het maakt 4us voor mij dus heel bijzonder. Meer nog dan ons andere werk. Niet te geloven hoe goed die liedjes in elkaar zitten”, laat hij – geheel terecht – alle bescheidenheid varen.

Decisive Pink – Ticket To Fame

Decisive Pink – Ticket To Fame (Fire Records)

Dat er mogelijkheden zijn om als Amerikaan en Rus wél door één deur te kunnen bewijst het hagelnieuwe duo Decisive Pink, bestaande uit Angel Deradoorian (bekend van de Amerikaanse rockband Dirty Projectors) en Kate NV, de Russische experimentele popartiest, op hun debuutalbum Ticket To Fame.

Decisive Pink is een werk van Wassily Kandinsky, de Russisch-Franse kunstschilder en graficus. Groot geworden met abstracte werken. Dezelfde abstractie die de muziek van het gelijknamige duo kleur geeft. Vervreemdend, tegendraads. Op een bijzondere manier op zoek naar de melodie.

Knappe, doordachte elektronica waarin de stemmen van zowel de Amerikaanse als Russische uitstekend tot volle wasdom komen. Gedragen door analoge synthesizers. Opgenomen in een studio in Keulen. We horen avant-gardestructuren à la Talking Heads. En staccato melodieën en elektronische ritmes die evidente raakvlakken vertonen met het werk van het Düsseldorfse Kraftwerk. Het opbeurende Destiny is er bijvoorbeeld behoorlijk zwanger van. En wat te denken van het hallucinerende, verslavend lekkere Rodeo. Geheel instrumentaal nota bene. Stilzitten is uitgesloten.

Op Ticket To Fame wordt op bijzondere wijze met ritmes gespeeld, waardoor een geluid ontstaat dat nogal wat concentratie vereist van de doorsnee danser. Terwijl zij die de juiste moves juist altijd hebben gemist mogelijk plots de blits kunnen maken. Probeer dat eens. Hoewel op de plaat geen vloervullers te vinden zijn is er zonder meer meer mogelijk dan louter heupwiegen op deze fascinerende indietronicatrip. Pieter Visscher

 

Peuk – Escape Somehow

Peuk – Escape Somehow (PIAS/Mattan)

Sigarettenpeuken bevatten arsenicum (rattengif), aceton, benzeen, ammoniak en lood. Als je een peuk in een bak water met vissen gooit, sterft de helft binnen 96 uur. Sigarettenfilters (peuken) zijn gemaakt van celluloseacetaat, een kunststof en dus plastic. Zeer milieuverkrachtend. Een sigarettenfilter (peuk) is een marketingtool. Studies wijzen uit dat filtersigaretten roken leidt tot meer longkanker, niet minder. Gooi peuken nóóit op straat of in de natuur. Peuk = gif. Dit in tegenstelling tot de band Peuk! Die is niet kankerverwekkend, maar opbeurend, opzwepend en gezond verslavend.

Escape Somehow is het tweede album van de Belgische formatie Peuk, die nog wat feller van leer trekt dan op het debuut. De raakvlakken met The Breeders, Sonic Youth, Pixies, Nirvana en Hole zijn er nog altijd, maar wie goed luistert hoort ook flarden van de geweldige Canadese punkband METZ. Er zit veel woede in Peuk en die wordt er allemaal overheerlijk, gecontroleerd uitgeschreeuwd door blikvangster en gitariste Nele Janssen, die opnieuw alle nummers schreef. Jacky Willems zorgt voor de baspartijen, terwijl Dave Schroyen (ex-Evil Superstarts, ex-Millionaire) zijn drumstel aan flarden slaat.

Escape Somehow betekent ouderwets de beuk erin, zoals er net zo eenvoudig gas teruggenomen kan worden. Onder meer in Lebanon, dat evenwel ook behoorlijk wat furie kent. Het razende Rudy is een pogosong waar volop van kan worden genoten in de clubs en op festivals.

Peuk bewijst dat punk nog lang niet dood is (nooit geweest ook) en dat België een band heeft om heel erg trots op te zijn. We waren wel weer even toe aan al dat venijn. Pieter Visscher

 

Shana Cleveland – Manzanita

Shana Cleveland: Manzanita (Hardly Art)

Manzanita is het tweede album van La Luz-zangeres & -gitariste Shana Cleveland. Licht psychedelische singer-songwritermuziek ingekleurd met veel dromerige elementen. Zoals het zalvende stemgeluid van Cleveland zelf. Rustgevend tot op het bot.

Solitair wijkt ze nogal af van de sound van surfrockband La Luz. Het zou ook vrij merkwaardig zijn als ze nu exact hetzelfde was gaan doen. Hoewel Cleveland wel gewoon een band om haar heen heeft verzameld. Met Will Sprott op een flink aantal toetsinstrumenten, waaronder piano, orgel en synthesizer. Zoals hij ook dulcimer, glockenspiel en hapsichord bespeelt. Allemaal even prachtig. Cleveland heeft alleen een elektrische gitaar om haar nek gehangen.

Complementair aan hen zijn Abbey Blackwell op staande bas en Johnny Goss op elektrische basgitaar. Olie Eshleman maakt het voortreffelijke kwintet af met zijn schitterende pedalsteel-gitaar. Waardoor je al met al een geluid krijgt om in te lijsten. Muziek om urenlang onbezorgd van te genieten. Want deze plaat kan talloze malen op repeat, zonder ook maar een moment te vervelen.

Tekstueel laveert ze tussen schoonheid en misère. Van “Look at that beautiful babe” tot “Will you find a way to love this world?” Veertien liedjes lang. Een ambitieuze hoeveelheid songs, waardoor de kans dat er een misser, een vuller tussen zit, toeneemt, maar dat is geenszins het geval. Werkelijk elke seconde is ongelooflijk prettig om naar te luisteren. Manzanita is een oase van schoonheid. Pieter Visscher

Black Honey – A Fistful Of Peaches

Black Honey – A Fistful of Peaches (Foxfive Records/Mattan)

De Britse gitaarband Black Honey heeft met de charismatische frontvrouw Izzy Bee een sterke troef in handen. De formatie uit kustplaats Brighton is op derde studioalbum A Fistful Of Peaches opener dan ooit.

Bee heeft nooit een geheim gemaakt van haar worstelingen met mentale gezondheid, maar zo openhartig was ze nog niet eerder. Dat op een album dat dat bolstaat van de energieke indierockliedjes. Smaakvol geproduceerd door Alan Moulder, die we onder meer kennen van zijn werk voor Interpol, Editors en Placebo.

“Serotonin let us down”, zingt Bee, in de track Heavy. “Don’t wanna watch the white horse drown. Never ending therapy ’cause my head is the enemy. So don’t let me, go steady.” Er zit ook in dit nummer een bepaalde agressie, waarmee Bee haar demonen te lijf gaat.

“All I wanna do is just get out of my mind. I’m wasting my life.” Bee zocht een therapeut om uit haar diepe dalen te komen, maar het is vallen opstaan. Op het podium kan ze al haar frustraties eruit schreeuwen en reken maar dat dat helend werkt.

Mooie hoesfoto, mooie afbeeldingen in het cd-boekje en de cd zelf als dartbord. Er is werk gemaakt van A Fistful Of Peaches, dat er weleens voor kan gaan zorgen dat de Britten een groter publiek gaan bereiken. Black Honey is klaar voor de festivals. Pieter Visscher

Lael Neale – Star Eaters Delight

Lael Neale – Star Eaters Delight (Sub Pop)

Om maar even met de deur in huis te vallen: Lael Neale beschikt niet over een smartphone. Ja, dat kutding, waardoor de wereld ineens nog veel gejaagder werd. En waardoor we nog wat sterker het idee krijgen dat we dingen missen, die anderen wel meemaken. Zij die slechts leuke dingen beleven in parallelle universums als Instagram en Tik-fucking-Tok.

Lael Neale is een kind van de jaren 90 van de vorige eeuw en groeide op met The Cure en Beastie Boys, waar haar moeder haar naar liet luisteren. Van die muzikale doctrine, hoe jammer ook, horen we niet zo heel veel terug op de derde langspeler van Neale: Star Eaters Delight. Neale bewandelt haar eigen muzikale wegen en daar komt bijzonder smaakvolle muziek uit voort. Lo-fi indiepop-rock. Laten we het zo maar noemen.

Neale laveert, grofweg, tussen Velvet Underground en Angel Olsen. Terwijl we overduidelijke ritmes van Joy Division ontdekken in opener I Am The River (check die video!) en Faster Than The Medicine. Het liefst acht minuten durende In Verona schreef Neale nadat ze de veelgeprezen film Letters to Juliet uit 2010 had gezien. Een door Romeo en Julia geïnspireerde romcom. “Ik heb er ongeveer 15 minuten naar gekeken en voelde mijn hersens afsterven. Het was zo verschrikkelijk”, liet ze, niet gespeend van drama, optekenen door The Guardian. De Amerikaanse bekeek de film, gezellig, met haar moeder. Tijdens een van de lockdowns.

Met behulp van haar favoriete instrument de omnichord, een drumcomputer, gitaar en synthesizer zijn de zelfgeschreven songs van Neale tot stand gekomen. Uit haar brein ontsproten, weg uit metropool Los Angeles, teruggetrokken op de boerderij van haar ouders, in Virginia. Op het platteland gebeuren de mooiste dingen. Pieter Visscher

Stravaganze Consonanti is wat de wereld nodig heeft

What The World Needs Now Is Love (Sweet Love). Jackie DeShannon zorgde er in 1965 voor dat het een hit werd. Het door Hal David en Burt Bacharach geschreven prachtnummer. Al die liefde komt ook voorbij in het onlangs verschenen Stravaganze Consonanti van Gianluigi Trovesi (klarinet en saxofoon) en violist Stefano Montanari. Een jazzmeesterwerk met veel klassieke elementen. Extravagant, zoals de titel van de plaat ook aangeeft.

Stravaganze Consonanti is een bijzonder inspirerende samenwerking van barokviolist Montanari en de meesterlijke Italiaanse rietblazer Gianluigi Trovesi die de muzikale onderzoekslijn van zijn album Prufumo Di Violetta in feite doortrekt. Ondersteund door een cast van spelers die goed thuis is in de oude klanken van historische instrumenten en de kunst van de historische uitvoeringspraktijk, kijkt Trovesi opnieuw naar muziek uit de renaissance en de barok – bij Purcell, Dufay, Trabaci, Desprez bijvoobeeld – met composities van zichzelf en bewerkingen van eeuwenoude klassiekers. Improviserend met percussie.

Glansrol is ook weggelegd voor elektronicaman Fulvio Maras in het geregeld bedwelmende muzikale brouwsel. Zoals Montanari in het cd-boekje schrijft: “Trovesi begrijpt de kracht en verfijning van een taal die in een oogwenk van Dufay naar Purcell overgaat, en arriveert bij jazz zonder ooit de diepe betekenis te verliezen van een muzikaal weefsel waarvan het primaire motief universele communicatie is.”

Veel mooiere en smaakvollere jazz is de laatste honderd jaar niet op plaat gezet, waardoor superlatieven domweg tekort schieten. Montanari schrijft in de liner notes dat de titel niet voor niets het woord extravagant bevat. “Buiten de norm denken. Vreemd, onconventioneel, onverwacht en revolutionair.” Grote woorden inderdaad, maar niets is gelogen. “Stravaganze Consonanti is de muziek van vandaag de dag, in al zijn facetten.” Met meesterwerk doen we het album eigenlijk veel te weinig eer aan. Pieter Visscher

Liefhebbers luisteren uiteraard naar Pinguin Pluche. 

 

 

Daughter – Stereo Mind Game

Daughter – Stereo Mind Game (4AD/Beggars)

Het derde studioalbum van Daughter is typisch zo’n plaat die pas na meerdere draaibeurten goed binnenkomt. Maar dan heeft-ie je wel te pakken ook.

Daughter is dat internationale trio dat sinds 2010 aan de weg timmert. Met die prachtige ontstaansgeschiedenis. De Engelse bassiste/zangeres Elena Tonra, de Zwitserse gitarist Igor Haefeli en drummer Remi Aguilella ontmoetten elkaar op school in Londen. Op het Institute of Contemporary Music Performance. “Laten we een bandje beginnen”, moet een van de drie toen hebben geroepen.

Stereo Mind Game is een vrij optimistisch album geworden, vindt de band. Wanneer je het afzet tegen de twee voorgangers zit daar zeker wat in. Toch wordt het nergens overdreven vrolijk. Wel mooi en dat is een stuk belangrijker wanneer het om muziek gaat. Vol levenslust ook. Positief.

De folky indiepop/rock zit vol subtiliteiten die het beste tot je komen via een (goeie) koptelefoon. De subtiele vioolarrangementen in een veelvoud van de tracks vragen zelfs om een virtueel applaus. Ook omdat je goed hoort dat er veel tijd (zeven jaar) is genomen om het twaalf nummers tellende Stereo Mind Game tot volle wasdom te laten komen. Daarvoor werd een enorm aantal sessiemuzikanten opgetrommeld.

Stereo Mind Game is een openhartige plaat, met thema’s die de geregelde complexiteit van het dagelijkse leven prachtig vangen. Vol sprankeling en een zekere blijmoedigheid. Een plaat die voelt als Bevrijdingsdag. Pieter Visscher

Be-Bop-A-Lula is vooral heel erg Spinvis

Het zevende album van Nieuwegeiner Spinvis is getiteld: Be-Bop-A-Lula. Titel waar we niet veel mee kunnen. Met de plaat wel. Be-Bop-A-Lula mag er zijn.

Be-Bop-A-Lula is gepikt; de titel van een rockabillynummer, dat voor het eerst op plaat werd gezet door Gene Vincent and His Blue Caps. In 1956. Volgens Spinvis was het de geboorteschreeuw van de rock-‘n-roll. “Voor de een betekent het niets, voor de ander alles”, aldus Erik de Jong, die tijdens het maken van Be-Bop-A-Lula een schilderij maakte. Elke dag een uurtje, in z’n garage. Het schilderij is de cover geworden. De Jong denkt dat het geen rock-‘n-roll is wat hij maakt. Hij weet ook niet wat het wel is. Wij wel: het is vooral Spinvis.

Be-Bop-A-Lula is een album waarop we horen dat Spinvis wat anders wil, maar ook dat hij toch voor eens en voor altijd Spinvis blijft. Her en der zijn wat muzikale accenten verlegd, in een verzameling liedjes die door geen ander op deze planeet zou kunnen worden opgenomen. Spinvis heeft een nichegeluid dat onontkoombaar zijn stempel draagt.

De plaat opent met de carnavalesk getitelde, vlotte track Tingeltangelhersenpan, die gedragen wordt door een wat blikkerige beat. Het minst instrumentrijke nummer, maar een opener die er mag zijn. Ontregelende tekst, zoals we De Jong kennen: “Ik ben een klusjesman. Zit in de tram op een blauwe planeet.”

Al die knotsgekke lyriek is pure honing voor de ziel. Erik de Jong heeft een geheel eigen kijk op deze wereld en vangt dat beeld in veertien liedjes. Niet heel veel anders dus dan wat we van Spinvis gewend zijn. Herkenbaar zijn ook weer de heerlijke vioolpartijen, de cello en de altviool, die de liedjes nóg wat avontuurlijker maken. Be-Bop-A-Lula betekent een Spinvis in topvorm. Pieter Visscher