Graveyard – Peace (Nuclear Blast)

GraveyardHet geluid van de classic rock uit eind jaren ‘60/begin jaren ’70 blijft maar terugkomen en is (gelukkig) niet uit te roeien.En dat dat geluid heel vaak opduikt bij Zweedse bands is al helemaal geen verrassing meer.

Bands uit die genoemde periode zoals Led Zeppelin, Grand Funk Railroad, Mountain, Fleetwood Mac, The Pretty Things, Jethro Tull… ze zijn  allemaal terug te horen op het vijfde album van Graveyard, een band uit Gotenborg. De band werd in 2006 opgericht uit de resten van bands als Norrsken en Albatross en bestaat momenteel uit Joakim Nilsson (gitaar, zang), Jonatan Larocca Ramm (gitaar, zang), Truls Mörck (bas, zang) en Oskar Bergenheim (drums).

De band hakt er meteen behoorlijk in met It Ain’t Over Yet, een pompende rocker waarin het stemgeluid van Joakim Nilsson overeenkomsten vertoont met dat van zangers als Robert Plant en Ian Gillan. Niet de minsten dus! Een machtig overdonderend nummer met ingenieuze breaks en gierende gitaarsolo. In Cold Love wordt het geluid van Mountain nieuw leven ingeblazen middels een log pompend nummer met psychedelische elementen.
Het atmosferische bluesy See The Day wordt gezongen door Truls Mörck en bevat Peter Green-achtig gitaarwerk. In het zwaar zoemende Please Don’t wordt het geluid van the Hellacopters en Grand Funk Railroad dusdanig vermengd dat er een spijkerharde boogie overblijft. The Fox gaat meer richting de psychedelische garagerock van bijvoorbeeld The Pretty Things in hun ‘S.F. Sorrow’ periode.
Walk On is daarna een donderende rocker met ‘The Green Manalishi’-achtige riffs. Dit nummer rockt als een op hol geslagen kudde bizons. Er wordt ons rust gegund in de ballad Del Manic, dat door de zang een Nick Cave-achtig geluid krijgt. In het zwierige Bird Of Paradise zitten folky elementen verwerkt waardoor je al gauw bij het geluid van Jethro Tull uit komt, maar dan zonder fluit. A Sign Of Peace is dan weer een voorbeeld van een genadeloze rocker met een hoog Grand Funk Railroad gehalte.

De afsluiter van het album, Low (I Don’t Mind), duurt ruim zes minuten en opent met donkere synthesizerklanken en Peter Green-achtige riffs om daarna weer in een fuzzboogie verder te gaan waarin weer flink wat breaks verwerkt zitten.

Dit is een absolute ‘must buy’ voor alle liefhebbers van ouderwetse bluesrock, met de nadruk op rock! Tekst Bluesmagazine.nl | Peter Marinus

Liefhebbers luisteren ongetwijfeld ook naar Pinguin On The Rocks!

LIVEDATA 10/10 Ancienne Belgique, Brussel (BE) 11/10 De Oosterpoort, Groningen12/10 Melkweg, Amsterdam

Fantastic Negrito – Please Don’t Be Dead (Cooking Vinyl / V2 Records)

Fantastic NegritoAls je het over een doorzetter hebt dan mag Xavier Dphrepaulezz zeker niet onvermeld blijven. De man met deze vreemde naam heeft er goed aangedaan om de artiestennaam Fantastic Negrito aan te nemen. Dat bekt in elk geval wat lekkerder. Hij leerde zichzelf op zijn twintigste een scala aan instrumenten aan en al snel tekende hij in Los Angeles een contract bij een label voor een miljoen. Tot zover het goede nieuws! Zijn debuutalbum bracht hij onder zijn eigen naam uit maar dat flopte genadeloos. Hierdoor liep zijn zelfvertrouwen een behoorlijke knauw op.

Alsof dat nog niet genoeg was raakte hij in 2000 betrokken bij een bijna fataal verkeersongeluk. Hij lag drie weken in coma waarna bleek dat hij onherstelbare schade aan zijn speelhand had opgelopen. Redenen genoeg om in zak en as te zitten, lijkt mij. Hij pakte echter toch weer de gitaar op en leerde opnieuw te spelen.

Met de artiestennaam Fantastic Negrito besloot hij terug te keren naar zijn muzikale bron, de blues. Vervolgens leverde het album The Last Days Of Oakland hem een Grammy Award op voor Best Contemporary Blues Album.
En nu is er dan zijn nieuwste album waarop Negrito bewijst van zeer veel muzikale markten thuis te zijn. Een echte “doe het zelver”. Wat wel in vrijwel alle nummers aanwezig is, is de soul. En dat komt bij Negrito eigenlijk automatisch want hij is gezegend met een stem, die de soul van Bobby Womack combineert met de hoge uithalen van Prince.

Het album begint met de single Plastic Hamburgers. Een Lenny Kravitz-achtig funkrock nummer met zware grooves, snerpende gitaar en soulvol orgel. Bij dit nummer kan ik mij voorstellen dat de populariteit van Negrito alleen nog maar groeiende is. In Bad Guy Necessity zitten “Come Together”(Beatles)-achtige grooves verwerkt met de beste ingrediënten uit het oeuvre van Prince, Curtis Mayfield en Lenny Kravitz. En als het nummer dan ook nog eens een prima bluesy gitaarsolo bevat, kan het bij mij al helemaal niet meer stuk. In de lome ballad A Letter To Fear bewijst Negrito dat hij de soulmuziek hoog in het vaandel heeft staan want dit is een krachtig Bobby Womack-achtig nummer. In de ballad A Boy Named Andrew zitten Indianen chants verwerkt. Een poppy nummer met een licht psychedelisch geluid. Transgender Biscuit heeft een zeer krachtige anti discriminatie boodschap. Verpakt in lome funky beats (a la De La Soul), elektroische noise, zwaar vervormde zang en uiteraard soul. Het geheel doet mij aan die andere muzikale doe-het-zelver, Todd Rundgren, denken, die ook nooit vies was van wat soul. Een zwaar fuzzende bas opent het zware en dreigende The Suit That Won’t Come Off met zowel invloeden uit de Industral scene (denk aan Ministry) als uit de soulhoek. De blues is overduidelijk aanwezig in A Cold November Street dat een geluid heeft dat doet denken aan de oude worksongs en zelfs Leadbelly. Een bezwerend nummer met een gierende gitaar, die een funky break inluidt.

De funk voert de boventoon in The Duffler waarin Prince, Curtis Mayfield en George Clinton hand in hand gaan in een nummer vol stevige lome grooves. In Dark Windows laat Negrito zich van zijn ingetogen en breekbare kant horen. Een ballad met stemmige strijkers en bluesy gitaarwerk. Het kort maar krachtige Never Give Up is een warme optimistische ballad die ongetwijfeld het lijflied van Negrito is. Negrito sluit het album af met de superfunk van Bullshit Anthem. Losjes groovend met Living Colour-achtige rock elementen.

Ik ben zwaar onder de indruk. Van dit album maar zeer zeker ook van het doorzettingsvermogen van Fantstic Negrito. Tekst BluesMagazine.nl | Peter Marinus

LIVEDATA 12/08 Zomerparkfeest, Venlo 14/08 Brussels Summer Festival, Brussels (BE)

Zeal & Ardor – Stranger Fruit (MVKA / Radcalis Music)

Zeal & ArdorZeal & Ardor, het eenmansproject van Manuel Gagneux, wist in 2017 god en duivel te verrassen met het album Devil is Fine. Het album wist evenals het in eigen beheer uitgebrachte debuut uit 2014 met een even gewaagde als onwaarschijnlijke hybride van blues, soul, gospel en black metal het nodige zwart magische stof doen opwaaien.

Zeal & Ardor levert dan ook een opwindend bewijs dat er ook binnen enigszins verstokte genres nog ruimte tot vernieuwing is. Voor Stranger Fruit – vrij naar het klassieke jazznummer – heeft Gagneux het wat grootser aangepakt. De samenwerking met producer Kurt Ballou (Converge, Kvelertak, Nails) zorgt namelijk voor een voller en veelzijdiger klankenpalet.

Daarnaast zijn er ook de nodige hardcore-invloeden geïnjecteerd wat een en ander van nog meer dynamiek voorziet. Toch zijn het vooral de spetterende songs die je keer op keer naar binnen weten te trekken. Met Stranger Fruit wentelt Zeal & Ardor zich opnieuw op indrukwekkende wijze in duivelse spiritualiteit. Tekst Mania | Dries Klontje

LIVEDATA 22/06 Graspop Metal Meeting, Dessel (BE) 14/07 Dour Festival, Dour (BE) 19/08 Lowlands, Biddinghuizen

LUMP – LUMP (Dead Oceans/Konkurrent)

LUMPIs het een novum, dat een track op een plaat wordt gebruikt om de credits voor te lezen? Dit debuutalbum met zes nummers wordt afgesloten met de mededeling LUMP is a product, waarna Laura Marling netjes opsomt wie wat heeft gedaan op dit plaatje.
LUMP is een verrassende samenwerking tussen Marling en Mike Lindsay van Tungg. En dat levert precies op wat je je met je ogen dicht zou bedenken met die twee: dromerige maar spannende vocalen, soms met geweldige uithalen, altijd met vervreemdende teksten waarin Marling haar gal spuit over het even van vandaag, en dat alles begeleid door prachtig klinkende fijnmazige elektronica, gitaren, percussie en mooie samples, meestal ingehouden, soms uitbouwend tot een muur van geluid. Als een ‘Crooner in crisis’, zingt Marling op deze plaat, en zo raar spannend is het.

Marling en Lindsay ontmoetten elkaar ooit en ontdekten dat ze fan waren van elkaars werk. Die vluchtige ontmoeting verleidde Lindsay om Marling uit te nodigen toen hij muziek in elkaar aan het zetten was die bijzonder sfeervol uitpakte. Er miste alleen nog een bijpassende stem … en dacht toen aan die ontmoeting. De twee gingen aan de slag in een kelder in Londen en maakten deze plaat.

Nu de plaat er is en er een naam aan is verbonden, is er iets nieuws ontstaan dat voort zal blijven bestaan. Marling maakt daar officieel geen deel van uit maar als ze geroepen wordt, zal ze er weer haar stem aan lenen. We gaan dus in de toekomst nog meer horen van LUMP, al ligt het in de rede te denken dat het slechts sporadisch zal zijn.

LUMP van LUMP telt slechts zeven nummers waarvan er een eigenlijk niet mee mag tellen. Een beetje mager maar het loont toch om er kennis van te nemen als je van nature valt voor luistermuziek waarin het experiment niet wordt geschuwd. De plaat neemt je bij de hand en voert je langs verschillende sferen en mooie melodieën die zich niet direct prijsgeven. Dat geldt in mindere mate voor prijsnummer Curse Of The Contemporary. Een verleidelijk basloopje leidt ons naar een melodielijn met een op het eerste oog wat ongemakkelijke rijm tussen ‘California’ en ‘not the first to warn ya’ die al snel verslavend mooi blijkt te zijn. Tekst Muzine.nl | Wim Du Mortier

Kadhja Bonet – Childqueen (Fat Possum Records/Bertus)

Kadhja BonetIs het soul? Jazz? Psychdelica? Dream pop? Het valt niet mee om een duidelijk labeltje te plakken op deze bedwelmende tweede plaat van de uit Los Angeles afkomstige Kadhja Bonet, die Childqueen bijna volledig in haar eentje opnam.

Klassiek geschoold is ze, dat hoor je er vanaf. The Visitor, haar debuut uit 2016, kreeg lovende recensies, maar werd hier nog niet door veel mensen opgemerkt. Dat gaat zeker veranderen, want Childqueen is niet alleen opvallende, maar ook erg goede plaat, waarna Bonet werkte in studio’s en hotelkamers in diverse Europese steden, waaronder Amsterdam waar ze vorig jaar al te zien was in de Sugar Factory.

Hoewel ze soms gebruik maakt van vette bassen is Childqueen geen uitbundige plaat. Eerder een betoverende. Bonet roept net zo makkelijke klassieke orkestrale soulplaten uit de jaren zeventig in herinnering, als het meer recente chillwavegenre. Hoewel er in de muziek van alles gebeurt en er telkens nieuwe dingen opvallen, klinkt het album zeker niet ontoegankelijk, wat wellicht is te danken aan haar prachtige stem.

Met recht een Luistertrip. Op basis van deze sterke en zeer bijzondere plaat verwachten we in de toekomst bovendien nog veel meer grootse dingen van deze eigenzinnige muzikante. Tekst Mania | Marco van Ravenhorst

Get Well Soon – The Horror (Caroline)

Get Well SoonKonstantin Gropper, oftewel Get Well Soon, komt met zijn vijfde album The Horror. De Duitser werd in 2008 bekend met zijn debuutplaat Rest Now, Weary Head! You Will Get Well Soon dat vooral in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland meteen goed was voor succes. City Slang bracht zijn werk wereldwijd uit en ook hier sloeg de muziek aan.

Naast zijn eigen platen is hij ook actief als schrijver van soundtracks (Wim Wenders maakt regelmatig gebruik van zijn werk) en producer voor uiteenlopende acts variërend van hiphop tot rustieke pop. Wat op zijn eigen werk opvalt is de filosofische inslag en een licht cynische ondertoon in zijn teksten.

Muzikaal is het behoorlijk complex maar altijd goed te beluisteren. Voor The Horror liet Gropper zich inspireren door het werk van Nelson Riddle, de beroemde arrangeur van Frank Sinatra. The Horror is dan ook orkestraal van opzet en de plaat gaat alle richtingen uit. Uiteraard heeft Gropper het geheel voorzien van intelligente teksten. Tekst Mania | Bert Dijkman

Natalie Prass – The Future and the Past (ATO/PIAS)

Natalie PrassNatalie Prass was al een jaar of zes met weinig succes bezig met het maken van muziek, toen ze werd opgepikt door haar schoolvriend Matthew E. White, die haar songs voorzag van een geluid dat wel een breed publiek wist aan te spreken.

Ruim drie jaar na het bejubelde debuut van Natalie Prass, dat voorzichtig in de voetsporen trad van de plaat die Dusty Springfield in Memphis maakte, is ze terug. Ook The Future And The Past werd weer geproduceerd door Matthew E. White, maar klinkt toch anders dan het debuut.

Op haar tweede plaat kiest Natalie Prass voor een wat meer pop en R&B georiënteerd geluid, met hier en daar een funky uitstapje. Het klinkt op het eerste gehoor wat minder bijzonder dan haar debuut, maar de aanstekelijke songs zullen zeker worden gewaardeerd door een ieder die bij de grote popprinsessen net wat te weinig kwaliteit hoort. Bovendien wint de muziek van Natalie Prass snel aan kracht en diepte. Tekst Mania | Erwin Zijleman

LIVEDATA 19/11 De Rotonde, Brussel (BE) 21/11 Ekko, Utrecht

Father John Misty – God’s Favorite Customer (Bella Union/PIAS)

father john mistyEen nummer naar jezelf vernoemen. Dat is het in feite. Father John Misty, die Josh Tillman in zijn paspoort heeft staan, komt er uiteraard mee weg. Zoals hij overal mee wegkomt. Een artiest zó humorvol en dermate vol van zichzelf dat je maar niet weet of het nou allemaal welgemeend is, of slechts tongue-in-cheek.

Dat Mr. Tillman, want daar hebben we het over, is een gezongen gesprek dat hij voert met een hotelemployee. “Mr. Tillman, good to see you again. There’s a few outstanding charges, just before we check you in. Let’s see here, you left your passport in the mini fridge. And the message with the desk says here the picture isn’t his. And oh, just a reminder about our policy. Don’t leave your mattress in the rain if you sleep on the balcony.”

Tekstueel ouderwets onnavolgbaar en, dat is minstens zo belangrijk, muzikaal weer op de goede weg, na het wat te vlakke Pure Comedy (2017). Een album dat verscheen na I Love You, Honeybear (2015), dat zonder enige twijfel het allerbeste was dat dat jaar verscheen op muziekgebied.

Die bloedvorm is nog niet helemáál terug, terwijl we zonder meer genoegen nemen met God’s Favorite Customer, waarmee Tillman revanche neemt op zichzelf. Op weergaloze wijze, zij het zo nu en dan. Hoewel het album opnieuw zo narratief is als de pest, is het venijn dat Pure Comedy miste terug. Geregeld in volle glorie. Er staan tien nummers op de plaat en hoewel je Tillman her en der voelt zoeken in de songs – welke richting hij op wil – belandt hij toch altijd weer waar hij terecht wil komen. Neem de tijd voor deze plaat. Dat heeft Tillman ook gedaan.

Ja, Father John Misty ís God’s Favorite Customer. Zolang de Amerikaan daarvan is overtuigd gaan we hem niet tegenspreken. Alsof we dat zouden durven. Hij laat dan ook weer eens horen welk een begenadigd zanger hij is. Want laten we dat ook niet vergeten. Die onnoemelijk grote bek van ‘m, die megalomane trekjes, zijn natuurlijk niet geheel onterecht. Father John Misty ís een van de sterkste zangers die er hebben rondgelopen en nog lopen van pakweg de laatste honderd jaar. Je houdt van ‘m, of je houdt niet van ‘m, oké, maar wie zijn ongekende zangtalent miskent, moet met gezwinde spoed richting oorarts. En als songschrijver kan hij zich ook nog eens meten met de allerbesten. Pieter Visscher

LIVEDATA 10/06 Best Kept Secret Festival, Hilvarenbeek 01/11 De Roma, Antwerpen 02/11 Effenaar, Eindhoven 05/11 Paradiso, Amsterdam

Ghost – Prequelle (Loma Vista/Spinefarm/Caroline)

GhostHet Zweedse Ghost heeft zich de afgelopen jaren met een aantal puike platen goed in de picture gespeeld en grijpt na de liveregistratie Ceremony And Devotion van eind 2017 met nieuwe plaat Prequelle direct het momentum om daar een succesvol vervolg aan te geven.

Bandleider Tobias Forge heeft zijn alter ego Papa Emeritus III met pensioen gestuurd en predikt de occulte filosofie nu als voorganger Cardinal Copia. Prequelle is een donkere plaat die mede tot stand kwam tegen een achtergrond van een gerechtelijke procedure die begeleidingsband The Nameless Ghouls tegen Forge heeft aangespannen over -natuurlijk- de verdeling van de opbrengsten.

Opener Rats gaat daarom hoogstwaarschijnlijk niet over knaagdieren… Forge beheerst de kunst als geen ander om binnen zijn bekende beklemmende kader, pop, metal en progrock op een hele organische wijze te mengen en daar fantastische, houdbare, geniale en bijna schaamteloos clichématige songs van te maken. De opmars van Ghost is niet te stuiten. Tekst Mania | Menno Valk

LIVEDATA 21/06 Graspop Metal meeting, Dessel (BE) 14/07 Dynamo Metal Fest, Eindhoven

Cronin – The First Kiss Of Love (Gentlemen Recordings/Bertus)

CroninThe First Kiss Of Love van de Ierse band Cronin ziet voor de tweede keer het levenslicht. Nadat het album vorig jaar al goed werd ontvangen in eigen land, wordt een jaar later blijkbaar de rest van de wereld rijp geacht om The First Kiss Of Love te ontvangen. Gelukkig maar, mag gerust worden gesteld, want het blijkt een album om in te groeien. Een plaat die je niet gemakkelijk weglegt, eerder nog een keer opzet.

Het veertien nummers tellende album staat bomvol met instant indie-classics met een vleugje soul en Britpop. Dat het naast twee zeer korte tracks, een proloog en een interlude, twee covers bevat, maakt dat er genoeg te ontdekken overblijft. Het album begint rustig met het korte filmmuziekachtige Prologue, gevolgd door het soulvolle anthem, In Loneliness Lives Love, dat qua stijl en sfeer enigszins doet denken aan de ook Ierland afkomstige Van Morrison. Vervolgens bouwt men het album gestaag verder uit en zijn referenties als Echo And The Bunnymen en Nick Cave meer op hun plaats. Die laatste is overigens een groot fan van de band. “Cronin sounds like me, but in tune,” zei de meester onlangs, na het beluisteren van het album.

Indien we een thema zouden moeten benoemen, dan zou het melodrama zijn. Maar dit wordt zo gedurfd gebracht dat het zeker niet cheesy is. Nee, zanger Michael Cronin zingt met zoveel swagger, en een unieke stem, dat je niet anders kan dan meeblèren met bijvoorbeeld het refrein van Nelson Riddle, een meeslepend, maar uptempo liefdesliedje. Via de uitstekende Wedding Present cover Octopussy wordt het tempo nog wat opgevoerd. Dat de broertjes Cronin, echter zelf hun mannetje staan wordt duidelijk door het imponerende Several Perceptions en het poppy Little London. Maar ook het emotionele en relatief trage See This Man schaart zich met gemak in een rij hoogtepunten.

Is er dan niets mis met The First Kiss Of Love? Nou, dat is niet gezegd. Eerdergenoemde Prologue en Interlude zijn wat ons betreft overbodig en over de tweede cover zullen we het ook maar niet hebben. Toch levert Cronin met The First Kiss Of Love een droomdebuut af. Tekst Muzine.nl | Theo Stepper