Fontaines D.C. – Dogrel

In de voetsporen van IDLES en Shame is Fontaines D.C. een van de meest sensationele bands van het moment. Het vijftal uit Dublin wist in korte rijd een live-reputatie op te bouwen tot ver buiten de stadsgrenzen. Ze maakten grote indruk op Eurosonic en SXSW. Hun postpunk is net zo vaak poëtisch als onstuimig. Zanger Grian Chatten heeft het perfecte gruizige stemgeluid voor zijn cynische teksten, over teleurstelling en uitzichtloosheid in Ierland anno nu.
Het nummer Too Real is de hit, maar eigenlijk staat geen zwakke broeder op dit debuutalbum.

De albumtitel Dogrel verklaard door gitarist Conor Curley: ‘Het is een woord voor oud-Ierse poëzie die veel herhaling gebruikt en humor niet schuwt, dat meestal wordt geassocieerd met de working class. En het wordt ook gebruikt om iets slechts te beschrijven: a piece of dogrel. Dat beschrijft onze muziek perfect.’ Fontaines D.C. neem zichzelf dus niet al te serieus. Deze band gaat 2019 nog kleur geven. (Erik Damen/Mania)

Meer van dit soort reviews lezen: check Mania Magazine

Weyes Blood – Titanic Rising

Weyes Blood – Titanic Rising (SubPop/Konkurrent)

Onder haar pseudoniem Weyes Blood timmert Natalie Mering al een aantal jaren aan de weg, zonder door te breken naar een groter publiek. Daar kan met haar laatste worp Titanic Rising weleens rap verandering in gaan komen. De Californische verkeert in grootse vorm.

Ze maakt nog altijd eigenzinnige muziek zonder een knieval voor de commercie, maar het klinkt allemaal wat ambitieuzer dan voorheen. Laten we het zo maar noemen. De heerlijke gedateerdheid die de plaat kenmerkt maakt ‘m juist zo aantrekkelijk. Want horen we bijvoorbeeld niet om de haverklap vlagen van The Carpenters voorbij komen? Som zelfs meer dan vlagen.

Doordat Mering de kans kreeg met meer muzikanten te werken, zoals violisten, en er meer tijd was om te experimenteren en grote ideeën vast te leggen klinkt Titanic Rising groots en meeslepend. Niet alleen de jaren 70 galmen na, ook de jaren 80 zijn terug te horen. Er is geëxperimenteerd, door twee bandopnemers aan elkaar te verbinden. Dat leidde tot een intense feedback die overal verstopt is op de plaat. De spookachtige sfeer is daar een gevolg van.

Natalie Mering heeft de neiging bepaalde vormen van nostalgie te koesteren, zonder dat ze het doel heeft ideeën uit de jaren 70 te kapen. Zonder dat ze zich vast wil klampen aan ‘die goede ouwe tijd’ doet ze dat wel enigszins en dat levert dan zo’n prachtig album op. Pieter Visscher

LIVEDATA 29/04 Paradiso, Amsterdam 04/05 Botanique, Brussel

Circa Waves – What’s It Like Over There?

Circa Waves – What It’s Like Over There?

Het uit Liverpool afkomstige Circa Waves brengt met What’s It Like Over There? hun derde album uit. De band brak door toen ze in 2014 in het voorprogramma van The Libertines toerden en met hun debuut Young Chasers de aandacht op zich wisten te vestigen. Vele optredens – o.a. op festivals van naam zoals Glastonbury en Reading – maakten van de band een hecht gezelschap en dat was goed te horen op de opvolger Different Creatures. Die plaat schopte het tot in de Britse top 10 en van het nieuwe album wordt dan ook veel verwacht.

What’s It Like Over There? werd vlot opgenomen onder productionele leiding van Alan Moulder (Foals, the Killers). Ook hier grossiert de band pakkende popsongs waarin deze keer ook invloeden komen uit de r&b. En als je uit Liverpool komt is die ene band nooit ver weg… Luister maar eens naar het nummer Times Won’t Change Me en je hoort de invloed van de Fab Four. Alles staat in dienst van het liedje en dat maakt ook deze plaat weer een fijn vervolg. (Bert Dijkman/Mania)

Yola – Walk Through Fire

yolaYola – Walk Through Fire (Easy Eye Sound/Warner)

Wanneer je leest dat Dan Auerbach heeft meegeschreven en achter de knoppen heeft gezeten bij het tot stand komen van een album weet je eigenlijk al dat er een bepaald kwaliteitsstempel op zo’n plaat zit. En als hij ook nog eens allerlei gitaren om zijn nek heeft gehangen en her en der wat percussie voor zijn rekening genomen heeft, is al helemaal duidelijk dat je je geen buil gaat vallen aan zo’n product.

Auerbach kennen we natuurlijk als de grote man van The Black Keys. De bluesrockformatie die al een poosje weinig van zich heeft laten horen en dat heeft dan weer alles te maken met dit soort nevenactiviteiten.

Yola is nog betrekkelijk onbekend in het circuit, terwijl ze furore maakte als achtergrondzangeres in Massive Attack en zong in de Britse country- en soulformatie Phantom Limb. Die elementen zijn meegenomen op Walk Through Fire, dat het solodebuut betekent voor Yolanda Quartey, wat haar volledige naam is.

De plaat opent fenomenaal met Faraway Look, dat een van de fraaiste nummers is die dit jaar zijn verschenen. Niemand minder dan Dusty Springfield wordt naar de kroon gestoken. Dit gaat veel verder dan slechts schatplichtig zijn aan iemand, maar als het zo briljant wordt neergezet, zal good old Dusty zich niet omdraaien in haar graf. Integendeel.

Het moet gezegd dat we met Faraway Look meteen het sterkste lied op Walk Through Fire te pakken hebben. Niettemin worden we nog steeds verwend met de allerfijnste countrysoul die we maar konden wensen. Niet in de laatste plaats door die heerlijke, warme stem van Yola. Pieter Visscher

Spidergawd – V

spidergawdSpidergawd – V (Crispin Glover Records/Konkurrent)

Alsof Motorpsycho al geen productieve band is, gooit de ritmesectie van die Noorse formatie er met het volledig uit de hand gelopen zijproject Spidergawd ook het ene na het andere album uit sinds 2014. Zonder aan kwaliteit in te boeten, want ook dit V knalt weer aan alle kanten. Inmiddels is overigens alleen drummer Kenneth Kapstad nog actief geweest in Motorpsycho. Het werd allemaal toch een beetje te veel voor bassist Bent Sæther. En zo gek is dat niet.

Grootste wapen van de band is nog altijd zanger/gitarist Per Borten, die over een strot beschikt waarmee hij probleemloos het behang van de muur schreeuwt en de schrootjes van het plafond – ook bij de buren. Met die verwoestende rockstem trekt hij elke song naar een hoger plan, terwijl baritonsaxofonist Rolf Martin Snustad in dezen ook niet moet worden uitgevlakt. Snustad is meer dan slagroom in de soes en ook veel meer dan satésaus op de berenhap. Hij trapt V af met een fijne saxofoonsolo, in het heerlijk gejaagde openingsnummer All And Everything. Spidergawd heeft er patent op.

Al eerder constateerden we dat Spidergawd niet onderdoet voor Queens Of The Stone Age en op de vijfde leg presteren ze dat andermaal. Wanneer je de aanstekelijke mix van metal, stoner en blues, waarin de jaren 70 nagalmen, beluistert op die vijf platen, vraag je je hardop af waarom de band nog geen headliner is op de grootste festivals ter wereld en eerdergenoemd QOTSA wel. Waren de bandleden van Spidergawd in Amerika geboren en die van QOTSA in Noorwegen hadden de rollen zo maar eens omgedraaid kunnen zijn. Ja, zo rollen wij op die verdwaasde aardbol van ons.

Enfin, wie fan is van bands als Soundgarden, Led Zeppelin, Black Sabbath en dus ook van Queens Of The Stone Age en nog nooit van Spidergawd heeft gehoord: rén richting platenboer en schaf ze maar aan die albums. Alle vijf! Of pak de fiets natuurlijk. Pieter Visscher

 

 

The Lemonheads – Varshons 2

the lemonheadsThe Lemonheads – Varshons 2 (Fire Records/Konkurrent)

Tien jaar geleden had coverkoning Evan Dando daar ook al zin in; gewoon een plaat opnemen met nummers die hem na aan het hart liggen. Samen met die anderen van The Lemonheads, de band die de nodige bezettingswisselingen onderging sinds de start in 1986. Dando en consorten hebben altijd wel hun eigen draai gegeven aan nummers van andere artiesten. Ze zijn er in feite groot mee geworden (Simon and Garfunkels Mrs Robinson – 1992).

Op Varshons namen The Lemonheads onder meer Leonard Cohen, Wire, de knettergestoorde G.G. Allin, Christina Aguilera (Beautiful), Randy Alvey & The Green Fuz en Sam Gopal onder handen. Ook op Varshons II worden niet al te gek veel platgewalste coverpaden bewandeld.

Zo opent het album met het zoetsappige Can’t Forget, afkomstig van Yo La Tengo’s album Fakebook, dat in de uitvoering van The Lemonheads minstens zo zoet wordt opgediend. Die vlieger gaat ook op voor wat betreft Settled Down Like Rain van The Jayhawks. Opnieuw blijft Dando verdomd dicht bij het origineel. Maar het is mooier, hij legt meer gevoel in de song. Dat geldt bovendien voor Old Man Blank, oorspronkelijk van The Bevis Frond (wie kent ze niet?), dat daarnaast iets pittiger wordt.

Heel stiekem is elke versie van favoriete liedjes die Evan Dando met zijn Lemonheads heeft opgenomen net wat lekkerder dan het origineel. Dat geldt ook voor de uitvoering van – en misschien is dat wel een beetje vloeken in de kerk – Nick Cave & The Bad Seeds’ Straight To You.

De enige dissonant is afsluiter Take It Easy van The Eagles, dat altijd een zouteloos softrockliedje is geweest en tóch wordt-ie lekkerder als Dando er met zijn klauwen aan heeft gezeten. Varshons II is een heerlijke laidbackplaat, die geen Lemonheads-fan teleur gaat stellen. Pieter Visscher

LIVEDATUM 09/03 Reflektor Club, Luik

Bob Mould – Sunshine Rock

bob mouldBob Mould – Sunshine Rock (Merge Records/Konkurrent)

Je weet opeens weer hoe groot ons eigen Shocking Blue nog altijd wereldwijd is wanneer de legendarische Bob Mould een nummer van die band covert. Send Me A Postcard krijgt op Moulds nieuwe worp Sunshine Rock een typische Mould-behandeling. Net zo furieus als dat hij uit de startblokken komt op dit meesterlijke album.

Dat opent met het titelnummer en eigenlijk weet je dan al dat het goed zit met die andere elf tracks. Mould verhuisde vanuit Amerika naar Berlijn, uit onvrede met de komst van Donald Trump, en ook hij vond daar de inspiratie die zovelen vinden en vonden in de fantastische Duitse hoofdstad. Mould, achter in de 50, glanst als nooit tevoren en klonk hij ooit energieker? Neem een track als What Do You Want Me To Do, gejaagd en positief opgefokt, en met een boodschap aan een geliefde. Het had sikkeneurig kunnen worden, wanneer je de tekst een beetje doorgrondt, maar Mould zingt het met een enthousiasme waardoor je er een heus liefdeslied in kunt horen. Waarachtig. Ja, de lente hangt in de lucht.

Ook in Nederland, waar Mould de boel nog wat extra opvrolijkt met het minstens zo gejaagde en pakkende Sunny Love Song, een nummer om smoorverliefd op te worden en die om de repeatknop schrééuwt. Zó lekker.

Toen Mould in de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw groot werd met zijn bands Hüsker Dü en Sugar had je eigenlijk niet kunnen bevroeden dat hij solo nog altijd zo intens zou kunnen klinken, zo veel jaren later. Want dat doet hij. Intens klinken, je continu bij de les houden met onversneden punkrock, naar grote hoogten gestuwd door die gruwelijk lekkere strot van Mould. Wat een feest deze plaat! Pieter Visscher

LIVEDATUM 12/03 Het Depot, Leuven

J.S. Ondara – Tales of America (Verve Forecast / Universal Music

J.S. OndaraDe vorige generaties zouden deze stem waarschijnlijk een “nachtegaaltje” noemen, een pareltje. Hoe dan ook, de stem van J.S. Ondara doet zeer positief verbazen. Wat een ontdekking en 2019 is nog maar net begonnen. Een sensatie dan maar, waar je niet aan voorbij kunt gaan.

J.S. Ondara is geboren in Nairobi, Kenia. Zijn familie behoorde niet bij de gegoede klasse: het dagelijks krijgen van een maaltijd en het hebben van een dak boven je hoofd was al heel wat. J.S. schreef graag liedtekstjes op de basisschool en toen hij via een klasgenoot hoorde van en over Bob Dylan, wist hij het zeker: singer/songwriter in Amerika was het ultieme doel.

Hoe hij ooit bij z’n tante in Minneapolis is terecht gekomen vertelt het verhaal niet. Wel dat hij zichzelf leerde gitaar te spelen, want een instrument ontbrak nog in de visie van Ondara. Een jonge man die weet wat hij wil. Via optredens in plaatselijk clubs, de lokale radio werd Ondara ontdekt en kreeg hij een platencontract.

De komende tijd on tour in het voorprogramma van Lindsey Buckingham. Tales Of America bevat elf verhalen van wonderschone klasse. Niet raar kijken als Buckingham in het voorprogramma van J.S. Ondara gaat optreden. Sprookjes bestaan nog, Tales of America. Tekst Mania | Wim Velderman

LIVEDATUM 20 april Motel Mozaique Festival, Rotterdam

Yola – Walk Through Fire (Easy Eye Sound / Warner Music)

YolaOp het mooiste kruispunt van de popmuziek, die tussen Country en Soul, gelegen ergens in de driehoek Memphis-Nashville-Muscle Shoals, waren de geesten van Percy Sledge, James Carr en Elvis Presley anno “From Elvis In Memphis” nog flink rond.

Yola Carter, ooit zangeres van Phantom Limb, ontmoette er Dan Auerbach die op zijn beurt legendes als Bobby Wood, Charlie McCoy en grootmeester Dan Penn meenam. Gezamenlijk zetten zij zich aan het werk om Yola’s solodebuut te maken. De Engelse zangeres kende genoeg ellende in haar leven om een hoop pijn van zich af te kunnen zingen.

Een gewelddadige relatie, dakloos zijn, en een afgebrand huis vormen de inspiratie voor een album dat varieert van het georkestreerde grote gebaar van Faraway Look, tot aan het heerlijk voortkabbelende Ride Out In The Country. De eenzame pedal steel tegenover de soulvolle blazers, de achtergrond twang van Vince Gill (in Keep Me Here) tegenover de diepe, rauwe blues van Yola’s enorme stemgeluid, in alles komt hier het beste van twee werelden tezamen.

Auerbach weet in zijn productie altijd een fraaie vintage feel neer te leggen, die naadloos past bij het tijdloze materiaal. Aan alle gebroken harten, dolende zielen en eenzame zwervers, wanhoop niet meer, The Queen Of Countrysoul has arrived…. Tekst Mania | Jurgen Vreugdenhil

Bonobo – fabric presents (fabric)

BonoboRuim twee jaar geleden bracht Simon Green, beter bekend als Bonobo, zijn zesde album uit. Migration was, net als doorbraakalbum North Borders uit 2013, doorspekt met melancholieke downtempo elektronica, aangevuld met exotische geluiden en zang.

Op Fabric Presents Bonobo presenteert de Britse multi-instrumentalist maar liefst 22 tracks. Fabric is een befaamde nachtclub in London, waar duizenden bezoekers zich wekelijks muzikaal laten meenemen door noemenswaardige artiesten als Joris Voorn, Marcel Dettmann, Dave Clarke en Ben Klock. Green werd gevraagd om uit naam van de uitgaansgelegenheid een plaat te creëren, passend bij hun sfeer en muzikale uitstraling.

Op deze zevende langspeler komt een breed scala aan zowel instrumenten als stijlen voorbij. Zoals we mogen verwachten van kunstenaar Green. Ambient, triphop, house, techno. Dansbaar, hypnotiserend, zweverig, organisch. Vol samenwerkingen, remixen en nieuw materiaal van de meester zelf. Een ode aan de elektronische muziek, een kleine 75 minuten lang. Tekst Mania | Jelle Teitsma