Vanishing Twin – Afternoon X

Vanishing Twin – Afternoon X (Fire/Konkurrent)

Potsierlijke bandnamen zijn niet uniek in de muziekgeschiedenis. We pikken er een paar uit: Butthole Surfers, Jesus Chrysler Supercar, Amazing Stroopwafels, Smashing Pumpkins en dan mogen The Rolling Stones niet ontbreken. Oké, nog eentje: Death Cab For Cutie. En dan komt uit Londen het tot trio gereduceerde Vanishing Twin (verdwijnende tweeling). Ze hebben album vier bij uw platenboer afgeleverd, dat de titel Afternoon X meegkreeg.

Vanishing Twin is geen eenvoudig te categoriseren band en daar houden we wel van bij Pinguin Radio. Hapklare brokken zijn er immers wel voldoende te vinden. Vanishing Twin is niet van de alledaagse songstructuren en leeft zich uit in songs met elementen uit de krautrock en psychedelica. Waardoor uitdagende avant-popmuziek ontstaat die net zo intrigerend als indringend is.

Toegankelijkheid is er zeker, hoewel je er goed voor moet gaan zitten, of liggen. En dan komt Afternoon X het lekkerst binnen via een koptelefoon. Terwijl de titeltrack dan weer verdomd dansbaar is. Goeie beat, prikkelende synths en dan dat wulpse stemgeluid van Cathy Lucas er overheen. Ze neemt op het album ook de meeste instrumenten voor haar rekening.

Afternoon X is een onsamenhangende plaat geworden. Met acht nummers. Alle acht worden ze steeds beter en je vindt er ook steeds meer structuur in. Vaak draaien! Op ontdekkingstocht met Cathy Lucas. Het verveelt geen seconde. Pieter Visscher

Pale Puma – Haunted By Dreams That Were Never My Own

Pale Puma – Haunted By Dreams That Were Never My Own (Excelsior)

Wie goed luistert hoort dat het debuutalbum van Pale Puma is geproduceerd door Moss’ Marien Dorleijn. Verder is de plaat vooral heel erg Pale Puma, het geesteskind van de in Amsterdam geboren Django Duijns. De bijna dertiger worstelde met depressies, maar heeft die overwonnen. Het is goed te horen op het sprankelende Haunted By Dreams That Were Never My Own.

De indierock van Pale Puma staat stijf van de shoegaze-elementen, zonder dat dat een moment verveelt. Het is knap. Het liedje staat voorop. Duijns verzandt niet in allerhande maniertjes. Haunted By Dreams That Were Never My Own (korter!) is een frisse, opgewekte plaat waarin we talloze referenties voorbij horen komen. Meest in het oog springende is misschien wel Lost In Pink Moon, wat overduidelijk een ode is aan de geniale Nick Drake, die op 26-jarige leeftijd een overdosis antidepressiva tot zich nam. Hoewel Drake ontegenzeggelijk een inspiratiebron is, is dat op plaat nauwelijks te horen. Lost In Pink Moon is wel een magistrale ode, die je zo vaak mogelijk achter elkaar wil horen. Wat een geweldige song.

Waarmee de toon is gezet. De uptempo shoegaze, overgoten met dat smeuïge Moss-sausje, door de aanwezigheid van Dorleijn, die op gitaar en percussie, alsmede achtergrondzang toch wel wat sterker aanwezig is op Haunted By Dreams That Were Never My Own is zwanger van melancholie, zonder steun te zoeken in mistroostigheid. Duijns lijkt vooral te laten willen horen hoe goed hij in zijn vel steekt momenteel en dat is een genot.

We mogen het productiewerk van Frans Hagenaars ook niet onvermeld laten. Ja, bij welke gerespecteerde Nederlandse gitaarband zat Hagenaars eigenlijk niet achter de knoppen? Van Johan, tot Bettie Serveert en van Daryll-Ann tot Hallo Venray.

Het maakt Pale Puma’s debuut tot een van de lekkerste gitaarplaten die dit jaar zijn verschenen. Smaakvol, troostend en zinnenprikkelend. Smaakt naar meer. Luistertip: luid afspelen! Pieter Visscher

 

Peter Frampton At Royal Albert Hall is pure passie

In november 2022 trad de Grammy-winnende artiest en virtuoze gitarist Peter Frampton (73) op in de historische Royal Albert Hall in Londen. De speciale avond werd gefilmd, waarbij verbluffende uitvoeringen van de beste nummers van Frampton werden vastgelegd. Het concert is onder meer op cd verschenen.

De plaat bevat negen livenummers met Framptons al lang bestaande band: Rob Arthur, Adam Lester, Dan Wojciechowski en Steve Mackey, en bevat de grote hits, zoals Show Me The Way. Frampton is een van de meest gevierde artiesten en gitaristen in de rockgeschiedenis. In 2007 won Frampton een Grammy voor Best Pop Instrumental Album for Fingerprints en in 2014 werd hij opgenomen in de Musicians Hall of Fame. Hij ontving in 2019 de prestigieuze Les Paul Innovation Award van NAMM’s TEC Awards en zijn album All Blues stond vijftien weken lang op nummer 1 in de Billboard’s Blues Chart. In 2020 werd Frampton opgenomen in de Grammy Hall of Fame, zijn autobiografie Do You Feel Like I Do?: A Memoir debuteerde in de New York Times Bestsellers-lijst en zijn album Frampton Forgets The Words uit 2021 werd uitgebracht en kreeg veel lovende kritieken.

Het is op Peter Frampton At Royal Albert Hall zeker te horen dat de tand des tijds invloed heeft gehad op het stemgeluid van de geboren Brit, maar wat een passie wordt nog tentoongespreid door hem en zijn geweldige band. Een diepe buiging maken is het minste wat we kunnen doen.

My Ugly Clementine – The Good Life

My Ugly Clementine – The Good Life (BMG/Mattan)

Nieuw is het niet natuurlijk, maar zo vaak horen we ook weer niet over damestrio’s uit Oostenrijk die zich ophouden in de alternatieve hoek van de pop-rockwereld. En dan heten ze ook nog eens My Ugly Clementine. Wat in de verte, qua naam dus, misschien wat associaties oproept met The Smashing Pumpkins, maar verder houdt elke vergelijking dan ook op.

My Ugly Clementine stond rond het debuutalbum Vitamin C al eens op Eurosonic, waar het meteen indruk maakte. De plaat werd bovendien goed ontvangen en de steevast lastige tweede is een sprongetje vooruit. Het sprankelt wat meer en is diverser. Ook wat speelser en dat wordt misschien wel geïllustreerd door de albumcover, waarop naast de drie vrouwen een enorme poedel en een golden retriever (?) zijn te zien. De drie staan lachend op de de hoesfoto en de honden maken bovendien een tevreden indruk.

Je hoort en ziet aan alles dat My Ugly Clementine zin heeft in het leven en ze vertalen dat naar prima, pakkende indierockliedjes. In een potentieel hitje als The Adviser is dat goed te horen. Ook dat leadzangeres Sophie Lindinger over een uitstekend stemgeluid beschikt.

The Good Life is zowel geproduceerd als opgenomen in een afgelegen huis hoog in de mooie bergen van Tsjechië. Even uit het statige Wenen, dat toch ook als muze had kunnen dienen. Wees eerlijk.

My Ugly Clementine heeft inspiratie opgediept uit zowel de britpop als de grunge en heeft daar een smakelijke mix uit weten te destilleren. Geregeld horen we iets bekends (tekst of muziek) waar we nét niet de vinger op kunnen leggen. Op een album met de nodige liedjes die liefde als thema hebben. Net wat deze wereld nodig heeft: liefde. Liefde, liefde en nóg eens liefde. Pieter Visscher

 

 

 

Abrahamstatus Aerosmith wordt prachtig luister bijgezet

De Rolling Stones bestaan al even, maar die gasten van Aerosmith kunnen er natuurlijk ook wel wat van. Ter ere van vijf decennia aan definitieve anthems en enkele van de meest herkenbare hits aller tijden komen de viervoudig GRAMMY®-bekroonde en diamantgecertificeerde Boston-rocklegendes Aerosmith (Steven Tyler, Joe Perry, Tom Hamilton, Brad Whitford en Joey Kramer) met een ultieme carrièreomspannende greatest hits-collectie via UMe/Capitol. De set bevat 44 zorgvuldig uitgekozen nummers in luxe-edities met een door Aerosmith samengestelde verpakking.

Voor het eerst in de roemruchte geschiedenis van de groep bevat de Super Deluxe Edition van Greatest Hits een blockbuster-tracklist met 44 nummers, die elk tijdperk van Aerosmith vertegenwoordigen. Geperst op 180 gram op maat gemaakt vinyl in kleur, omvat het de vijf decennia van de band in al zijn rauwe en krachtige rock-‘n-roll-pracht. Van top 10-hits uit de jaren 70 Dream On en Walk This Way plus een zinderende versie van Toys In The Attic tot Hamiltons kenmerkende baslijn en Joe Perry’s iconische talkbox-intro tot Sweet Emotion, tot hun dominantie van rockradio in de jaren 90 met Crazy, Cryin’ en I Don’t Want To Miss A Thing. De collectie zal zowel die-hard fans als gewone luisteraars zeker bevallen.

De Super Deluxe Edition, een echt verzamelobject, wordt gepresenteerd in premium hoezen in boekstijl, bevat vier zwart-wit litho’s en beschikt over verbluffende livefotografie en iconische en zelden geziene foto’s van de band die hun opkomst van een lokale band uit Boston beschrijft tot aan de mondiale megasterrenstatus van vandaag.

Marlene Bakker – Oaventuren 

Marlene Bakker – Oaventuren (RAIF Records)

Oaventuren gaat over proberen onbevreesd door het leven te gaan, een tikkeltje overmoedig, aan de andere kant ook vrijmoedig. Eigenschappen die je nodig hebt als muzikant, maar ook in het leven zelf. Het leven is een avontuur”, vertelt Marlene Bakker over haar tweede album. Oaventuren is de opvolger van RAIF (2018), dat door Frits Spits tot album van het jaar werd gebombardeerd en slechts kon rekenen op lovende kritieken. Dat zal met Oaventuren niet anders zijn, omdat de plaat van dezelfde schoonheid is. Andermaal in het prachtige Gronings gezongen.

Bakker (39), geboren in het Groningse gehucht Niezijl, groeide op in een ander, prachtig dorp in dezelfde provincie, Smeerling, waar ze spelenderwijs het Gronings onder de knie heeft gekregen. Het is handig dat er een tekstboekje bij de cd zit, terwijl je over het algemeen ook als niet-Groninger wel kunt volgen wat Bakker wil vertellen.

Misschien dat Wat Is Er Loos? over het politieke wereldje gaat? “Haard tegen haard. En waist, ‘t löst haildaal niks op. Roupst en reerst of zegst de woarhaid? ‘t Is mor net wastoe leufst. De leugen smoort elke reden, elke zin.”

Het karakteristieke Gronings is een prachtige taal (jawel), die wel vaker als instrument is ingezet in de muziek, maar nog nooit zo mooi als Marlene Bakker het doet. Een stem net zo helder als gevoelig. Op een plaat waarop Bakker zich andermaal heeft laten omringen door topmusici. En dat hoor je. Gitaarwonder Bernard Gepken, vooral bekend als muzikant in de band van Daniël Lohues, is onder meer weer van de partij. Gepken schreef ook mee aan de composities op Oaventuren. Een album vol met prachtige melodieën en arrangementen. Hoor Gepken eens verrukkelijk tokkelen in het afsluitende Sloaplaidje. En wat is Zo-as Beloofd toch van een óngekende schoonheid.

Ook door de rijke instrumentatie, waarin we onder meer Hammond, vibrafoon, hoorn, bugel, piano, synthesizer en mellotron ontdekken, is Oaventuren een plaat geworden die je zo vaak als mogelijk op wil zetten. Niet voor niets is Marlene Bakker inmiddels omarmd door Pinguin Pluche. Na RAIF heeft ze het met Oaventuren wéér geflikt. Een tweede kunststuk. Pieter Visscher

Rauwe energie Rory Gallagher op Live In London

Rory Gallagher All Around Man – Live In London is een 23-track live-album met niet eerder uitgebracht materiaal uit een niet eerder gedocumenteerde periode van een van de grootste gitaristen aller tijden.

Dit opwindende album is uitgebracht als dubbel-cd en driedubbele lp, is samengesteld uit twee avonden in de Town & Country Club (nu The O2 Forum) in Londen in december 1990. All Around Man – Live In London is opgenomen van de shows ter ondersteuning van Gallaghers elfde en helaas laatste studioalbum Fresh Evidence dat in mei 1990 uitkwam. nummers van het Defender-album uit 1987 plus andere carrièrefavorieten.

Dit nieuwe album is gemixt van de recent gevonden multitracks en gemasterd in Abbey Road Studios, en de hoes van het album is een schilderij van de Ierse graffitikunstenaar Vincent Zara, die Rorys afbeelding in zijn thuisland heeft gestencild.

De liveoptredens van Rory Gallagher zijn legendarisch, hij was een artiest die tot leven kwam toen hij op het podium stond en als gevolg daarvan zijn enkele van zijn meest succesvolle albums livealbums, zoals Live! In Europa en Irish Tour ’74. Voorafgaand aan deze shows, waarin de opnames van dit album werden gemaakt, had Gallagher een ongekend halfjaar in de studio doorgebracht om Fresh Evidence te maken (hij stond bekend om het snel opnemen van albums, soms in slechts twee weken). Gallagher was live op zijn best en demonstreerde zijn liefde en honger naar liveoptredens en de opnames op All Around Man – Live In London getuige die rauwe energie.

Veel nieuw werk Zappa op Funky Nothingness

In 1969, nadat The Mothers of Invention uit elkaar gingen, bracht Frank Zappa zijn baanbrekende solodebuut Hot Rats uit. Het innovatieve album, dat jazz en rock combineert, werd een van de bestverkochte releases van de artiest, dankzij klassieke nummers als Peaches En Regalia en Willie The Pimp. In het volgende jaar, tussen verschillende projecten door (waaronder het produceren van Captain Beefhearts debuut, Trout Mask Replica, en optreden als presentator van het Belgische Festival Actuel, waar Zappa de Britse drummer Aynsley Dunbar ontmoette), verzamelde hij een kerngroep om tracks op te nemen in het onlangs geopende Los Angeles Plant.

Tijdens de sessies, die voornamelijk in februari en maart 1970 in de nieuwe studio plaatsvonden, zat Zappa opnieuw in de producerstoel en werd-ie vergezeld door verschillende muzikanten die op Hot Rats speelden, waaronder Mothers-lid Ian Underwood (keyboard, saxofoon, slaggitaar), violist en zanger Don “Sugarcane” Harris, en Wrecking Crew-bassist Max Bennett. De vijfkoppige band werd gecompleteerd door Aynsley Dunbar, die net naar Los Angeles was verhuisd en bij Zappa was ingetrokken na zijn uitnodiging zich bij de band aan te sluiten. Samen nam de groep uren aan originele composities, geïnspireerde covers en uitgebreide improvisaties op die putten uit Zappa’s R&B en bluesroots, terwijl ze invloeden van de opkomende jazzfusionscene vermengden. Deze opnames waren grotendeels instrumentaal en toonden de virtuositeit van de gitarist, terwijl ze tegelijkertijd het vervolg op Hot Rats hadden kunnen zijn, als het ooit was uitgebracht.

Terwijl Zappa zijn favoriete opnames identificeerde en de nummers mixte voor de uiteindelijke release, trok de onverzadigbare muzikale nieuwsgierigheid van de enorm productieve muzikant hem in de loop van het jaar in andere richtingen. Het is niet precies bekend waarom dit materiaal nooit is uitgebracht, maar het is mogelijk dat Zappa na de ontmoeting met Flo & Eddie, het komische rockduo van Mark Volman en Howard Kaylan, kort na de sessies, werd geïnspireerd om met hen samen te werken en een grotere band samenstelde en verhuisde, weg van instrumentale composities en meer naar vocaal georiënteerd materiaal. Flo & Eddie zouden zich bij de Mothers voegen voor Zappa’s Chunga’s Revenge-album, grotendeels opgenomen die zomer en uitgebracht in oktober van dat jaar. Eind 1970 was Zappa goed bezig met het schrijven en ontwikkelen van zijn film 200 Motels en de bijbehorende soundtrack. Al die tijd werd dit ongelooflijke materiaal op een laag pitje gezet.

Terugluisterend naar de tapes van deze sessies, die meer dan vijf decennia later uit Zappa’s enorme Vault zijn opgegraven, wisten Zappa Vaultmeister Joe Travers en Ahmet Zappa dat ze iets speciaals hadden. Door te werken met de nummers die Zappa in de loop der jaren had geproduceerd, gemixt en waaraan hij had gewerkt, stelden ze een album met elf nummers samen, dat ze Funky Nothingness noemden, naar een bluesachtig, uitgekleed stuk dat de artiest in 1967 had opgenomen aan het einde van een van de sessies voor Uncle Meat. Oorspronkelijk bedoeld om een vroege versie van Chunga’s Revenge te openen, zet het korte, nog niet uitgebrachte nummer “de toon voor het album”, legt Travers uit. Hoewel de track een paar jaar voordat de meeste muziek die hier wordt gepresenteerd is opgenomen, heeft Zappa er uiteindelijk een build-haspel op aangesloten, waarmee hij aangaf dat hij een release aan het plannen was. Hoewel er in de loop der jaren een paar opnames van deze sessies zijn uitgebracht (fans herinneren zich misschien de 12 minuten durende versie van Sharleena uit de postume collectie Lost Episodes uit 1996), introduceert Funky Nothingness deze opnames voor het eerst als een samenhangende verzameling. “Funky Nothingness, als album, is speciaal omdat het ten minste drie geschreven composities bevat, twee coverversies en meerdere instrumentale jam-georiënteerde segmenten, allemaal niet eerder uitgebracht”, legt Travers uit. “Het is zeer zeldzaam om zoveel muziek uit één reeks sessies te vinden die zo lang niet is gehoord.”

Geproduceerd en samengesteld door Ahmet Zappa en Joe Travers, is Funky Nothingness uitgebracht via Zappa Records/UMe in verschillende formaten, waaronder een drie-disc uitgebreide deluxe editie die het 11-track album op disc 1 presenteert, samen met twee discs van outtakes, alternatieve bewerkingen, onbewerkte meesters van liedjes uit die tijd (waaronder Transylvania Boogie, The Clap en Chunga’s Revenge), plus verschillende epische improvisaties en andere bonussen. Een begeleidend boekje van 28 pagina’s bevat foto’s van de opnamesessies door fotograaf John Williams plus verhelderende liner notes en een individuele track-by-track van Travers. Disc 1 bevat Zappa’s vintage mixen naast verschillende moderne mixen van Craig Parker Adams die ook het bonusmateriaal mixte. Alle audio werd gemasterd door John Polito bij Audio Mechanics. In totaal bevat de collectie met 25 nummers 23 niet eerder uitgebrachte nummers met in totaal bijna drie en een half uur aan nooit eerder gehoorde muziek. De uitgebreide editie van Funky Nothingness zal ook digitaal beschikbaar zijn voor streaming en download en als dubbel-lp op zowel 180 gram zwart vinyl als limited edition helder violet 180 gram vinyl. Het vinyl zal bestaan uit Zappa’s vintagemixen van de tracks.

Mike Oldfields Tubular Bells 50 jaar: geen studiobedrog

Het ronduit legendarische, alsook tijdloze Tubular Bells van Mike Oldfield is heruitgegeven in dubbel vinyl/ en cd-formaten, evenals een Blu Ray en een Super Deluxe Edition, om de 50ste verjaardag van de plaat te vieren. Deze speciale collectie bevat een nog niet uitgebrachte demo die vijf jaar geleden is gemaakt en destijds bedoeld was als het begin van een nieuwe 50-jarige jubileumversie van het werk.

Maar toen ging Mike Oldfield met pensioen en werd de introductie van acht minuten opgeschort. Tubular Bells 4 Intro, dat nu het levenslicht ziet, is de afsluiting van het ongelooflijke leven van dit historische album en is misschien wel het laatste dat ooit door Oldfield is opgenomen. Het hele project onder toezicht van de man bevat de vinylversie van Tubular Bells – 50th Anniversary Edition in een gloednieuwe Abbey Road-master op halve snelheid van de originele mix uit 1973 van het album van Miles Showell en een tweede plaat die verschillende verleidelijke versies van Oldfield verenigt.

Voor het eerst uitgebracht op vinyl is Tubular X, Oldfields versie van Mark Snows iconische X-Files-thema, opgenomen in 1998. Er is de Tubular Beats-remix-samenwerking met YORK en de originele Mike Oldfield/single Theme From Tubular Bells die werd gemaakt naar aanleiding van een ongeautoriseerde Amerikaanse single met een fragment uit Tubular Bells. En, voor het eerst sinds een zeer beperkte oplage in 2012, is ook Oldfields verbluffende Tubular Bells/In Dulci Jubilo (muziek voor de openingsceremonie van de Olympische Spelen van 2012 in Londen) opgenomen.

Tubular Bells kunnen we zien als hoeksteen van de populaire cultuur. Maar vóór zijn wereldfaam, de ongeveer 16 miljoen verkopen, de Royal Mail-postzegel, zijn selectie voor de openingsceremonie van de Olympische Zomerspelen 2012, was er oorspronkelijk de muziek. In 1973 bracht een jonge, grotendeels onbekende 20-jarige Mike Oldfield zijn debuutalbum uit – twee lange muzieksuites, waarbij vrijwel elk instrument door Oldfield zelf werd bespeeld. Het was toevallig ook de debuutrelease van een gloednieuw label – Richard Bransons Virgin Records. Tubular Bells werd een fenomeen, stond boven aan de Britse hitlijsten en won een Grammy. Zijn populariteit en bekendheid werd verzekerd door het hoofdthema dat te zien was in The Exorcist, de film uit 1973 die een wereldwijde sensatie werd.

Oldfield zegt… “Als ik weer luister naar de muzikale ontboezemingen van een door angst geteisterde tiener, is het moeilijk te geloven dat ik dat was, 50 jaar geleden. De muziek klinkt niet zo angstaanjagend, maar alleen ik ken de jaren van werk en stress die Tubular Bells hebben voortgebracht. Dit was allemaal live, first take optredens zonder tweede kansen of studiobedrog zoals we tegenwoordig zo gewend zijn geraakt. Toen ik Tubular Bells aan het maken was, had ik niet gedacht dat iemand het ooit zou horen, laat staan dat het vijf decennia later zou worden gevierd! Bedankt aan iedereen die de afgelopen jaren heeft geluisterd.”

 

 

Black Honey – A Fistful Of Peaches

Black Honey – A Fistful of Peaches (Foxfive Records/Mattan)

De Britse gitaarband Black Honey heeft met de charismatische frontvrouw Izzy Bee een sterke troef in handen. De formatie uit kustplaats Brighton is op derde studioalbum A Fistful Of Peaches opener dan ooit.

Bee heeft nooit een geheim gemaakt van haar worstelingen met mentale gezondheid, maar zo openhartig was ze nog niet eerder. Dat op een album dat dat bolstaat van de energieke indierockliedjes. Smaakvol geproduceerd door Alan Moulder, die we onder meer kennen van zijn werk voor Interpol, Editors en Placebo.

“Serotonin let us down”, zingt Bee, in de track Heavy. “Don’t wanna watch the white horse drown. Never ending therapy ’cause my head is the enemy. So don’t let me, go steady.” Er zit ook in dit nummer een bepaalde agressie, waarmee Bee haar demonen te lijf gaat.

“All I wanna do is just get out of my mind. I’m wasting my life.” Bee zocht een therapeut om uit haar diepe dalen te komen, maar het is vallen opstaan. Op het podium kan ze al haar frustraties eruit schreeuwen en reken maar dat dat helend werkt.

Mooie hoesfoto, mooie afbeeldingen in het cd-boekje en de cd zelf als dartbord. Er is werk gemaakt van A Fistful Of Peaches, dat er weleens voor kan gaan zorgen dat de Britten een groter publiek gaan bereiken. Black Honey is klaar voor de festivals. Pieter Visscher