Sharon Van Etten: “Ik voelde me beperkt, was klaar voor iets anders.”

Het is onmogelijk meer bezigheden in iets meer dan een jaar te proppen dan Sharon Van Etten heeft geprobeerd. In 2017 ging ze samenwonen met de drummer uit haar tourband, beviel ze op 35-jarige leeftijd van haar eerste kind, een zoontje, maar ze onderbrak haar studie psychologie nauwelijks, speelde in tv-series als The OA en de theaterversie van David Lynch’s chef d’oeuvre Twin Peaks, en leverde de soundtrack af voor de film Strange Weather, regie Katherine Dieckmann.

Tekst Popmagazine Heaven | John Oomkes

Sharon Van Etten

Remind Me Tomorrow is tussen al die inspannende en tijdrovende bedrijven door opgenomen. Als het resultaat van een ongewenste mentale uitloop van de zwangerschap, die ook nog even haar leven in de war kwam schoppen. De foto van een chaotische kinderkamer op de cover zegt alles. De moeder gaat bijna verloren tussen de rotzooi die het resultaat is van de roze wolk na een bevalling.

Onder productionele begeleiding van John Congleton (onder meer St. Vincent) vertaalt Sharon Van Etten haar prille geluk in een getourmenteerde afrekening met alles wat een gezegend bestaan klaarblijkelijk eerder in de weg heeft gestaan. ,,Toen deze songs zich aan me opdrongen, begon ik ze vorm te geven met behulp van keyboards en synthesizers. Bewust heel anders dan op Are We There?, mijn vorige album. Daar drukte ik me nog uit in de enige ‘taal’ die ik tot dan toe machtig was, namelijk die van de instrumentatie van een doorsnee band. Dat voldeed dit keer niet. Ik voelde me beperkt, was klaar voor iets anders.”

John Congleton onderwierp haar aan een spervuur van vragen, voordat hij de samenwerking wilde aangaan. “’Wat zijn je gevoelens? Wat zijn nu je invloeden?’ ‘Wat probeer je te zeggen?’ De demo’s die ik thuis had gemaakt bestonden uit meditatieve dronegeluiden en duistere beats. Het materiaal was ongelofelijk donker van toon en karakter, maar dat geluid wilde ik juist omhelzen, me eigen maken. Ik luisterde op dat moment naar Suicide, Portishead en Nick Cave’s album Skeleton Tree. De steekwoorden voor mij waren ‘confronterend’ en ‘eerlijk’.”

“Het levert songs op die confronterend zijn om te zingen, maar ik wist vanaf het begin dat ik dit materiaal in zijn ruwe vorm wil laten horen. Ik wil de luisteraar continu onderdompelen. Dit zijn mijn songs, mijn teksten, mijn leven. Ik had alle teksten volledig uitgeschreven voordat we de studio indoken. Ik liet John in totaal veertig songs in demovorm horen en hem zijn keuze maken om te zien waarom hij welke stukken zou kiezen. Ik had drie setjes van songs gemaakt, mapje A, mapje B, mapje C. In A zaten mijn favorieten, in B de ‘gaat wel’-selectie, in C songs die voor mij golden als wild cards. John koos de meeste songs die op het album zijn gekomen uit de A-selectie.”

LIVEDATA
29 maart Paradiso, Amsterdam
30 maart Orangerie / Le Botanique, Brussel (BE)

Dave vermeulen’s voltage brengt eerbetoon aan Tom Petty & The Heartbreakers

Na de vorig najaar verschenen verzamelbox ‘An American Treasure’ van Tom Petty bleek, wellicht ten overvloede, nog maar eens het muzikale belang van deze veel te vroeg overleden muzikant. Petty overleed op 66-jarige leeftijd plotseling in het najaar van 2017 aan de gevolgen van een hartaanval.

Het idee om iets met zijn muziek te doen speelde echter al langer in de gedachten van Dave Vermeulen. De zanger/frontman van de rockband Voltage liep namelijk al veel eerder rond met het idee om de muziek van zijn held op een waardige wijze onder de aandacht te brengen.

Tekst Jeroen Bakker

Het overlijden van Petty kwam dan ook hard aan bij Vermeulen maar het al dan niet doorgaan van zijn plan stond geen moment ter discussie: “Normaal gesproken zijn tributes niet iets waar ik zelf heel warm van word maar dit speelde al langere tijd in mijn gedachten en ik wilde dit absoluut goed aanpakken. Echt voor de volle honderd procent, want anders moet je dit niet simpelweg niet doen”, zo verklaart hij in het gesprek wat wij met hem hadden. Onlangs is de aftrap verricht voor ‘We Wont Back Down, Tom Petty & The Heartbreakers, Honourably played by Dave Vermeulen’s Voltage’.

Bij het beluisteren van ‘Around The Bend’, het tweede album dat Voltage uitbracht, kwamen duidelijk invloeden bovendrijven uit de hoek van de Southern rock en Americana. Diverse namen die een bron van inspiratie vormden voor het geluid van Voltage werden al genoemd. Echter één naam die we hier niet terugzien maar die onmiskenbaar van belang is in het geluid van Voltage is die van Tom Petty. 2 Oktober 2017, kort na de release van ‘Around The Bend’, overleed Tom Petty. Of dat overlijden de aanleiding vormde om iets met zijn muziek te doen ontkent Vermeulen: “Dat plan was er zoals gezegd al veel eerder maar onze plaat was net uit dus de prioriteiten lagen gewoon even anders op dat moment. Onze clubtour was al in volle gang en de Popronde was inmiddels ook al gestart. Dat trieste bericht vormde in ieder geval wel de kickstart voor het idee dat afgelopen jaar nieuw leven werd ingeblazen en vervolgens echt vorm heeft gekregen. Er werden goede muzikanten gezocht en gevonden en al snel konden de eerste optredens worden bevestigd voor de We Won’t Back Down-Tour. Naast de bandleden van Voltage maken  ook toetsenist Will Maas en zangeres Josefien Terburg deel uit van het gezelschap waarmee tot eind maart zal worden opgetreden. “Ik ben bijzonder blij met Josefien in de band. Tijdens de laatste tournee van Tom Petty waren er ook twee zangeressen bij. Zijn stem en die van die dames kleurden zo ontzettend mooi samen.”, aldus Vermeulen.

Vermeulen kijkt er heel erg naar uit om de muziek van zijn held uit te voeren. “Iedereen heeft er onwijs veel zin in Nederland nog eens te laten horen wie Tom Petty eigenlijk was. Naar mijn mening heeft hij hier toch te weinig credits gekregen terwijl hij zulke prachtige dingen heeft gedaan. Daarom is het dus de hoogste tijd dat zijn muziek nog eens onder de aandacht wordt gebracht. Ik wil hem eren op een waardige wijze, dus met muzikanten die niet alleen zijn muziek op de juiste manier weten te benaderen maar het ook op de juiste manier weten te presenteren, want dat verdient hij absoluut. Bovendien moeten de mensen die naar de optredens komen een fijne tijd hebben. Ze zullen bekend werk horen van hem maar ook een paar pareltjes die het grote publiek nooit bereikt hebben.

Voltage is volgens mij een uitstekende band voor dit materiaal en samen met de extra muzikanten denk ik dat de optredens in alle opzichten een succes gaan worden. Ik heb zelf de setlist bepaald. Het is een lijst geworden van nummers die ik, wanneer ik er bij was geweest, graag zelf van hem gehoord zou willen hebben tijdens zijn laatste optreden hier in Amsterdam. Er zijn daarnaast enkele dingen die hij zelf niet tot nauwelijks live heeft gespeeld maar waarvan wij denken dat die op zo’n avond niet mogen ontbreken.” Bij de vraag over zijn persoonlijke ervaringen met de Amerikaanse rockzanger en die fantastische Heartbreakers moet Vermeulen tot zijn spijt bekennen niet aanwezig te zijn geweest bij het bovengenoemde, en tevens laatste optreden in Amsterdam. “Ik had aanvankelijk wel kaarten voor dat optreden maar ik werd kort daarvoor ingelicht dat er diezelfde dag een verrassing geregeld was in verband met mijn verjaardag. Ik kon daar onmogelijk onderuit natuurlijk. De show moet werkelijk subliem zijn geweest en Eddie Vedder kwam zelfs ook nog even een kort gastoptreden verzorgen. Tja….” Het gesprek valt even stil. Uiteraard weet hij nog precies waar hij was toen het tragische nieuws werd gemeld. “Op het moment dat ik het bericht kreeg dat hij was overleden stond ik in de platenzaak. Laat dat nu toevallig precies de plaats zijn waar ik een soortgelijke situatie meemaakte. Dat was namelijk  eens het geval toen ik hoorde dat een andere held van mij, Rick Parfitt van Status Quo was overleden. Wij hebben nog eens in het na-programma gestaan van hem toen Status Quo in diezelfde Heineken Music Hall speelde.”

Vermeulen heeft nog niet precies een idee wat er verder gaat gebeuren wanneer 31 maart in De Cacaofabriek te Helmond deze eerste serie optredens wordt afgesloten.
“De eerste optredens zijn inmiddels goed ontvangen maar verdere toekomstplannen zijn op dit moment nog niet helemaal duidelijk. “Het zou leuk zijn wanneer wij dit een vervolg kunnen geven. Vanuit het Voltage-fan-kamp zijn de reacties in ieder geval erg positief en ook de Tom Petty-fans hebben laten weten dit enorm te waarderen. Naar mijn weten is iets al dit ook vrij uniek. Ik hoop dat de bezoekers de avonden positief zullen ervaren en niet het idee hebben naar een band te kijken die maar Tom Petty- liedjes speelt. De optredens zullen bestaan uit twee sets. Uiteraard ontbreken ‘I Won’t Back Down’,’Into The Great Wide Open’, ‘American Girl’, ‘Refugee’, ‘The Last DJ’ en ‘Runnin’ Down A Dream’ niet. Het zal een waardig eerbetoon worden. Er is in ieder geval heel veel mooi materiaal wat we gaan spelen. Nog steeds kom ik nummers tegen waarvan ik denk dat die in geen geval mogen ontbreken in de set. Het selecteren is lastig want Tom Petty & The Heartbreakers hebben zoveel interessante dingen gedaan dat je een heel weekend onafgebroken zou kunnen spelen. Maar weet je…? Zelfs dan kom je nog tijd tekort.”

LIVEDATA
09-02 De Bosuil – Weert
28-02 Gebr. De Nobel – Leiden
23-03 Hedon – Zwolle
30-03 Poppodium Volt – Sittard
31-03 De Cacaofabriek – Helmond

Bubbels v.s. realiteit op 5e plaat van De Staat

De StaatJe eigen bubbel. De realiteit van jezelf of die van een ander. Het is de rode draad van het nieuwe album van De Staat, ‘Bubble Gum’. Zanger Torre Florim deelt zijn fascinatie voor waarheden van zichzelf en anderen, verpakt in elf rockende nummers. Het vijfde studioalbum van de band wordt vandaag gereleased in de Vera in Groningen.

Tekst Nadieh Bindels

Online trollenlegers, de bubbel der liefde, realiteit verbuigen, politici die nepnieuws verspreiden, stuk voor stuk thema’s die Torre inspireerden tijdens het schrijven van Bubble Gum. Het nummer ‘Kitty Kitty’ is misschien wel het duidelijkste voorbeeld, waarin de campagne van de Amerikaanse president Trump, de hoofdrol speelt. Torre: “De periode dat Trump opkwam, leek net een film. Ik vond het zo bizar wat er gebeurde, ook in de media. Ik heb gespeeld met allemaal woorden die voorbij kwamen over zijn campagne en heb er een soort collage van gemaakt. Met de bedoeling dat het in combinatie met de muziek een soort dreiging oproept.” Het gaat de zanger niet per se om een maatschappijkritische boodschap en of die eruit wordt gehaald. “Het is tof als mensen opmerken wat ik bedoel. Maar als ze er iets anders in zien, is dat ook prima. Ik vind het juist zo vet van muziek dat iedereen er iets anders bij voelt. Het is wel altijd het doel dat we tracks maken met meerdere lagen. Dat als je een nummer voor de derde keer luistert, je er iets anders uithaalt dan de eerste keer.”

De Staat
De Staat

Meer ruimte voor creativiteit
Bubble Gum werd voor het grootste deel gemaakt in De Basis, de oude locatie van poppodium Doornroosje in Nijmegen, dat nu dienst doet als broedplaats. De Staat heeft er een eigen studio, waar Torre en zijn band het grootste deel van het opnameproces zelf konden doen. Torre: “De eerste keer dat we dat deden, was met de vorige plaat, ‘O’. Toen was het nog heel erg experimenteren. Bij deze plaat was het doorzetten en alles wat ik had geleerd, meenemen. Het werkt super fijn om meteen zelf op te kunnen nemen, in plaats van dat je eerst repeteert en uitwerkt en dan in een studio alles snel achter elkaar moet gaan doen. Het verbetert het creatieve proces en geeft meer vrijheid.”

Ook de kleine 1 miljoen euro die de band sinds 2017 in vier jaar tijd krijgt van het Fonds Podiumkunsten, zorgde voor meer creatieve vrijheid tijdens het maken van ‘Bubble Gum’. Het geld is bedoeld voor de live shows, maar gaf ook tijdens de productie meer ruimte. Torre: “Er zat minder druk op de ketel, omdat we niet de hele tijd bezig hoefden te zijn met tourrekeningen die we moeten betalen. We hadden meer tijd om aan het album te werken, wat ervoor zorgde dat we meer konden uitproberen. Ik denk heel visueel en vind de visuele uitwerking van shows echt belangrijk. We hebben door dat geld in een veel eerder stadium mensen kunnen betrekken bij de visuele aanpak rondom het album. Wat ook zorgt voor meer creativiteit en een beter resultaat.”

Met de nieuwe plaat en visuele aanpak gaat De Staat de komende tijd op clubtour door Europa met als kers op de taart een show op 16 maart in de AFAS live. De officiële release is vrijdag 18 januari in de Vera in Groningen.

LIVEDATA
01 februari Muziekodroom, Hasselt
02 februari 
De Casino, Sint-Niklaas
03 februari 
De Kreun, Kortrijk
16 maart AFAS Live, Amsterdam (w/ Mozes and the Firstborn)

19-21 april Paaspop, Schijndel
30 mei Dauwpop, Hellendoorn

 

 

The Sore Losers: “Voor ‘Gracias Señor’ wilden wij mooie popliedjes”

The Sore LosersDit najaar verscheen ‘Gracias Señor’ van The Sore Losers, alweer het vierde album van de Belgische rockers sinds het ijzersterke gelijknamige debuut uit 2010. De combinatie van vooral op gitaargeoriënteerde stijlen waarin stevige rock, vuige garage, 70s psychedelica maar ook verfijnde pop en dansbare rhythm & blues is terug te vinden, valt goed in de smaak bij een steeds groter wordende fanbase in de Lage Landen en ver daarbuiten. Vooral sinds ‘Skydogs’ dat hiervoor werd uitgebracht, lijkt het viertal stevig te hebben doorgepakt op de internationale podia. De uitstekende live-reputatie is een belangrijk wapenfeit gebleken maar het kwam natuurlijk mooi uit dat de populaire Amerikaanse televisie-host Conan O’Brien plotseling een helpende hand bood, Guitar World de band in de armen sloot en daarnaast zouden ook de sterke optredens tijdens South By Southwest in Austin, Texas niet helemaal zonder gevolgen blijven. Hoog tijd dus om even een korte tussenbalans op te maken.

Tekst: Jeroen  Bakker

In de Benelux heeft inmiddels iedere club of festival de heren al eens op de planken gehad maar er is nog altijd veel terrein te winnen zo laat zanger/gitarist Jan Straetemans weten. “De huidige tournee verloopt uitstekend. Het nieuwe materiaal wordt heel goed ontvangen. Je bent iedere keer weer benieuwd hoe men daar op reageert tijdens een optreden. We zijn halverwege oktober in de clubs begonnen met de Gracias Señor Tour maar afgelopen augustus tijdens Pukkelpop speelden we al vijf nieuwe tracks in onze set. We hebben al vaker op het festival gespeeld maar het is toch best spannend hoor wanneer de eerste keer ‘Dark Ride’ of ‘Little Baby (Doughboy)’ worden ingezet als je nagaat dat er in een volle Marquee-tent zo’n tienduizend mensen kunnen.”

Na het eerste optreden dat 13 oktober in Hengelo plaatsvond zullen vrijwel alle uithoeken in Nederland en België tijdens deze tournee worden bezocht maar tussentijds wordt ook even uitgeweken naar Frankrijk en Zwitserland. Via de Brusselse Botanique op 10 februari zal deze eerste serie optredens eind maart worden afgesloten in Frankrijk. Gekeken wordt nog of er daarbuiten optredens geboekt kunnen worden. Het viertal heeft inmiddels zelfs goede connecties aan de andere kant van de oceaan.

“Iemand heeft ons gezien tijdens een optreden en die bleek ons tof te vinden. Het gevolg was dat er voor ons in Amerika een weg naar binnen werd geopend. Plotseling konden we de spullen pakken om daar optredens te doen”, aldus basgitarist Cedric Maes. “Het is daarna snel gegaan. We hebben een optreden gedaan in New York voor voornamelijk mensen uit de muziekindustrie en voordat we het wisten had Conan O’Brien ons op zijn radar. Wij waren plotseling te vinden op Team COCO, zijn populaire YouTube online-platform. Kon het dus zomaar gebeuren dat je daarop de track ‘Nightcrawler’ tegenkwam en dan te bedenken dat er ruim drie miljoen Facebookvolgers zijn en ook nog eens vijf miljoen abonnees op YouTube zitten.”

Kort daarna viel een uitnodiging voor het beroemde showcasefestival in Texas op de deurmat. Na eerdere ontmoetingen met de Amerikaanse band White Denim in Europa,  voor wie The Sore Losers ook het voorprogramma verzorgden, werd daar in Austin afgesproken met de bandleden James Petralli en Steve Terebecki om samen te werken aan het nieuwe album. “We hebben die jongens voor de eerste keer ontmoet tijdens Down The Rabbit Hole in Nederland en we bleven elkaar daarna steeds weer tegenkomen. Wij zijn bij ze thuis geweest en zij boden zelf aan om hun diensten te verlenen toen wij vertelden over het plan om een vierde album te gaan maken.”

De samenwerking met producer, en Grammy-winnaar, Dave Cobb voor ‘Skydogs’ was niet alleen prettig maar daarnaast ook nog eens succesvol. Cobb heeft in Amerika veel succes in de country-hoek, hij was bijvoorbeeld grotendeels verantwoordelijk  voor enkele Rival Sons-albums. Zou toch logisch zijn om, evenals de Amerikaanse rockers, ook met hem aan een opvolger te werken? The Sore Losers kiezen er echter voor om iedere keer met een ander deze klus te klaren. “Het is een bewuste keuze. Het is niet alleen leerzaam maar daarnaast ook nog eens verfrissend en vooral ook verrassend. Voor ‘Skydogs’ wilden wij een rauwe rocksound, een geluid zoals dat bijvoorbeeld ook op ‘Some Girls’ van The Rolling Stones te beluisteren viel. Voor ‘Gracias Señor’ wilden wij mooie popliedjes waarin de rock iets minder prominent aanwezig was. Naar onze mening is dat goed gelukt”. De track ‘Denim On Denim’ schijnt overigens niets met White Denim te maken te maken en helaas, die prachtige dame in de clip bij ‘Dark Ride’ is geen vriendin, groupie of zelfs niet eens een bekende van de band. Voor het filmpje was de sfeer belangrijk. Het moest goed bij de muziek passen. Niets werd in scene gezet.

“Veel tijd voor het maken van een nieuw album na ‘Skydogs’ was er eigenlijk niet. Alles moest tussen de optredens gedaan worden. We hebben wel een plaats waar we samen kunnen komen om te schrijven maar iedereen heeft ook ideeën die thuis afzonderlijk kunnen worden uitgewerkt. Op een bepaald moment komen we dan bij  elkaar en maken het af. Het ging deze keer razendsnel. Onze producers hadden een engineer meegenomen die dan de spullen op de juiste plaats neerzet. Wanneer wij zelf eens een keer iets heel anders dachten te gaan doen dan pakten we slechts een andere gitaar. Maar deze gast was echt fantastisch en zeer bepalend voor het geluid zoals dat op het album terecht is gekomen. Kijk, je kunt zelf de duurste spullen kopen die er zijn maar dan ben je er nog lang niet. Het gaat er toch voornamelijk om dat je er het beste geluid uit weet te halen.”

“Het grote verschil met de voorganger is dat wij als muzikant zijn geëvalueerd. We zijn niet alleen twee jaar ouder geworden maar hebben ook behoorlijk meer ervaring opgedaan in de tussenliggende periode. We hebben daarnaast, zoals gezegd, weer met andere producers samengewerkt maar waarmee we nu ook een persoonlijke connectie hebben. Een bepaald idee over het geluid was er deze keer niet maar we wilden in ieder geval geen trucjes, een minimum aan overdubs, en niet te veel effecten gebruiken. Het moest zo natuurlijk mogelijk en met zo weinig mogelijk franje. Electronica? Een gitaar-stem-apparaatje en een wah-wah-pedaaltje maar dat was het dan wel.”

Naast Amerika is ook Japan inmiddels geen onbekend terrein meer voor The Sore Losers. Wederom werd een trip gemaakt naar het land van de rijzende zon. “In Japan woont een Belg die daar een festival organiseert, en ja er is zelfs Belgisch bier verkrijgbaar! We zijn er inmiddels 2 keer geweest. De eerste keer konden we het niet geloven toen we de mail lazen van een voor ons vreemde gast. Onze boeker attendeerde ons op het bericht en de vraag was of we daar interesse in hadden. We reageerden nogal achteloos geloof ik. Zoiets als ja doe maar. Alles leek in orde, alles was betaald. We hoefden slechts ‘de vlieger op te stappen’. De eerste keer waren we daar in Tokio met Triggerfinger, de tweede keer met Balthazar. Beide optredens uitsluitend voor Japans publiek. Japanners die Belgische cultuur komen opsnuiven. Snap je dat? Het was niet voor weinig mensen ook. We hebben er voor een paar duizend man gespeeld. Is het niet idyllisch dat die Japanners interesse toen in onze cultuur? We hebben toen wel de smaak te pakken gekregen. De shows die we daar hebben gedaan zijn ons goed afgegaan. We hebben er mensen leren kennen en we zouden er graag eens een tourtje doen. Als je het via YouTube terugkijkt wat we daar gedaan hebben… Man dat ziet er waanzinnig uit.”

Staat er nog iets op de bucket-list? “We hebben veel grote festivals gedaan maar Lowlands moeten we nog eens ‘kapot maken’. Een plan om de wereld zo snel mogelijk te veroveren is er nog niet. We proberen ons beetje bij beetje te concentreren op enkele landen in Europa zoals Frankrijk en Duitsland. Kijken hoe de kansen daar liggen. Je kunt ook niet overal tegelijk zijn. Wij hebben geen uitgekiende promotiemachine waarmee we alleen de grote steden in Europa kunnen doen. Het is per keer uitzoeken en bekijken of we zieltjes kunnen winnen en een volgende keer eventueel een grotere zaal in dezelfde stad kunnen vullen. In Nederland wordt bijvoorbeeld werkelijk in alle uithoeken gespeeld. Wij gaan meer in de diepte. Zelfs in Vlaanderen proberen we in iedere provincie een optreden te doen. Verschillen per regio zijn er duidelijk. We merken dat zeker. We spelen soms voor een uitzinnige menigte maar een andere keer denk je aanvankelijk een wat stug publiek te treffen met een ietwat afwachtende houding. Ik vind dat je daar respect voor moet hebben. Laat het maar zien en overtuig ze maar. Het gaat er om dat je je daar als persoon en als band niet door laat afschrikken. Het hoeft bij ons niet allemaal heel snel te gaan maar het is heel gaaf om te horen dat je mensen ontmoet die al vaker naar onze optredens zijn gekomen. Ik vind het persoonlijk heel tof als iemand iets in onze muziek hoort zoals wij het indertijd bedoeld hebben toen we het maakten. Dan heb je iets overgebracht zoals je dat graag wilde. Wij hebben een trouwe aanhang maar na iedere tournee breidt het zich weer uit.”

The Sore Losers is volgens Cedric een serieuze zaak geworden. “De financiele kant heeft nooit de artistieke kant in de weg gestaan. Ruzies, of beter: hevige meningsverschillen, zijn er zeker geweest maar de muziek heeft altijd bij alle vier voorop gestaan. Daarom werkt het bij ons ook goed. Stel dat Jan iets beters heeft geschreven dan ik, prima. Als dat de plaat beter maakt dan moet het ook. Dat is nog altijd niet veranderd. We zijn behoorlijk direkt tegen elkaar. Er mag ook ruzie gemaakt worden. Een uurtje ‘hardgaan’ in de boksring is niet erg. Alle randzaken veroorzaken meer dreiging dan het samen muziek maken. Mensen onderschatten al die zaken. Daar moet je mee kunnen omgaan. We zijn allemaal geen twintig meer en hebben intussen al veel meegemaakt. Er zijn ons veel auto’s en zwembaden beloofd maar die zijn waarschijnlijk nog steeds onderweg.”

LIVEDATA
11/01 Podium Victorie, Alkmaar
12/01 
Hedon, Zwolle
17/01 
Luxor Live, Arnhem
19/01 Patronaat, Haarlem
23/01 
EKKO, Utrecht
24/01 Effenaar, Eindhoven
25/01 Bibelot, Dordrecht
26/01 Kunstlinie, Almere Flevoland
31/01 Rotown, Rotterdam
01/02 Merleyn, Nijmegen
02/02 Gigant, Apeldoorn
08/02 
Cactus, Brugge (BE)
09/02 
JOC Ieper, Ieper (BE)
10/02 
Botanique, Brussel (BE)
08/03 De Casino, Sint-niklaas (BE)
16/03
 Mezz, Breda

Terugkijken op 10 jaar Birth of Joy: “Het was echt waanzinnig.”

Bekend om de goeie live reputatie en met een ongekend tourschema deed de band bijna 2000 optredens in Nederland, Europa en de V.S.. Nog een paar shows te gaan en dan eindigt het avontuur van Birth of Joy na ruim tien jaar en vijf studioalbums in Paradiso. Op 3 januari bouwt de band samen met Death Alley, die ook stopt, een laatste feestje. Na zo lang samen in de bandbus en op het podium moeten er wel veel toffe dingen zijn gebeurd. We spraken met Kevin, Bob en Gertjan af in hun Leidse stamkroeg de WW om te praten over het rock ’n roll-avontuur dat Birth of Joy voor ze is geweest.

Tekst Nadieh Bindels Foto Jorah Terwisscha van Scheltinga

De stamkroeg is de plek waar de drie vanaf het begin van de band samenkomen om bier te drinken, plannen te smeden en bij te komen van optredens. Binnenin de bruine kroeg komen de scheurende gitaren uit de boxen. Voor de deur is de steeg waar Birth of Joy één van haar eerste optredens deed. Op een 2,5 meter hoog podium speelde ze tijdens Leidens Ontzet in 2008 de steeg helemaal ramvol. Gertjan: “Dat was zo vet. Er kon letterlijk niemand meer bij in de steeg en iedereen ging los. Het is misschien wel één van de vetste optredens die ik me kan herinneren.” Na bijna 2000 shows is het lastig te zeggen welk optreden het tofst was, maar er zijn zeker nog wel wat pareltjes blijven hangen bij de drie muzikanten. Bob: “Ik vond de eerste keer Zwarte Cross heel tof. Volgens mij was dat in 2010. We speelden meteen al in de grootste tent en stonden daar met onze kleine spulletjes op het podium. Dat was zeker een hoogtepunt.” Kevin: “We stonden in 2012 op Transmusicales in Frankrijk. Dat was ook echt een speciaal moment. We stonden voor het eerst in het buitenland en speelden meteen voor 3000 man. Het was echt waanzinnig.”

Met hoge toeren de grens over
Na het optreden tijdens Transmusicales stroomden de aanvragen voor optredens binnen. Birth of Joy reisde stad en land af om te spelen. In het begin deden ze Frankrijk, Duitsland en Engeland nog in één weekend, niet veel later deden ze zo een week over één land. En ook de V.S. sloegen ze niet over. Ze mochten er op verschillende showcasefestivals spelen. Bob: “Ja het was wel heel vet dat we daar heen mochten en konden zeggen dat we in ‘het grote Amerika’ hadden gespeeld. Het was alleen onmogelijk om daar op te vallen. Zo stonden we in 2013 op CMJ in New York. Dat is een soort ESNS maar dan twintig keer groter met twintig keer zoveel bands.” Kevin: “Ja, weet je nog dat we daar met onze spullen door de stad zeulden? We hadden geen auto en moesten met al onze bandspullen door de stad en in de metro. Wat een gedoe.” Gertjan: “Dan hebben we dat in L.A. beter gedaan. Toen hebben we ergens een winkelwagentje vandaan getoverd om onze spullen de stad door te krijgen.”

Bandbus capriolen & feestelijke streken
De bandspullen van A naar B krijgen is in de geschiedenis van Birth of Joy wel vaker een avontuur geweest. Zo had de band in het begin een brandweerbusje uit 1963. Super romantisch en veel mooie herinneringen, maar.. Gertjan: “Ja het was een heel mooi ding, maar handig was het zeker niet. We hebben zo vaak pech gehad met dat ding. Bob: “Er zat een gat in het dak boven de bestuurdersstoel. Dus als het regende, deed Gert-Jan een pet op om niet helemaal zeiknat te worden.” Gertjan: “En de accu ging heel snel leeg. Dus altijd als we bij een plek aankwamen om te spelen, moest ik hem daar opladen. Niet echt handig, maar we hebben er toch twee jaar in gereden, er de clip van ‘Make Things Happen’ mee opgenomen en er Popronde mee overleefd.”

Popronde was de eerste echte tourervaring voor Birth of Joy. Het was voor de band een aanloop naar meer succes, dé periode waarin ze hun goede live reputatie neerzette, maar het was ook zeker een feestelijke ervaring. De drie deden mee in 2010, toen het rondreizende showcasefestival nog een stuk kleiner was dan nu. Bob: “Het duurde destijds zes weken en er waren iets van vijfentwintig steden die meededen. We hebben er toen zo’n tweeëntwintig gedaan, bijna allemaal dus.” Kevin: “Ik kan me herinneren dat het altijd chaos was. Een half uur voor de show was er nog niemand op zo’n locatie en als de show begon, was het stampvol. Het was altijd feest. En weet je nog dat leipe eindfeestje toen in Eindhoven? Dat was in een kraakpand ergens. Super tof!” Gertjan: “Ja, of toen in Middelburg. Dat we met de hele Popronde-crew en allemaal bands in dat huis belandde om nog even een feestje te bouwen tot de zon weer opkwam. Dat was ook een mooie!”

Een feestje bouwen, dat kunnen de drie muzikanten van Birth of Joy zeker wel. Ze hebben dan ook goed van de gelegenheid gebruik gemaakt in de afgelopen tien jaar. Gertjan: “Weet je wat het is. Overal waar je dan komt als band, ben je zelf het feestje. Je treedt op, dus er is feest. Of het nou voor het optreden is, tijdens of erna, er is altijd feest.” Kevin: “Ja dat betekent niet dat we altijd naar de tering zijn gegaan. Met zware tours houd je daar natuurlijk ook wel rekening mee, maar ik kan niet zeggen dat ik altijd een brave gast ben geweest.” Gertjan: “Weet je nog met oud en nieuw toen we in Pacific Parc speelden? We moesten om vier uur ’s nachts spelen. Ja, wat denk je dat er dan gebeurt? Haha! Ik weet nog dat we heel snel door de nummers heen waren.”

Einde in zicht
Momenteel tourt Birth of Joy samen met Death Alley door Nederland, om 3 januari voor beiden bands de avonturen af te sluiten in Paradiso. Het kan bijna niet anders dan dat het een bijzondere avond wordt. Bob: “Ik kijk er wel naar uit, samen met Death Alley. Het wordt sowieso gezellig en heel tof.” Kevin: “Er komen zelfs Franse fans naar Amsterdam om die laatste show mee te maken. Dat is echt goeie support! Maar ik heb ook wel in m’n achterhoofd dat het voor het laatst gaat zijn en dat het nu aftellen wordt. Van die kleine momentjes op het podium, de drumsolo’s van Bob bijvoorbeeld”. Toch zijn alle drie de muzikanten blij dat ze dit besluit hebben genomen en ruimte gaan krijgen voor andere projecten en nieuwe kansen. Al blijven ze elkaar wel regelmatig zien.

Als eerste lichting Herman Brood Academie studenten vonden ze elkaar op dag twee van de introductieweek in de oefenruimte. Destijds een jaar of 16, nu bijna 30, is er zoveel gebeurd en beleefd. Gertjan: “Het voelt bijna alsof we een soort broers van elkaar zijn. In goede en in slechte tijden en alles ertussenin. En ik zeg nooit, nooit. Niemand weet wat de toekomst zal brengen, maar voorlopig is het mooi geweest.” Kevin: “Precies dat. Het was een gigantisch avontuur!”

LIVEDATA
15 december Gebr de Nobel, Leiden
20 december Neushoorn, Leeuwarden,
21 december Gebouw-T, Bergen Op Zoom (+Death Alley)
22 december Bibelot, Dordrecht
27 december Grenswerk, Venlo (+Death Alley)
28 december LuxorLive, Arnhem
29 december De Pul, Uden
03 januari Paradiso, Amsterdam (+Death Alley)

Interview met Matthew Houck van Phosphorescent

PhosphorescentGetrouwd, vader van twee kinderen en eigenaar van een persoonlijk gebouwde opnamestudio in Nashville. Veel is er veranderd in het leven van Matthew Houck – Phosphorescent – sinds hij vijf jaar geleden het veelgeprezen album Muchacho uitbracht. Alle grote veranderingen die de gewezen New Yorker doormaakte zijn terug te vinden in de nieuwe langspeler, met de daarom logische titel C’est La Vie.

Tekst Mania | Ruben Eg

Helemaal stil was het overigens niet in de vijf jaar na Muchacho. In 2015 verscheen immers nog Live At The Music Hall. Een plaat die Houck zelf als méér dan een tussendoortje beschouwt. ‘Ik heb hard aan die plaat gewerkt, en zou het niet hebben uitgebracht als het zomaar een collectie liedjes zou zijn’, vertelt hij. ‘Voor mij is Live At The Music Hall een écht album.’

Tot nu toe was het mijn favoriete Phosphorescent-plaat. Mag je dat zeggen over een live-album?
‘Ik vind het prima. Ik was blij dat ik via dit album kon laten horen hoe sommige oudere nummers geworden zijn. In de vroege jaren van Phosphorescent maakte ik mij weinig zorgen over de kwaliteit van de albumopnames. Het was gewoon zorgen dat je liedjes opgenomen kreeg. Met de wetenschap van nu, begrijp ik wel waarom veel van die nummers niet al te gemakkelijk… te verteren waren (lacht).’

Wat is het geheim van een goede opname? De studio, de apparatuur? Of toch alles in de computer zetten, in stukken hakken en aan elkaar plakken?
‘Ik sta niet dicht bij één van beide. Met Muchacho, en met C’est La Vie in het bijzonder, heb ik geleerd waarom bepaalde platen uit de seventies en eighties zo mooi zijn. Die klonken fenomenaal door alles: de ruimtes waarin ze zijn opgenomen, de apparatuur, de opstelling van de microfoons, de technici. Ik heb mij daar jaren nooit druk over gemaakt. Het was gewoon: liedjes opnemen en weer verder. Nu steek ik daar veel meer tijd in.’

Word je uiteindelijk geen apparatuurfreak, die steeds de allerbeste microfoon moet hebben?
‘Een beetje. Maar je groeit door de jaren heen natuurlijk ook als muzikant. Ik ben een betere zanger dan vroeger. Op de live-plaat staat het nummer Dead Heart. De originele versie op het album Aw Come Aw Wry uit 2005 is… Ik houd van alle albums die ik heb opgenomen. Toen ik ze uitbracht was ik zo trots als je maar kunt zijn. Maar soms kunnen nummers groeien in iets wat je toen nooit had kunnen bedenken. Daarom ben ik zo blij dat Dead Heart op Live At The Music Hall op een andere manier is verschenen.’

Terug naar dit album: waar heb jij al die jaren uitgehangen?
‘Ik was aan het werk! (lacht) Mijn vrouw (bandlid Jo Schornikow, red.) en ik kregen een kind. Wij wilden daarom weg uit New York en vonden een huis in Nashville.’

Waarom Nashville? Omdat het een muziekstad is?
‘Precies. Er woonden ook wat vrienden van ons. We dachten: laten we eens kijken, als het niet bevalt kijken we verder. Maar het beviel uitstekend, vooral omdat het een muziekstad is. Toen ik bijvoorbeeld voor het nummer These Rocks een contrabas nodig had, kwam een kennis direct aanzetten met Dave Roe: de oude bassist van Johnny Cash. Zoiets kan alleen in Nashville.’

Wanneer ben je begonnen met C’est La Vie?
‘Het is een beetje een raar verhaal. Vrij snel nadat we in Nashville kwamen, tikte ik een analoog MCI-studiomengpaneel uit de seventies op de kop. Ik dacht dat ik dat met een paar weken wel had opgeknapt en er dan mee aan de slag kon. Dat was heel, heel erg naïef gedacht. Zes maanden later zat ik er nog steeds aan te sleutelen. Op dat moment moesten wij ook ons huurhuis uit. Omdat ik vervolgens geen plek meer had voor dat mengpaneel, ben ik gaan zoeken naar een vaste ruimte. Maar ik vond alleen een oud winkelpand, zonder muren en elektriciteit erin. Dus ik dacht: dat doe ik ook wel zelf. Daardoor werd het een alleen maar langer project. Tussentijds speelde de band op een festival, en toen ik ze toch bij elkaar had wilde ik in drie dagen de basis van zes nieuwe nummers opnemen in The Bomb Shelter-studio in Nashville. Gewoon om te horen hoe het zou klinken. Die eerste, spontane opnames klonken zó fantastisch. Toen ik pas acht maanden later in mijn eigen studio aan de slag kon, kreeg ik het enthousiasme van die eerste spontane opnames niet terug. Daardoor greep ik veel terug naar dat materiaal. Ondertussen had ik ook meer nummers geschreven, kregen we een tweede kind en ging het leven verder. Zo is uiteindelijk het album ontstaan.’

Klinkt eigenlijk een beetje magisch.
‘Eigenlijk precies het gevoel dat ik altijd najaag. Het is uiteraard slimmer om, eh, gedisciplineerd te werk te gaan. Maar voor mij werkt het zo.’

Christmas Down Under vind ik een erg mooi nummer. Kerst op een plek waar het niet sneeuwt, water en vuur: het lijkt alsof iemand twijfelt tussen religie en de evolutietheorie?
‘Er gebeurt veel in dat nummer. De titel is wat goedkoop, maar ik ben blij dat je verder hebt gekeken dan de titel alleen. Ik denk dat dit één van de sterkste nummers is die ik ooit heb geschreven. Er zit inderdaad veel in. Maar ik twijfelde hoeveel er van over zou blijven.’

In meer nummers stel je vragen over het leven. Heeft dat iets te maken met een man van middelbare leeftijd die zich gaat settelen, die opeens geen kind meer is maar een vader?
‘Over dat laatste had ik toe nu toe nog niet nagedacht. In Phosphorescent loop ik vaak wat vragenstellend rond. Maar de focus op mijzelf, die egoïstisch naar binnen kijkt, is wel veranderd door mijn kinderen. Daarom kon ik ook geen betere albumtitel bedenken dan C’est La Vie. Er zijn geen antwoorden. Het is leuk om er over na te denken. Maar het lijkt mij onwaarschijnlijk dat jij en ik de waarheid over het leven wel even naar boven halen.’

 

Interview Tamino: “Een waanzinnige rollercoaster.”

TaminoGeuren van markten in Egypte, creativiteit uit Antwerpen. Kan dit samengaan? Zeker. Tamino Amir is hier een voorbeeld van.

Tekst Mania | Linda Rettenwander

Ik heb een beetje gekeken naar hoe het bij jou in sneltreinvaart is gegaan. 2016 de uitnodiging om samen te spelen met Het Zesde Metaal bij Radio1, in 2017 won je De Nieuwe Lichting en nu heb je getekend op Communion Records. Hoe is dit voor jou?
‘Een sneltrein. Een waanzinnige rollercoaster. Een droom die uitkomt ook, natuurlijk. Ik kijk met veel dankbaarheid terug op de afgelopen twee jaar. Met heel veel motivatie en zin om te werken kijk ik naar de toekomst.’

In een interview met Radio1 noemde je je ep uit 2017 een visitekaartje, de ep had geen titel. Nu is er dit debuutalbum met een naam. Je hebt het je tweede naam gegeven; AMIR.
‘Ik had het gevoel dat we veel elementen gebruikt hebben die dicht bij mij staan. We hebben niks gebruikt dat niet niets met mij te maken had. Het was dan ook heel vanzelfsprekend om een naam te kiezen die ook dichtbij me staat. Mijn eigen naam. Maar niet alleen daarom. Ik vind het een heel mooi woord en niemand noemt mij Amir. Dus op die manier ook nog een beetje afstandelijk. Het is een Arabisch woord, het betekent prins en ik vond de symboliek ook mooi. Een prins wordt geboren als prins, die kiest daar niet voor maar heeft wel nog veel te leren want is nog geen koning. Ik zie een parallel met hoe ik het gevoel heb geboren te zijn als muzikant, dat er geen andere optie was voor mij.’

Als ik naar jouw album luister, dan neem je de luisteraar heel erg mee. Je vertelt als het ware een verhaal, een robuust rijk verhaal.
‘Als ik schrijf dan denk ik niet, dan voel ik. Op den duur had ik een hoop nummers en keek naar welke elementen erin zitten en op welke wil ik een nadruk leggen? En zo begon ik wat meer te denken en bewust te worden van dat wat ik had geschreven. Voor de productie hebben we vanuit een concept gewerkt waarin we hebben gekozen om de nadruk te leggen op dat grootse, dat majestueuze. Die open klanken, een groot gevoel. Een combinatie van bepaalde traditionele aspecten uit de Arabische muziek en elektronische muziek en het contrast daartussen. Mijn ep was een visitekaartje en dit album is mijn identiteitskaart. Voorlopig althans. Het is een samenkomst van al die invloeden, van alles wat ik tot nu heb meegemaakt.’

Als we wat meer kijken naar de content op jouw identiteitskaart, dan komen je roots zowel Egypte als België naar boven. Zo is er bijvoorbeeld So It Goes, hierin komt het Egyptische sterk naar voren. In hoeverre was het belangrijk om ook die roots te laten klinken?
‘Het was iets dat ik niet echt kon controleren. Je weet niet wat er gebeurd tijdens het schrijven. Tijdens So It Goes had ik kunnen kiezen om dit niet op de piano te schrijven, alleen had je dan niet dit grootse gevoel gehad dat ik zo belangrijk vond. Ik vond het daarom ook belangrijk om hiervoor een Arabisch orkest hun arrangementen te laten spelen, ik wilde die Golden Age sound. Alle focus gaat hierin naar het ritme en de melodie waarin iedereen dezelfde melodie speelt als de zanger. Dat geeft dat grootse gevoel terwijl het maar twaalf mensen zijn.’

Je sluit het album af met een track die de naam draagt van de Griekse godin van de onderwereld. In hoeverre maken wij als buitenwereld, kennis met jouw onderwereld?
‘In dat nummer zie ik de onderwereld als het onderbewuste waarin ik mezelf heb verscholen achter een karakter, ik leg paralellen met die mythe. Het is een ander nummer dan bijvoorbeeld Habibi dat meer to the point is. Persephone is open voor interpretatie waarin het meer een nummer is van iedereen in plaats van alleen van mij. Het liefste schrijf ik nummers met een grijze zone in de tekst zodat die door iedereen anders ingevuld kan worden.’

LIVEDATA
14 december Paradiso, Amsterdam (Sold Out)
28 februari Motel Mozaique Concerts / Annabel, Rotterdam
01 maart De Oosterpoort, Groningen
02 maart TivoliVredenburg, Utrecht

 

souldiva Macy Gray over haar pieken en dalen

——-Lees hieronder een uitgebreid interview met Macy Gray door Marcel Haerkens, te lezen in de aankomende editie van Popmagazine Heaven.———-

Na de jazz van Stripped uit 2016 keert Natalie Renee McIntyre, beter bekend als Macy Gray (1967), met Ruby verrassend terug naar de soul/r&b-roots uit het begin van haar onstuimige loopbaan. ‘Ik heb nooit een vooropgezet plan, al lijkt het misschien wel zo.’

 

“Inderdaad, mijn tiende album alweer. En weet je dat het volgend jaar twintig jaar geleden is dat mijn debuut uitkwam? Die klok tikt maar door. Eh… wat was de vraag ook alweer?” Macy Gray interviewen is als een rit in de achtbaan: vol onverwachte pieken en dalen, chaotisch, altijd opwindend.

 

Zo klinkt Ruby ook. Na een periode waarin de zangeres, songschrijfster en actrice onder de radar bleef eindelijk weer eens een plaat die het in zich heeft hoog te scoren. Onder productioneel beheer van kopstukken als Tommy Brown, Thomas Lumpkins en haar voormalige manager Johan Carsson trekt ze alles uit de kast. Een fraai gearrangeerde wagonlading instrumenten, van strijkorkest tot rockende scheurgitaar, gemixt met samples. Stilistisch een soulpalet met tinten funk, jazz, gospel, pop, rock en reggae. Gray’s bizarre en soms cryptische teksten overstijgen het gros van de gangbare r&b ruimschoots. En altijd dat unieke rasperige stemgeluid dat onverwacht alle kanten uitschiet.

 

Is Ruby old school Macy Gray?

 

“Mmm…nee…of ja. Ik snap wel wat je bedoelt. In feite is het een fusie van alle muzieksoorten waarmee ik ben opgegroeid en dat zijn er nogal wat. Ik had geen vooropgezet plan dat het zus of zo zou moeten klinken. Er zitten veelzijdige arrangementen in, de meest uiteenlopende instrumenten en verschillende texturen. We hebben alles gebruikt wat we tot onze beschikking hadden om een zo goed mogelijke plaat te maken.”

 

Dat lijkt me vrij bewerkelijk. Hoe ging het opnameproces in z’n werk?

 

“De muziek en de teksten kwamen deels in de studio tot stand. Ik houd van spontaniteit en ben vrij ongeduldig. Binnen een paar takes moet mijn deel erop staan, anders kap ik ermee. Het mooist is het als alles in één keer op z’n plaats valt. Dan vang je de meest zuivere emotie. Daar stop ik al mijn energie in. Het instrumentale gedeelte is dan al helemaal besproken. Dus als ik klaar ben met zingen, laat ik het verder aan de jongens over, want hun taak is het mijn ideeën op de best mogelijke wijze uit te werken, en dat kan ik hun gerust toevertrouwen.”

 

Hoe kom je eigenlijk aan die markante zangstem?

 

“Ha, daar ben ik mee geboren. Ik had als kind al zo’n vreemde stem en daar ben ik veel mee geplaagd. Dat klasgenootjes stripfiguren nadeden. Mijn bandleden maken er achter mijn rug om nog wel eens grapjes over. Nu ik weet dat ik een goede zangeres ben, heb ik er geen moeite meer mee. Ik heb oorspronkelijk scenarioschrijven gestudeerd omdat ik auteur wilde worden. Een vriend had een bandje en vroeg of ik songteksten voor hem wilde schrijven. Bij gebrek aan een zanger heb ik ze toen op zijn recorder zelf maar ingezongen. Daar was iedereen, ikzelf incluis, wel van onder de indruk. Vervolgens ben ik zangles gaan nemen. Ik bezoek nog steeds regelmatig een stempedagoog, maar dat is meer om te leren hoe ik mijn stembanden moet beschermen.”

 

Even terug naar het album. Waarom gekozen voor Sugar Daddy als eerste single?

 

“Omdat ik het zo’n indringend nummer vind, al klinkt het luchtig. De inspiratie voor Sugar Daddy komt van de film Lady Sings The Blues met Diana Ross over het leven van Billie Holiday. Haar zoon Evan Ross is een vriend van me en hij speelt een rol in de videoclip. Als mensen die clip zien, zullen ze de tekst ook beter begrijpen denk ik.’

 

Wat betreft de song Buddha met dat prachtige gitaarwerk van Gary Clark Jr.: richt je de blik vanuit de gospelkerk tegenwoordig naar Azië?

 

“Vraag me in godsnaam niet mijn teksten te analyseren of te verklaren. Ik zou het niet weten. Het is een mooi woord dat lekker bekt. Spiritualiteit trekt me aan, het hoort bij me. Ik ben streng christelijk opgevoed en voor de rest zal het allemaal wel. Begrijp me goed: ik geloof in god, maar die bevindt zich evengoed in de kerk als in onszelf.”

 

Nog een tekst kort dan. In Jenny is de boodschap heel direct “…we shouldn’t judge people if their black or white or straight or gay…” Vind je dat een artiest zich moet uitspreken over maatschappelijke kwesties?

 

“Niet per se. Ik ben in de eerste plaats zangeres. Ooit wil ik nog eens een boek schrijven, dan kan ik een heel andere kant van mezelf laten zien. Een songtekst moet een beetje geheimzinnig zijn, zodat de magie niet verloren gaat. Een enkele keer krijg ik dan toch de neiging de mensen een beetje opvoeding mee te geven.”

 

Over educatie gesproken. Hoe gaat het eigenlijk met de Macy Gray Music Academy, de muziekschool die je in 2005 hebt opgericht?

 

“Daar heb ik eerlijk gezegd niet zo veel kijk meer op. Het is tegenwoordig een stichting en nog steeds actief, hoor. Alleen laat ik de organisatie nu liever over aan mensen die daar meer verstand van hebben. Ik heb in het begin wel eens les gegeven. Dat was best leuk. Er zitten kinderen gewoon omdat ze het van hun ouders opgedrongen krijgen, maar anderen hebben de ambitie en motivatie er alles uit te halen. Daar herken ik me zelf wel in. Daar is nu helaas geen tijd meer voor, al wil ik jonge mensen als ze daarom vragen wel een goede raad meegeven: doe nooit wat ik heb gedaan.”

 

Zoals?

“Alcohol, drugs en het aanleggen met foute mannen.” Ze schaterlacht.

 

Hoe gaat het eigenlijk met je acteercarrière? Je zat onder meer in Spiderman en Scary Movie III.

 

“Ik heb nu een stuk of tien films gedaan. Allemaal kleine rolletjes, hoor. Ik ben geen acteeractrice, als je begrijpt wat ik bedoel. Sommige grote sterren kunnen zich helemaal inleven in hun personage en op het scherm zie je dan een compleet ander iemand verschijnen. Ik blijf meestal heel dicht bij mezelf. Ik zou mijn acteerwerk wel wat meer willen ontplooien, maar op dit moment is muziek het belangrijkst.”

 

In Amerika ben je al een tijdje ter promotie van Ruby aan het touren. Wat kunnen we in Europa straks verwachten?

 

“Het is nog niet geregeld hoe we de band samenstellen, maar het zal zeker een feest worden. Optreden is toch het mooiste van dit vak. En spannend. Alles moet in één keer goed gaan. Je krijgt geen tweede kans. Daarom ben ik tijdens een concert ook meer gefocust dan normaal. Je voelt de adrenaline door je lijf gieren en die van de bandleden om je heen. Je zweet als een otter en de verwachting van het publiek is tastbaar. En dan maar hopen dat alles van een leien dakje loopt. Dat is de ultieme kick.”

 

Macy Gray live: 5 november in het Paard, Den Haag; 6 november in TivoliVredenburg, Utrecht.

Black Honey over nieuw album, tournee en de wereld van rock ‘n roll

Enkele weken geleden verscheen het officiële debuut-album van Black Honey, het uit Brighton afkomstige viertal met blikvangster Izzy B. Philips, de meest stoere, coole en zoetgevooisde rockchick sinds Gwen Stefani van No Doubt of Shirley Manson van Garbage en, ach vooruit, van iets recentere datum Courtney Barnett.

ex-Stationschef Black Honey is natuurlijk een goede bekende van de Pinguinluisteraar. Voorjaar 2015 scoorde Black Honey al de IJsbreker met Madonna. Bovendien verzorgde de band vorig jaar in een stijf uitverkochte AFAS Live op succesvolle wijze het voorprogramma van Royal Blood. In Engeland lijkt de mix van shoegaze, pop en indierock al behoorlijk aan te slaan. De uitverkochte optredens in de UK bewijzen het. De bedoeling is dat nu de rest van Europa in rap tempo gaat volgen.

We herinneren ons nog goed het jonge blonde meisje op het Metropolis Festival in Rotterdam dat het publiek begroette met ‘Hello Honeys’, een groot stuk kauwgom in haar mond stopte, haar gitaar oppakte, de snaren strak trok en aftelde. Het is de eerste zondag van juli en vanaf de eerste minuut kijkt Izzy B. met een zelfverzekerde blik het publiek aan. Alsof ze wil zeggen: ‘Wij gaan samen nog lange tijd veel lol met elkaar beleven.” Wat volgde was een set vol ijzersterke liedjes waarin de rocknummers met een psychedelisch randje, gedragen door de zwoele en sexy stem van de zangeres, naar meer smaakten. Het was het eerste optreden buiten de UK en de ontvangst deed de band duidelijk goed. De hooggespannen verwachtingen werden in zo’n vroeg stadium, althans in Nederland, ruimschoots waargemaakt.

We zijn inmiddels ruim drie jaar verder en samen met Tommy Taylor, de bassist van de band, wordt vandaag in de hoofdstad serieuze promotie gemaakt voor het album dat voor het gemak maar de titel ‘Black Honey’ heeft gekregen. Dat de release hiervan zo lang op zich liet wachten valt volgens de zangeres moeilijk te ontkennen: “Eigenlijk is er nauwelijks een pauze geweest als je onze touragenda van de afgelopen twee jaren er op na leest. De meeste werkzaamheden in de studio zijn verricht tussen alle andere activiteiten door”, klinkt het haast verontschuldigend. “Tijd voor privédingen was er weinig maar dat is helemaal niet erg. Dit is iets waar je lang van gedroomd hebt en nu werkelijkheid wordt. Kijk, we speelden veel en de fanbase breidde maar uit. Er kwam steeds meer vraag naar optredens terwijl wij aanvankelijk niet eens iemand voor de PR hadden. Voor publiek spelen blijft het leukste wat er is en je wilt ook steeds meer. Het is ontzettend druk geweest en we konden het maar nauwelijks aan maar op een zeker moment ontkom je er niet meer aan om toch een en ander in de studio vast te leggen”, vult Tommy haar aan. “De vele optredens hebben ons blijkbaar goed gedaan. Het verblijf in de studio verliep daardoor zeer voorspoedig. Soms waren slechts enkele takes voldoende om het uiteindelijke resultaat zoals het op de plaat staat gerealiseerd te krijgen. Je kunt zeggen dat we behoorlijk op elkaar waren ingespeeld. We verkeerden op het moment dat we in de studio arriveerden dan ook in bloedvorm.

Leuk was ook de samenwerking met de jongens van Royal Blood die net als wij afkomstig zijn uit Brighton en met wie we de afgelopen jaren goed bevriend zijn geraakt. Ze hebben hun medewerking verleend aan ons album. De twee leverden niet alleen muzikale bijdragen maar werkten ook mee in de aanloop naar het verblijf in de studio.”

Aan de bijbehorende videoclips is eveneens veel aandacht besteed en opvallend daarin is de rol van Izzy B. die ook als actrice prima uit de voeten lijkt te kunnen: “Ik ben altijd een groot fan geweest van de Hitchcock-films maar ‘Blue Romance’ is weer beïnvloed door de film ‘True Romance’. Daarnaast is het werk van David Lynch  een enorme bron van inspiratie geweest”, aldus de zangeres. Natuurlijk wordt daarnaast nog het oeuvre van Tarantino nauwlettend in de gaten gehouden. De fascinatie voor vuurwapens in de teksten en ook in de clips lijken hiermee verklaard. Ze verklaart vluchtig daadwerkelijk te beschikken over een wapenvergunning. Komt goed uit wanneer je de ‘mini-speelfilms’ bekijkt van ‘Hello Today’, waarin zij een pistool richt op iemand en vervolgens met een dood lichaam er vandoor gaat, en ‘Dig’ waarin zij zingt over een “Golden Bullet Through My Brain”. Ze voegt er wel aan toe deze helaas niet te kunnen tonen. Merkwaardig verhaal dus. Bij het schrijven van de teksten blijkt naast A Tribe Called Quest en de Beastie Boys, vooral NWA, noem het maar de gewelddadige kant van de hiphop, te hebben geholpen. Wie de muziek van Black Honey beluistert zal nog veel meer invloeden horen. Het geluid is de ultieme mix van het beste uit de jaren zestig en zeventig maar ook disco- en indiepop uit de jaren tachtig en negentig is sterk vertegenwoordigd. De meezing- en soms ook meebrulrefreintjes maken het geheel compleet. De zangeres heeft nog wel eens de neiging om daarin net even te ver door te gaan. Juist in de week dat de eerste, en zeer belangrijke, optredens in de UK van start moeten gaan klinkt haar stem behoorlijk rasperig. Haar doorgaans zo doordringende, heldere en sexy blik lijkt bovendien enigszins vertroebeld door zoals zij zelf zegt een lichte verkoudheid.

Zij bevindt zich in goed gezelschap. U2’s Bono kampte onlangs tijdens zijn optreden in Berlijn met eenzelfde probleem, Dave Grohl moest zich aan zijn stembanden laten behandelen en Eddie Vedder kon maar net zijn laatste serie optredens in Europa vervolgen. Zo vlak voor die eerste optredens zou je toch denken dat de nervositeit in lichte mate toeneemt maar dat wordt door de zangeres in alle toonaarden ontkend. Ik rook en drink regelmatig en ik durf zelfs te beweren dat ik allesbehalve zuinig met mijn stem omga. Gelukkig heeft het nooit tot afzeggingen geleid. Ook niet toen wij voor vele duizenden toeschouwers speelden als voorprogramma van Royal Blood. Natuurlijk is de verleiding groot om hier in jullie hoofdstad enige bezoekjes aan de coffeeshops te brengen. En ja, ik ben natuurlijk geen Amy Winehouse die volgens mij wel minstens dertig sigaretten per dag probleemloos afwerkte.”

Er moet heel wat gebeuren dus wil een optreden van Black Honey geen doorgang kunnen vinden. “Op een podium spelen en dan zien hoe al die jonge meiden vooraan springen in een shirt met de naam van jouw band er op. Het is altijd al een droom van ons geweest om het zover te kunnen brengen. We hebben in ons korte bestaan al overal gespeeld. Paradiso Amsterdam, Tivoli-Vredenburg in Utrecht, het Reading, Leeds en Glastonbury Festival, Metropolis Festival in Rotterdam, Ibiza en Electric Field. Binnenkort spelen we in de Electric Ballroom, een legendarische club in Camden die dit jaar het 80-jarige bestaan viert,  en waar wij al eerder als support van The Cribbs hebben gestaan. Niet normaal toch? Ook hebben we hele gave instore-optredens gedaan in de mooiste platenzaken van Europa en hebben we op festivals gestaan waar Iggy Pop en Queens of the Stone Age op hetzelfde podium na ons kwamen optreden en nu ook nog een uitgebreide headlinetour in de UK waar we over een sterk groeiende aanhang beschikken. Eigenlijk doen we alleen die dingen die we zelf echt leuk vinden.”                                                                                                                                                                                                                                                                                        Het doel, zoals dat in een eerder interview ter sprake kwam, om de muziek op BBC’s Radio 1 gedraaid te krijgen is al lang geleden bereikt en is nu vervangen door een nieuwe uitdaging. Met een ondeugende glimlach beantwoordt Izzy B. de vraag wanneer het album pas echt geslaagd is: “Wat ik met dit album echt wil bereiken is dat de jongste vrouwelijke fans van ons hun maagdelijkheid verliezen terwijl onze muziek wordt afgespeeld.” Jeroen Bakker

LIVEDATA 03/11 Bitterzoet, Amsterdam 07/11 Hedon, Zwolle

The Magpie Salute: “Met de komst van succes en geld, rijzen de ego’s de pan uit.”

The Magpie SaluteVan kraaien naar eksters. Rich Robinson begon met een handvol voormalige The Black Crows-kornuiten zonder de oude ‘bullshit’ een nieuwe band: The Magpie Salute. Na een live-debuut is er nu een volledige plaat met eigen nummers, getiteld High Water I.

Tekst Mania | Ruben Eg

In het kantoor van gitaarfabrikant Gibson aan het Amsterdamse IJ, kijkt Robinson uit het raam omlaag naar de Tolhuistuin. Een solotournee van de voormalig Black Crowes-gitarist, met de huidige Magpie Salute-zanger John Hogg als voorprogramma, bracht hem in 2015 naar Paradiso-Noord. ‘Ik probeerde al jaren om iets met John samen te doen, te spelen, toeren of op te nemen. Samen in een busje en gewoon rondtrekken was geweldig’, herinnert hij zich.

Jouw toen verschenen soloplaat, The Ceaseless Sight, was een bandalbum. Heeft solo toeren in Europa dan louter te maken met een financieel aspect?
“Nee hoor. Ik heb ook een solotour in de Verenigde Staten gedaan. Spelen zoals de nummers zijn geschreven zie ik als de ultieme test of een nummer kan overleven zonder alle bullshit er omheen. Dán is het een goede song. Terug naar het ontstaan van het liedje is heel intiem, voor mij althans. De productie na het schrijven is ook geweldig. Je kunt allerlei melodieën en instrumenten toevoegen. Maar als je dat alles weer weghaalt, hoor je de basis.”

Erg bluesy.
“Zeker. Weet je, mensen gaan vaak met een bepaalde verwachting ergens naar toe. Dat is denk ik een meer maatschappelijk fenomeen. Alles moet volgens de regels. Ja, we hebben de vrijheid om te winkelen, te zeggen wat je denkt. Maar eigenlijk rijden we op een enorme snelweg waarin alles volgens de regels gaat. Bij optredens vraag ik me soms wel eens af: wat is de bedoeling van een toegift ook al weer? En dan blijf ik maar gewoon op het podium staan en zeg ik: “Denk nu maar even in dat ik wegloop en terugkeer voor een toegift”. Want eigenlijk slaat het nergens op.”

Eerder dit jaar speelde je broer Chris akoestisch in Paradiso, omdat de helft van zijn band in Ierland was ingesneeuwd. Na een eerste teleurstelling, was het toch één van de beste shows van de Chris Robinson Brotherhood die ik zag.
“That’s cool.”

Het debuut van The Magpie Salute uit 2017 was ook zo’n verrassing. Vooral omdat het een live-plaat was.
“In 2014 werd ik uitgenodigd voor zo’n Woodstock-sessie, waar je live voor een klein publiek in de studio speelt. Ik wilde dit toch net wat anders doen. Hoe ouder ik word en hoe meer ik speel, hoe meer ik de gift waardeer om met mensen te spelen met wie je een echte connectie hebt. Het is intrigerend om te spelen met een groep die als een machine werkt. Alle losse onderdelen die als één geheel samen werken, maar waarin iedereen toch een enorme vrijheid heeft om eigen dingen te doen. Dus ik dacht: laat ik Marc (Ford, red.) eens bellen. Die heb ik niet meer gesproken sinds hij The Black Crowes verliet. Zo raar: je zit zes, zeven jaar elke dage dag samen in een bus, en opeens zijn ze weg. Hij zei meteen: “Ik kom eraan.” Zo heb ik toetsenist Eddie Harsch ook gebeld. In drie dagen speelden we zes sets; drie akoestisch en drie elektrische. Marc kwam laat binnen door vertraging met zijn vliegtuig. We hadden elkaar tien jaar niet gezien, plugde zijn gitaar in en de magie was terug.”

Vervolgens nog een korte tournee?
“We deden New York, en dat was met een paar uur uitverkocht. Eddie overleed een paar weken later. Maar we wilden toch doorgaan. Op zoek naar een bandnaam zochten we een vogel die minder donker dan een kraai is. En dus kwamen we uit op een ekster: The Magpie Salute. Want The Black Crowes was zo’n donkere band, de meest negatieve band in de wereld. Alsof je in een tornado woonde. Veel mensen werden de tornado uitgeslingerd, anderen hielden zich staande in het oog van de storm.”

Hoe kwam dat zo?
“Drugs en ego’s, vooral van mijn broer. De vis stinkt vanaf de kop. Onze relatie was altijd giftig en fout, en het werd alleen maar slechter en slechter. Dat droop omlaag naar de rest van de band. Iedereen had een agenda, tot het management aan toe. Niemand ging er goed mee om. Ik was 19 jaar toen ik Shake Your Money Maker maakte. Met de komst van succes en geld, rijzen de ego’s de pan uit.”

De controle kwijt?
“In zekere zin. Drugs, drugs en ego, drama; van alles. Iedereen had zijn eigen shit en iedereen speelde zijn eigen rol. Het was ellendig. Als we speelden was dat alles weg, voor twee uur dan. Maar daarna keerde de tornado snel terug. Het werd alleen maar erger. Terwijl het allemaal niet zo hoeft te zijn. Wij hoeven ons niet als klootzakken te gedragen. Het is nutteloos.”

Lesje van ouder worden?
“Absoluut. Ik speel solo al jaren met drummer Joe Magistro, met Sven Pipien zelfs sinds mijn zeventiende in de Crowes. Sven was niet zo’n geweldige bassist, ik niet zo’n goede gitarist. Maar we werden samen steeds beter. Toen The Black Crowes uiteen ging, had ik nooit meer zo’n klik met een bassist. Zo is het ook met Joe en indertijd met Mark in de Crowes. Zij voegen altijd iets perfects toe aan wat ik had geschreven. Vorig jaar leerden we 220 songs; covers van The Free, Humble Pie en Big Star, zo’n 80 Crowes-nummers en liedjes van mijzelf. Ik vond het fascinerend hoe deze band alle kanten op kon gaan.”

War Drums vind ik fantastisch gedaan op het debuutalbum. Wie speelt de gitaarsolo? Jij of Marc?
“Eeeeeh. Ik denk dat ik het ben. Precies weet ik het niet. Want we hebben toen zo veel opgenomen. (lacht) Ken je het origineel van War? Die band had zo’n fantastische ritmesectie, met blazers. Onze versie is wat meer trippy.”

Sister Moon is mijn favoriete nummer van High Water I. Het brengt zo’n enorme rust over.
“John en Marc hebben dat nummer geschreven. Zij kwamen tien dagen naar mijn huis in Nashville om liedjes te schrijven. We gooiden gewoon alles wat we hadden op tafel. Marc en John waren een keer laat bezig, toen Marc hem een akkoord liet horen. Die nacht maakte John er een pianopartij en tekst bij. Het had daarop helemaal geen gitaar meer nodig. Normaal zou je er strijkers aan toevoegen, maar ik dacht: laten we een pedalsteel doen die lijkt op strijkers. Het resultaat verraste mij enorm. Ik vind het zelf ook één van de mooiste nummers van de plaat.”

LIVEDATA 21/11 Poppodium 013, Tilburg 22/11 TivoliVredenburg, Urecht 28/11 Doornroosje, Nijmegen