Album Reviews: Katzenjammer en Guster

Katzenjammer - RocklandKatzenjammer – Rockland (Propellor Recordings / Munich)
Ze waren al een geheid succes op festivals en in de poppodia. Katzenjammer is dan ook een geweldige en vrolijkmakende live act dat met allerlei gekke instrumenten het podium beklimt. Zoals bijvoorbeeld een grote basgitaar met een kattengezicht erop. De Noorse dames maken grappige, aanstekelijke popliedjes die zo toegankelijk zijn dat toevallige passanten met een totaal andere muzieksmaak toch gelijk enthousiast raken en meedansen op de nummers alsof ze al jaren fan zijn.

Rockland laat die lollige kant van Katzenjammer wederom horen, maar geeft ook aan dat de vrouwen behoorlijk gegroeid zijn in het maken van serieuzere liedjes. Zo is Flash In The Dark echt een goede, tijdloze popsong met een mooi ABBA-achtig refrein. En dan komt even later nog het schitterende slotnummer Rockland: folky, gevoelig en toch nog steeds geen vreemde eend in de bijt.

Het zijn broodnodige stappen om de albums aantrekkelijker te maken. Concertkaartjes, die vliegen wel weg. Het groovy Oh My God is ongetwijfeld een nieuwe favoriet op het podium met de grappige tekst: I can’t see why he’s always on my derriere / It must be super trooper hot / But when I look behind myself in the mirror / I kinda know that it is not En verder staan er wederom ontzettend veel catchy liedjes op met veel speels geklap in de handen. Dat maakt de plaat nog steeds iets te druk om thuis vaak te gaan draaien (op feestjes na), maar Katzenjammer heeft met Rockland wel weer fantastisch songmateriaal om mee te touren. Thomas Spiekerman

Guster - EvermotionGuster – Evermotion (Ocho Mule / Nettwerk Music Group)
De Amerikaanse band Guster is al twintig jaar bezig maar van een doorbraak is het nooit gekomen. Het geheel klinkt dan ook als lekker wegluisterende pop/rockmuziek die eigenlijk nergens uit de bocht vliegt, denk aan bands als Travis en Johan maar dan toch anders en vooral Amerikaanser. Het voornaamste waar Guster in uitblinkt is degelijkheid. Nu lijkt het wat negatief dat hun muziek op het eerste gehoor wat als doorsnee en oppervlakkige popmuziek klinkt, maar schijn bedriegt, degelijkheid blijkt een groot goed. Ook op het nieuwe album Evermotion blijken de liedjes na een aantal luisterbeurten toch wel prima te zijn, en na nog wat meer luisterbeurten gaan de liedjes zich in je hoofd nestelen en zit je ineens met Doin’ It By Myself in je hoofd. Zo kom je erachter dat Evermotion toch weer een sterk popalbum is, dat nergens verrast, maar wel vol met fijne liedjes staat. Het ene liedje wat melancholisch (Kid Dreams), het andere liedje juist wat meer uptempo, zoals de catchy single Simple Machine, maar in alle gevallen melodieus, met sobere maar effectieve instrumentatie. Uitermate degelijk dus, in de positieve zin van het woord. Arnout de Vries

Album Reviews: Gaz Coombes en My Baby

Gaz Coombes – Matador (Hot fruit Recordings / Caroline Records)
Gaz Coombes - MatadorU kent hem misschien nog wel. Die vrolijke jongen van Supergrass, met de bakkebaarden, die zong dat ie zich ‘alright’ voelde. Die jongen heet Gaz Coombes en hij is volwassen geworden. Supergrass ging in 2010 uit elkaar, en sindsdien heeft Gaz zich op een solocarrière gestort. Daarbij lijkt het wel alsof de band hem beperkte en hij nu eindelijk volledig z’n ei kwijt kan.

De lijn die hij met Here Come the Bombs uit 2012 inzette, zet hij voort op Matador: gelaagde popmuziek met een licht elektronische inslag. Hiermee heeft hij zich nog wat verder van Supergrass verwijderd, en laat hij bovendien wat meer van zichzelf horen. Matador is namelijk een persoonlijke plaat, met interessante teksten over onder andere de liefde en zijn drugsgebruik, waarin hij de clichés weet te omzeilen. Met The English Ruse, een gedreven rocksong, staat er zelfs een politiek geladen nummer op. Muzikaal gezien is het een album dat wat meer tijd nodig heeft om te doorgronden. Weinig nummers die je meteen pakken, en veel wendingen en subtiliteiten. Hiermee is het een rijke, gevarieerde plaat geworden, waarmee de Supergrass-zanger meer dan ooit zijn muzikaliteit toont en daar vriend en vijand mee weet te verrassen. Arnout de Vries

LIVEDATUM 12/06 Pinkpop, Landgraafmy-baby-ShamanaidMy Baby – Shamanaid (Embrace Recordings)
Na hun lovend ontvangen debuut MY BABY – Loves Voodoo uit 2013 is hier dan de opvolger Shamanaid. Het trio, bestaande uit drumbeest Joost van Dyck, zuslief en zangeres/gitariste Cato van Dyck en de Nieuw-Zeelandse gitarist Daniel Johnston hebben wederom een magistraal werkstukje afgeleverd.

Shamanaid schiet direct uit de startblokken met het uptempo groovende Seeing Red en wat dat betreft liggen single Uprising of het spacy Remedy in diezelfde lijn. Hypnotiserende, repeterende ritmes die ook tijdens de releasshow van afgelopen 12 maart in de Melkweg pats boem in je gezicht werden gekwakt. Kortom: heerlijk gewoon! Je wordt gegrepen door de goddelijke tribal ritmes en bewegen is de enige optie.
Met verder een muzikale mix van blues, funk, soul, gospel, psychedelische ritmes en slepende grooves, kruipen songs als Meet Me At The Wishing Well, Mary Morgan, 6X2 of Marching als ware sluipmoordenaars je brein in om zich te nestelen en daar nooit meer weg te gaan.
En in de wat meer ingetogen stukken als het soulvolle naar gospel neigende The Doors Of Your Mind of het meer oriëntaals klinkende Hidden From Time, met overigens subliem gitaarspel, komt die prachtige stem van Cato van Dyck volledig tot z’n recht. Een laatste preek tenslotte, check ze live. Wilbert Stuifbergen

LIVEDATA 02/04 Atak, Enschede 04/04 Paaspop, Schijndel 05/04 De Lievelinge Festival, Vuren 06/04 Café Tom Tom, Heythuysen 02/05 Rhythm & Blues Night @ De Oosterpoort, Groningen 08/05 Poppodium Asteriks, Leeuwarden 23/05 Poppodium Volt, Sittard 24/05 Ribs & Blues Festival, Raalte 30/05 Kaaspop Festival, Edam 31/05 Sniester Festival, Den Haag 20/06 Timboektoe Solstice, Velsen Noord 24/07 Valkhof Festival, Nijmegen 25/07 Zwarte Cross, Lichtenvoorde 07/08 De Parade, Amsterdam

Album Reviews: Courtney Barnett en Modest Mouse

Courtney Barnett - Sometimes I Sit and Think, and Sometimes I Just SitCourtney Barnett – Sometimes I Sit and Think, and Sometimes I Just Sit (House Anxiety / V2 Benelux)
Soms zeggen hoesjes meer dan een recensie van duizend woorden. In dit geval is dat maar half waar. Het simpele, zelfgemaakte tekeningetje laat mooi de ‘do it yourself’-aard zien, en de titel die er bij is gekrabbeld is een aardig voorproefje van de gevatte teksten, maar Sometimes I Sit and Think, and Sometimes I Just Sit is veel meer dan een rommelig plaatje met wat grappige teksten.

De Australische singer-songwriter Courtney Barnett maakte de laatste jaren al naam met sterke singles als Avant Gardener en History Eraser. Nu is eindelijk de tijd rijp voor haar debuutalbum, een cd waarop zowel invloeden van Pavement als The Kinks te horen zijn, met ook wat ruimte voor folk en blues. Zo doet het gitaarrifje van Pedestrian At Best denken aan All Day and All of the Night. Het is een nummer waarin ze haar onzekerheden op sterke wijze wegschreeuwt (‘Put me on a pedestal and I will only disappoint you!’). Haar teksten zitten vol met spitsvondigheden en hebben originele onderwerpen. Zo brengt ze op Depreston rake observaties over het deprimerende van haar huizenjacht. Maar haar grappige teksten hebben ook een serieuze ondertoon. Behalve haar persoonlijke beslommeringen stelt ze op een gevatte manier zaken als milieuvervuiling (Kim’s Caravan) en de negatieve aspecten van de voedselindustrie (Dead Fox) aan de kaak.

Naast tekstueel is Barnett ook muzikaal gezien op dreef. Ze laat allerlei aspecten van haarzelf zien, van pakkende rockers tot kleine liedjes en ook een lang, meeslepend stuk als Kim’s Caravan. De combinatie van de sterke teksten, muzikale variatie en een zangeres die zichzelf graag wil bewijzen maakt Sometimes I Sit and Think, and Sometimes I Just Sit tot een album dat verrast, vermaakt en niet snel gaat vervelen. Arnout de VriesModest Mouse - Strangers to OurselvesModest Mouse – Strangers To Ourselves (Epic / Sony Music)
De indierockers uit Issaquah, Washington, draaien al sinds 1994 in muziekland mee en kunnen we ondertussen wel oudgediende noemen en onder leiding van Isaac Brock zijn ze al weer toe aan hun zesde album.

We hebben even moeten wachten op nieuwe werk, want het laatste album We Were Dead Before The Ship Even Sank stamt al weer uit 2007. Het nieuwe album Strangers To Ourselves, is voorafgegaan door de poppy klinkende ex-IJsbreker Lampshades On Fire, het ingetogen maar wonderschone Coyotes en de catchy sound van The Ground Walks, With Time In A Box. Verder zijn The Best Room en Offcouse We Know al naar buiten geslingerd. Stuk voor stuk geven deze songs een representatief beeld van de gehele cd, maar weet Isaac met zijn mannen nergens echt met een vette klapper of een uitschieter te komen. Wat overigens niet weg neemt dat het heerlijk album is, maar na acht jaar wachten smacht je naar meer. En naar het schijnt ligt een nieuw album dan ook al weer klaar op de planken. Dat tweede album in het tweede leven van Modest Mouse zal waarschijnlijk Whatever heten, verschijnt in 2016 en bevat een gastbijdrage van Nirvana’s Krist Novoselic.

Moet ik niet vergeten het fantastische Sugar Boats of de kampvuur meebruller God Is An Astronaut And You’re An A**hole te vermelden en wil ik Be Brave groots over een festivalweide horen schallen. Eerst staat Modest Mouse nog op vrijdag 3 juli in TivoliVredenburg. Wilbert Stuifbergen

Album Reviews: The Love Compartment en The Minus 5

The Love Compartment - Coconut & CrabThe Love Compartment – Coconut & Crab (Noisesome Records / Caroline Benelux)
The Love Compartment lijkt in eerste instantie een wat zoetsappige bandnaam, maar is eigenlijk een gevatte woordspeling op ‘glove compartment’, de Engelse term voor een handschoenenkastje. Het is dus een band met humor, maar die zit slechts subtiel in de teksten verwerkt. Het gaat om een Leuvens vijftal, dat vooral geïnspireerd is door Amerikaanse muziek. Ze doen nog het meest denken aan een poppy variant van Wilco; toegankelijke pop/rock met lichte americana-invloeden. Toegankelijk, maar zeker niet oppervlakkig. Zo zijn er de vermakelijke teksten, en staat de plaat bovendien vol met pakkende, melodieuze liedjes. Van de opzwepende meezinger Spare Parts tot de rustige afsluiter Love U More, waarbij het heerlijk wegdromen is. Erg prettig is de heldere productie, wat de muziek net wat meer laat sprankelen. Uitdagend of spannend wordt de muziek weliswaar nergens, maar wie op zoek is naar aangenaam in het gehoor liggende popliedjes, is bij The Love Compartment aan het goede adres. Op Coconut & Crab is de kwaliteit continu hoog, en daarmee is het een knap debuut. Arnout de Vries

LP-YEP-2420 M4 Dungeon Golds GD30OB2-N outlinesThe Minus 5 – Dungeon Golds (Yep Roc Records)
Bijna een jaar na de release tijdens de Record Store Day 2014, is de extreem gelimiteerde vinylplaat Dungeon Golds van The Minus 5 nu ook in een digitale variant uitgebracht. Het materiaal van dit album is eigenlijk afkomstig van de uit 5 platen bestaande box-set die toen in een oplage van 750 stuks verscheen. En eerlijk gezegd wijkt een deel van het nu uitgebrachte album ook nog eens af van de uitvoeringen zoals die in de box te vinden waren. Scott McCaughey, oprichter en creatieve leider van The Minus 5 die voor de R.E.M.-fans geen onbekende zal zijn, heeft de tracks nog eens onder handen genomen. Een mooie manier dus om de fans van Michael Stipe’s ter ziele gegane bandje nog eens te prikkelen en te bewegen om tot aanschaf over te gaan. Ze zullen er geen spijt van krijgen. McCaughey heeft met de iedere keer roulerende samenstelling een stel geweldig interessante muzikanten om zich heen verzameld die wel raad weten met de diverse rootsgeoriënteerde stijlen.

Wat te denken van Peter Buck, Jeff Tweedy of de recentelijk overleden (Small) Faces-toetsenist Ian McLagan? Daarnaast komen we ook nog enkele leden van The Decemberists tegen in het rijtje muzikale begeleiders of moet je ze eigenlijk bandleden noemen? Je kunt in ieder geval wel bedenken in welke muzikale hoek we ons begeven maar met de leuke tekstverwijzingen naar The Who’s My Generation in de gelijknamige track, of de Byrds-achtige Rickenbacker gitaarpartijen in Hold Down The Fort wordt het album ook nog eens zeer interessant voor de wat oudere muziekliefhebbers die in de jaren zestig zijn blijven hangen. Zo zit er dus voor iedereen wel iets bij in deze ‘best of the box’-verzameling. Jeroen Bakker

 

Album Reviews: Chadwick Stokes en Jimmy Sommerville

Chadwick Stokes - Horse ComancheChadwick Stokes – The Horse Comanche (Nettwerk Music Group / Ruff Shod)
Chadwick Stokes is lid van de indiebands Dispatch en State Radio, bands die in Amerika een stevige fanbase hebben. Met die bands doet hij al lange tijd grote podia in de VS aan, en is hij zeer politiek geëngageerd. Voor zijn solocarrière besloot hij het roer echter eens om te gooien. Hij heeft een reeks van intieme huiskamerconcerten gedaan, en tijdens die tour heeft hij de songs voor zijn nieuwe album geschreven, en meteen live uitgeprobeerd. Zo vormde zich een persoonlijk album, verder uitgewerkt met topproducers als Samuel Beam (Iron & Wine). Met dit in je achterhoofd verwacht je een heel sober en rustig album, maar dat blijkt heel erg mee te vallen. Een groot deel van de liedjes heeft een erg positief geluid en is bovendien flink opgefraaid met mooie arrangementen. Dit resulteert in een album dat aan de ene kant erg fijn voor op de achtergrond is, maar bovendien vol met mooie luisterliedjes staat. Het is op een prettige manier gevarieerd, van vrolijke liedjes als Prison Blue Eyes, tot het wat psychedelische Hazy Maze. Tot slot is de tekstuele thematiek erg interessant. Stokes heeft zich gebaseerd op een verhaal over het paard Comanche dat de enige overlevende van The Battle of Little Bighorn was. Stokes zag daar een levensles in en zingt ons toe: ‘we are on the great adventure of our lives, but we hardly know it’. Het titelnummer vormt hiermee het hoogtepunt van een verdienstelijk folkalbum. Arnout de Vries

LIVEDATA 08/05 Zwerver Café, Oostend (BE)Jimmy Somerville - HomageJimmy Sommerville – Homage (Cherry Red)
“There’s a massive glitter ball in my head and it has never stopped turning”, zou voormalig Bronski Beat- en Communards-zanger Jimmy Sommerville onlangs gezegd hebben. “Toen ik naar mijn nieuwe album luisterde deed het me denken aan de tijd dat ik als 15-jarige, zittend op de rand van mijn bed, het vinyl uit de hoes haalde en het op mijn platenspelertje legde”. Hiermee heeft hij, wellicht onbedoeld, in twee zinnen zijn zesde en nieuwe album samengevat. Homage bevat namelijk twaalf tracks die niet hadden misstaan in de tijd dat de hitlijsten er nog toe deden en ook singletjes met zijn vertolkingen van Don’t Leave Me This Way en Never Can Say Goodbye enorm goed verkochten. Sommerville heeft eigenlijk alleen maar gedaan wat hij zelf zo graag wilde. Een werkwijze die hij, naar verluidt, niet meer heeft gehad sinds de ontbinding van zijn Communards in 1988. Eigenlijk zijn het allemaal mooie excuusjes voor een artiest die een poosje heeft stilgestaan maar dat doet waar hij goed in is. Het resultaat? Een dozijn discostampers en zo catchy als de neten. Sterke voeten die op deze muziek niet in beweging komen en ach, Nile Rodgers doet toch ook al bijna veertig jaar hetzelfde? Homage doet de disco-tijden herleven en laat zich goed smaken op de betere ‘foute’ feestjes. Jeroen Bakker

Album Reviews: Xavier Rudd en Sven Hammond

xavier rudd nannaXavier Rudd & the United Nations – Nanna (Nettwerk Music Group)
Wie Xavier Rudd weleens heeft zien optreden, zal onder de indruk zijn geweest van het aantal instrumenten dat de man bespeelt, vaak zelfs tegelijkertijd. Het typeert de man: een rasartiest die zoveel mogelijk zelf doet. Zeer atypisch is dan ook dat hij voor zijn nieuwe album juist gebruik maakt van een breed scala aan artiesten, afkomstig uit alle windstreken (o.a. aboriginals, Zuid-Afrikanen, en Duitsers). Dit laat een andere kant van Xavier Rudd zien: de activist die streeft naar een wereld waarin iedereen vredig samenleeft, iets dat ook veel terugkomt in zijn teksten.

Ook veel reggae staat in het teken van dat gedachtengoed, het is dus niet raar dat hij voor dit album naar Jamaica is gegaan en zich heeft laten inspireren door de Caribische sferen. Dit is duidelijk terug te horen op het album. De muziek van Xavier Rudd is altijd al erg laidback, maar het reggae-geluid van Nanna is bijzonder relaxed en straalt bovendien een en al optimisme uit. Het grote verschil met reggae is vooral dat het net wat vlotter is (maar niet zo vlot als ska). Dat in combinatie met invloeden van allerlei wereldmuziek, zo zijn er didgeridoo’s en panfluiten te horen, zorgt voor een uniek geluid. Bovendien heeft Rudd zichzelf overtroffen in het schrijven van pakkende liedjes, want nummers als Hanalei en Creancient gaan na een paar keer al niet meer uit je hoofd. Hij wisselt het mooi af met een rustiger nummer als Nanna, dat overigens Hawaiiaans voor ‘lente’ is. Een zeer toepasselijke albumtitel, want zet de cd op, en het zonnetje begint in ieder geval bij jou thuis te schijnen. Laat de lente maar komen! Arnout de Vries

LIVEDATA 28/06 Mundial festival, Tilburg 05/07 Couleur Café Festival, Brussel 15/07 Woodstock ’69, Overveen
Sven-Hammond-IVSven Hammond – IV (Caroline Benelux)
“Het is aardig uit de hand gelopen”, zo verzuchtte Sven Figee onlangs toen hij terugblikte op de carriere van Sven Hammond Soul, een naar hem vernoemde band waarin een prominente rol was weggelegd voor het Hammond-orgel. “Gieren op dat orgel, dat was wat ik wilde,” aldus de toetsenist die na drie eerdere albums met IV het ultieme bandgevoel heeft gevonden. Sinds de komst van zanger Ivan Peroti heeft de band een vaste vorm aangenomen die zowel op het podium als in de studio maar wat graag het avontuur opzoekt. Met die muzikanten weet Sven Hammond het beste van rock, blues, soul en funk samen te brengen waarbij de creatieve manier van werken in de jazz niet vreemd is. De Soul is inmiddels van de naam gehaald wat overigens niet wil zeggen dat er op dit album niets meer is terug te vinden van het zwarte goud. Wel ligt de nadruk meer op een gitaargeoriënteerd geluid waarbij het aantal Hammondsolo’s iets is afgenomen. De band bevindt zich sinds enige tijd in een rocktrip en dat komt goed uit aangezien na een uitgebreide clubtour de festivals er dit jaar aan moeten geloven. Vanaf de rauwe opener Brother Drunk lijken de bedoelingen duidelijk. Drumvirtuoos Joost Kroon, regelmatig te vinden bij de New Cool Collective, en bassist Glenn Gaddum vormen een ronduit unieke ritmetandem. Ook de rol van gitarist Tim Eijmaal blijkt aanzienlijk in het huidige geluid. Vuige riffs en subtiele melodielijnen wisselen elkaar met groot gemak af. Een goed voorbeeld is het stevig rockende Fly dat met die zware Hammond-tonen een behoorlijk heavy karakter krijgt. De hoofdrol lijkt op IV toch echt weggelegd voor zanger Ivan Peroti die ook het merendeel van de teksten voor zijn rekening heeft genomen. Peroti heeft een enorm bereik waarmee hij in een grote diversiteit aan stijlen goed uit de voeten kan. Zo is er het pakkende Empire, met het geniale piano-loopje van Figee, waarin hij heerlijk ‘los kan’ of de zwaar funky falsetstem in Diamond Drink waarin een vergelijking met Prince voor de hand ligt. Ook in het gevoelige King zijn het de vocalen die alle aandacht opeisen. Dikwijls is er gebruik gemaakt van distortion waarmee deze zijn opgenomen maar dat we hier ook zonder effecten en trucs te maken hebben met één van de beste stemmen uit de Benelux lijdt geen twijfel.

Sven Figee zou tijdens de opnamen van IV als ‘Voorzitter van de Stichting’, dus niet als bandleider, zijn muzikanten in geen enkel opzicht creatieve beperkingen willen opleggen. Het blijkt een uitstekende beslissing die hopelijk positieve gevolgen gaat krijgen op de Nederlandse festivalweiden in 2015. Jeroen Bakker

LIVEDATA 05/03 Paard van Troje, Den Haag 12/03 Doornroosje, Nijmegen 20/03 Burgerweeshuis, Deventer 21/03 Atak, Enschede 26/03 Patronaat, Haarlem 27/03 Simplon, Groningen 28/03 Hedon, Zwolle 02/04 Rotown, Rotterdam 09/04 Effenaar, Eindhoven 10/04 Tivoli de Helling, Utrecht 14/04 Melkweg, Amsterdam 16/04 W2, ’s Hertogenbosch 17/04 Nieuwe Nor, Heerlen 24/04 De Kelder, Amersfoort 01/05 Grenswerk, Venlo

Album Reviews: The Districts en Team Me

the_districts_AFlourishAndASpoil_coverThe Districts – A Flourish And A Spoil (Fat Possum Records / PIAS)
Bij de eerste paar seconden van openingsnummer 4th And Roebling weet je eigenlijk al genoeg. Een vuig intro van bas en tamboerijn roept associaties op die ene bekende hit van Jet. Als de lekker overstuurde zang van Rob Grote invalt, dan is het helemaal duidelijk wat voor vlees we in de kuip hebben. The District vult moeiteloos het gat dat the Strokes liet vallen door afwezigheid en Kings Of Leon door een meer poppy richting. De band is, ondanks de zang, meer dan een Strokes-kopie. De ruig opgenomen songs zijn fijn en vallen op door veel dynamiek binnen de nummers en door de afwisseling van een dikke fuzzsound met fijne, sixties-achtige jingle-janglegitaren, een snufje folk, frisse koortjes en fijne toetsenpartijen. Rocknummers worden afgewisseld door ballads en iedere song is ambachtelijk en af. Echt opzienbarend of nieuw is het natuurlijk allemaal niet en voor de volgende plaat mag de band best wat meer naar een eigen smoel zoeken. Door de pakkende nummers, het herkenbare geluid en de frisse uitstraling van de vier net-twintigers, is het daarentegen wel heel raar als The District geen hit wordt op de zomerfestivals. Chris Dekker

LIVEDATA 09/04 Rotonde, Brussel 10/04 Motel Mozaïque, Rotterdam 24/04 London Calling @ Paradiso, Amsterdam 21/22/23/08 Lowlands, BiddinghuizenTeam-Me-Blind-As-NightTeam Me – Blind As Night (Propellor Music)
Team Me is een Noorse rockband wiens debuutalbum, To the Treetops! uit 2011, in hun thuisland werd overladen met lof. Het is één van de vele door Arcade Fire geïnspireerde bands: krachtige, gedreven rock met aardig wat bombast en strijkers. Op Blind As Night gaan ze op diezelfde toer door. Het grote verschil met Arcade Fire is dat de muziek wat meer rechttoe-rechtaan rock is, maar dan wel vol passie en overtuiging gespeelde rock, zoals de pakkende single F is for Faker. Op een enkel rustpunt na, knalt elk nummer uit je speakers en lijkt de band te spelen alsof hun leven er vanaf hangt. Wellicht dat het album door dat gebrek aan variatie een wat lange zit is, maar voor de liefhebbers van theatrale rockmuziek zal dat geen enkel probleem zijn. Hoogtepunten zijn de indrukwekkende opener Riding My Bicycle en het eerder genoemde rustpunt, het emotionele Steven. Arnout de Vries

Album Reviews: Echosmith en Danko Jones

echosmith talking dreamsEchosmith – Talking Dreams (Warner Music)
Wat is de overeenkomst tussen The Osmonds, Hanson en Kings of Leon? Juist, dat het alledrie familiebands zijn, en aan dat rijtje kunnen we nu Echosmith toevoegen. Echosmith bestaat uit drie broers en een zus, die met de nodige hulp van hun vader (hij heeft namelijk meegeschreven aan al hun nummers), met een prima debuutalbum komen. De band zegt beïnvloed te zijn door onder andere The Smiths en Joy Division, maar laat je niet misleiden: die invloeden zijn slechts sporadisch te herkennen. In werkelijkheid maakt Echosmith gezellige, vrolijke en pretentieloze popliedjes, in de lijn van hun doorbraaksingle Cool Kids. De jaren ’80-invloeden zijn wel te horen, maar dan meer de hitparadekant. Ook songs als Come Together en Let’s Love zijn pakkende deuntjes die lekker wegluisteren. Af en toe doet de band het wat rustiger aan, zoals op Bright, maar over het algemeen zit er een lekkere vaart in. Prima vermaak, zo tussen The Smiths en Joy Division door. Arnout de Vriesdanko jones fire musicDanko Jones – Fire Music (Suburban)
Met een paar snoeiharde riffs en agressief beukend drumwerk wordt het startsein gegeven voor Danko Jones’ nieuwe album ‘Fire Music’. De behandelsessies die de stoere Canadees al achttien jaar lang ondergaat heeft menig relatietherapeut de moed in de schoenen doen laten zakken. Is er dan geen enkele hoop meer op het gebied van liefde voor de grofgebekte brulboei? Nee dus, maar het heeft wel mooi een half dozijn prachtalbums opgeleverd voor de liefhebbers van ruwe, ongepolijste en vooral compromisloze rock. Op ‘Fire Music’ slaagt het trio er in om nog een stapje verder te gaan. Frustraties hebben plaatsgemaakt voor een oorlogsverklaring, tissues zijn vervangen door ‘Body Bags’. ‘You Don’t Listen To Love Anymore’, snauwt hij zijn ‘Wild Woman’ toe om zich vervolgens hardop af te vragen: ‘Perhaps She’ll Listen To Hate?’. Ook de ellenlange smeekbedes behoren nu voorgoed tot het verleden. ‘Gonna Be A Fight Tonight’, aldus een strijdbare Danko die zijn vorige drummer wegens een gebrek aan pro-activiteit de laan uitstuurde. Nee, Danko heeft het zichzelf wederom niet gemakkelijk gemaakt maar laten we alsjeblieft hopen dat de ware liefde voor hem nog minimaal vijf albums op zich laat wachten. Jeroen Bakker

Album Reviews: Dan Deacon en Father John Misty

deacon_glissrifferDan Deacon – Gliss Riffer (Domino)
Hij studeerde ‘compositie in elektro-akoestische en computermuziek’ aan het conservatorium, speelde ondertussen in een skaband en een grindcoreband, speelde tuba bij een singer-songwriter, en had een klein kamerensemble. Kortom, Dan Deacon is zeer veelzijdig. Hij is nog altijd veel met klassieke muziek bezig en sinds 2007 is hij doorgebroken als solo-artiest. In die hoedanigheid maakt hij elektronische muziek vol met rare sampletjes en stemmetjes die elkaar in hoog tempo opvolgen. Niet voor iedereen weggelegd dus, sommigen noemen het dan ook ADHD-muziek.

Op zijn nieuwe album Gliss Riffer doet Deacon het echter wat rustiger aan. Zo is opener Feel the Lightning een heel gemoedelijk begin, eigenlijk gewoon een wat apart maar wel pakkend popliedje. Grappig detail is dat de vrouwenzang aan het begin geen vrouwenzang is, Deacon heeft zijn eigen stem vervormd. Verder in het album komt er wel wat meer tempo in, maar nergens verliest Dan Deacon de melodie uit het oog, wat vooral Meme Generator tot een hoogtepunt maakt. Ook Learning to Relax, ironisch genoeg het drukste nummer van het album, is erg sterk en doet het meest denken aan zijn vorige albums. De laatste twee instrumentale nummers weten wat minder te overtuigen, maar al met al heeft Deacon weer een zeer vermakelijk album afgeleverd. Arnout de VriesFjm-iloveyouhoneybearFather John Misty – I Love You, Honeybear (Bella Union / PIAS) 
Lovende recensies en een uitverkocht optreden in Paradiso Noord (Tolhuistuin). Het gaat heel erg goed met Father John Misty en om dat te begrijpen hoef je alleen zijn nieuwste plaat maar eens op te zetten. Vanaf het eerste liedje, meteen de titeltrack van het album, overtuigt deze Amerikaanse folkartiest namelijk onmiddellijk. Een mooie warme sound en een toegankelijke song nestelt zich in je gehoor en al snel valt de dagelijkse sleur van je af. Weinig liedjes zorgen zo snel voor dat effect, maar dit is er eentje.

Joshua Tillman, die in de muziekscene door het leven gaat als Father John Misty, voegt wat knisperende electronica toe aan die heerlijke folksound in een song als True Affection, maar een nog groter hoogtepunt is te vinden in The Ideal Husband. Het volume gaat flink omhoog en in het outro wordt een scheurende elektrische gitaar van het slot gehaald op een bijna net zo legendarische wijze als in Radioheads Creep.

Ook opmerkelijk goed is de ballad Bored In The USA. Niet zozeer een parodie op de grote hit van Bruce Springsteen, maar een Elton John of Don McLean-achtige ballade compleet met lachbandjes die normaal alleen gebruikt worden voor comedy shows op televisie. Zeer aparte luisterervaring, die misschien wel symbool kan staan voor dit gehele album. Want dit album staat tjokvol met mooie liedjes en door de vele verrassende wendingen die ze hebben, weet het steeds een avontuurlijk en experimenteel randje te behouden. Zodoende heb je erg lang plezier van I Love You, HoneybearThomas Spiekerman