Popwarmer: Σtella – Girl Supreme

Σtella (toen met producer Redinho) stond vorig jaar met een aantal zomerse liedjes op onze playlist. En was afgelopen winter één van de spannendste acts op Eurosonic. Nu is de Griekse indiepop zangeres terug met de nieuwe single Girl Supreme; de eerste track van haar tweede album dat ook op het befaamde Sub Pop zal verschijnen.

Σtella lijkt gebroken te hebben met Redinho, maar zeker weten doen we het niet. Wel is de eindmix op naam van Edmund Irwin-Singer van Glass Animals. Klonk ze eerder wat exotischer met lichte Griekse, maar ook Oosterse Khruangbin-achtige invloeden. Op Girl Supreme is Stella Chronopoulou meer upbeat, hitgevoeliger maar haar eigen productie is spannend genoeg met een lichte Songfestival-beat en omgetoverde gitaarklanken.

Woods – Another Side

De vorige Woods-single Between The Past is blijven hangen bij de tips voor de Graadmeter. De nieuwe track Another Side dendert wél meteen de hitlijst binnen. En dat is niet zo gek; Another Side is veel boeiender en beterder.

Begon Between The Past misschien een beetje flauw met een nogal evidente knipoog naar Strawberry Fields Forever, zo heeft de psychedelische indieband uit Brooklyn totaal geen haast met het intro op Another Side. Het gezelschap rondom frontman Jeremy Earl fuzzed, grooved en bromt er op los met sixties folk (denk Eight Miles High van The Byrds) dat heerlijk hypnotiserend werkt. Pas na minuut 2:30 “begint” het nummer pas echt, gelukkig duurt Another Side 6 minuten. De nieuwe single kwam samen met een B-kantje, Weep, de “andere kant” zeg maar. Die is wat saaier. Maar onze interesse voor het twaalfde (!) album Perenila is meer dan gewekt. Te verschijnen op 15 september via hun eigen label Woodsist.

Er komt ook een tour. 23 september is hun Woodsist Festival waar ze natuurlijk zelf optreden, maar ook ex-Woodslid Kevin Morby en bevriende muzikanten als Kurt Vile, Avery Tare, Cass McCombs, Bombino, MJ Lenderman en Water from Your Eyes. Het lijkt de line-up van Pinguin Radio wel!

Blur – The Ballad Of Darren

Hoe je het wendt of keert; Damon Albarn is een van de belangrijkste Britse songschrijvers van de laatste 75 jaar. Oké, 80 keuren we ook goed. Niet alleen met zijn belangrijkste geesteskind Blur. Denk daarnaast aan Gorillaz, The Good, the Bad & the Queen en z’n soloalbums.

Albarn heeft veel briljante liedjes geschreven, maar laten we de rol van meestergitarist Graham Coxon, waar het Blur betreft, daarin niet onderschatten. Coxons soloplaten mogen er stuk voor stuk bovendien zijn. Tezamen zijn ze op hun sterkst. Zo blijkt ook op The Ballad Of Darren, de negende studioplaat van Blur. Die qua albumhoes wat doet denken aan The Great Escape uit 1995. Albarn heeft sowieso wel wat met water, getuige ook de titel van z’n tweede soloplaat: The Nearer The Fountain, More Pure The Stream Flows. Een preoccupatie? We durven het nauwelijks uit te sluiten.

En als we het wat verder doorvoeren komt een titel als Far Away Island er ook wel in de buurt. Google voor de aardigheid eens op Damon Albarn en water (afbeeldingen) en oordeel zelf. Far Away Island is een van de mooiste liedjes op het geregeld ingetogen The Ballad Of Darren. Wie nummers verwacht met de tempi van Girls And Boys of zelfs Song 2 komt bedrogen uit, al heeft de band uit Londen het nooit al te veel opgehad met liedjes waarin nogal wat vaart zit.

Nummer met het hoogste tempo is The Narcissist. Een dissonant feitelijk op een plaat die met al z’n over het algemeen ingetogen tracks zonder meer het stempel stemmig krijgt. Mooi hoor, dat ook. Klassiek Blur is het wat steviger St. Charles Square, ondanks z’n wat vlakke drumritme. The Ballad Of Darren heeft wat draaibeurten nodig eer je ‘m voor het eerst omarmt. Prachtig geproduceerd door James Ford (Depeche Mode, Arctic Monkeys, Gorillaz, Foals). Met een (goeie) koptelefoon hoor je dat het best. Pieter Visscher

Pale Puma – Haunted By Dreams

Verschillende songs van Pale Puma hebben de playlist van Pinguin Indie (en Pinguin Showcase) al gehaald. De nieuwe release van het project van Amsterdammer Django Duijns (ex-Moon Tapes) is Haunted By Dreams. Tevens de titelsong van het aanstaande debuutalbum Haunted By Dreams That Were Never My Own dat op 8 september, na hard werken, uitkomt. De producer van het album is Marien “Moss” Dorleijn, het zal je dan waarschijnlijk ook niet verbazen dat Pale Puma onder de Excelsior-vlag opereert.

Haunted By Dreams, de titel zegt eigenlijk al genoeg, is weer een heerlijk staaltje dreampopnoir. Dromerige zang, stuwende ritmesectie en heerlijke Real Estate-achtige gitaarlijntjes. Met Rosie Derksen (lead gitaar), Remy de Kok (bas) en Roemer Vermeulen (drums) heeft hij een sterke bezetting in de gelederen om dit najaar o.a. de Popronde te veroveren.

(foto: Lisa Brammer)

Trout – in my room

De in Liverpool wonende singer-songwriter Trout heeft haar nieuwe indie-rock single In My Room uitgebracht, die afkomstig is van haar aankomende debuut-EP genaamd “Colourpicker”. Eerder dit jaar bracht Trout al de singles “Garden” en “Gutter” uit, nadat ze een indrukwekkende show had neergezet op het Britse showcase festival The Great Escape.

De nieuwe single is een leuke maar beangstigende ode aan verliefd worden en het enigszins uit de hand gelopen gevoel van obsessie dat daarmee gepaard kan gaan. Over het nummer zegt Trout: “in my room is about completely adoring someone. It’s meant to be sweet and endearing but also a little creepy at the same time. I leant into the idea of being so obsessed with someone that you want them to be everywhere and everything, good and bad. It’s a satirical song but also a love song”.

Trout is de creatieve alias van de 23-jarige Iraans-Britse Cesca die in Kopenhagen opgroeide. Haar debuut-EP “Colourpicker” is vernoemd naar haar synesthesie, een fenomeen waarbij mensen hun zintuigen mixen. Op het introspectieve zes nummers tellende project laat Trout luisteraars een kijkje in haar gedachten nemen via bij uitstek charmante, grungy gitaarpop.

Being Dead – The Great American Picnic

Het is een goede periode voor Being Dead, het trio uit Austin dat met hun debuutalbum ‘When Horses Would Run’ je alles behalve doods op de bank zullen laten liggen. Het album voert luisteraars mee over levendige landschappen: woestijnvlaktes, vuile kelders en weelderig begroeide heuvels. De goedkoopste vakantie bestemming die er is, leeft op vanaf het aanzetten van de openingstrack The Great American Picnic. De galopperende golf van ritme trapt af tot de bezwerende zang intreed, het album begint als een soort slap-in-the-face call-to-arms.

Being Dead bestaat uit beste vrienden/ oud huisgenoten Falcon B*tch, Gumball en Ricky Moto, die er met hun platonische zielsverwantschap bij elkaar op aandringen hun volledige, freaky zelf te zijn. “The Great American Picnic” is “een nummer over gewelddadige zelfverbetering”, zegt de band. De gigantische video – geregisseerd door Kai Winikka – is een meer dan levensgrote vertaling van Being Dead’s weirdo-best-friend-vibes. “Met deze video proberen we echt plundering en totale slachting terug te brengen” Vakantietip nummer één, zet een spontane picknick op poten met de voedzame vrolijkheid van gezelschap als hoofdgerecht. Een briljant hapje lol gevuld met psych en garagerock, staat u te wachten.

Rauwe energie Rory Gallagher op Live In London

Rory Gallagher All Around Man – Live In London is een 23-track live-album met niet eerder uitgebracht materiaal uit een niet eerder gedocumenteerde periode van een van de grootste gitaristen aller tijden.

Dit opwindende album is uitgebracht als dubbel-cd en driedubbele lp, is samengesteld uit twee avonden in de Town & Country Club (nu The O2 Forum) in Londen in december 1990. All Around Man – Live In London is opgenomen van de shows ter ondersteuning van Gallaghers elfde en helaas laatste studioalbum Fresh Evidence dat in mei 1990 uitkwam. nummers van het Defender-album uit 1987 plus andere carrièrefavorieten.

Dit nieuwe album is gemixt van de recent gevonden multitracks en gemasterd in Abbey Road Studios, en de hoes van het album is een schilderij van de Ierse graffitikunstenaar Vincent Zara, die Rorys afbeelding in zijn thuisland heeft gestencild.

De liveoptredens van Rory Gallagher zijn legendarisch, hij was een artiest die tot leven kwam toen hij op het podium stond en als gevolg daarvan zijn enkele van zijn meest succesvolle albums livealbums, zoals Live! In Europa en Irish Tour ’74. Voorafgaand aan deze shows, waarin de opnames van dit album werden gemaakt, had Gallagher een ongekend halfjaar in de studio doorgebracht om Fresh Evidence te maken (hij stond bekend om het snel opnemen van albums, soms in slechts twee weken). Gallagher was live op zijn best en demonstreerde zijn liefde en honger naar liveoptredens en de opnames op All Around Man – Live In London getuige die rauwe energie.

GUM – Would It Pain You To See?

Multi-instrumentalist GUM (ook bekend als Jay Watson van Pond en tourend lid van Tame Impala) kondigt zijn nieuwe album Saturnia aan, dat op 15 september uit komt bij Spinning Top Records. In navolging van de eerste single ‘Race To The Air’ van het album, deelt GUM ook zijn nieuwe single/video ‘Would It Pain You To See?’.

Over het nummer zegt GUM: “Ik schreef dit in lockdown met mijn pasgeboren zoon, op mijn Wurli. Mijn liedjes zijn nooit echt letterlijk of hebben een voor de hand liggende betekenis, maar als ik zou moeten zeggen waar deze over gaat, zou dat het conflict zijn van apathie en ergens veel om geven, dat zit in ons allemaal. Het lijkt in de huidige tijd bijzonder verwarrend en grof te zijn. En.. Ik hou van de prachtige strijkerspartij van Jesse Kotansky.” De track komt samen met een geestverruimende video gemaakt door Michael Hili, die ook Flume’s ‘Say Nothing’ regisseerde.

Met meer dan vijf albums voor GUM, om nog maar te zwijgen van de negen die hij heeft gemaakt als co-leider van psycho kosmonauten Pond, heeft Watsons’ rusteloze verbeeldingskracht ons getrakteerd op enkele van de meest sonisch diverse verkenningen van het afgelopen decennium. Op Saturnia zijn deze visioenen echter samengesmolten tot het rijkste, meest coherente werk van Watsons carrière tot nu toe. Een van de leukste dingen aan het luisteren naar een nieuw GUM-album is het vermogen van Jay Watson om een aantal verleidelijke muzikale wat-als-vragen te realiseren. Zou het niet geweldig zijn als Stevie Wonder een hair-metal-track had opgenomen, of als Barry White een Pink Floyd-album had gescoord?

Na de release van Out In The World uit 2020 had Watson een vaag idee van waar hij GUM naartoe wilde laten reizen. “Ik wilde echt een plaat maken waarop het allemaal hetzelfde klonk”, herinnert hij zich. “Er zouden wel verschillende geluiden op staan, maar ik wilde dat het organisch aanvoelde met akoestische gitaren en echte drums. Op de meeste GUM-platen staan eigenlijk niet veel echte drums.” De lijm die Saturnia bij elkaar houdt, en wat het verankert, is dat fundament van real-life spel in combinatie met organische geluiden waar Watson naar op zoek was.

Sticks in de hand en een ruwe sonische kaart in gedachten begon Watson te schrijven, de tussenkomst van de pandemie en de logistiek van het zorgen voor twee kleine kinderen, gaven hem een ongekende hoeveelheid tijd om de liedjes door z’n hoofd te laten sijpelen tot ze langzaam begonnen te gisten en er nieuwe scheuten ontspruiten. “Vanwege Covid en omdat ik een pasgeboren kind had, zou ik voor het eerst liedjes schrijven en er maanden achter elkaar over nadenken”, zegt hij. Naarmate de plaat evolueerde en groeide, bleek het het startpunt te zijn voor iets veel breder, avontuurlijks en muzikaal voedzaams. Een van de meest lonende dingen aan ‘Saturnia’ is hoe de nummers draaien en onverwachts veranderen, beginnend als één ding voordat ze in een compleet andere stratosfeer terechtkomen.

Het verhaal van ‘Saturnia’ is er een van Watson die op één plek begint, zichzelf ergens totaal anders vindt en gaandeweg een nieuw evenwicht vindt. Als je de mogelijkheid hebt om elke combinatie van geluiden en stemmingen die in je opkomen samen te voegen, is er een verleiding om alles wat je kunt in elke seconde van de band te proppen. De les voor Watson deze keer was om te beseffen dat je soms een geweldig idee moet weghalen ten voordele van het nummer. Zijn aanvankelijke ideeën zijn misschien niet helemaal uitgekomen zoals gepland, maar eerlijk gezegd is het des te beter.

Op Haldern Pop 2023 komt zonneschijn uit de speakers

Voor de aanwezige Nederlanders, die tijdens Haldern Pop 2023 weer in groten getale aanwezig zijn, is het extra leuk dat het festival op de donderdag wordt geopend door Get Jealous, in de Haldern Pop Bar. De springerige punkrock van het trio met Nederlandse zanger Otto Rasva en twee Duitse handlangers komt goed uit de verf in het volle café. Rasva is vorig jaar verhuisd naar Hamburg, waar de bandgenoten graag weer naartoe wilden, nadat het gezelschap samen studeerde in Enschede. Get Jealous’ enthousiasme is aanstekelijk en de band verricht een prima aftrap van een regenachtige editie van het Duitse festival, dat een jubileum beleeft: 40 jaar de crème de la crème van de indiepop en -rock in het prachtige Haldern.
Tekst Pieter Vissscher, foto’s Sander Brugman
Susan O’Neill mag het bal openen in de kerk van Haldern, waar het soulvolle stemgeluid van de Ierse geweldig uit de verf komt, op piano ondersteund door haar landgenoot Mick Flannery, die ook de nodige vocalen voor zijn rekening neemt. De gevoelige folkrock van Alela Diane uit Californië maakt niet minder indruk in de volle kathedraal met zijn geweldige akoestische mogelijkheden. De Amerikaanse heeft al genoeg aan een akoestische gitaar om te imponeren. De donderdag is regenachtig, maar ook zonnig zo nu en dan. De regen wint weliswaar, maar Haldern heeft vooral overdekte podia. Een poncho en laarzen zijn voldoende om geen centje pijn te hebben.
In de uitpuilende spiegeltent is Nation Of Language uit New York een van de hoogtepunten van Haldern Pop 2023 dag 1. Vrij jong trio nog, met een volwassen, sterk op de jaren 80 teruggrijpende sound. Joy Division, A-ha, Simple Minds, OMD en Kraftwerk zijn referenties, maar wat te denken van het vroege Depeche Mode (Vince Clarke, Speak & Spell, 1981), A Flog Of Seagulls, New Order en The Cure. Blikvanger is Ian Richard Devaney , wiens stem al die extra galm niet eens nodig lijkt te hebben. Hij zingt gemakkelijk, hangt zo nu en dan een gitaar om z’n nek en heeft betrekkelijk weinig interactie met z’n bassist en toetseniste, alsook met het publiek, dat in groten getale de spiegeltent bevolkt. Dat maakt allemaal niet zo gek veel uit, want een attitude als deze staat de muziek van het trio veel beter. “Something that I really like about this festival is that there are so many kids here”, meldt toetseniste Aidan Noell over het steevast erg jonge kroost dat in hangzakken vaders en moeders afpeigert of in plassen springt of duikt in het Haldernse. Net uit de buik en hup richting festival. De indiedoctrine start vroeg en dat is positief. Haldern Pop is misschien wel het kindvriendelijkste festival ter wereld, terwijl er acts geprogrammeerd staan die negen van de tien keer ongekend ver verwijderd zijn van het geluid dat de jongsten op het veld zou kunnen aanspreken; de Taylor Swifts, Beyoncés, Pinks en Coldplays van deze wereld. Blijft prachtig om te zien.
Op het hoofdpodium heeft Tom Odell geregeld het venijnige van Finn Andrews van The Veils in z’n stem. Hoorden we dat eerder? De Brit, 32 inmiddels, is vocaal flink gegroeid in de loop der jaren. Odell heeft een weide vol isolatieduitsers voor zich staan. Toeschouwers die heerlijk dicht bij elkaar staan om de afnemende temperatuur eenvoudig het hoofd te kunnen bieden. Het regent weliswaar niet, zo rond een uur of elf in de avond, maar de temperatuur is flink afgenomen. De zomer in Duitsland is net zo grillig als die in Nederland. Het is opeens tien minuten droog en dan zie je om je heen dat mensen daar toch wat nerveus van worden. Neerslag went. Net zoals een Tom Odell in grandioze topvorm. Niet te vergelijken met zijn show op Pinkpop een paar maanden eerder. Odell is vinniger en ook bijtender dan ooit en al die energie spat van de planken af. Het is zelfs zo overtuigend dat hij het zich kan permitteren grote hit Another Love te laten liggen. Maar dat gebeurt niet. We hebben er vrede mee.
Vrijdag
In de uitpuilende Haldern Pop Bar laat het Engelse Divorce een ontregelend geluid horen, waarop de kaplaarsyuppen die we gister op de uiterst drassige wei voor het hoofdpodium ontwaarden een dansje proberen. Dat is geen sinecure, zo blijkt. De tweestemmige ballads van de indiefolkformatie uit Nottingham lenen zich daar sowieso niet voor. De stem van Tiger Cohen-Towell  springt erbovenuit. Muzikaal laveert het kwartet tussen pakweg Wilco en Big Thief.
In de Jugendheim, een podium waar hoogstwaarschijnlijk ook bingoavonden worden georganiseerd en het plaatselijke amateurtoneel zich kan uitleven, staat Duitser Rolf Blumig (foto) op de planken. Volle bak! De katholieke kerk resideert er bovendien lezen we op de posters die er hangen. Lekker volle zaal dus voor het sympathieke kwartet, dat bestaat uit vier muzikanten. Singer-songwriter Blumig heeft als band twee heren met dezelfde Spinal Tap-achtige kapsels die ook niet zouden misstaan bij ADO Den Haag op de tribune. Al zag je die look wat vaker in de jaren 80. Opvallend is dat de fanatieke, technisch sterke drumster juist een vlot, lekker kort kapsel heeft. De vier komen uit plaatsen als Leipzig en Bremen en leerden elkaar kennen tijdens hun studie in Essen, waar de drumster percussie studeerde. Blumig is geen geboren zanger, maar dat vergeef je ‘m terstond omdat je ziet dat hij extra zijn best doet. Zo nu en dan zie je de toetsenist en bassist wel even naar ‘m loeren omdat ze verbaasd lijken om hetgeen hij vocaal met zijn gehoor deelt. Al herpakt Blumig zich in het verloop van het optreden. Even op stoom komen? De band heeft een tafeltje met merchandise waar we een divers boeket aan kledij ontdekken; van gedateerde polo’s tot allerhande T-shirts in diverse kleuren. Versierd met Kamagurka-achtige tekeningen, terwijl de bandnaam veelal schittert door afwezigheid. Het tekent de eigenzinnigheid van het psychedelische viertal, dat zo nu en dan en met behoorlijk wat fantasie en paddenstoelen aan King Gizzard & The Lizard Wizard doet denken. Muzikaal wel minder spannend. Wel gezellig en het is goed te zien dat ze er zelf veel plezier in hebben. Sicherheit is een beklijvende song. Geregeld heeft het wat weg van een pastiche op pop en rock. Gelijk Spinal Tap. Er wordt geregeld gedanst, of op z’n minst wat bewogen. Dat is wat waard en daarom belonen we de set met een 6 +.
Heel wat anders is cellist Gaspar Claus, in de schitterende kerk van Haldern. Indrukwekkende neoklassieke klanken ook uit de toetsen van zijn pianist. Het applaus klatert werkelijk oorverdovend hard vanaf de volle kerkbanken na elk nummer. Heel erg rijke muziek. Meeslepend, meesterlijke melodieën en een geluid om in te lijsten. Wat een schoonheid, wat een klasse. Alles ademt pure perfectie. Binnen het neoklassieke spectrum is dat meer dan geoorloofd.
Wanneer je het hitje Tennis van het uit Liverpool afkomstige Courting hoort, weet je meteen weer waarom het zo’n interessante band is. Ja, uit het muziekbolwerk van The Beatles. Terwijl weinig refereert aan het geluid van The Fab Four. Courting verwerkt heel speels een stukje van I Love It van Icona Pop door een van hun songs waarmee meteen wordt onderstreept hoe frivool de podiumpresentatie van de band is. Poppy nummers worden afgewisseld met stevige indierock waarin de af en toe furieus zingende Sean Murphy-O’Neill alle agressie laat horen die in hem zit. Courting is een stel jonge gasten in klassieke bandopstelling. Veel bravoure en net zo veel goeie liedjes. “This is our second time at the Haldern Pop Festival. Thank you. Very nice!”, lacht Murphy-O’Neill. Laten we de sound een mix noemen van Blur, Maccabees en – in de verte – The Strokes. Het wordt tijd voor de grote doorbraak. Alle ingrediënten zijn immers aanwezig. Ze sluiten af met een track die The Sex Pistols ook wel hadden willen schrijven. “Lekker bandje hoor!”, roept uw fotograaf.
Katy J Pearson is een bescheiden, wat timide jonge vrouw, die een mooie band om zich heen heeft geformeerd om haar prima indiepopliedjes vorm te geven. Gitarist die de tweede stem doet. Pearson heeft het eigenlijk niet eens nodig. Ze is het Amerikaanse antwoord op Pip Blom, volgens collega Brugman. Hij heeft geregeld gelijk. De Britse heeft een wat vlakke afsluiter in petto. Had Pip mogelijk anders ingevuld. Niettemin 7 -.
Op het hoofdpodium is het een kleine minuut later de beurt aan Olivia Dean, uit Engeland. Ze werkte in het verleden met  Rudimental. Ze is alles wat Amy – niets dan goeds over de doden – Winehouse ooit is geweest, maar dan zelfs een paar klassen beter. Zálige, soulvolle stem en werkelijk glas- en glaszuiver. Het songmateriaal ligt in het verlengde van dat van Winehouse. Een duidelijke inspiratiebron heeft Dean zich weleens laten ontvallen. Hoewel een song van het niveau Back To Black ontbreekt. Dean kan weleens een heel grote dame worden wanneer ze dit extreem hoge niveau weet voort te zetten. Ze is wars van opsmuk en maniertjes en praat ook nog eens makkelijk en gezellig. Sublieme band met alles erop en eraan vasthouden en the world is hers. Óngekende klasse. Before We Get To Deep; waar zou ze het over hebben? Olivia, a star is born! Sterker: ze heeft álles in zich om de grootste artiest van de aankomende pakweg twintig jaar te worden. Wat een ontdekking!
En dan Gurriers (foto) erachteraan. Op de koop toe. Waardoor we extra verwend worden in Haldern. De spiegeltent verandert in no time in een grote pogo, waaraan zanger Dan Hoff maar al te graag even deelneemt. Gurriers’ explosieve noiserock is aanstekelijk en loopt over van de kwaliteit. Erg veel goeie postpunkliedjes. Iets wat absoluut geen zekerheidje is binnen het genre. Dublin stond al op de kaart en nu nóg wat steviger. Is Nirvana een inspiratiebron geweest? Jawel.
Wat minder beklijvend is de indierock van Porridge Radio, dat evenwel de massa voor het hoofdpodium in beweging weet te brengen. Een pogo zit er niet in. We nemen genoegen met heupwiegen en wat ander bedenkelijk gefrommel op de vierkante meter. Genoeg goeie liedjes om uiteindelijk tevreden blikken te zien in het publiek.
Stuk steviger gaat het eraan toe bij Die Nerven uit prachtig Duitsland. Tijdens de soundcheck wordt gespeeld met tracks van Talking Heads, Toto en Led Zeppelin en hoor je aan alles dat de band er zin in heeft. Dat klopt dan ook. De melodieuze postpunk van Die Nerven is veel te goed om nog voornamelijk in Duitsland potten te breken. Dit is universele punkrock die een heel erg breed publiek verdient.
Wat ook geldt voor het uit België (Wallonië) afkomstige Glauque, dat een verbluffende indruk maakt op het hoofdpodium. De Franstalige formatie zoekt de mogelijkheden op binnen de elektronica en hiphop en vindt daarbinnen een nichegeluid dat ronduit verslavend is. Geweldige zangers, dito beats en soundscapes. Debuutalbum onderweg. Wat een triomf!
En wát een opmaat naar de winnaar van de vrijdag: Low Cut Connie (foto) uit Philadelphia. Dit is je állerreinste rock-‘n-roll en met dérmate veel passie gespeeld dat het nog nooit zo zweterig is geweest in de spiegeltent. Waar niet alleen de charismatische zanger Adam Weiner de show speelt, maar ook de spectaculair ogende gitariste en dame met tamboerijn. Beiden hebben ook nog eens een uitstekende stem waardoor je nog meer wordt gegrepen door de sound van de formatie. Weiner duikt het publiek in en we zien dat de security daar steeds minder enthousiast van wordt. In tegenstelling tot de uitzinnige massa in de tent. Wat wordt onvervalste rock-‘n-roll hier toch weer ongenadig goed en hard op de kaart gezet. We noteren een tien met een griffel. Cum laude geslaagd.
Zaterdag
Grappig moment met singer-songwriter Childe uit Engeland aan het begin van de zaterdagmiddag in de Haldern Pop Bar, het muziekcafé midden in het dorp. Er wordt flink geapplaudisseerd wanneer de zanger z’n eerste nummer afrondt, terwijl Childe bezweert dat hij nog met z’n soundcheck aan de gang is. Hij grijnst en heeft meteen de lachers op zijn hand. Muzikaal is-ie geen lachebekje, die Childe. Nummers over liefdesverdriet en zielenpijn passeren de revue. Childe schuwt de dramatiek niet – ‘Got a deathwish, if you can believe it’ – en heeft een timbre dat zich daar wel voor leent. Op een bepaald moment mis je een drummer en ook een bassist. En misschien een achtergrondzangeres, die Childe zo nu en dan even een vlotte aai over z’n bol geeft. Er is hoop, zegt de bumpersticker. Korrelatie dag en nacht paraat.
De Japanse noiserock/metalformatie Bo Ningen (foto) schuwt de galm en reverb niet in het volle Jugendheim, waar de al tien jaar in Londen wonende formatie een rockshow neerzet waar erg veel aan klopt. Een spervuur aan meedogenloze riffs en noise zorgt ervoor dat oordoppen noodzakelijk zijn. Wie die niet mee heeft is genoodzaakt de toko te ontvluchten. Bo Ningen giert door geluidsbarrières als F 16’s die opstijgen vanuit Leeuwarden. Dit is metal die veel harder is dan wat Motörhead ooit op plaat heeft gezet en nog melodieuzer ook. Sorry, Lemmy. Terwijl de kapsels van de Japanners en Lemmy sterk overlappen. Hier zijn salons in Engeland niet rijk van geworden. Laten groeien die handel. Er moeten op maandbasis liters shampoo doorheen worden gejaagd.
“Life is a bitch, but I like it so much”, zingt de prachtige Lia Metcalfe, frontvrouw van de Engelse band The Mysterines uit het mooie Liverpool in de gelijknamige track. En wát een track! Stuk melodieuzere rock dan de wat punky sound van Bipolar Feminin, dat even ervoor in de spiegeltent heeft gespeeld. The Mysterines heeft er zin in en heeft met de stoere zangeres/gitarist natuurlijk goud in handen. Het is hoegenaamd droog in Haldern na een zonnige ochtend en voormiddag en na een fikse bui waardoor liefhebbers weer even vol overgave in plassen hebben kunnen stampen.
Van de ene naar de andere vrouw met Sylvie Kreusch in de spiegeltent. De Belgische maakt er een feest van met haar pakkende indiepop en -rock. Kreusch, voormalig fotomodel, maakte al furore met Warhaus en ze bewijst op eigen benen een minstens zo volwassen sound neer te kunnen zetten. Werk van Montbray, Kreusch’ solodebuut van twee jaar terug, valt uitstekend in de smaak in Haldern. Er is veel interactie tussen haar en de enthousiaste, flink meezingende meute voor het podium. Kreusch wint erg veel zieltjes in Duitsland.
Wat mogelijk ook opgeld doet voor Willy J Healy, die met zijn opvallende rode mutsje, gelijk aan dat van Drukwerks Harry Slinger, countrygeoriënteerde rockliedjes laat horen. Niet overdreven spannend, wel onderhoudend. Als mooie aanloop naar Lanterns On The Lake, uit Newcastle upon Tyne, Engeland. Zangeres Hazel Wilde rept over een “gorgeous festival” en slaat daarmee de spijker op de kop. Haldern Pop is nog altijd het charmantste festival ter wereld en dan ook nog eens met de meeste muzikale kwaliteit. De ongedwongen sfeer, de Duitse gastvrijheid en de speelse opzet van de diverse podia maken het allemaal wat extra bijzonder. Lanterns On The Lake is zo’n band die goed past binnen het immer spannende en onderscheidende palet aan bands. Indierock met een ziel.
Baby Volcano komt uit Tsjechië en verrast de spiegeltent met Spaanstalige en Franstalige, met veel harde beats gebrachte hiphop. Rapster/zangeres Lorena Stadelmann heeft qua uiterlijk en beweeglijkheid behoorlijk wat weg van de Israëlische songfestivaldeelneemster Noa Kirel. Maar dan tien keer feller. Ze wordt geflankeerd door twee jongemannen achter de nodige knoppen. Act maakte eerder dit jaar al indruk op Roskilde en weet ook Haldern in te pakken. Niet in de laatste plaats door Stadelmann. Ze loopt een meter of honderd door het publiek. Er lijkt geen eind aan te komen. Security opnieuw van slag. Baby Volcano is onderscheidend en in your face en doet soms zelfs aan het Zuid-Afrikaanse Die Antwoord denken.

Mooie aanloop naar toetsenbordwonder Hania Rani uit Polen. Ze heeft piano en synthesizers tot haar beschikking en maakt daar gretig gebruik van. Stemmig, uitbundig en daar tussenin vindt ze haar weg in een fraai opgebouwde set. De Poolse zingt er ook nog bij, af en toe. Fraai, bovendien.

“We come from London. We’re Famous”, zegt zanger Jack Merrett na drie nummers van zijn band. Famous is populair in Duitsland. Er staat een rij vanjewelste voor de spiegeltent. Fans met inbrengdrang, zo te zien. Het Duitse bier is ook nog eens voortreffelijk. Zin in het postpunkgeweld van de Britten, met hun overactieve gitarist. We’re Famous! Niet voor niets dus.

Mooie aanloop naar de Ier Glen Hansard op het hoofdpodium. Kind aan huis in Haldern en net zo goed als anders. De voormalig zanger en gitarist van The Frames en The Swell Season komt eind van dit jaar naar Koninklijk Theater Carré in Amsterdam en dat belooft veel goeds. Blijft een singer-songwriter om in te lijsten. En dan kunnen we ons ook nog verheugen op Protomartyr dat ‘s nachts vanaf 01.30 uur wederom een uur lang laat horen waarom ook Amerika zo’n belangrijk postpunkland is. Polacrilex Kid van het onlangs verschenen, opnieuw formidabele album Formal Growth In The Desert is een van de tracks waarvoor je wakker bent gebleven na drie dagen festival. Protomartyr trekt nog eenmaal alle energie uit de lijven in de spiegeltent, na een Haldern Pop dat andermaal bewijst misschien wel het beste festival ter wereld te zijn. Met of zonder regen.

Pinguin Radio presenteert Volkskrant Radio – juli 2023

Pinguin Radio en de Volkskrant slaan de handen ineen voor een maandelijkse radio-uitzending waarin de luisteraar bij de hand wordt genomen langs de beste albums en de beste tracks van het moment.

de Volkskrant

Iedere eerste maandag van de maand tussen 20:00 en 22:00 uur live te beluisteren bij Pinguin Radio en een dag later terug te vinden op Volkskrant.nl als podcast en uiteraard ook bij ons op de site!

Dit alles, en meer, is te vinden op de maandelijkse Volkskrant Radio-podcast op Pinguin Radio.

Met aandacht voor deze albums:

  1. Georgia – Euphoric
  2. Disclosure – Alchemy
  3. Aluna – Mycelium
  4. Gabriels – Angels & Queens
  5. Julie Byrne – The Greater Wings
  6. Paris Texas – Mid Air
  7. PJ Harvey – I Inside The Old Year Dying
  8. Anohni – My Back Was A Bridge For You To Cross
  9. Bruno Major – Columbo
  10. Mammoth WVH – II