Muzikant Alex G, ook bekend met de toevoeging (Sandy), uit Philadelphia is terug met zijn nieuwe single Blessing. De track doet ons de oren spitsen. Begint met een knal en laat de jaren ’90 herleven, maar blijft in het hedendaagse. Het laatste album van de Amerikaan komt uit 2019 en floreerde in dreampop. Nu laat Alex Giannascoli dus een hele andere kant van zichzelf horen met extreme synths, een knetterende gitaarsolo, industrial rock invloeden en spannende nineties fluisterzang.
Category: De IJsbreker
MJ Lenderman – Tastes Just Like It Costs
Het is niet bekend of Neil Young het al weet, maar hij heeft dus een opvolger. Een waardig opvolger mogen we wel zeggen in de persoon van MJ Lenderman. Net als de oude Young laat MJ de gitaren schuren en horen dat je niet goed hoeft te kunnen zingen om toch een prima zanger te zijn.
Het stroperig swingende Tastes Just Like It Cost is een van de prijsnummers van Boat Songs het derde solo-uitstapje van de southern rocker uit North Carolina die in het dagelijks leven in de band Wednesday speelt. Het grootse verschil tussen MJ alleen en met Wednesday is dat hij in die laatste het zingen aan een vrouw overlaat. Verder kraakt en piept en steunt en kreunt de band net zo prettig als MJ solo.
Sir Chloe – Company
Soms is het verschil tussen een solo-act en een band wel heel erg klein. Neem Sir Chloe. Officieel is het een band, maar wel een waarin de verhoudingen duidelijk zijn. De dienst wordt uitgemaakt een mysterieus ogende brunette uit Brooklyn die luistert naar de naam Dana Foote. Zij zingt, speelt gitaar en piano en schrijft en produceert de songs. Haar adjudant is gitarist/co-producer Teddy O’Mara. Lid nummer drie is Dana’s broertje. Hij drumt.
Als muzikale referentie noemt Dana Pixies en Igor Strawinksy. Dat ze een Russisch-Amerikaanse modernistische componist opvoert is minder vreemd dan lijkt als je weet dat ze compositie en muziektheorie heeft gestudeerd. Daar kent ze Teddy ook van. Te horen is Stravinsky’s invloed misschien voor medestudenten, maar niet voor ons lekenrockers. Dana liefde voor de Pixies daarentegen is onmiskenbaar, net als die voor Lou Reed’s Velvet Underground en St Vincent en PJ Harvey om nog maar met wat namen te strooien.
Sir Chloe is het imitatiestadium echter al lang voorbij. Dana zingt met autoriteit, voelt zich vrij binnen het gitaaridioom en heeft om het in haar taal te zeggen ‘a way with words’. Dit alles is niet onopgemerkt gebleven. De oogst van drie jaar muziekmaken is een dozijn singles plus een verzamel EP bij elkaar goed voor ruim tweeënhalf miljoen luisteraars per maand. Company, dat dus over eenzaamheid gaat is de allernieuwste single van Sir Chloe, en hopelijk een voorloper van een album.
Totally Enormous Extinct Dinosaurs – Crosswalk
Tien jaar zit er tussen het debuutalbum van Totally Enormous Extinct Dinosaurs en opvolger Love Is A Danger dat eind juli wordt losgelaten. Niet dat Orlando Higginbottom alias Totally Enormous Extinct Dinosaurs in de tussen tijd niets heeft uitgespookt.
In deze tijd van streaming is album een relatief begrip. T.E.E.D. zoals Hiiginbottom’s project ook wel wordt genoemd heeft genoeg singles en EP’s gemaakt om een dubbel en misschien wel een driedubbelalbum te vullen. Maar de songs op zijn albums vormen een coherente collectie. Er is nagedacht over sound, de volgorde en thematiek. Een belangrijk verschil tussen de albums en andere releases van de Echt Enorme Uitgestorven Dino’s is ook dat de albums verzamelingen luisterliedjes zijn, terwijl de meest T.E.E.D. singles gemaakt zijn voor de dansvloer.
Dat wil niet zeggen dat bijvoorbeeld Crosswalk geheel beatloos is. Met je voet mee tikken is zelfs onvermijdelijk, maar je krijgt niet de behoefte om op te springen en je armen in de lucht te gooien. Crosswalk is een introvert elektronummer met een verfijnde late 80’s sound, een weemoediger zusje van Blood In The Snow. Beide songs suggereren dat het -we mogen wel zeggen – langverwachte Love Is A Danger wel eens een eindejaarslijstjesalbum zou kunnen blijken.
Panic Shack – The Ick
Laaggeletterdheid lijkt geen probleem in de Britse postpunkscene. Kwamen veel tekstdichters tot voor kort nog weg met een een handjevol half rijmende zinnen, nu worden ze geacht om hele lappen tekst in te leveren, liefst zonder al te veel herhalingen. Panic Shack slaagt met vlag en wimpel voor het examen creatief schrijven.
In The Ick, wat je zou kunnen vertalen als de kriebels. rept frontvrouw Sarah Harvey van een potentiële levenspartner, die echter twee cruciale fouten maakt, hij schenkt eerst de melk en dan de koffie, en in de bios doet hij ssst als zij iets wil zeggen, ‘You do not sssssh me in the in the cinema’. Het zijn van die kleine dingen die het hem niet doen.
De tijdgeest dicteert dat Sarah de tekst van The Ick declameert. Op oudere singles laat ze horen ook te kunnen zingen. Die ook erg leuke en behoorlijk goede nummers met titels als ‘Who’s Got My Lighter’ en ‘Jiu Jits You’ staan samen met het vorige maand uitgekomen ‘Mannequin Man’ en het glanzend nieuwe The Ick netjes verzameld op de EP ‘Baby Shack’.
Wunderhorse – Butterflies
Vijf liedjes in hun carrière en het is nu al duidelijk dat Wunderhorse tot grote dingen in staat geacht mag worden. De band is nog een beetje zoekende, maar de richting is al duidelijk; indierock met een grungy randje.
Om te zeggen dat nieuwe single Butterflies er met kop en schouders bovenuit steekt doet onrecht aan de vorige singles, maar dat de band met dit nummer grote sprongen gaat maken is een ding dat zeker is. Heel kort door de bocht kan je het traag stromende Butterflies omschrijven als een kruising tussen Nirvana (het gitaarwerk) en Pink Floyd (de zang).
Aanjager van Wunderhorse is de Brit Jacob Slater voorheen van Dead Pretties, een band die aan prematuur bezweek aan druk en drugs. Hopelijk heeft Jacob geleerd van die periode en kan hij nu omgaan met succes, want dat gaat er zeker komen.
Courting – Tennis
Courting heeft iets met sport. Eerder al bezong de band uit Liverpool het edele voetbalspel in Football, de paardensport in Grand National en Formule 1 races in Grand Prix. Hun nieuwe single gaat over tennis. Of beter heet Tennis.
Het leek de band wel leuk om in ieder geval qua titel aan te sluiten bij hun eerdere nummers over sport. Maar Tennis gaat dus niet over tennis, maar over liefde. Courting zou Courting niet zijn als de bezongen liefde romantisch en/of wederzijds was. Het is niet uit te sluiten dat de relatie van de dame en heer in kwestie een zakelijke is. Zeker is dat de minnaar die het woord is geen gentleman is.
Net als zijn collega’s van Yard Act, Fontaines D.C., Dry Cleaning etc. zingt chef Courting, de welbespraakte Sean Murphy-O’Neil zijn teksten niet, maar scandeert hij ze. Hoewel hij tegen het eind van Tennis wel een redelijk geslaagde poging tot zingen waagt. Dat de postpunkpraatzangstijl nog steeds niet verveelt, komt omdat a) de meesten die aan het woord zijn iets te vertellen hebben en b) dat overtuigend en met bloemrijke taal doen. Dat ze daarbij ter zijde worden gestaan door onbehoorlijk rockende bands helpt en niet een klein beetje.
Mt. Joy – Lemon Tree
De laatste keer dat we onze schijnwerpers richtten op Mt Joy deed de band aardig mee in de Amerikaanse indie-middenmoot, Nu zitten op een dikke 2 miljoen luisteraars per maand en heeft oud IJsbreker ‘Silver Lining’ de magische grens van 100 miljoen plays ruimschoots overschreden.
De meeste bands zouden er hun schoonfamilie voor over hebben om dat niveau van succes te kunnen continueren. Mt Joy lijkt zich niet met dat soort dingen bezig te houden. Zeg nooit nooit, maar de kans dat Lemon Tree top net zo’n klapper wordt als ‘Silver Lining’ is net zo groot als de kans dat Will Smith nog eens een keer en plein publiek een mep uitdeelt.
De nieuwe single van de band uit L.A. via Philly is een folky song die het meer moet hebben van zijn dynamische opbouw dan van een sterke melodie. Lemon Tree heeft wel iets Iers en doet daarom wel aan The Waterboys denken. Lemon Tree heeft wel alles om een showstopper te worden, een hoogtepunt tijdens de liveoptredens van de blije berg. Beetje balen dus dat de band niet eerder dan 2023 buiten de VS te zien zal zijn.
King Gizzard & The Lizard Wizard – Magenta Mountain
Die-hard fans zullen in Magenta Mountains misschien meteen hun helden herkennen, maar wij stonden even met de oren te klapperen toen we door kregen dat dat lekker lome liedje de nieuwe single is van het Australische toverballenrockcolletief King Gizzard & The Wizzard Lizard!
Niet de gitaren maar de keyboards zetten dit keer de toon, verdwenen zijn de barokke tempowisselingen en ook de onverwacht opduikende solo’s ontbreken. Zelfs de zang is anders. Maar het grootste verschil tussen Magenta Mountain en alles wat er voor kwam is dat de nieuwe single relatief rustig is, ontspannen kalm en relaxt .
Je kunt wetenschappelijk dissertaties schrijven over het inmiddels 19 albums omvattende oeuvre van de band uit Melbourne, maar het woord relaxt zal daar niet of nauwelijks in voorkomen. Zelfs in hun rustigste songs zaten psychedelische passages die problematisch waren voor airplay op bijvoorbeeld Radio 2. Wat nog wel typische des King Gizzard‘s is is dat Magenta Mountain een dikke zes minuten duurt, eenderde maar van de vorige single, maar wederom ver boven de gemiddelde speelduur van een 21ste eeuwse popsong.
Het nieuwe 20ste! album van King Gizzard & The Lizard Wizard (in 11 jaar) staat voor eind april, heet Omnium Gatherum, en uiteraard is het een dubbelaar.
Oso Oso – computer exploder
Hoewel al vier albums oud is Oso Oso voor ons een nieuwe naam. Beter laat dan nooit enzo. Afgezien daarvan heeft de band ook niet heel erg zijn best gedaan om beroemd te worden. Inmiddels zijn ze echter zo goed geworden dat onbekend en onbemind blijven geen optie meer is.
We schrijven band, maar feitelijk is er maar één iemand die de dienst uitmaakt, Jade Lilitri een ingezetene van Long Beach, een kustplaats onder de rook van New York City. Jade is een echte sprokkelrocker. Afhankelijk van je smaak en kennis herken je van alles en iedereen in zijn songs. Eels, Beach Boys, Beck en The Beatles zijn namen die bij ons opkomen. Dat plus karakteristieken als emo en psychedelisch.
Dat wil niet zeggen dat Oso Oso’s ‘gooi het maar in mijn pet rock’ geen eigen signatuur heeft. De combi van stijlen en sfeer en de urgentie waarmee Jade zijn songs zingt, zijn persoonsgebonden. Ook typisch des Oso’s is het spelen met verwachtingen. Op ongeveer een minuut in computer explorer zit een break waarvan je denkt ‘hierna breekt de pleuris uit’, maar het blijkt vals alarm. En zo heeft het nummer nog wel meer momenten die je op het verkeerde been zetten. Knap en goed!