FEET – What’s Inside Is More Than Just Ham

FEET – What’s Inside Is More Than Just Ham (Clapped Records/DRG Music)

Een album met frisse, catchy, beklijvende en kwalitatief hoogstaande popmuziek met een broodnodig kartelrandje. Dat je na één luisterbeurt al weet te overtuigen. Zo’n plaat hadden we al een tijdje niet voorbij horen komen. En dan is er opeens FEET met What’s Inside Is More Than Just Ham. Zo’n lange titel? Daar waren we ook wel weer eens aan toe.

De vijf van FEET kwamen twee jaar terug met elkaar in contact tijdens hun studie aan de universiteit van Coventry. Pientere knapen derhalve en die slimheid is terug te horen op What’s Inside Is More Than Just Ham.

Daarop tien songs die een aantal decennia Britse popmuziek bij elkaar brengen. De invloeden zijn talrijk. Want we horen onder meer The Kinks, Blur, The Jam en The Clash. Britpop ontmoet indiepunk zeggen ze zelf en die omschrijving snijdt hout.

Wie Petty Thieving, de óverheerlijke single die als voorloper van dit debuutalbum verscheen, voorbij hoorde komen op Pinguin Radio wist eigenlijk al genoeg. Wanneer je zo’n steengoed indierockliedje kunt schrijven, moet de rest van de plaat ook een hoog niveau kunnen halen. En dat is gebeurd.

De productie van What’s Inside Is More Than Just Ham was in handen van Cam Blackwood (Jamie T, London Grammar), terwijl het album is afgemixt door Alan Moulder (Foals, Interpol). Naast het hoge niveau van de songs gooit het quasi-nonchalante stemgeluid van George Haverson extra muesli op de yoghurt. FEET heeft alles om net zo groot te worden als Blur. Misschien nog wel groter. Album van het jaar? Pieter Visscher

 

Neil Young & Crazy Horse – Colorado

Neil Young & Crazy Horse – Colorado (Warner)

Op een gegeven moment denk je, nou weten we het wel, ome Neil, wanneer hij (we hebben het over de heer Young) voor de 397ste keer She Showed Me Love zingt tijdens de gelijknamige (heus) tweede track op zijn nieuwe album. Ik kan me voorstellen dat bandleden met een schuin oog naar links, naar rechts of naar voren staren op het moment dat het nummer ruim de dertienminutengrens passeert en de grote leider nog steeds geen aanstalten maakt dat hij het wel welletjes vindt. Een dikke dertig seconden later is dat wel het geval. Het is dan net alsof een enorme pil hard wordt dichtgeslagen. Zoals grootvader dat deed, wanneer zijn ochtendhumeur maar niet leek weg te trekken.

Colorado, Youngs 39ste studioalbum, werd grotendeels opgenomen in een studio in de Rocky Mountains (Colorado). Young produceerde de plaat zelf, met wat hulp van oude bekende John Hanlon, die al 36 jaar over de vloer komt. In Malibu werd Colorado, met behulp van onder anderen Crazy Horse-bandlid Nils Lofgren (hij is er weer bij!), ten slotte afgemixt.

Dat gaat nauwelijks ten koste van de puurheid, de rauwheid van het album, dat nergens gladjes wordt. Lofgrens vriend Bruce Springsteen zal dat beamen. Young leunt tekstueel andermaal sterk op zijn muzes onrecht, de teloorgang van de planeet en schuwt platitudes zoals de liefde ook nog altijd niet.

Wat te allen tijde opvalt aan de zang van Young, en je zou dat ook als een van zijn handelsmerken kunnen typeren, is de oprechte emotie die hij in zijn songs legt. Zonder ook ooit maar pathetisch te worden. Zo klinkt hij nou eenmaal.
Twijfelen aan Youngs oprechtheid is net zoveel als jezelf voor de gek houden. Neem het volgende couplet uit het vredige Rainbow Of Colors:

But this I can tell you. 
We the people are strong. 
And we know that our brothers
and our sisters in song. 
Will always sing with us. 
And will always be strong.
When the people have spoken. 
And the walls are all gone.

Zoiets, meegezongen door tienduizenden, op een wei in Landgraaf. Het is de natte droom van Jan Smeets. Is het eindelijk zover in juni? Pieter Visscher

Corridor – Junior

Corridor – Junior (Sub Pop/Konkurrent)

Schijn bedriegt, want wanneer je niet beter zou weten als je Junior van het nog niet al te bekende Corridor voor het eerst beluistert, zou je denken dat het om een band uit Frankrijk gaat. Maar hé, in Canada spreken ze natuurlijk ook Frans. Zo’n kwart van de bevolking althans. Heeft alles te maken met het begin van de zestiende eeuw, toen een groep Franse kolonisten het immense Canada ontdekte. Fijn land, dachten ze, en wat een ruimte! Verkopen ze ook wijn? Ze stichtten er, ijverig als ze waren, meteen steden, zoals Montreal. Corridor resideert in die metropool.

Muzikaal is de band minder eenvoudig te vangen, omdat de sound van het kwartet lastig te definiëren is. Maar we gaan een poging wagen. Zo’n uitdaging laat je niet liggen. Zij het dat voorgaande zinnen wat gechargeerd zijn. Even prikkelen kan immers nooit kwaad.

Corridor debuteerde in 2013 met de ep Un Magicien En Toi en zo lo-fi hoorde je het niet zo vaak. Die geluidstechnische imperfecties weten ze tot op heden vast te houden, want langspelers Le Voyage Éternel (2015), Supermercado (2017) en nu dus ook Junior hebben diezelfde, wat analoge klankkleur. Waardoor je onherroepelijk aan de jaren 60 moet denken. Een muzikaal uiterst interessant alsook bijzonder vruchtbaar decennium. We weten het allemaal.

De prominent aanwezige drums op Junior zijn afkomstig van de kit van Julien Bakvis, die over een achternaam beschikt die een Nederlandse achtergrond verraadt en zo gek zou dat niet zijn. Bakvis is geregeld heel erg prominent aanwezig op het album, terwijl de gitaarpartijen van Julian Perreault en Jonathan Robert het ritme net wat sterker bepalen.

Met drie vocalisten in de band, de fikse knipoog naar janglepop, de opgewekte sound, de Franse teksten en daarbij horende klankkleur is een net zo puntig als fris indierockgeluid ontstaan dat de groei van de band duidelijk blootlegt. Benieuwd hoe dat hifi zou kunnen klinken op de volgende worp van de Canadezen. Al krijg je het idee dat de heren geen concessies gaan doen in de toekomst. Binnen een eigenzinnige niche moet je misschien ook niet te veel gaan wroeten. Pieter Visscher

 

Nick Cave – Ghosteen

Nick Cave – Ghosteen (V2)

Met opener Spinning Song hebben we meteen een van de indringendste nummers van Nick Cave te pakken die hij ooit op plaat heeft gezet. Solo, met The Birthday Party, Grinderman of The Bad Seeds. Met laatstgenoemde begeleidingsband werd Ghosteen opgenomen. Een dubbelaar, al eerder via de digitale kanalen beschikbaar en nu ook zowel op lp als cd. Prachtige uitklaphoes in beide gevallen, waarin ook de teksten zijn opgenomen. Die zijn indringend.

Hoewel er niet direct in details wordt getreden, is wel degelijk hoorbaar dat de plotse dood van zijn toen 15-jarige zoon Arthur in 2015 nog immer zijn sporen nalaat. Een kind verliezen is het ergste wat je als mens kan overkomen, hoor je. En wie twijfelt daaraan? Is Ghosteen de zoon van Cave? Hij zingt: “Ghosteen, saying, “I am beside you. Look for me.” Ghosteen Speaks is een door synthesizers gedragen nummer. Onheilspellend in al zijn schoonheid. Die synthesizer is veel vaker prominent aanwezig dan op al het werk dat Cave eerder dropte op deze planeet. Het staat ‘m uitstekend. Ook het ruim twaalf minuten durende titelnummer is er zwanger van. De aanzwellende violen doen de rest. Cave lijkt schatplichtig te zijn aan Dead Can Dance, het nauwelijks te categoriseren, stemmige duo. Ook afkomstig uit Australië.

Ghosteen is een hartroerend, emotioneel meesterwerk (jawel) geworden. Zijn mooiste album? Dat blijft arbitrair, maar wie zijn oeuvre kent, weet dat Cave niet eerder zo aangrijpend klonk. Al is het misschien wat willekeurig om aan die realiteit een waardeoordeel te verbinden.

Ghosteen, met zijn uur en acht minuten aan pracht en praal, is een plaat die zich niet opdringt. De elf songs kruipen stuk voor stuk heel voorzichtig je hart in. Herfstige schoonheid waar we ons met volle overgave aan mogen laven. Pieter Visscher

 

 

 

Wives – So Removed

Wives – So Removed (City Slang/Konkurrent)

Ze zullen de meeste albums van Pixies hebben beluisterd, de mannen van Wives en dat doen ze goed, want er zijn mindere bands op deze aardkloot voorbijgekomen om inspiratie uit te putten.

So Removed is het debuut van de vier uit Queens en het mag er zijn. Met name de het-zal-me-wel-even-lekker-allemaal-aan-m’n-reet-roesten-gast!-mentaliteit spreekt aan. Die attitude staat de band uitstekend. Komt met name door het zanggeluid van James Beach, die bovendien de gitaarpartijen voor zijn rekening neemt. Want dat kan-ie ook.

Wives haalt de mosterd niet alleen bij Pixies, want we horen ook flarden Sonic Youth en Nirvana en The Velvet Underground duikt zelfs op zo nu en dan. Een ratjetoe aan referenties, zonder dat er overdreven veel leentjebuur wordt gespeeld. Dat verdient extra applaus. The Strokes, zegt u?

Het rammelt en rockt en kan bij de platenboer met speels gemak tussen de punkplaten worden gezet, omdat ook uit die stroming flink wordt gepeurd. Maar dan is zo’n enigszins stroperige rocker als Even The Dead met zijn 5.41 minuten weer veel te lang en zeker niet puntig genoeg. Gelukkig wordt een Whatevr (één e te weinig inderdaad, maar whatever) onder de twee minuten gehouden en zou Johnny Rotten er glimlachend zijn goedkeuring aan geven. Net als aan Hideaway. Een liedje met cocaïne als thema. Dat horen we vaker bij gelijkgestemden.

Het gros van de songs schommelt rond de drie minuten. Een lengte waarmee we zonder meer uit de voeten kunnen. Wives komt er wel. Pieter Visscher

LIVEDATA 18/11 Le Botanique, Brussel 19/11 Cinetol, Amsterdam 20/11 Vessel 11,
Rotterdam

Kim Gordon – No Home Record

Kim Gordon – No Home Record (Matador/Beggars)

Is dat Kim Gordon zelf op de hoes van haar eerste soloalbum? Dat is het eerste wat je je afvraagt wanneer je de plaat eruit haalt. De 66-jarige noisegodin uit New York heeft gelaatstrekken die bij haar leeftijd passen, maar is geestelijk en lichamelijk nog zo fit als de pest.

Gordon richtte een kleine veertig jaar terug Sonic Youth op, met onder anderen Thurston Moore, met wie ze later trouwde en van wie ze na een langdurig huwelijk scheidde. Het betekende ook het einde van Sonic Youth. Moore stortte zich op soloplaten, bleef daarmee zeer succesvol en ook vaak in de buurt van het geluid van de band waarmee hij groot werd.

Gordon maakte weliswaar ook platen naast Sonic Youth, met gelegenheidsformatie Free Kitten, maar geheel op eigen benen stond ze nog nooit. Daar is op haar 66ste dus verandering in gekomen. Op No Home Record zijn nog sporen van Sonic Youth terug te horen, maar niet overdreven veel.

Kim Gordon zit er uitermate warmpjes bij door alle successen met Sonic Youth en had ervoor kunnen kiezen de rest van haar leven op het platteland te gaan wonen, met kippen, varkens en een schaap. Maar nee, het muzikantenbloed kruipt waar het niet gaan kan en je wil uiteindelijk toch wat doen met die muzikale ideeën die maar blijven binnenkomen. Ze nam contact op met producer Justin Raisen (oa John Cale) en ze doken de studio in. Niet in New York, maar in Los Angeles. Even weg van alles moet ze hebben gedacht.

Op No Home Record horen we een Kim Gordon die vocaal niet veel anders doet dan op platen van Sonic Youth. Ze zet geen rare falset op, gaat niet grunten, noch hysterisch schreeuwen. Dat wulpse is er nog altijd, die eeuwige jeugd. Dat nog wel, gelukkig.

Het is bijna opwindend hoe ze kwinkeleert tijdens de opwindende punksong Hungry Baby, als ze niet alleen de bas- maar ook de gitaarpartijen voor haar rekening neemt. Air BnB is al net zo wild en schuurt tegen industrial aan. Don’t Play It is gevuld met tapeloops, waardoor Gordon enigszins in de voetsporen treedt van Lee Ranaldo, die daar in Sonic Youth ook weleens mee experimenteerde. Op Confusion Is Sex (1983) bijvoorbeeld.

Drumcomputers komen eraan te pas in Get Yr Life Back en Cookie Butter, het filmische Earthquake is net zo broeierig als subversief. No Home Record weet steeds dieper binnen te dringen, draaibeurt na draaibeurt. Een album net zo meeslepend als avontuurlijk als enerverend. Uitdagend daarenboven. Neem er de tijd voor en je wordt beloond. Pieter Visscher

 

 

 

Metronomy – Metronomy Forever

Metronomy – Metronomy Forever (Because Music/Caroline)

Het uitdagendste aan Metronomy is misschien wel dat de band vrijwel continu weet te balanceren op de scheidslijn tussen kunst en kitsch. Dat doen de Britten sinds het debuut Pip Paine, waarop nog duidelijk wordt gezocht naar een identiteit.

Alhoewel, band, het is voor 99 procent muziek die bij Joseph Mount uit de koker komt. Ik interviewde hem een paar jaar terug. Levensgenieter pur sang. Uitstekende songsmid bovendien. Dat bewijst hij met name sinds 2011, wanneer het verrukkelijke The English Riviera verschijnt. Volgestopt met uitmuntende popliedjes. Vaak met een zekere nonchalance gebracht. Dat jasje zit als gegoten.
Ook Love Letters (2014) puilt uit van de snel beklijvende en retedansbare popsongs. In iets mindere mate geldt dat voor Summer 08 (2016).
Dat de sterk op elektronica gefundeerde indiepop nog niet door het grote publiek omarmd is, is wat raadselachtig. Veel nummers lijken toch uiterst geschikt voor de commerciële radiozenders, al heeft Mount zich nog nimmer bezondigd aan autotune. Zal dat het zijn?

Enfin, we hebben hier Metronomy Forever voor ons liggen. Cd in een kartonnen uitklaphoes om u tegen te zeggen. Met fraai artwork van Française Anne Zeum, die dat al eerder voor haar rekening nam. Fleurig ingekleurde landschappen, die recht doen aan het geluid op de plaat. Nergens een sikkeneur te bespeuren. Escapisme waar we soms zo naar hunkeren. Metronomy deelt lekkernijen uit.

Subtiel is de op de bekende gitaarriff uit Nirvana’s Smells Like Teen Spirit lijkende riff in Insecurity, die net genoeg afwijkt om de erven Cobain niet naar de smartphone te doen grijpen. En hoorden we dat basloopje niet eens eerder? Mount blijft een ouderwetse knutselaar wat dat betreft. Prince, een van zijn grote voorbeelden, is ook weer geregeld in de buurt.

Walking In The Dark is een geheel elektronisch uitstapje waarin met reggae wordt geflirt. Mount heeft zichzelf nog nooit beperkingen opgelegd; hij doet wat-ie wil. Zoals rechtgeaarde kunstenaars zichzelf te allen tijde geen beperkingen opleggen. De spot drijven met conventies, dat kan Mount als geen ander. De band staat maandag in de Melkweg. Stijf uitverkocht natuurlijk. Pieter Visscher

 

LIVEDATA 28/10 Melkweg, Amsterdam

 

Iggy Pop – Free

Iggy Pop – Free (Caroline)

Het grootste geheim van Iggy Pop is dat, hij zegt het zelf, hij altijd het kind in hem levend heeft gehouden. Don’t grow up als levensvisie. Zegt de man die zo’n beetje alles in zijn leven heeft gedaan wat onhandig is. Met name al die drugs. Hij is 72 inmiddels en laat op het muzikaal uitdagende Free horen nog wel een aantal jaren mee te kunnen.

Fijne uitklap-cd-hoes met dito liner notes van Iggy, waarin hij zijn ziel blootlegt. Chronisch onzeker; hij deelt het met de massa. Zijn hoeveelste album is dit eigenlijk? We zijn de tel kwijt. Zijn achttiende soloplaat? Dan laten we de platen met The Stooges gemakshalve even achterwege. Wat nauwelijks achterwege kan worden gelaten is de geest van David Bowie, die rondwaart op Free. Bowie, die Iggy geregeld bij de hand nam muzikaal, galmt overduidelijk na in Sonali, een song die niet had misstaan op Bowies Blackstar. Dirty Sanchez verraadt schatplichtigheid aan, ook niet de minste, Ennio Morricone. De trompet van Leron Thomas is niet te versmaden. Tijdens Glow In The Dark flikt-ie hetzelfde kunstje. Net zo fijnzinnig is het welhaast hypnotiserende drumwerk van Thibaut Brandalise, die de song episch en onweerstaanbaar maakt. Jazz en rock omhelzen elkaar.

Leron Thomas’ trompet is tijdens het vrijwel tekstloze openings- alsook titelnummer het prominentst aanwezig. Mooie opmaat naar Loves Missing, waarin vlagen van Joy Division zijn terug te horen. De trompet van Thomas wordt naar de achtergrond verdrongen door gitaar en drums, maar is belangrijk voor de spanningsopbouw van het nummer. Iggy’s vocalen komen in de finale uit zijn tenen. Je voelt dat-ie knokt, hetgeen net zo aandoenlijk als meeslepend is. Op drums ditmaal Chris Berry.

De ruim een halfuur durende plaat wordt afgesloten met het indringende The Dawn. Een soundscape met spoken word van de rocker. “If all else fails. It’s good to smile in the dark. Love and sex are gonna occur to you. And neither one will solve the darkness.” Pieter Visscher

 

LIFE – A Picture Of Good Health

LIFE – A Picture Of Good Health (Afghan Moon/PIAS)

Onduidelijk of het beklijvende basloopje in Burn Hour schatplichtigheid vindt in The Breeders’ Cannon Ball. Het heeft er zeker wat van weg in elk geval. Verder is LIFE vooral LIFE op A Picture Of Good Health, dat de opvolger is van het prima debuut Popular Music (2017), waarvan de titelsong ongeveer het beste was wat in dat jaar op plaat werd gezet. LIFE schrijf je in kapitalen, net als IDLES in kapitalen wordt geschreven. Gelijkgestemden, vrienden bovendien, uit Engeland. Voortrekkers van de huidige punkscene, die heter dan ooit is. Sterke releases volgen elkaar in hoog tempo uit. Komen de bands niet uit Amerika, dan komen ze wel uit Engeland.

LIFE is niet meer het LIFE van twee jaar geleden, want er is een vrouw binnen de gelederen. Lydia Palmeira is de vervangster van Loz. Haar vocale inbreng is minimaal, want handelsmerk van de band uit Hull is voor een groot deel het stemgeluid van Mez Green. Woest als het moet, melodieus net zo makkelijk.

De band kwam op Popular Music met politieke thema’s als Brexit en Donald Trump op de proppen, A Picture Of Good Health is een stuk persoonlijker. Het punkgeluid is wat breder, hoekiger ook en wat meer to the point. Er staan meer songs op die snel blijven hangen, waardoor je zou kunnen concluderen dat de hitgevoeligheid wat sterker is en dat doen we dan ook. Neem een Moral Fibre, dat een dikke anderhalve minuut knalt. Dat strookt met de punkgedachte, maar het is zo’n sterk liedje dat je zou willen dat het wat langer duurde. “I love your cocaine tables’, zingt Mez. “Moral Fibre is a stinging and frenzied shut up and step aside”, duidt hij de tekst. “A tongue in cheek reflection on the music industry, that beige scene, those that pimp poverty from mummy’s detached house, those that trade in fair-trade cocaine and those that preach behind their keyboard. I’m taking the piss, but I’m deadly serious!”

Een hit van het niveau Popular Music staat niet op A Picture Of Good Health, hoewel It’s A Con qua drive en gejaagdheid in de buurt komt. Al met al is het een sterker album, met domweg beter songmateriaal en sterker geproduceerd bovendien. Door Luke Smith (Foals) en Claudius Mittendorfer (Parquet Courts, Weezer, Johnny Marr). Pieter Visscher

LIVEDATA 19/10 Left of the Dial Festival, Rotterdam 20/10 Cinetol, Amsterdam 21/10 Kavka, Antwerpen

 

TaxiWars – Artificial Horizon

TaxiWars – Artificial Horizon (sdban/DGR Music)

Die tenorsaxofoon van Robin Verheyen in de door Tom Barman gedragen ballade Irritated Love is om bij weg te smelten. Zo fraai is het vaker op het derde album van TaxiWars, het Belgische gezelschap rondom Barman en zijn compagnon, jazzmuzikant Verheyen.

Barman, dat wisten we al veel langer, is veel te creatief om zich louter met dEUS bezig te houden en het levert ook nog eens pareltjes op. Ook met het dancegeoriënteerde Magnus. Barman haat stilzitten. Barmannen zijn überhaupt wat drukkig.

Artificial Horizon is de derde worp van de Belgen, die met Nicolas Thys (bas en backing vocals) en Antoine Pierre (drums, backing vocals en keyboard) niet de minste musici bij zich hadden in de studio. Barman zelf zingt en rapt, zit achter de piano en doet wat met percussie. Verheyen speelt naast de saxofoon op orgel, keyboards, piano en verzorgt de vioolarrangementen.

Er kan volop gedanst worden op het verrukkelijk swingende Sharp Practice, waarin ook een glansrol is weggelegd voor het scherpe stemgeluid van Kelly de Brabanter, in het dagelijks leven vooral muziektherapeut. Hetzelfde geldt voor Ellen Steegen, in het bezit van een master uitvoerende muziek jazz/pop, die ze behaalde aan het Gentse conservatorium. Cellist Pieter Stas krijgt alle ruimte om te excelleren tijdens Infinity Cove.

Vioolkwartet Quatuor Alfama wordt tijdens het wiegende Different Or Not omhelst door Verheyen, die niet schroomt uit de bocht te vliegen wanneer daar ruimte voor is. Tijdens The Glare neemt hij nog wat sterker de regie in handen. Het levert uitdagende, hoekige jazz op. Vrijwel nergens krijg je op Artificial Horizon de ruimte om te twijfelen waar Barmans roots liggen: in de rock. Pieter Visscher

LIVEDATA 08/11 Grenswerk, Venlo 09/11 Paradiso Noord, Amsterdam 10/11 Ancienne Belgique, Brussels 11/11 Reflektor, Luik
14/11 LantarenVenster, Rotterdam