Perfume Genius: “Intense knuffelsessies met wildvreemden”

Mike Hadreas schaamt zich niet voor wie hij is. Integendeel. In zijn muziek en clips vertelt hij als Perfume Genius over zijn diepste gevoelens. Openlijk homo zijn bezorgde hem in zijn jeugd nog een hoop problemen, maar een schoolverlating, een paar verhuizingen, een drugsverslaving, vier cd’s en een grote liefde later vervult hij juist een voorbeeldfunctie voor jongeren die zijn zoals hij ooit was. Met het nieuwe album No Shape steekt hij ze een hart onder de riem.

Tekst LiveGuide | Esmee de Gooyer

Mike verbergt zich onder zijn gigantische mosgroene jas alsof het een dekentje is. Hij ziet er moe uit, maar praat enthousiast, vol pijnlijk scherpe humor en met een overmatig gebruik van het woordje ‘like’. Zijn dag begon niet zo goed, vertelt hij. De 35-jarige Amerikaan had zich verslapen en moest door tijdgebrek een rare foundation op doen.

“Meestal ben ik wat oplettender en wrijf ik het beter uit op mijn gezicht, maar ik zag net in de spiegel dat de concealer die ik op mijn puistjes had gedaan helemaal niet goed zat.” Net op dat moment smeer ik met mijn vinger mijn lippenstift een heel stuk van mijn bovenlip af. Terwijl ik vloek, lacht Mike me uit en zegt hij dat we nu op hetzelfde niveau zitten. So be it.

Afgezien van zijn slaapgebrek gaat het goed met Mike. Hij moet alleen even opstarten om weer in het interview- en tourcircuit te komen. “Toen ik mijn album aan het schrijven was, ben ik een heel jaar niet zo druk geweest. Ik ben vergeten hoe je moet touren. Het duurt even tot je hersens zich herinneren hoe je dat ook al weer kunt doen zonder gek te worden.”

Ik vertel hem dat ik erg benieuwd was hoe hij in het echt zou zijn. Zijn muziek is namelijk heel emotioneel beladen en pijnlijk eerlijk, maar daartegenover staat zijn juist verschrikkelijk grappige Twitter-account. “Ik heb twee verschillende kanten”, lacht hij. “Maar het zijn allebei copingmechanismen.”

Drugsverslaafde gay rolmodellen
Door zelfs zijn allerdiepste binnenste niet te verschuilen voor de wereld en over al zijn problemen te vertellen, neemt Mike een kwetsbare positie in. Dat levert soms frustrerende situaties op. “Soms willen mensen alleen over mijn issues praten in plaats van mijn muziek. Dan is er geen balans. En ik vind het vervelend als mensen denken dat ze zich honderd procent met mij moeten kunnen associëren om mijn album leuk te vinden. Like, ‘ik ben geen drugsverslaafde homo dus ik denk niet dat dit album iets voor mij is. Ik had zelf geen drugsverslaafde gay rolmodellen toen ik opgroeide, dus ik moest het doen met wat ik verder kon vinden!”

Mike leest soms interviews terug van mannelijke journalisten waarin zij zijn muziek tof noemen, maar er toch even bij zeggen dat ze ook van Metallica en sport houden. “Alsof mijn muziek hun mannelijkheid heeft aangetast omdat ze de kleine oprechte emotionele liedjes mooi vinden”, vertelt hij geïrriteerd. “Maar tegelijkertijd wil je dat zoveel mogelijk mensen ernaar luisteren. Daarom maak ik dit grote fantastische album dat ze niet kunnen ontlopen. Het wordt zo in-your-face-goed dat ze er niks tegen kunnen doen. Allemaal popliedjes met omverwerpende lyrics die mensen misleiden en verleiden.”

Egocentrisch
Gelukkig heeft het genie ook veel lieve en progressieve mensen leren kennen, met wie hij graag over zijn persoonlijke issues praat. “Toen ik jong was, voelde ik me heel erg verbonden met mensen die ongeveer hetzelfde hadden meegemaakt als ik. Als ik hen die kant van mezelf laat zien, krijg ik daar ook wat voor terug: mensen die zich verbonden voelen met míj.”

Op de vraag of hij nou een soort rolmodel is, moet hij hard lachen. “Nou, ik was dat heel lang in ieder geval níet! Ik had geen idee wat ik aan het doen was met mijn leven en ik had geen doel. Lange tijd kon ik helemaal niemand helpen. En nog steeds ben ik een beetje in mezelf gekeerd en egocentrisch. Niet op de ‘oh, ik ben geweldig’-manier, maar op de ‘ik zit gevangen in mijn eigen hoofd’-manier. Als ik aan het schrijven ben, laat ik dat een beetje los en denk ik aan andere mensen. Dan heb ik wat rust.”

“Ik heb inmiddels heel wat intense knuffelsessies gehad met wildvreemden”, vervolgt hij. “Mensen zeggen dat ze van me houden en dan vertel ik ze dat ik ook van hen houd. Toen ik jong was, ging ik naar de shows van Sleater Kinney: een band uit de Riot Grrrl-beweging. Dan had ik daar een fantastische tijd, maar moest ik na afloop weer terug naar de suburbs en naar de High School waar ik gepest werd. Een totaal tegenovergestelde wereld. Sommige mensen gaan op die manier ook naar mijn shows en dragen misschien iets mee dat ze normaal gesproken niet zouden dragen. Ze zijn zo enthousiast en dat is just so fucking cute! Ik wil ze mee naar huis nemen.”

LIVEDATA 31-08/01/02/03-09 Into the Great Wide Open, Vlieland 09/11 Trix, Antwerpen 09/10/11/12-11 Le Guess Who?, Utrecht

Klinkt als: introspectieve artpop waar de minimal waves in je LGBT-hart sneller van gaan golven

LiveGuidePinguin Radio en LiveGuide werken al een tijd samen, maar nu is het tijd voor de volgende stap. Voortaan zal op iedere maandag dat de krant verschijnt (tien keer per jaar) van acht tot negen uur ‘s avonds LiveGuide Radio te horen zijn! De volgende editie is maandag 28 augustus.

Tijdens LiveGuide Radio hoor je alle acts die in de nieuwste editie staan van het blad dat zich richt op de tofste namen die de Nederlandse podia komen bestormen. Zo is de zesde editie van het jaar eind juni verschenen met onder meer interviews met Amber ArcadesFuture Islands, J. Bernardt en het Sean Koch Trio. Checken ze de rider van Donnie en brengen ze het grote 010 vs. 020 bandgevoel onder de aandacht. En de Fanboyquiz! is met Bartek bassist David Stapel over André Rieu.

Het gratis krantje valt af te halen op meer dan 550 punten in heel Nederland. Bijvoorbeeld bij de meeste popzalen, maar ook bij koffiezaakjes, universiteitsbibliotheken en platenzaken. LiveGuide is ook online te lezen via liveguide.nl.

 

Charlie Fink: “Livemuziek zal nooit uitsterven”

Er zijn rockopera’s, geweldige soundtracks van musicals én van films, maar er begint langzaam ook een stroming te ontstaan van muziek die in theatervorm wordt gegoten. Verhalende albums waar je echt voor moet gaan zitten. Charlie Fink, ex-frontman van Noah and the Whale levert met zijn solodebuutalbum Cover My Tracks een intrigerend stukje muzikaal theater.

Tekst Martje Schoemaker

“Nee, het is niet voor het theater geschreven. Het is echt muziek, liedjes. Precies zoals ik muziek ervaar en ook echt wil maken. Ik heb de liedjes allemaal rondom dit grotere verhaal geschreven. Liedjes horen verhaaltjes te zijn en nog mooier als het album en de liedjes samen één groot verhaal vormen.” Er zit een verschil tussen muziek voor het theater en popmuziek, theatermuziek vraagt vaak een meer actieve luisterhouding, popmuziek ervaar je meer. Nick Cave, Lou Reed, Tom Waits, allemaal muzikale helden van Charlie gingen hem natuurlijk al voor. Maar vergeet ook niet David Bowie en zijn Lazarus, een muzikaal theaterstuk. “Er is zoveel veranderd in ons luistergedrag de afgelopen tien jaar. Zelf ben ik iemand die heel graag naar albums luistert, en daarom vind ik het triest om te zien dat een album langzaam waarde verliest.”

Er zijn meer artiesten die albums maken die echt als album bedoeld zijn. Waar je voor gaat zitten en echt naar luistert. “Het is niet dat je het album aanzet en van begin tot eind stil moet zitten. De liedjes spreken ook voor zich. Maar! Het is wel heel fijn om het hele album te beluisteren, daar zit de kracht.” Het idee om een album te maken en een theatershow te maken waren er tegelijk. Charlie is daarin op zoek gegaan naar wat voor hem de oorsprong is van liedjes schrijven, de kracht (en macht) van de zanger, troubadour. “De rol van de muzikant, als je terug naar het begin gaat, dan zie je dat de muzikant de rol had van verhalen vertellen. Niet alleen het overbrengen van verhalen, maar daarmee ook het dichterbij brengen van gemeenschappen. En bedenk je dan ook hoe raar het eigenlijk is dat muzikanten in de 21e eeuw opeens idolen zijn, sterren, die juist verder weg van de maatschappij staan.”

Hij gaat toeren met de theatershow, maar zal ook in zijn eentje op het podium staan. Terug naar de basis, met alleen een gitaar. Wat je uit de muziek haalt verschilt dus per uitvoering; vanaf vinyl of digitaal, tot zijn solo optreden of het theaterstuk. “Als theaterproductie wil ik echt de ervaring verbreden, alleen wil ik terug naar de ‘bare necessities’ en als je alleen thuis bent, zet de plaat dan op!” Charlie is een van de vele artiesten die weer een album maakt voor het album. Mede door de terugkeer van vinyl gaan mensen weer naar muziek luisteren als een belevenis. “Het is ook wat mensen willen, ze willen ervaren. Net zo goed als dat livemuziek nooit zal uitsterven, we willen connectie maken. Met de muziek, met de artiest, met elkaar.”

De Cover My Tracks-theatershow gaat in première in London, in The Old Vic theater. “Het theater op zich is al een beleving. Het is dan ook een grote eer daar mijn muziek ten gehore te mogen brengen.”

Triggerfinger: “We zijn na al die jaren gewoon nog steeds fan van elkaar”

Triggerfinger is terug. Klaar voor de volgende stap. Met Colossus klinkt het Belgische trio venijnig vertrouwd en toch ook net even anders. Avontuurlijker en gelaagder dan voorheen. “We wilden gewoon iets cools maken.”

Tekst Heaven | Sandy Abrahams

Een bloedhete middag in Amsterdam. Persdag voor Triggerfinger, het meest gedistingeerde rocktrio van de Lage Landen. Dat ze er al wat gesprekken op hebben zitten, is aan niets te merken. Ze zijn voorkomend, sympathiek en ongelofelijk trots op Colossus, hun vijfde studioplaat sinds 2004, die eind augustus verschijnt.

Hun vorige, By Absence Of The Sun, dateert van drie jaar geleden. Een behoorlijk lange pauze voor Ruben Block (zang en gitaar), Paul van Bruystegem (bas) en Mario Goossens (drums). Een bewuste keus voor rust. Ze waren er aan toe, wilden even weg uit de ratrace die hun leven was geworden.

Block: “We hadden een paar jaar heel veel gespeeld en de laatste twee albums waren tussen het touren door opgenomen. Tijdens de laatste tour door Canada, waar we support act waren voor een Canadese band, merkte ik dat het zo’n beetje op was. Ik voelde het gevaar van de automatische piloot en daar had ik geen zin in.”
Goossens: “Eigenlijk waren we al langer dan vijf jaar non-stop bezig. Dat vergt nogal wat energie, en om iets nieuws te kunnen maken heb je tijd nodig. Het helpt niet echt als je moe bent.”
Van Bruystegem: “Op een gegeven moment moet je stilstaan bij de dingen naast het werk. Dat begint al bij je naasten en geliefden. Als er dan ook nog mensen overlijden… Je raast maar door omdat je denkt dat dat de manier is om het te verwerken, maar op den duur ben je gesloopt. Om output te geven, wat muziek maken eigenlijk is, heb je ook input nodig. Je moet de tijd nemen om alles te verwerken, om het een plek te geven.”

De periode van rust deed hun goed. Langzaamaan ontstonden nieuwe ideeën en werd de wens als band een volgende stap te zetten groter. Block: “De twee laatste albums die we opnamen in Los Angeles met producer Greg Gordon waren fantastisch, maar we wilden niet nog eens hetzelfde doen. We wilden juist kijken welke deuren we konden openen en tegelijkertijd blijven wie we waren. De vorige platen ontstonden voor een groot deel uit de livesynergie en de interactie die wij samen hebben. Dat hoor je. Het zijn bijna concerten met wat versieringen. Deze keer mocht alles. Samples, percussie, twee basgitaren, keyboards, sax, whatever. Fuck it. We wilden gewoon iets cools maken.”

AANVULLING
Een eigen thuisstudio met goede opnameapparatuur en een partij vintage keyboards hielp bij het experimenteren. Van Bruystegem: “Je kunt niet alles zelf spelen, maar we deden het toch omdat we demo’s wilden maken. Als Ruben bijvoorbeeld een ritme pakte zoals een drummer dat niet echt zou doen, dan was dat heel interessant, onorthodox soms. Vaak vonden we het dan wel cool.” Block: “We hadden een percussie-element dat eigenlijk een soort bain marie was van een cateringbedrijf, met van die grote bakken waar je eten in warm houdt. Onderaan zit zo’n grote stolp en als je daar een mep op geeft, man, dat klinkt waanzinnig. We hebben het ding ingepakt en naar Santa Monica gevlogen.”

Daar aan de kust van Californië trof het trio producer Mitchell Froom, die tekende voor klassieke albums van onder anderen Crowded House, Los Lobos en Richard Thompson. Goossens: “We hadden een lijstje met producers van onze favoriete platen gemaakt. Mitchell stond daar op, en ook Nick Launay, die heeft gewerkt met Nick Cave en Arcade Fire.”

Froom was de eerste die reageerde met een uitgebreide mail. Van Bruystegem: “Hij zei tegen ons: ‘You guys play dude rock. It’s too much.’ Dat klopte. Wij voelen ook dat het snel verkeerd wordt begrepen wat we doen. Het is zo luid en fors. Het mocht wel wat subtieler.”

Block: “Hard spelen is gemakkelijk. Mitchell was een goede aanvulling op dat waar we mee begonnen waren. Noem het een vrouwelijke factor, die hij toevoegde. Hij gaf de muziek sexiness mee. Daarnaast wilden we graag eens werken met een producer die ook muzikant is, die harmonisch dingen kan sturen en ideeën aanbrengen. Die gast was perfect. Onwaarschijnlijk.”

Froom staat bekend om zijn bescheidenheid, iemand die zich in dienst stelt van de muzikanten met wie hij werkt. In een interview vertelde hij dat het de kunst is als producer zoveel mogelijk op de achtergrond te blijven, alleen iets te doen als het echt nodig is. Block: “Hij had soms uitgesproken ideeën, maar hij stond altijd open voor onze mening en kon ook toegeven dat we gelijk hadden. Zijn invloed was heel groot.”

Dat gold ook voor technicus Tchad Blake, die Colossus mixte. Froom en hij golden in de jaren negentig als het meest eigenzinnige studiokoppel van de Amerikaanse muziekwereld. Goossens: “We zijn de eerste band sinds lang die weer met het oorspronkelijke duo werkte. Tchad is een eiland op zich. Blijkbaar vond hij het wel fijn weer eens een Mitchell-productie te doen. Die twee voelen elkaar zo goed aan.”

Block: “We gingen samen voor de best mogelijke plaat. We hebben ons de pleuris gelachen, ons waanzinnig geamuseerd. Veel gespeeld ook.”
Van Bruystegem: “Met rock ’n rollbands zijn de opnamedagen lang en stressvol. Mitchell redeneerde: laten we werken als we er klaar voor zijn en stoppen voor het avondeten.”
Block: “Je hoofd heeft tijd en lucht nodig om dingen te verwerken, om met problemen te kunnen dealen en oplossingen te zoeken. Dat werkte perfect zo.”

VERBINDING
Colossus intrigeert. De oorspronkelijke sound is nog steeds aanwezig, maar het geheel klinkt spannender en vernieuwender. Bang wat anderen zullen vinden, blijken ze niet. Block: “Daar heb je toch geen invloed op. Het enige wat wij kunnen doen, is een plaat maken waar we helemaal achter staan en die voor ons opwindend is, waar we mee verder kunnen. Want met de nieuwe liedjes krijgen de oudere nummers live ook weer een nieuwe vibe. Je krijgt een interessant verhaal terug.”

Van Bruystegem: “Het is een beetje zoals met die nieuwe plaat van Queens of the Stone Age. Die is extreem anders en dat merk je aan de reacties van mensen. Die fronsen hun wenkbrauwen, maar draaien dan toch vaak mee. Uiteindelijk kun je als groep niets anders doen dan dingen maken die je zelf goed vindt en hopen dat het publiek daar ook zo over denkt.”

Na al die intense jaren samen, voelt Triggerfinger nog altijd als een stel vrienden dat muziek maakt. Goossens: “We zijn gewoon nog steeds fan van elkaar.”

Block: “We begonnen als vrienden en hebben geregeld gebabbeld over muzikale en persoonlijke dingen. We zijn drie mensen op de baan en bij een mens hoort van alles: familieperikelen, frustraties, geluk. Je moet dat de ruimte geven. We zien elkaar nota bene meer dan onze partners en kinderen.”

Drukke maanden staan voor de boeg met de promotie van Colossus en de daaropvolgende tournee. Het is goed zo. Iedereen is er onderhand aan toe. Block lacht. “Thuis vinden ze het jammer, maar ze denken ook: gast, het wordt weer tijd dat je wat gaat doen, want je bent nu al wel héél lang thuis.”

LIVEDATA 02/09 Tuckerville, Enschede 18/11 Helldorado, Eindhoven 07+08+09/12 Melkweg, Amsterdam 14+15/12 Ancienne Belgique, Brussel

HeavenIn Heaven #5 van 2017 interviews met onder meer Ron Gallo, Mogwai, John Moreland, Jan Akkerman, Triggerfinger en Arjen Lukassen aka Ayreon.

In de rubriek ‘Onder de loep’ aandacht voor de Zomer van 1967 in het hippiebastion Haight-Asbury met Moby Grape, The Charlatans, Janis Joplin, Steve Miller, Grateful Dead en vele anderen. Bertram Mourits staat uitgebreid stil bij de vijftigste verjaardag van Surrealistic Pillow, de klassieker van de Jefferson Airplane.

In de recensierubriek met meer dan 100 recensies, nieuwe albums van o.a. Steve Earle, Roger Waters, Little Steven, Peter Perrett, Dan Auerbach, Kevin Morby, Randy Newman, Hidden Orchestra en véél meer.

Dit nummer niet missen?
Neem een abonnement en profiteer van de aanbieding: 1 jaar Heaven van € 33,40 voor slechts € 22,50! Een abonnement neem je hier: www.popmagazineheaven.nl/actie-abonnement

 

The Dustbowl Revival: “hartenzeer en daarna weer swingend verder”

Een Dixie brassband, met alle toeters en bellen, die nu hele partijen blues, soul en funk gaan spelen. “Het is vrij ongewoon om een mandoline en een viool funk partijen te horen spelen, of een hoornsectie die gevoelige folk blaast, maar wij doen het.” The Dustbowl Revival heeft zichzelf opnieuw uitgevonden en hoe! De band heeft met hun gelijknamige album zichzelf helemaal ‘funkefied’.

Tekst Martje Schoemaker

Als je het album hoort klinkt het als de normaalste zaak van de wereld, The Dustbowl Revival die funk, blues en soul spelen. Waarbij je kan denken in de richting van St. Paul & Broken Bones, Nathaniel Rateliff & The Night Sweats, maar ook Aretha Franklin en Paul Simon kun je erin horen. Je vraagt je bijna af waarom het zo lang geduurd heeft voor ze dit zijn gaan spelen. Zanger en oprichter Zach Lupetin: “Wij veranderen en de muziek verandert met je mee. Toen we begonnen zaten we echt in de Gospel, swing hoek. Een vintage retro band! Maar dan de moderne versie van een big band. Maar met acht man in de band, met blazers en alles, gingen we steeds meer toe naar waar we allemaal echt van  houden; de soul en funk.”

De omslag die de band moest maken ging vrij natuurlijk en leverde een heel nieuwe dynamiek op. “Liedjes kunnen heel makkelijk een nieuwe vriend worden, waar het eerst een oude bekende was. Neem My Name, dat hebben we jaren gespeeld, als een leuk nummer. Maar Ted Hutt, onze producer die hoorde er iets anders, iets meer in. Hij heeft het ‘gefunkefied’! Waardoor het een soort ‘dirty down home sexy kinda song’ geworden is. Iets wat we ons nooit hadden kunnen voorstellen.” Ze hebben dus niets gedag gezegd, ze hebben meer in huis gehaald.

Ze hebben een bijzondere samenstelling aan muzikanten en hun instrumenten. Ze halen het meeste uit hun instrumenten en ook het schrijven van de nummers is niet meer een 1 persoons taak. “Dit album is echt een samenwerking. Eerder kwam het veelal vanuit mij, mijn liedjes waar de band hun stukken aan toevoegde al gelang de weg die het nummer nam. Bij deze nieuwe plaat zijn we echt samen gaan zitten, hebben ieder liedje stuk voor stuk uit elkaar gehaald en hebben, waar nodig, nieuwe stukken toegevoegd die er eerder nog niet waren. We proberen dus veel meer uit. De kans bestaat dat mensen het niets vinden, omdat het iets is wat ze nooit eerder hebben gehoord, maar het is uniek en dit zijn wij.”

Keb ‘Mo doet ook mee op het album, een subtiele samenwerking, maar dusdanig smaakvol dat het precies past. “We kwamen hem tegen in Nashville en hij wilde meteen meedoen! Hij heeft in één keer zijn stukken ingespeeld en wij konden ermee door.” De subtiliteit uit dat nummer en de gevoeligheid van de plaat maakt het wel heel anders om te spelen dan hun vorige albums. “Deze muziek heeft een hart, mensen vinden het fijn om te luisteren, zelfs al komen ze niet uit Amerika, waar de blues de wortels heeft. Ik wil ook echt de geschiedenis van de muziek levend houden, er valt zoveel te vertellen en dat kan met de blues. Muziek moet met een been in het verleden, maar ook in de toekomst staan.”

Op het eerste gehoor kan dit album vrolijk zijn, genoeg om bij de swingen, maar er zit ook verdriet in, verhalen om naar te luisteren. Zach is heel benieuwd welke liedjes ons het meest gaan raken, is het de voorkant, de eerste luisterbeurt van muzikaal plezier, of toch misschien de iets donkere, rare liedjes, die je kunnen raken. “Eerder was ons doel Feest! op het podium en in de zaal, wat goed is, fun! Nu is er meer te vertellen, meer waar we iedereen in mee kunnen krijgen. Dus hup, dansen, maar ook echt goed luisteren, kunnen begrijpen wat er gebeurt; een stukje verdriet, hartenzeer en daarna weer swingend verder.”

LIVEDATA 29/08 Coco Maria @ Roots On The Road, Veenhuizen 30/08 Paradiso, Amsterdam

Jazz Middelheim 2017: expeditie van vrijheid & avontuur

Lies SteppeLies Steppe, medewerkster van Klara (de klassieke radiozender van de VRT), kruipt tijdens Jazz Middelheim opnieuw in het kleed van presentatrice-gastvrouw. Een prima gelegenheid om te polsen naar haar favorieten op de affiche en een verbindende babbel over het fenomeen jazz dat dit jaar zijn honderdste officiële verjaardag viert.

Tekst Ruud Van Der Locht Foto Joris Vermost

Naar parels in de koffer van Jazz Middelheim 2017 moet Lies Steppe niet lang zoeken. “Joshua Redman brengt drummer Brian Blade mee, een fantastische muzikant die met Daniel Lanois en het Wayne Shorter Quartet werkte. Ongetwijfeld één van de meest fenomenale muzikanten die ik ken. Charles Lloyd & the Marvels begeestert mij vooral met de specifieke saxgeluiden die vrij spiritueel klinken. Charles beleeft zijn derde renaisssance; na een blitzcarriere in de sixties, (hij had een soort van rocksterstatus) ontvluchtte hij letterlijk het succes, kreeg ernstige gezondheidsproblemen en schenkt vandaag al zijn toewijding aan zijn muziek. Maar ook op vrijdag, wanneer de Nu jazz hoogtij viert, belooft het erg boeiend te worden. Ik verwacht veel van Mark Guiliana die dit jaar ‘artist in residence’ is. Hij is één van de meest beloftevolle actuele drummers en speelde o.a. mee op het laatste album van David Bowie. Tot slot kijk ik ook met veel interesse uit naar het Clubpodium dat steeds groter en interessanter wordt.”

Horizontaal ‘jazzen’
Jazz Middelheim is dit jaar aan zijn 36ste editie toe en lijkt over bijzonder sterke festivalgenen te beschikken. Daar zijn een aantal redenen voor, vindt Lies. “Naast de eigenzinnige, doelgerichte programmatie vindt het fesitval plaats op een fantastische locatie met het kasteel op de achtergrond en de prachtig uitgelichte bomen. Festivalgangers kunnen er heerlijk in het gras liggen terwijl ze naar livemuziek luisteren. Bovendien beschikt Jazz Middelheim over een erg rijke traditie en een podium waarop een resem jazzgrootheden stonden. Bovendien trekt het festival op een verstandige manier zijn register open. Vorig jaar stond Patti Smith op de affiche, dit jaar komt Van Morrison op bezoek waardoor ook de niet-pure jazzfans worden geprikkeld. Tot slot zendt de VRT een aantal concerten integraal uit en doet dat op een erg bedreven wijze. Sommige artiesten, zoals John Zorn en Stefano Bollani brachten de opnames van hun concert zelfs uit op een album.”

De laatste jaren staken een heleboel jonge, alternatieve jazzbands de kop op; Stuff, Black Flower, BadbadNotGood, De Beren Gieren,…  En er lijkt maar geen eind te komen aan de vloedstroom. “De golf die Stuff mee ontketende, doet me wat denken aan de dEUS-periode een dikke twintig jaar geleden. In hun voetspoor ontrolden zich destijds een heleboel alternatieve rockbands. Wie weet vormt Stuff vandaag een inspiratiebron voor veel jonge muzikanten om met jazz aan de slag te gaan. Maar vergeet niet dat ook de jazzconservatoria veel volwassener zijn dan pakweg vijftien jaar geleden. Het niveau ligt er vandaag erg hoog.”

Een jazzmeisje van 13
Dat Lies Steppe anno 2017 de rol vervult van ‘madame jazz’ bij de VRT is niet toevallig. Blijkbaar vloeit er een hoop improvisatie doorheen haar DNA. “Als dertienjarig kind ontleende ik reeds cd’s van Billie Holiday en Coltrane uit de plaatselijke bibliotheek. Dat vind ik nu wel cool want op dat moment luister je nog heel puur en onbevooroordeeld naar muziek, zonder beïnvloed te worden door tijdelijke hypes. Vooral de vrijheid en het avontuur die jazzmuziek uitstraalt, spreken me enorm aan. Jazzmuzikanten vormen een groep bij uitstek die zich in het diepe stort. Figuren die bij voorkeur over de nodige humor en zelfrelativering beschikken. De pretoogjes en telepathische communicatie, die ik bijv. ervaar bij muzikanten als Wayne Shorter en Brian Blade, stralen puur spelplezier uit. Dat is ongetwijfeld ook dé reden waarom jazzmuzikanten zich op late leeftijd nog steeds rot amuseren op een podium. Kijk naar Randy Weston die intussen de negentig gepasseerd is, maar nog steeds de eer van Afrika vertegenwoordigt met een glimlach van oor tot oor. Als je dergelijke mooie muziek maaakt, moet je ook wel een mooi mens zijn. Het klinkt misschien klef, maar het is wel de waarheid…”

LIVEDATA 03-06/08 Jazz Middelheim @ park Den Brandt, Antwerpen.

 

 

 

Interview J. Bernardt: Ontsnapt aan de Balthazar-machine

J. Bernardt

Van de drie kikkers die tijdelijk uit de kruiwagen van indierockband Balthazar zijn gesprongen, is zanger en gitarist Jinte Deprez met zijn alter ego J. Bernardt veruit de traagste. Vorig jaar brachten mede-frontman Maarten Devoldere (Warhaus) en bassist Simon Casier (Zimmerman) al een eigen album uit, pas nu volgt Deprez met zijn Running Days. Nu ook hij eindelijk klaar is, komen de Vlamingen snel weer samen als Balthazar. “Gewoon, efkes een pauze.”

Tekst LiveGuide | Daan Keijzer

Was er iets aan de hand in Balthazar waardoor bijna iedereen tijdelijk een eigen weg insloeg?
“Tuurlijk was er iets aan de hand! We begonnen als prille tieners met Balthazar en zijn vanaf 2009 keihard Europees gaan touren. Het waren een paar heel drukke jaren. We zaten constant op elkaars lip, schreven onze liedjes in de tourbus… Dat ging toen goed, omdat het moest. Maar in al die jaren hebben we eigenlijk nooit tijd kunnen nemen voor onszelf. Dat tempo was niet langer vol te houden. Daarom besloten we na de tour bij ons laatste album Thin Walls een pauze te nemen. Ik moet eerlijk zeggen dat ik ook wel goesting had om een eigen plaat te maken. We spraken wel direct af dat Balthazar na afronding van de soloprojecten weer bij elkaar zou komen, dus in a way is het gewoon efkes een pauze. Het belangrijkste element bij muziek maken is plezier. Misschien was Balthazar te veel een machine geworden om er nog van te kunnen genieten. Het werd dus even tijd voor wat anders.”

Kunnen we wel van een pauze spreken, zolang iedereen solo gewoon keihard doorgaat?
“Nee, in feite heb ik het nu niet rustiger dan in de tijd met Balthazar. Het grote verschil is alleen dat ik nu al, nog voor mijn dertigste, een soort veteraan ben. Het is de tweede keer dat ik from the bottom een muziekproject opstart en omdat ik al zoveel meegemaakt heb met Balthazar merk ik dat ik er veel rustiger in sta. Die eerste jaren lagen we plat op onze buik om Europees te kunnen slagen. Door dat harde werk staat het netwerk nu als een huis. Mijn plaat komt direct in heel Europa uit en ik kan meteen overal touren.”

J. Bernardt plukt dus als een bezetene de vruchten van Balthazar?
“Ja! En ik amuseer mij ook veel meer. De stress is eraf. Ik speel met J. Bernardt nu weer in de kleine clubs en geniet daar enorm van. Als ik eerlijk ben: de leukste shows met Balthazar waren in Oost- en Zuid-Europa, voor veel minder volk dan op grote festivals en in logge arena’s. De druk dat het goed moet gaan is dan veel groter en dat ging ten koste van de fun. Bij J. Bernardt is er geen druk. Vinden Balthazar-fans de muziek niet interessant? Prima, dat is hun goed recht. Ik hoef niet in dezelfde landen en voor dezelfde mensen te spelen als met Balthazar. Om een voorbeeld te noemen: in Roemenië sta ik in de Top 40. Geen idee hoe dat komt, maar met Balthazar zijn we daar nog nooit geweest. En dus ga ik graag met J. Bernardt naar Roemenië. Waarom niet?”

Je gaat niet alleen naar andere plekken, maar ook muzikaal neem je duidelijk afstand van Balthazar…
“Ik heb lang gezocht naar iets wat bestaansrecht heeft naast Balthazar. Maarten en Simon hadden al een hoop muziek klaarliggen toen we aan deze pauze begonnen. Ik was de enige die nog ‘from scratch’ moest gaan schrijven. De richting lag voor mij al wel vast: hiphop en R&B heb ik altijd interessant gevonden. Toch heb ik de afgelopen periode een heleboel muziek moeten wegsmijten. Ik bleef te braaf en te dicht bij Balthazar. Uiteindelijk biedt Running Days nu inderdaad iets heel anders. Natuurlijk zijn er wel hints en toetsen die naar mijn oude band verwijzen, maar die zijn bewust gekozen. Het is een gezond evenwicht.”

“Dertig worden is mega chique, maar ook mega triest”

Welke les heb je als J. Bernardt geleerd en neem je mee terug naar Balthazar?
“Ik heb niet veel contact gehad met de andere bandleden. We gunden elkaar echt de rust om iets anders te doen. Het was vooral wennen om de afwerking in m’n eentje te doen, maar op een positieve manier. Op de momenten dat je vastloopt, kan je het werk niet aan iemand anders overlaten. Daardoor heb ik mezelf beter leren kennen, want ik moest mij nu verder pushen dan in eerste instantie gedacht.”

En dat op je 29e!
“Rond de release van Running Days word ik zelfs al dertig. Het bereiken van die leeftijd is wel heftig voor mij. Ik kijk nu terug op mijn eigen verhaal. Mijn twintiger jaren zijn eigenlijk geënt op mijn tijd in Balthazar. Dat was een aparte levensstijl. Het is goed om daar nu even bij stil te staan, om echt te voelen dat ik dertig word. Damn, dat is al oud. Het is mega chique, maar ook mega triest. Eigenlijk sluit ik met deze persoonlijke plaat mijn jaren als twintiger af.”

En dat symboliseer je door je baard te laten staan?
“Vanaf de pauze met Balthazar ben ik mij vergeten te scheren. Die baard is sindsdien niet weggegaan. Het is ergens wel symbolisch om mij anders te profileren als soloartiest, met zoiets kleins. Je zoekt toch een andere kant van jezelf op. Dus misschien is het een klein statement. Verder kijk ik er nu ontzettend naar uit om straks gewoon weer samen aan het werk te gaan. Het wordt wel lastig om een nieuwe richting te vinden, aangezien het niet te veel op onze soloprojecten mag lijken, maar ook niet op het Balthazar van voor de pauze. Ik ben vooral heel blij dat de beslissing om eventjes te stoppen de juiste is gebleken. Voor hetzelfde geld was er iets misgegaan en kwamen we nooit meer samen. Dan zou het een grote fout geweest zijn.”

LIVEDATA 18/07 Valkhof Festival, Nijmegen 19/07 Boomtown, Gent 22/07 Borgerwood, Antwerpen 28/07 Rock Olmen, Olmen 04/08 Dranouter Festival, Dranouter 12/08 Lokerse Feesten, Lokeren 18/08 Lowlands, Biddinghuizen 01/09 Crammerock, Stekene 07/09 Mezz, Breda 08/09 Leffingeleuren, Middelkerke 09/09 Popmonument, Bergen op Zoom 28/09 Effenaar, Eindhoven 05/10 Reflektor, Charleroi 06/10 Ancienne Belgique, Brussel 11/10 Muziekgieterij, Maastricht 12/10 Doornroosje, Nijmegen 13/10 TivoliVredenburg, Utrecht 14/10 Patronaat, Haarlem 17/10 Tolhuistuin, Amsterdam 18/10 Vera Groningen 19/11 Paard, Den Haag

LiveGuideKlinkt als: een zwoele groovy ontsnapping aan indierock, geserveerd met een beetje heimwee

Pinguin Radio en LiveGuide werken al een tijd samen, maar nu is het tijd voor de volgende stap. Voortaan zal op iedere maandag dat de krant verschijnt (tien keer per jaar) van acht tot negen uur ‘s avonds LiveGuide Radio te horen zijn!

Tijdens LiveGuide Radio hoor je alle acts die in de nieuwste editie staan van het blad dat zich richt op de tofste namen die de Nederlandse podia komen bestormen. Zo komt vandaag de zesde editie van het jaar, met onder meer interviews met Amber Arcades, Future Islands, J. Bernardt en het Sean Koch Trio. Checken ze de rider van Donnie en brengen ze het grote 010 vs. 020 bandgevoel onder de aandacht. En de Fanboyquiz! is met Bartek bassist David Stapel over André Rieu.

Het gratis krantje valt af te halen op meer dan 550 punten in heel Nederland. Bijvoorbeeld bij de meeste popzalen, maar ook bij koffiezaakjes, universiteitsbibliotheken en platenzaken. LiveGuide is ook online te lezen via liveguide.nl.

Interview The Amazons: “Fucking bollocks!”

The Amazons“Fucking bollocks!”, foetert frontman Matt Thomson van The Amazons in de kleedkamer van Paradiso. “Wat winnen we hiermee?! Waarom is iedereen in Engeland hier in godsnaam zo blij over?” Het gesprek met de band uit Reading is na een lofzang over het spelen in Europese clubs per abuis beland op de Brexit, het aanstaande vertrek van Groot-Brittanië uit de Europese Unie. Thomson beseft zich opeens dat toeren over het Europese vasteland voor Britse bands een stuk meer administratieve rompslomp en kosten met zich mee zal brengen als zijn land niet meer in de economische unie zit. “Maar afijn, dat is politiek”, besluit hij vlug. “We zijn geen politieke band.”

Tekst Mania | Ruben Eg Foto Dan Harris

The Amazons heeft er op het moment van spreken net het tweede optreden in Paradiso in een maand tijd opzitten, terwijl het titelloze debuutalbum van het viertal dan nog moet verschijnen. Van diepgaande politieke teksten moeten Thomson en kornuiten het niet hebben, van poppy gitaarriffs des te meer. “Vreemd eigenlijk dat we nu alwéér in Amsterdam spelen”, is de volgende inval van de hardop denkende Thomson. “Het lijkt een jaar geleden. Tijd gaat nogal snel als je op tournee bent, maar tegelijk ook niet. Je leeft in het moment. Toen ik in de supermarkt werkte vloog de tijd voorbij. Een jaar leek een week te duren. Maar in een band lijkt vorige maand al zo ongelooflijk lang geleden, gewoon omdat je zo verschrikkelijk veel doet in korte tijd. In hoeveel landen zijn we vorige maand geweest? Tien? In een busje nog wel. Je doet zo veel. Tijd wordt dan ontzettend relatief.”

Heb je wel tijd om er een beetje van te genieten?
“Nou, als je niet oppast doe je dat niet. Het is heel makkelijk om elke avond naar de zaal te gaan voor een optreden en verder alles langs je heen te laten gaan. We wilden vanmiddag naar het Van Gogh Museum, maar er stond een enorme lange rij voor de ingang. Maar als we niet in het uur voor de soundcheck naar het Van Gogh zouden gaan, dan was er geen tijd meer voor. Dus zijn we toch maar in de rij gaan staan. Als je er geen moeite voor doet zie je eigenlijk helemaal niets op tournee, behalve concertzalen.”

Jullie komen uit Reading. Wat is dat voor stad?
“Een slaapstad. Iedereen die in Reading woont gaat voor werk en uitgaan ergens anders naar toe, vooral Londen. Eigenlijk is het is een spookstad. Veel bands laten Reading op tournee vaak links liggen. Het ligt te dicht bij Londen, Oxford en Brixton. De clubs in de stad kun je op één hand tellen. Drie jaar geleden heeft een aantal lokale bands de koppen bij elkaar gestoken. We hebben avonden georganiseerd in cafés, andere bandjes gevraagd naar Reading te komen. Uiteindelijk lukte dat best aardig. Wij, Sundara Karma en InHeaven zijn drie bands uit Reading die dit jaar bij een major label hebben getekend. En we spelen allemaal op het Reading en Glastonburry Festival. Ongelooflijk. Het was niet zo geweldig in Reading. Maar we hebben ons best gedaan om er iets van te maken.”

Moet een band uit Reading harder werken dan een band uit Londen?
“Ik denk eigenlijk dat bands uit Londen het lastiger hebben. Alle bands trekken naar Londen. Ik vond altijd dat we uit Londen moesten komen, en niet uit Reading. In Londen zit de muziekindustrie. Maar dat is eigenlijk volkomen lulkoek. Als je band goed genoeg is en je goede liedjes schrijft, ontdekken platenlabels je vanzelf. Als ze een demo op internet vinden, al woon je ergens op het platteland in Ierland, dan komen ze wel naar jou toe. In Londen gaan die A&R-managers elke dag naar optredens. Ze zien bands veel te vroeg spelen, al bij hun tweede optreden. Niemand komt kijken in Reading, behalve als jij er klaar voor bent. Ik denk dat we toen al twintig optredens hadden gespeeld toen er iemand van een label kwam kijken.”

Hoe weet je terwijl je met elkaar aan het rommelen bent dat je een eigen sound te pakken hebt?
“Niet. Je zoekt er niet naar, want je weet zelf niet eens wat je zoekt. Je doet wat je leuk vindt en blij van wordt. Je weet pas dat iemand anders datzelfde gevoel krijgt als er na een optreden opeens iemand komt zeggen dat hij het te gek vindt. Het is altijd een schot in het donker.”

Wat was het eerste nummer dat jij schreef en je niet verschrikkelijk vond klinken?
“Er was een tijd, lang geleden, dat ik mijn liedjes nooit goed vond. Omdat het schrijven achterliep bij mijn smaak. Ik vond steeds meer bands en muziek leuk, dat ik gefrustreerd raakte over wat ik zelf had geschreven. Pas de laatste drie, vier jaar zijn we nummers gaan maken waar ik heel tevreden over ben. Ik zeg er dan wel bij dat al liedjes schrijf sinds ik 11, 12 jaar oud was. Stay With Me, het openingsnummer van de plaat, is één van de eerste nummers die we cool vonden. Nightdriving, één van de eerste singles die we uitbrachten, is ook zo’n nummer waar we snel een heel goed gevoel over hadden. De nummers die je tien keer achter elkaar wilt spelen omdat je het zo te gek vindt om te spelen, dat zijn de liedjes waar je je kaarten op moet zetten.”

LIVEDATUM 15/07 Valkhof Festival, Nijmegen 21/09 Melkweg, Amsterdam 22/09 Vera, Groningen 13/11 013, Tilburg 14/11 Doornroosje, Nijmegen 23/11 Ancienne Belgique, Brussel (BE)

Interview VANT: “Ik was niet zo’n vlotte jongen”

Wereldwijd gaat punkrockkwartet VANT als een speer. Het ontstaan van de band in 2014 ging meteen al sneller dan, noem eens wat… deze zin, en inmiddels voorziet Parlophone Records ze van extra wind in de zeilen. We treffen gitarist en zanger Mattie Vant terwijl hij met debuutplaat Dumb Blood in handen vanuit een Londense kroeg verder strompelt over die weg naar succes.

Tekst LiveGuide | Kees Braam Foto’s Sharon & Maureen Vreeburg

Het wordt een verdraaid lekker potje lullen in plat Brits. Dat Mattie net een café in zijn thuisstad verlaat, komt zijn articulatie misschien ook niet ten goede. “Voor VANT werkte ik in een Londense kroeg”, kunnen we nog net verstaan. “In de avonduren zat ik daar met mijn maten in het oefenhok. Een eigen repetitieruimte hadden we niet.”

De opnames die ze daar maakten, hebben Dumb Blood uiteindelijk niet gehaald. Wel stuurde de band de tapes naar diverse labels. Geen van de bandleden had zien aankomen wat er toen gebeurde: “Binnen een dag nadat we ze verstuurd hadden, klopte Parlophone bij ons aan. We konden direct tekenen!” Met het contract bij het legendarische label trad VANT in de voetsporen van onder meer Coldplay, Danger Mouse en Gorillaz.

Moed in de schoenen
De jonge rocker kan het zelf nog steeds maar moeilijk geloven, zeker omdat hij al jaren knokte voor een plekje in de muziekindustrie. “Je kunt ook niet verwachten dat het zomaar in je schoot valt. Het proces dat je als muzikant doormaakt voordat je succes hebt, is van onschatbare waarde. Naarmate ik ouder werd, zakte de moed me wel steeds verder in de schoenen. Op een gegeven moment vroeg ik me af of er ooit nog iets met mijn muziek zou gebeuren. Ik verloor het vertrouwen in mezelf.”

Inmiddels heeft VANT niet alleen succes in eigen land. “Gisteren waren we nog in Nederland om een nieuwe clip op te nemen. Een Nederlandse fan die professionele video’s maakt, had ons dat aangeboden. Hoe vet!” De Nederlandse fanbase liegt er dan ook niet om, vertelt de zanger trots. “Ik durf te beweren dat onze aanhang in Nederland net zo groot is als hier!”

VANTNooit meer school
Als VANT het niet had gemaakt, was alsnog één ding zeker: Mattie gaat nooit meer terug naar school. “Ik was niet zo’n vlotte jongen en heb altijd ruzie gehad met het onderwijssysteem in Engeland. Ik heb er zo de pest aan!”

Leren en muziek maken doet hij dan ook niet volgens het boekje en die attitude hoor je duidelijk in de muziek van VANT. Toch is hun dwarse indierock geen totale anarchie. Dat heeft te maken met de inbreng van zijn bandmaten, die in tegenstelling tot Mattie juist geschoolde muzikanten zijn. “Dat is handig. Als iets muzikaal gezien niet lekker loopt, vinden zij altijd wel een oplossing.”

LIVEDATA 14/07 Zwarte Cross, Lichtenvoorde 19/08 Nirwana Tuinfeest, Lierop 09/09 Appelpop, Tiel

VANT klinkt als: drie hardwerkende mannen die hun muziekdocent de vinger geven

LiveGuide

Pinguin Radio en LiveGuide werken al een tijd samen, maar nu is het tijd voor de volgende stap. Voortaan zal op iedere maandag dat de krant verschijnt (tien keer per jaar) van acht tot negen uur ‘s avonds LiveGuide Radio te horen zijn!

Tijdens LiveGuide Radio hoor je alle acts die in de nieuwste editie staan van het blad dat zich richt op de tofste namen die de Nederlandse podia komen bestormen. Zo komt vandaag de zesde editie van het jaar, met onder meer interviews met Amber Arcades, Future Islands, J. Bernardt en het Sean Koch Trio. Checken ze de rider van Donnie en brengen ze het grote 010 vs. 020 bandgevoel onder de aandacht. En de Fanboyquiz! is met Bartek bassist David Stapel over André Rieu.

Het gratis krantje valt af te halen op meer dan 550 punten in heel Nederland. Bijvoorbeeld bij de meeste popzalen, maar ook bij koffiezaakjes, universiteitsbibliotheken en platenzaken. LiveGuide is ook online te lezen via www.liveguide.nl.

Kind aan huis op festivals Anders Trentemøller: “Succes overweldigt me”

TrentemøllerAnders Trentemøller werkt deze zomer nogal wat festivals af, samen met zijn band. Dat doet hij al jarenlang en met veel succes. Achter de coulissen van Down The Rabbit Hole nam Trentemøller de tijd om onder andere over die festivals te praten, alsook over andere zaken. Plezierige gesprekspartner. Open en ontwapenend.

Tekst Pieter Visscher

 

Trentemøller vindt het spelen op festivals flink afwijken van spelen in een zaal. “Vaak komen mensen even binnenvallen in een tent of op een wei ergens, zonder dat ze bekend zijn met je muziek. In een zaal weet je dat ze speciaal voor jou komen. Enerzijds is dat natuurlijk geweldig, dat je publiek kunt laten kennismaken met jouw muziek, anderzijds is het ook wel spannend. Ze vallen toevallig binnen op een festival en dan hoop je maar dat je dat publiek binnen kunt houden. Dat is de uitdaging. Die mix van spelen in zalen en op festivals bevalt me ontzettend goed overigens. Het liefst sta ik in de kleine tenten, vanwege de intieme sfeer.”

De Deen herinnert zich veel goede optredens op festivals wereldwijd, maar hij denkt met het meeste plezier terug aan Coachella, in 2011. “Schitterende omgeving, in een woestijn. Geweldig, en dat bij een prachtige, ondergaande zon op de slotdag van het festival. We begonnen te spelen voor een paar duizend man en uiteindelijk waren dat er ruim 30.000. Het was fantastisch. Op Glastonbury herinner ik me dat het een keer zó veel had geregend dat er twee gasten met een opblaasboot over de camping roeiden. Dat was ongelooflijk. Natuurlijk, ook Roskilde blijft speciaal, als Deen. Zeker omdat ik als kleine jongen al op dat festival kom. Deze zomer speel ik op meer dan 25 festivals. Op Roskilde probeer ik met mijn vriendin altijd een dagje mee te pikken.”

Chemie

Prettige bijkomstigheid: op festivals komen vaak spontaan samenwerkingen tot stand, omdat artiesten natuurlijk om de haverklap collega’s tegen het lijf lopen. Een ontmoeting met Jenny Lee Lindberg van Warpaint leidde al eens tot een samenwerking en zo raakte Trentemøller ook met Blonde Redhead in gesprek. “Het klikte goed. Toevallig een van mijn favoriete bands en we maakten dan ook meteen een afspraak om samen te werken. Het leidde tot de track Come Undone van voorlaatste album Lost (2013) waarop Kazu Makino de vocalen voor haar rekening neemt. “Wanneer je voelt dat er een bepaalde chemie is, maak ik daar het liefst meteen gebruik van. Die dingen ontstaan vanzelf.”

Gevraagd naar een toekomstige toevallige ontmoeting, zegt Trentemøller, hard lachend: “Thom Yorke! Radiohead is ook een van m’n favoriete bands. Zij kunnen dat intieme gevoel zó goed neerzetten. Geweldige muzikanten.” Van zijn eigen stem is hij minder onder de indruk, vandaar dat gastvocalisten de voorkeur hebben. “Wat ik zelf vocaal voor mijn rekening neem, is vrij eenvoudig, niet te veel en zeker niet te uitbundig”, lacht-ie.

Op het vorig jaar verschenen Fixion werkt de fidele Deen samen met Jehnny Beth, van Savages. Gastvocalisten schrijven hun eigen teksten. Dat voelt veel natuurlijker voor Trentemøller. Terwijl Beth natuurlijk lang niet altijd paraat is. Integendeel. Daarom heeft Trentemøller sinds 2009 de eveneens Deense Marie Fisker in zijn liveband opgenomen. “Marie is zo ongelooflijk getalenteerd. Live worden het dan echt háár songs.”

Organisch

De Deen wordt overweldigd door het huidige succes dat hij en zijn band hebben de laatste jaren. “In de studio, waar ik erg veel tijd doorbreng, ben ik heel geïsoleerd. Vooral op festivals overweldigt alle enthousiasme me telkens weer. Het is dan ook heerlijk om muziek live te spelen. Ik houd enorm van die directe feedback, hoewel het soms dus ook wel beangstigend is. Omdat ik onzeker blijf over het wel of niet waarderen van de massa van mijn muziek. Dat zal nooit overgaan, vrees ik.”

Hoewel Anders Trentemøller in zijn muziek duidelijk een hoofdrol blijft wegleggen voor elektronica, is zijn sound organischer dan in de beginjaren. Naar elektronische muziek luistert hij gek genoeg ook niet zoveel. “In de auto staat zelfs steevast een zender op waar geen muziek wordt gedraaid en het alleen over politiek en ander nieuws gaat. Ik ben zó veel met muziek bezig dat het luisteren naar andere dingen me alleen maar afleidt van het maken van eigen muziek.”

Áls Trentemøller al naar muziek luistert, is het bijvoorbeeld naar Exploded View, een formatie uit Mexico en naar Beak, waarin onder meer Geoff Barrow van Portishead actief is. “Ik houd enorm van melodieën en harmonieën. Denk ook aan bands als Suicide, Depeche Mode en The Cure. I’m a real melody freak!

Trentemøller speelt 13 juli op het strand van Bloemendaal, in Woodstock69, met zijn band. Een samenwerking met Patronaat. Het voorprogramma wordt verzorgd door The Mysterons. Een dag later staat hij op Dour in België. Weer een festival, inderdaad.

 

 

 

Interview Phoenix: “Een spiegel en reflectie… meer niet”

Phoenix staat aan het begin van een grootse festival tour met hun nieuwe album Ti Amo. En zoals we van Phoenix gewend zijn, ze maken er iets speciaals van. Een proces wat geheel vanzelf komt en ook totaal bedacht is. Ik spreek gitarist Chris(tian Mazzalai), als de band net terug is van Glastonbury, maar alweer onderweg is naar het volgende optreden, waar ze neerstrijken met hun bijzondere podium setup.

Tekst Martje Schoemaker

Geen kleine clubs voor Phoenix deze zomer, ze spelen alleen de grote festivals en met plezier. “Kleine clubs spelen is makkelijk, je hoeft weinig te doen om je muziek te laten spreken. Voor een groot publiek spelen, dat is een uitdaging. Zeker zonder in clichés te vallen zoals vuurwerk en confetti kanonnen.” Niet alleen muzikaal, maar ook visueel is Phoenix een band die blijft verbazen en verwonderen. Met hun nieuwe album Ti Amo’hebben ze een plaat geleverd over de basisemoties, de mooie, leuke, lieve dingen in het leven, met een Italiaans laagje erover. “We wilden dat gevoel, die emoties zo groots mogelijk brengen op het podium, uniek en helemaal op onze manier. Daarom hebben we een grote spiegel in een hoek van 45 graden opgehangen en staan we te spelen op een groot scherm waar beelden op geprojecteerd worden en weer weerspiegeld in de spiegel. Het zijn simpele trucjes, die we gejat hebben trouwens! Van een Parijse cancan show uit de jaren ‘20 van vorige eeuw. De truc is bijna 100 jaar oud, maar goede ideeën moeten simpel zijn en niet kapot te krijgen. Een spiegel en reflectie… meer niet”

Toch is de band nog nerveus voor ieder optreden; het kan fantastisch zijn of totaal niet aanslaan. De optredens die ze nu achter de rug hebben waren een groot succes. Omdat het album zoveel met zich meedraagt is het belangrijk dat ze de juiste connectie met het publiek maken, wat zelfs voor een ervaren band als Phoenix een delicaat proces is. “Soms zie je gewoon dat ze het niet begrijpen, je ziet het aan de ogen. Hoe simpel wel ook alles neer willen zetten. Maar we zijn altijd op zoek naar de connectie, om proberen een gevoel over te brengen.”

Toch is dat niet hoe ze beginnen aan het schrijven van muziek, met het idee van een publiek. “Als je probeert iemand te plezieren of tevreden te houden, dat werkt niet. Wij werken eigenlijk heel egoïstisch, zo werken we altijd. Het moet goed voor ons zijn en dan hopen we dat het ook goed voor jullie is.” Op ‘Ti Amo’ omarmen ze positieve gevoelens en creëren hun eigen Italië, in gevoel en geluid. Niet dat dit bewust was, ze beginnen… blanco. “Het is een regel, we zijn met z’n viertjes en we moeten als lege vellen die eerste keer de studio binnen komen wandelen. Als we binnenkomen met ideeën, of twee van ons met ideeën, dan worden we voorspelbaar. We zijn altijd op zoek naar datgene wat onze hersenen niet hadden kunnen bedenken, zich had kunnen voorstellen. We proberen telkens weer dat maagdelijke stukje brein te vinden, dat stukje onbewuste wat we nog niet hadden ontdekt. Daarom waren we zelf ook zo verbaasd dat we in Italië uitkwamen!”

Het onvoorspelbare van hun proces hoor je ook terug in de muziek, waar altijd kleine, aparte dingen in verwerkt zitten. “We zoeken de spanning op van iets wat we niet kunnen controleren en totale discipline over wat we kunnen en doen. Het zijn echt twee fases waar we doorheen werken. Het eerste gedeelte, het schrijven gaat in ‘freewheeling’ modus en daarna gaan we over in een bijna wetenschappelijke precisie. Je hebt ‘hors d’oeuvres’ nodig, verschillende smaken, iets rauws, om tot een smakelijk geheel te komen.”

LIVEDATUM 15/07 Dour Festival Dour (BE)