Oscar Benton – I’m Back

Oscar BentonDe nieuwe cd van Oscar Benton heet I’m Back. Goede titel, omdat Benton’s laatste cd al dateert van een aantal jaren geleden. En een slechte titel, omdat Benton eigenlijk nooit is weg geweest. Maar al met al een passende titel voor dit bijzondere project. Want zo mag I’m Back wel genoemd worden.

Bluesbroeder Johnny Laporte (Barrelhouse) heeft zich met succes ten doel gesteld Oscar Benton nog een keer in de spotlights te zetten. Bijzonder is dat de zang van Benton opgenomen is in het verzorgingstehuis waar Oscar tegenwoordig woont. Laporte heeft dat voor zijn rekening genomen, zoals hij ook de drijvende kracht was achter het hele project. Hij was verantwoordelijk voor het leeuwendeel van het gitaarwerk en speelt ook bas op een aantal nummers.

Andere vaste krachten zijn Erik Schuurman (gitaar, bas, toetsen, banjo), Martijn Bosman en Jaap Jan Schermer (drums) en Rob van Donselaar (toetsen). Laporte schreef ook tien van de twaalf nummers. De twee nummers die niet geschreven zijn door Laporte zijn remakes van nummers de Benton eerder al eens heeft opgenomen. Naast Blue Blues Singer is dat Bensonhurst Blues, de grote hit van Oscar Benton uit de film Pour la peau d’un flic (met Alain Delon). Op deze cd krijgt Bensonhurst Blues, waarvan eerder al allerlei remixen zijn verschenen, onder de titel Bensonhurst Blues Revisited een uitvoering met strijkers. De cello en de bijna krakende spreekzang van Benton geven het nummer een ingetogen, een beetje Tom Waits-achtige klank.

Ook het openingsnummer Benjamin Wilder ademt dezelfde sfeer: rustig slepend, snufje Calexico/Neil Young en ook hier weer een vleugje Tom Waits. Het is niet alles ingetogenheid en rust dat de klok slaat op I’m Back. Bo Didley zou zich niet schamen voor de beat op Like A Howlin’ Wolf en op gitaar pakt Laporte hier flink uit. We horen hier geen oude bluesman, maar een fel rockende bluesrocker, die zijn strot nog eens flink open doet om over de gitaar heen te komen.

Op de volgende track – My Heart Skips A Beat – gaat de voet van het gas en legt de band een soepel en ingetogen shuffeltje neer. Het geeft Benton de kans op fraaie wijze het woord te doen. Fuzz ’n Fight is fors opgetuigd met backing vocals en wederom een cello (Juna Schurman). En wie weet hebben ze het Farfisa-orgeltje van Doug Sahm wel geleend; of anders misschien wel de Philicorda van Rob Hoeke (†6 november 1999).

Het vette Barrelhousegeluid, waarvoor Laporte verantwoordelijk is, spat uit de speakers bij Better Stop Cryin’. Van Donselaar (piano) en Ruben Hoeke (sologitaar) mogen helemaal los gaan. Jammer van de suffe fade out. Brown Eyes en Old, But Happy zijn stemmige afsluiters van dit gevarieerde en eerlijke album dat Benton nog een keer de kans geeft zijn stem te laten horen. Dat alles onder het motto: “Niet somberen en bij de pakken neerzitten maar nog een keer gáán!” In januari wordt het album officieel gepresenteerd. De pre-releaseparty was eind november in Benton’s verzorgingstehuis. Laatste nummer en slotwoord: “Old, But Happy”. Tekst Mania | Fons Delemarre

Robert Finley – Goin’ Platinum!

Robert Finley Ze zijn er nog. Groot geworden met gospelmuziek in het diepe zuiden van de VS, en genoeg meegemaakt om zich de blues helemaal eigen te maken. Dat geldt zeker voor Robert Finley. Jarenlang leider van de streetgospel groep Brother Finley & The Gospel Sisters en zijn boterham verdienend met timmermanswerk.

Na volledig blind te zijn geworden, debuteert hij op 62 jarige leeftijd met Age Don’t Mean A Thing in 2016. Die plaat wordt ook opgemerkt door Dan Auerbach, die ondanks zijn wel heel luchtige LP Waiting On A Song nog wel degelijk Finley intense Soulblues weet te waarderen. Nu dan op diens nieuwe Easy Eye label komt Finley met een opvolger die zowel zijn diepe Southern Roots recht doet als de ruige gitaarsound waar Auerbach bekend om staat.

Qua stemgeluid doet Finley nog het meeste denken aan Clarence Carter, ook al iemand die intensiteit en machismo perfect wist te combineren. Finley grijpt hoorbaar zijn kans en spoort zijn luisteraars aan hetzelfde te doen, wat het ook is. Wrap It Up In Bacon And Fry It In A Pan is de goede raad in opener Get It While You Can. Vermelding verdient ook het perfecte dameskoortje, alsof The Sweet Inspirations weer achter Elvis staan. Het gloedvol, in falsetto gezongen Honey Wine is de afsluiter van het album waarmee Finley zich na een zwaar leven volledig in de schijnwerpers zingt. Tekst Mania | Jurgen Vreugdenhil

David Ramirez – We’re Not Going Anywhere

David_RamirezDavid Ramirez – We’re Not Going Anywhere (Sweetworld / Bertus)

Singer-songwriter David Ramirez heeft nooit onder stoelen of banken gestoken dat hij is geïnspireerd door Ryan Adams en dat is op zijn vierde album We’re Not Going Anywhere goed te horen. Dit album is dan ook een moetje voor de liefhebber van donkere countryblues. Maar niet alleen voor hen, want dit is misschien wel zijn meest avontuurlijke plaat tot nu toe. Een aantal nummers heeft namelijk een heerlijk popsausje, dat af en toe lekker 80’s aandoet: The War On Drugs meets Ryan Adams.

Met zijn gemengde achtergrond – half Amerikaans, half Mexicaans – heeft Ramirez voldoende stof om over te schrijven. Het politieke klimaat in de VS is op z’n zachtst gezegd niet gunstig voor mensen met een migrantenachtergrond. Het heeft het oeuvre van Ramirez geen kwaad gedaan, want We’re Not Going Anywhere ademt een gevoel van nostalgie, waardoor het zeker niet ongemerkt voorbij zal gaan. Qua vertelkunst en eenvoud, steekt Ramirez Springsteen met deze verzameling van tien liedjes naar de kroon. Dat de nummers zijn gebaseerd op waargebeurde verhalen, maakt ze niet alleen geloofwaardiger, maar zorgt ervoor dat ze echt binnenkomen en in no time onder je huid kruipen.

Neem Time, dat begint met een eenvoudige piano die steeds meer bijval krijgt, waarna Ramirez zich afvraagt wie op dinsdag een drankje met hem wil drinken, hoewel er morgen weer gewerkt moet worden. Het klinkt luchtig, maar het nummer is zo opgebouwd, dat de ledigheid zich opdringt, zonder dat het beklemmend wordt. Single Watching From A Distance is ook een goed voorbeeld. In plaats van wanhoop pleit het nummer ervoor om natuurlijke verbindingen aan te gaan en dus in feite om de draad op te pakken, van voordat het een warboel werd.

Het album ademt rust uit en vertrouwen dat het allemaal wel goed komt, door een beroep te doen op een gevoel van heimwee naar betere tijden. Deze boodschap is verpakt in een mix van folk, blues en pop met de ziel van country. En uitstekend geproduceerd ook. Tekende Ramirez op zijn vorige albums nog zelf voor de productie, voor We’re Not Going Anywhere trok hij Sam Kissirer aan, die o.a. werkte met Josh Ritter en het resultaat is een verzameling prachtig donkere ballads. Samenvatting: prachtplaat! Tekst Muzine | Theo Stepper

Liefhebbers luisteren naar Pinguin Pluche.

LIVEDATA 02/02 Q Bus, Leiden 04/02 Metropool, Hengelo

Darlene Shrugg – Darlene Shrugg

darlene shruggDarlene Shrugg – Darlene Shrugg (Upset The Rythm/Konkurrent)

Vier dames, één man, vier Canadezen, één Amerikaan. Het resultaat is een dampende rock-’n-rollplaat – hun debuut – met de voeten stevig verankerd in klassieke rock uit de jaren zeventig. Van de pop van Cheap Trick, via de overprikkelde gekte van Sparks, de melodie van Thin Lizzy, de gillende gitaar van Brian May, de intensiteit van Black Sabbath tot en met de stampende ritmes van Deep Purple; je hoort het allemaal voorbij komen in deze vet klinkende energieke plaat. En er worden natuurlijk heel veel noten gespeeld.

Absolute troef is de afwisselende zang tussen de dames in de band – die de strot regelmatig stevig opentrekken – en de enige man in het gezelschap, dat vanuit Toronto opereert. Die afwisseling markeert ook mooie wendingen in de nummers: stevige gitaarsongs met een gezond popgevoel. Natuurlijk is er die adempauze, in liedje Strawberry Milk zet een oude synth de toon voor een psychedelisch uitstapje waar Darlene Shrugg even op de gevoelige snaar mikt, tot de onvermijdelijke ruige wending volgt…. Alles is heerlijk opgenomen en knalt uit je speakers. Een plaat het checken waard! Tekst Muzine | Wim du Mortier

Tyler Childers – Purgatory

Tyler-ChildersTyler Childers – Purgatory (Hickman Holler Records/Bertus)

In de Verenigde Staten is het debuutalbum van de uit Kentucky afkomstige Tyler Childers (26) al een grote hit en het lijkt een kwestie van tijd dat ook Europa gaat vallen voor het geluid van de Amerikaan, die met Purgatory (vagevuur) een altcountryalbum heeft afgeleverd om u tegen te zeggen.

Niet alleen de schoonheid van de songs is groot, minstens zo belangrijk is het stemgeluid van Childers, dat warm is, emotioneel geladen en soms wat aan dat van Pearl Jams Eddie Vedder doet denken.

Tyler Childers is een singer-songwriter die producersduo Sturgill Simpson en David Ferguson (Johnny Cash, Dan Auerbach, Iris DeMent) inschakelde om Purgatory links en rechts wat bij te schaven en dat legt de sound geen windeieren. Simpson doet ook mee, op gitaar en zang, evenals gepokt en gemazelde artiesten uit de wereld van de americana, zoals Stuart Duncan (fiddle), Miles Miller (drums) en Russ Pahl (akoestische, elektrische en pedalsteelgitaar). In het swingende titelnummer eist een viool de aandacht op.

Van melodieuze tracks als Universal Sound en Whitehouse Road druipt de klasse af, terwijl sowieso een hoog niveau wordt gehaald op Purgatory. Tyler Childers mag dan nog maar 26 zijn, hij klinkt alsof-ie er al een heel leven op heeft zitten. Het is prachtig. Pieter Visscher

LIVEDATA 25/01 Zonnehuis, Amsterdam 27/01 Rotown, Rotterdam

Echotape – This Could Be Anything

echotapeEchotape – This Could Be Anything (Gentlemen Recordings/Bertus/V2) 

Echotape bracht in 2016 het geslaagde album Wicked Way uit, dat zowel in thuisland Engeland als bij ons goed werd ontvangen. Minder dan een jaar later laten ze al weer nieuw materiaal op ons los.
Voor de ep This Could Be Anything hebben ze de hulp ingeroepen van producer James Lewis, die eerder tekende voor geslaagde plaatjes van bijvoorbeeld Arctic Monkeys en The Wombats. En hoewel de muzikale ingrediënten van Echotape (een catchy en meezingbaar refrein, lekkere melodie en een compacte gitaarsound) hetzelfde zijn gebleven, klinkt de band op This Could Be Anything als herboren.

Opener Forget It, tevens de eerste single van de ep, is een extreem aanstekelijk nummer dat vanaf de eerste luisterbeurt blijft hangen. In de regionen van Circa Waves of Kings of Leons Sex On Fire: een energieke indierocker die het goed zal doen op elk willekeurig festival.
Tweede track Out Of Love is een even catchy track, die wat bombast betreft refereert aan The Killers en niet zou misstaan als tweede single. Ook Don’t Want Anything is vintage Echotape, een fist in the air indie anthem. Afsluiter 4AM is een meer ingetogen alt-popballad, waarmee de band haar diversiteit laat zien.

Op This Could Be Anything heeft Echotape duidelijk nieuwe energie gevonden. Een mooie voorbode voor hun nieuwe album in 2018! Tekst Muzine | Ger van Toorenburg

Liefhebbers luisteren naar Pinguin Pop.

Sumie – Lost In Light

SumieSumie – Lost In Light (Bella Union)

De Zweedse singer-songwriter Sumie bracht in de laatste maand van 2013 haar titelloze debuut uit. Dat is zeker niet het beste moment voor een release, maar gelukkig trok de plaat die nadrukkelijk teruggreep op de Amerikaanse psychedelische folk uit de jaren 60 flink wat aandacht. Het debuut van Sumie was in de meeste tracks uiterst sober en bijna verstild, maar werd in een aantal tracks prachtig ingekleurd door pianist Dustin O’Halloran en componist Nils Frahm. Dit keer werkt Sumie samen met een aantal Zweedse muzikanten en de Amerikaan Peter Broderick. Ook Lost In Light is een behoorlijk ingetogen plaat met vooral folky songs, maar vergeleken met zijn voorganger is de tweede plaat van Sumie net wat rijker en veelzijdiger ingekleurd. Het komt de mooi verzorgde songs van de Zweedse singer-songwriter zeer ten goede. Lost In Light komt wat makkelijker tot leven dan zijn voorganger en betovert met even intieme als wonderschone songs vol bezwering, prachtige accenten en vocalen die iets met je doen. Tekst Mania | Erwin Zijleman

Liefhebbers luisteren naar Pinguin Pluche.

LIVEDATA 06/03 Chez Pias, Brussel 07/03 Manuscript, Oostende 21/04 Nordic Delight, Amsterdam

 

Cut Copy – Haiku From Zero

Cut Copy – Haiku From Zero (Astralwerks)

Cut Copy is en blijft een rake naam voor deze formatie uit Melbourne, Australië. Ook hun nieuwe plaat Haiku From Zero klinkt als een mash-up van pak ‘m beet 40 jaar dansrijpe elektronische pop. Ze knippen stukjes muziek uit het verleden en plakken het met een goed gevoel voor de huidige trends weer in elkaar. Overgoten met hun eigen vet klinkende sausje en pop-intelligentie.

Daar komt geen baanbrekende elektropop uit voort, maar vooral tracks waarin de referenties voor het opscheppen liggen. Maar het levert desondanks wel een ideale soundtrack op voor euforische momenten tijdens een mooie nazomer, want deze Australische boys hebben een perfect gevoel voor lekkere poppy danstracks, fijne sferen en prachtige baslijnen.

Haiku From Zero zweeft ergens tussen de sferen van Hot Chip tot en met Tame Impala. Maar natuurlijk ontbreken ook de lijntjes naar de synthpop van de jaren tachtig niet. In een nummer als Black Rainbows bijvoorbeeld zijn Human League, Heaven 17 of Duran Duran nooit ver weg. Net zo goed als de house uit de jaren negentig weer een herbewerking krijgt in Memories We Share.

Uptempo Airborne met z’n slap-bas en rare sampletjes lijkt een regelrechte quote uit het oeuvre van Basement Jaxx. Andere tracks tappen dan weer in op eigentijdse collega’s van Cut Copy. Stars Last Me A Lifetime heeft het dromerige dansgevoel van Tame Impala. En met je ogen dicht hoor je toch Hot Chips Alexis Taylor na de omwenteling in Airborne? De stem van zanger Dan Whitford lijkt ijselijk veel op die van zijn Engelse collega. Zoals alles van Cut Copy wel op iets lijkt. En toch weten ze als geen ander van al die bestanddelen opnieuw een onweerstaanbaar lekker plaat te maken. Tekst Muzine | Wim du Mortier

Beliefs – Habitat

beliefsBeliefs – Habitat (Outside Music / V2)

Inktzwarte plaat vol rudimentair klinkende composities; en laat dat nu net de charme zijn van Beliefs, een duo uit Toronto. Voor de Canadezen is dit het derde album en ze slaan hiermee rigoureus een andere weg in.

Het was shoegaze, het is nu compromisloze postpunk van de zwartgalligste soort.

Habitat klinkt uitgekleed. Deze ‘wave’ heeft geen eindeloze reverb nodig om drama te maken; de tonen in stemmig mineur spreken voor zich. Met een simpel instrumentarium van bas, gitaar en drums met misschien een enkel synthlijntje als earcandy doet deze band meer dan menig collega bandje. Een enkel nummer drijft met name op een bassynth. De sound is knap geconstrueerd en een van de aantrekkelijke punten van Habitat. Het duo kreeg daarbij hulp van Leon Taheny (werkte met Death From Above 1979 en Owen Pallet) en Holy Fuck’s Graham Walsh, die de plaat mixte.

De aanpak van Beliefs levert heerlijk zuigende nummers op als opener 1994All Things ConsideredCatholic Guilt en Half Empty. Je hoort invloeden terug van én noise en avantgarde uit de jaren tachtig en negentig, maar ook sferen die doen denken aan Massive Attack en Portishead in hun meest duistere momenten. Het duo Jesse Crowe en Josh Korody vertelt ook in interviews dat zij zich door die sferen laten inspireren, alsmede door tijdgenoten als Suuns. Daar komt vast ook de experimenteerdrift vandaan, die in enkele composities ruim baan krijgt. Maar jammer genoeg wordt juist bij die tracks pijnlijk duidelijk dat ze toch van een ander kaliber zijn dan bijvoorbeeld Suuns. Die nummers doen licht afbreuk aan een voor het overige boeiende plaat. Tekst Muzine | Wim du Mortier

 

Belle & Sebastian – How To Solve Our Human Problems

belle and sebastianBelle & Sebastian – How To Solve Our Human Problems (Matador)

Belle & Sebastian komen met drie nieuwe ep’s, onder de titel How To Solve Our Human Problems. De eerste ligt nu in de winkels, deel 2 komt 19 januari en deel 3 op 16 februari. In februari verschijnt dan ook het geheel op cd en is er een limited edition vinylboxset. I’ll Be Your Pilot is de nieuwe single afkomstig van How To Solve Our Human Problems Part 2 en is de opvolger van We Were Beautiful van de eerste ep, die 8 december is verschenen. Elke ep telt vijf nieuwe Belle & Sebastian-nummers en deze zijn uiteindelijk verzameld fysiek verkrijgbaar op onder andere 3 x 12” vinyl.

In 1997 debuteerde de band al eens met een serie ep’s en dit wordt nu herhaald met deze serie nieuwe songs. In de nieuwe nummers van Stuart Murdoch staat de geboorte van zoon Denny centraal. Het vaderschap is nieuw in zijn leven en dat geeft genoeg inspiratie voor een aantal liedjes dat vooral thuis werd opgenomen. Werken in Glasgow gaf de groep vrijheid, zonder de druk van een nieuw album te moeten produceren. Ze kregen hulp van allerlei vrienden en konden naar hartenlust experimenteren.

Voor de hoes werden vijftig fans gefotografeerd door Murdoch in Belsize Park in Noord Londen en ook kregen zij de vraag How do you solve your human problems? 19 februari 2018 komt de band naar Nederland voor een speciaal optreden in Carré, Amsterdam. Tekst Mania | Bert Dijkman

Liefhebbers van Belle & Sebastian luisteren natuurlijk naar Pinguin Pluche.

LIVEDATA 05/02 De Roma, Antwerpen 19/02 Carré, Amsterdam