Ryan O’Reilly – I Can’t Stand The Sound

Ryan O'ReillyRyan O’Reilly – I Can’t Stand The Sound (Konkurrent)

Wanneer je de titel van zijn album bekijkt, is Ryan O’Reilly een gevoelige jongen. Hij is op I Can’t Stand The Sound net zo gevoelig als op zijn debuutalbum uit 2016, The Northern Line. O’Reilly, met zijn klassieke Ierse achternaam, is een singer-songwriter die woont in Berlijn. Niet alleen in een van de meest inspirerende steden ter wereld vindt hij het elan om mooie liedjes te schrijven, maar ook in steden als New York en Tennessee.

Zoals een liedje over de moderne wereld waarin we leven. Een prachtsong, die hij dan ook heel passend The Modern World heeft genoemd. “Try not to dream too small”, houdt hij zijn toehoorders voor en zo is het ook. Leef je dromen en bereik dingen die je je nooit voor zou kunnen stellen. Of dat nu werk betreft, liefde of spiritualiteit – of wat dan ook. Maar laat al die ambities niet met je aan de haal gaan. Zo is O’Reilly dan ook weer. Niet belerend, wel de waarschuwende vinger. Zo blijven we alert.

Ryan O’Reilly, met zijn prettige stemgeluid, laat niet gek veel van zijn Ierse roots horen op I Can’t Stand The Sound, daarvoor is hij misschien ook wel iets te lang weg inmiddels uit het sympathieke Ierland. Wat hij wel doet is kwalitatief hoogstaande singer-songwriterliedjes op plaat zetten en nu al twee albums lang. Daarvoor verdient hij een applaus. Pieter Visscher

Jonathan Wilson – Rare Birds

Jonathan WilsonWellicht kan Jonathan Wilson beschouwd worden als een indie-superster. Met Gentle Spirit in 2012 en Fanfare in 2013 maakte hij namelijk schitterende albums. Aanvankelijk liet Wilson zich zien als een Westcoast-troubadour à la Neil Young of Jackson Browne, maar op Fanfare sloeg hij zijn vleugels ten volle uit. Wat zou Wilsons vierde album ons brengen?

Jonathan Wilson is een drukbezet man. Hij produceerde albums van Dawes en Father John Misty en ging op wereldtournee met Pink Floyds Roger Waters, als gitarist in zijn begeleidingsband. En dat is te horen op het grootse Rare Birds. De epische opener Trafalgar Square (what’s in a name) had namelijk zomaar afkomstig kunnen zijn van The Pros And Cons Of Hitch Hiking. En zo breidt Wilson zijn muzikale speelveld uit naar Britse seventies en eighties rock.

Sound en productie van Rare Birds zijn ronduit voortreffelijk – laat dat maar aan Wilson over – een transparant jaren zeventig geluid, waarin de retro-artiest die Wilson is uitstekend gedijt. Opvallend zijn de songs Over The Midnight en Loving You die een soort van War On Drugs-drive bezitten, maar voor het overige is Jonathan Wilson zijn geniale zelf, die uitblinkt in machtige composities als Me, Sunset Boulevard, Hairflips, titelsong Rare Birds en het Peter Gabriel-achtige Living With Myself. Het derde spannende, voortreffelijke album op rij, dit Rare Birds. Tekst Mania | Wiebren Rijkeboer

LIVEDATA 24/03 Melkweg, Amsterdam (Sold Out) 25/03 AB Club, Brussel (BE) (Sold Out)

Peter Kernel – The Size Of The Night

Peter KernelOpposites attrackt; dat is het verhaal van het Zwitserse duo Barbara Lehnhoff en Aris Bassetti. Ze leerden elkaar kennen op de kunstacademie, ontwikkelden een vreselijke hekel aan elkaar, tot ze elkaars werk leerden kennen. Toen begon een vruchtbare muzikale samenwerking en treden ze onder de naam Peter Kernel naar buiten.

Vruchtbaar want ze hebben al drie platen en twee ep’s op hun naam staan en de vierde – The Size Of The Night – mag er zijn. Leuke creatieve muziek met een goed gevoel voor melodie. Een vleugje artistiek, mag je wel zeggen. De instrumentatie en arrangementen zijn niet alledaags. Deze twee lukt het redelijk clichés te ontwijken in hun muziek, leveren een aardig afwisselende verzameling liedjes af en juist dat zorgt er voor dat hun vierde plaat boeit.

Een stevige rol voor de bas in veel liedjes, de vaak Riot Grrrl-achtige zang- en schreeuwpartijen, drukke drums en beats en fijne elektronica zijn de kenmerkende ingrediënten voor deze plaat die afhankelijk van het liedje doet denken aan een range van artiesten als Ting Tings, Yeah Yeah Yeahs en als er met loops wordt gespeeld misschien zelfs aan Tom Vek. Maar dan allemaal met een aangenaam donker ondertoontje. Aardigste nummer is wel Drift To Death, dankzij z’n mooie loops die een zuigend, stuwend, sfeervol én dansbaar resultaat opleveren. Tekst Muzine.nl | Wim Du Mortier

LIVEDATA 23/03 Sugarfactory, Amsterdam (Dutch Album Release show) 24/03 N9, Eeklo (BE) 14/04 4AD Verduystert, Diksmuiden (BE) 20/04 Luxor, Arnhem 21/04 Insert Name Festival, Liège (BE) 03/05 Café Café, Hasselt (BE) 20/05 Transformerfestival @ Muziekgieterij, Maastricht

Durand Jones & The Indications – Durand Jones & The Indications

Durand Jones & The IndicationsDe wereld was toch een stukje minder mooi sinds het heengaan van charismatische soulzanger Charles Bradley vorig jaar. Maar er is goed nieuws, want Durand Jones, die eigenlijk per ongeluk zanger is geworden, gaat zijn plaats innemen.

Samen met zijn band The Indications brengt hij een soulgeluid met funky gitaren, een zwetend orgel en bovenal met zijn heerlijk rauwe stemgeluid. We horen echo’s van grootheden als James Brown en Otis Redding, de ene keer sensationeel uitbundig, dan weer intiem en hartverscheurend. Het titelloze album werd geschreven met maatjes Aaron Frazer (drums) en Blake Rhein (gitaar) en mooi helder geproduceerd, rechtstreeks van tape in een kelder in Indiana.

Stuk voor stuk zijn het klasse songs, maar naast de topsingle Make A Change moet ook het schitterende Now I’m Gone genoemd worden. Nieuwe soulheld Curtis Harding is goede referentie, maar de potentie Durand Jones is misschien nog wel groter. Tekst Mania | Erik Damen

LIVEDATA 10/05 Paradiso, Amsterdam 11/05 AB Club, Brussel (BE) 07/07 Rock Werchter, Werchter (BE)

The Decemberists – I’ll Be Your Girl

DecemberistsNa een soort van uitstapje als begeleidingsband van folkzangeres Olivia Chaney, onder de naam Offa Rex (resulterend in het vorig jaar verschenen album The Queen Of Hearts) keren de The Decemberists nu terug met nieuw werk onder eigen naam. De opvolger van het zeer sterke What A Terrible World, What A Beautiful World (2015) heet I’ll Be Your Girl en werd geproduceerd door John Congleton.

Een opvallende keuze, want Congleton is vooral bekend van zijn werk voor artiesten als St. Vincent, Wild Beasts en Goldfrapp. Eerste single Severed maakt echter direct duidelijk dat The Decemberists niet voor niets juist voor hem kozen, want hier wordt zeer nadrukkelijk een nieuwe weg ingeslagen.

Het nummer opent met synthesizers en een dominante elektronische beat. Dat is wennen, maar even later blijken dat de gitaren niet overboord gegooid zijn en als Colin Meloy begint te zingen herken je als luisteraar toch direct The Decemberists in dit verrassende nummer.

Roxy Music en New Order worden aangehaald als inspiratiebronnen voor dit achtste studioalbum en die eerste band staat natuurlijk helemaal niet zo ver van de jaren zeventig folk- en progrock die op ouder werk als inspiratie diende. I’ll Be Your Girl klinkt vooral als een logische nieuwe stap in de carrière van deze avontuurlijke en eigenzinnige band. Tekst Mania | Marco van Ravenhorst

LIVEDATA 14/11 TivoliVredenburg, Utrecht 15/11 Paradiso, Amsterdam

Ought – Room Inside The World

oughtOught – Room Inside The World (Merge/Konkurrent)

Het derde album van Ought is wat gekunstelder dan de twee voorgangers More than Any Other Day (2014) en Sun Coming Down (2015) en bovendien wat minder getand. Wel mínstens zo uitdagend en daarmee scoren de heren opnieuw punten.

Opnieuw is Talking Heads zo nu en dan in de buurt, al speelt het stemgeluid van Tim Darcy daarin ook een voorname rol. Hij zou met een beetje fantasie een broer kunnen zijn van David Byrne. Toch zijn de Canadezen welzeker schatplichtig aan de formatie van Byrne. Neem een dromerige song als Brief Shield, evenals het toegankelijke en swingende Disgraced In America, dat in de finale op Sonic Youthachtige wijze ontspoort.

Ought serveert geen hapklare brokken op Room Inside The World, maar wel kleine gerechten die steeds beter beginnen te smaken, naarmate je ze vaker eet. Die metafoor is zonder meer van toepassing op deze derde worp van de band.

Pas op: opener Into The Sea, met dat repetitieve, slepende drumritme heeft wat verslavends. Al geldt dat uiteindelijk voor de hele plaat. Gun Room Inside The World zijn tijd en je wordt zonder meer beloond. Pieter Visscher

LIVEDATA 02/05 Botanique, Brussel 07/05 Paradiso-Noord, Amsterdam 

Editors – Violence

EditorsAls je naar de hoes van de nieuwe Editors-release kijkt, dan weet je: dit gaat niet makkelijk worden en al helemaal niet vrolijk. En dan blijkt Violence ook nog eens een echte Editors-plaat te zijn: in het begin vind je er eigenlijk geen klap aan, maar na herhaalde luisterbeurten komt die Editors-vibe toch langzaam los en denk je uiteindelijk: hé, wat een lekker plaatje.

Maar die Editors-vibe, wat is dat dan? De zware bonk en donkere ondertoon gecreëerd door drummer Ed Lay en bassist Russell Leech, de kenmerkende zang van Tom Smith, de spaarzame gitaren (inderdaad, nog steeds spaarzaam na het vertrek twee platen terug van oprichter/gitarist Chris Urbanowicz), de synthesizers die elektronische klankpartijen leggen, en songs die groeien naarmate je vaker luistert.

Songs met uiteraard niet de vrolijkste onderwerpen zoals titels als Cold, Hallelujah (So Low), Darkness at the Door en Nothingness illustreren. Dat alles is dus wederom aanwezig op de zesde plaat van deze Engelse hardrockband, en dat allemaal in nog geen krap drie kwartier verpakt: kort en krachtig dus. Ja, de verrassing mag er dan na zoveel platen een beetje af zijn en echte topnummers als Smokers Outside the Hospital Doors mogen dan ontbreken op deze nieuwe plaat, toch is Violence – drie jaar na de vorige plaat In Dreams – weer de moeite waard en een welkome additie aan het oeuvre van deze prima band. Tekst Mania | Andre de Waal

LIVEDATA 17/03 Sportpaleis, Antwerpen (BE) (Sold Out) 27/03 Ziggo Dome, Amsterdam (Sold Out) 14/07 TW Classic, Werchter (BE)

Moaning – Moaning

MoaningWat fijn! Eindelijk weer een bandje die op de juiste manier voor het Grote Gebaar gaat. Het titelloze debuutalbum van Moaning, DIY post-punk trio te Los Angeles, steekt namelijk lekker rauw af tegen de hedendaagse overdaad aan eenheidsworst-indie popduo’s met laptop en gitaartje.

Ze bestaan al bijna 10 jaar en toch is dit pas hun debuut. Moaning is een gepassioneerde plaat die naar eigen zeggen is ontstaan uit goede en slechte liefdeservaringen en uit droefheid. De nummers op het album verhalen over destructie en dystopie. De teksten laveren ergens tussen wanhoop en fatalisme. Zo!

Producer Alex Newport (At The Drive-In, Bloc Party, Melvins), heeft een heerlijk dichtgemetselde sound (denk aan A Place to Bury Strangers) weten neer te zetten, waarbinnen een mooie balans is gevonden tussen fuzzy shoegaze en noisy, dronige post punk.
Een betere introductie op vorenstaande kan de luisteraar zich met Don’t Go niet wensen. We horen op deze albumopener monotone zang met veel echo, stofzuiger- en shoegaze gitaren in de stijl van My Bloody Valentine en Ringo Deathstarr, hier en daar wat Swervedriver-achtige hooks en laagjes, het geheel gedragen door machinaal en beukend drumwerk.
For Now neigt dan weer wat meer naar de pure Amerikaanse indie rock, die we kennen van Chavez en Shiner. De Swervedriver referentie komt vervolgens weer om de hoek kijken bij Useless.

Er is ook ruimte voor fris en frivool gitaarspel, zoals op Misheard. Maar dan wel afgewisseld met zogenaamde ‘Holocaust’stukken. De gemiddelde schoenenstaarder onder u weet het wellicht wel, maar voor wie het gemist heeft: we doelen hier op de intermezzo’s waarin alle registers open gaan qua volume en pedalen, zoals ook in de live versies van You Made Me Realise van My Bloody Valentine en Drive Blind van die andere stijlgenoot Ride.

De luisteraar die wat minder bekend is met de genre-mix die Moaning etaleert, zal de nummers mogelijk te eendimensionaal vinden, te weinig variëren. Maar dat is een te gemakkelijke conclusie, immers, het monotone geluid en de geringe dynamiek is kenmerkend voor deze muziek.
Het gaat juist om het hypnotiserende gevoel en de donkere emotie dat dit soort nummers proberen op te roepen. Geen majeur-akkoorden en blij gepriegel, maar een kille, obscure muur van geluid en sentiment. En dan is er niet altijd ruimte voor melodie en verrassende wendingen.

Maar als we goed luisteren horen we op Moaning wel degelijk variatie en gelaagdheid! Op The Same, waarin het ritme tandem, bestaande uit bassist Pascal Stevenson en drummer Andrew MacKelvie, nog het meest excelleert, ontwaren we mooie zanglijnen, prikkelende wisselingen en frisse breaks en horen we tevens de jammerende wanhoop in de stem van zanger-gitarist Sean Solomon.
En de afsluiter, het in tremelo doordrenkte Somewhere in There heeft een complexe songstructuur en klinkt absoluut doordacht. Laat u dus niks wijsmaken! Tekst Muzine.nl | George Meijer

LIVEDATA 05/05 De Zwerver, Middelkerke (BE) 26/05 London Calling Festival @ Paradiso, Amsterdam 27/05 Ancienne Belgique, Brussel (BE) 10/06 Best Kept Secret Festival, Hilvarenbeek

Nathaniel Rateliff & The Night Sweats – Tearing At The Seams

Nathaniel RateliffNa drie redelijk onopvallende indiepop solo albums, groepeerde Nathaniel Rateliff zijn Night Sweats en tekende hij bij het Stax label. Daar kon hij naar hartenlust zijn voorliefde voor Southern Soul en Rhythm ’n Blues uitleven, iets wat op zijn debuut uit 2015 ook tot het nodige succes leidde.

Een wereldtoernee en een fraai live album later komt nu het tweede studio album, getiteld Tearing At The Seams. Opener Shoe Boot begint als een track uit de archieven van de vroege Parliament, wat meteen aangeeft dat Rateliff de deelgebieden van de soul verkent.

Het intense Babe I Know speelt zich af op de grens tussen soul en country, wellicht de mooiste muzikale kruisbestuiving die er is, en waar hij zich als een vis in het water voelt. De vele live shows hebben geleidt tot een superstrakke band die volledig in dienst staat van Rateliff’s voordracht. Een uitstekende opvolger die bewijst dat het debuut bepaalt geen toevalstreffer was. Tekst Mania | Jurgen Vreugdenhil

LIVEDATA 04/04 Paradiso, Amsterdam 05/04 Paradiso, Amsterdam (Sold Out) 07/04 De Roma, Antwerpen (BE) 13/07 Zwarte Cross, Lichtenvoorde 15/07 North Sea Jazz Festival, Rotterdam

Jimi Hendrix – Both Sides Of The Sky

Jimi HendrixBoth Sides Of The Sky wordt min of meer gepresenteerd als het derde deel in een trilogie van onuitgebracht materiaal. Valleys of Neptune uit 2010 en People, Hell And Angels dat in 2013 uitkwam worden dan gezien als de eerste twee delen. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er natuurlijk al vanaf de dood van Hendrix met enige regelmaat onuitgebracht werk verschijnt. Wel waar is dat eerder genoemde titels een mooi inkijkje geven in het ruwe materiaal.

In die zin is ook op Both Sides weer enorm veel te genieten. De dertien tracks die het album telt komen uit verschillende sessies en, aangezien ze niet een ooit beoogd eindproduct zijn, variëren wel wat in dynamiek. Is dat erg? Nee, zeker niet aangezien de ruwheid aanstekelijk werkt. Lover Man heeft een livefeel, Stepping Stone klinkt hier erg swingend en Hear My Train... is altijd een genot.

Jungle is een aanzet maar laat wel verschillende speelstijlen van Hendrix horen, terwijl Sweet Angel een instrumentale variant is op Angel. Georgia Blues met Lonnie Youngblood vonden we eerder op Martin Scorsese Presents The Blues terug. Gelukkig is dit een uitzondering.

Stephen Stills heeft het al jaren over dat hij materiaal opgenomen heeft met Hendrix. Of dat hoogstaande kwaliteit is, valt te bezien maar het hier te vinden $20 Fine zou zomaar een van die nummers kunnen zijn. Fijn dat van de samenwerking materiaal verschijnt, maar het is best raar om de stem van Stills te horen op een Hendrix-plaat. Datzelfde geldt voor Woodstock, opgenomen voor de CSNY-versie, dat hoewel qua opbouw al klaar wel ruw klinkt.

Send My Love To Linda is weer typisch Hendrix, net als deze versie van Cherokee Mist. Maak niet de fout om Both Sides Of The Sky af te zetten tegen de officiele platen of tegen First Rays Of The New Rising Sun, dat vergelijk gaat niet op aangezien het materiaal te ruw is. Both Sides Of The Sky is echter wel weer een mooie staalkaart van de ontwikkeling van de Meester. Tekst Mania | Hermen Dijkstra

Liefhebbers luisteren uiteraard naar Pinguin Classics!