Calicos – Reliving

DeWolff en Elephant hebben er met het Belgische Calicos plots een serieuze concurrent bij in de strijd om de titel ‘Beste Americana band van de Benelux’. Nou ja plots. De aanloop naar het fraaie Reliving heeft zo’n jaar of vijf in beslag genomen.

In 2018 deed Calicos mee aan Humo’s Rock Rally. Toen vielen ze al positief op met hun sprankelende gitaarmuziek waarin invloeden te bespeuren waren van bands als Wilco en The War On Drugs. Nieuwe single Reliving (en voorganger Comedown) laat een band horen die vrijwel helemaal is los gekomen van hun aanvankelijke inspiratiebronnen. De zang is sterk in uitvoering en emotie, maar wat Reliving echt laat zinderen is het meesterlijke gitaarspel. Dat lijkt de band ook te beseffen, want men is bepaald niet zuinig met solo’s. Met drie nieuwe leden, een betere boeker een een gloednieuw album in the pocket is Calicos klaar voor het grote werk. Move Over DeWolff and Tell Elephant The News.

Ethan P. Flynn – Abandon All Hope

Ethan P. Flynn is nieuw hier, dus zullen we hem even voorstellen. Flynn is een jonge Brit die als uitvoerend muzikant nog niet zo heel veel heeft gedaan, maar als side-kick al wel enige aanzien geniet. Hij heeft o.a. dingen gedaan voor en met David Byrne en F.K.A. Twigs en Black Country New Road.

De laatsten begeleidden hem op zijn succesvolste release tot dusver, het live opgenomen Television Show. Uit genoemde namen kun je opmaken dat de muziek van Ethan P. Flynn een artistieke grondslag heeft. Zo ook het verder best wel poppy Abandon All Hope dat in zijn beheerste gekte en sterke refrein wel aan het oude XTC doet denken. Abandon All Hope komt van Flynn’s officiële in oktober te verschijnen debuutalbum.

Slow Pulp – Slugs

Met voorlaatste single Cramps week Slow Pulp vrij rigoureus af van hun beproefde formule. De band brak door met traag stromende songs met vrouwelijk fluisterzang en als contrast zwaar vervormde gitaren.

Cramps was uptempo en a relaxed weliswaar met zang van Emily Massey en korzelig gitaarspel van Henry Koehr, maar had dus een compleet andere flow. Met nieuwe single Slugs keert de band terug naar hun oorspronkelijk sound. Het is een moody song met nadrukkelijk onnadrukkelijke zang en een zwaar vervuild gitaargeluid. En zo horen we de band uit Madison, Wisconsin toch het liefst. Slow Pulp lijkt het daarmee eens te zijn. Cramps komt niet op Yards, het in september te verschijnen 2e album van de band. Slugs dus wel.

PS. Een slug is -mocht je het niet weten- een naaktslak.  Dat doet ons doet denken aan een flauw mopje. ‘Weet je waarom Fransen slakken eten? Ze houden niet van fastfood’.

Bombino – Aitma

Nu we hier af en toe Sahara temperaturen hebben is een woestijnbriesje op zijn tijd wel zo welkom. En wie kunnen we beter stof laten opwaaien dan Goumour Almoctar ofwel Bombino zoals we hem beter kennen.

Bombino komt uit een door burgeroorlogen geteisterde regio – de sub Sahara- waar jonge mannen de keuze hebben tussen vechten of vluchten, geweer of gitaar.  Net als streek en stijlgenoten Songhoy Blues, Mdou Moctar en Tinariwen heeft Bombino een internationale carrière weten op te bouwen.  Dat hem dat is gelukt komt door zijn ongewoon grote vaardigheid als gitarist. En a little help from fans and friends als Dan Auerbach, Robert Plant en Gogol Bordello.

Zijn muzikale reis is te volgen op een vijftal studio en een in Amsterdam opgenomen live-album. Aitma waarop Bombino zijn Hendrixiaanse gitaar weer laat rocken op een Noord Afrikaanse beat is de tweede single van zijn eerste studioalbum in 5 jaar. Wie, wat en wanneer is nog niet bekend.

13 november komt de meestergitarist naar de Melkweg.

PEER – SUPERNATURAL

De tweede single van PEER dit jaar is een glammy rocksong die waarschijnlijk het best tot zijn recht komt in grote zalen om niet te zeggen stadions.

Het zal nog wel even duren voordat PEER de AFAS kan vullen, maar aan het repertoire ligt het dus niet. Gebrek aan ambitie kan je PEER ook niet verwijten. De Middelburgers die zich verwant voelen met Nothing But Thieves en The Neighbourhood heeft het water al getest in Azië en Engeland. Na de zomer gaat PEER de provincie in. Op 9 november komen ze hun nieuwe EP ten doop houden in de Paradiso.

The Paper Kites – Black & Thunder

Mocht The Paper Kites een up-tempo rocksong hebben dan staat die niet op een van de vier albums die de band uit Melbourne de afgelopen tien jaar heeft doen verschijnen.

Vanaf het begin heeft The Paper Kites zich toegelegd op het vervaardigen van het betere luisterlied, beetje indie, best wel folky, vleugje country. Dat beleid wordt voortgezet op hun nieuwe live-album, At The Roadhouse (1/9). waarvan Black & Thunder de vierde voorbode is. De nieuwe single heeft iets meer energie dan gangbaar in het universum van The Paper Kites. Toch kun je ook Black &Thunder het beste zittend consumeren. Dit keer is lekker mee tikken met je voet echter wel mogelijk of eigenlijk niet niet mogelijk. Wat Black & Thunder ook anders maakt dan het gros van de Kites songs is een ‘swampy’ sfeer en lekker lange gitaarsolo. Die maken het nummer tot ideale soundtrack voor een zoele zomeravond op een rustig terrasje, een lommerrijke achtertuin of een afgelegen (liefst kinderloze;) natuurcamping.

Small Crush – 5

Small Crush, dat je zou kunnen vertalen als een beetje verliefd is een fris en fruitige indieband uit de buurt van San Francisco. Ze zijn met zijn vieren maar  is de onbetwiste leider, is  miss Logan Hammon. Zij bedenkt en zingt de liedjes.

De band bracht in 2019 een eerste album uit dat het ondanks de corona restricties best goed deed. Op hun debuutalbum klinkt Small Crush nog erg pril en een beetje zoekend. Nieuwe single 5 –die wel iets wegheeft van de vroege Bangles- lijkt wel van een andere band.  Logan klinkt nog steeds jong, maar zeker niet meer verlegen. Ook haar 3 begeleiders zijn  hoorbaar beter geworden. Dit alles suggereert dat Small Crush met een sierlijke boog over de horde van het ‘moeilijke tweede album’ zal springen.

Mike Oldfields Tubular Bells 50 jaar: geen studiobedrog

Het ronduit legendarische, alsook tijdloze Tubular Bells van Mike Oldfield is heruitgegeven in dubbel vinyl/ en cd-formaten, evenals een Blu Ray en een Super Deluxe Edition, om de 50ste verjaardag van de plaat te vieren. Deze speciale collectie bevat een nog niet uitgebrachte demo die vijf jaar geleden is gemaakt en destijds bedoeld was als het begin van een nieuwe 50-jarige jubileumversie van het werk.

Maar toen ging Mike Oldfield met pensioen en werd de introductie van acht minuten opgeschort. Tubular Bells 4 Intro, dat nu het levenslicht ziet, is de afsluiting van het ongelooflijke leven van dit historische album en is misschien wel het laatste dat ooit door Oldfield is opgenomen. Het hele project onder toezicht van de man bevat de vinylversie van Tubular Bells – 50th Anniversary Edition in een gloednieuwe Abbey Road-master op halve snelheid van de originele mix uit 1973 van het album van Miles Showell en een tweede plaat die verschillende verleidelijke versies van Oldfield verenigt.

Voor het eerst uitgebracht op vinyl is Tubular X, Oldfields versie van Mark Snows iconische X-Files-thema, opgenomen in 1998. Er is de Tubular Beats-remix-samenwerking met YORK en de originele Mike Oldfield/single Theme From Tubular Bells die werd gemaakt naar aanleiding van een ongeautoriseerde Amerikaanse single met een fragment uit Tubular Bells. En, voor het eerst sinds een zeer beperkte oplage in 2012, is ook Oldfields verbluffende Tubular Bells/In Dulci Jubilo (muziek voor de openingsceremonie van de Olympische Spelen van 2012 in Londen) opgenomen.

Tubular Bells kunnen we zien als hoeksteen van de populaire cultuur. Maar vóór zijn wereldfaam, de ongeveer 16 miljoen verkopen, de Royal Mail-postzegel, zijn selectie voor de openingsceremonie van de Olympische Zomerspelen 2012, was er oorspronkelijk de muziek. In 1973 bracht een jonge, grotendeels onbekende 20-jarige Mike Oldfield zijn debuutalbum uit – twee lange muzieksuites, waarbij vrijwel elk instrument door Oldfield zelf werd bespeeld. Het was toevallig ook de debuutrelease van een gloednieuw label – Richard Bransons Virgin Records. Tubular Bells werd een fenomeen, stond boven aan de Britse hitlijsten en won een Grammy. Zijn populariteit en bekendheid werd verzekerd door het hoofdthema dat te zien was in The Exorcist, de film uit 1973 die een wereldwijde sensatie werd.

Oldfield zegt… “Als ik weer luister naar de muzikale ontboezemingen van een door angst geteisterde tiener, is het moeilijk te geloven dat ik dat was, 50 jaar geleden. De muziek klinkt niet zo angstaanjagend, maar alleen ik ken de jaren van werk en stress die Tubular Bells hebben voortgebracht. Dit was allemaal live, first take optredens zonder tweede kansen of studiobedrog zoals we tegenwoordig zo gewend zijn geraakt. Toen ik Tubular Bells aan het maken was, had ik niet gedacht dat iemand het ooit zou horen, laat staan dat het vijf decennia later zou worden gevierd! Bedankt aan iedereen die de afgelopen jaren heeft geluisterd.”

 

 

The Last Dinner Party – Sinner

Damesorkest The Last Dinner Party boerde bijzonder goed met hun debuutsingle, Nothing Matters, een nummer dat wij IJsbreker waardig vonden.

Daar was niet iedereen het mee eens. Sommige luisteraars vonden de track een te hoog ABBA gehalte hebben. Waarschijnlijk vinden ze dat ook van Sinner. Ons doet de nieuwe single van TLDP vooral aan Sparks denken. Je weet wel de band van de excentrieke gebroeders Mael bekend van o.a. This World Ain’t Big Enough For Both Of Us. En okay ook een beetje op ABBA, maar wat is er mis met ABBA? Minder dan we eerst dachten toch? Toch heeft The Last Dinner Party niet de makkelijkste weg gekozen. Sinner is een slim, meerstemmig gezongen best wel stevig gitaarliedje. En weer een hit.

The Sunset Society – I Wanna Be Near You

The Sunset Society is niet de naam van een bejaardensoos of nudistenvereniging, maar het alias van een bevlogen muzikant uit Noord Holland. Ja dat lees je goed Noord-Holland.

Als je het abnormaal authentiek klinkende I Wanna Be Near You hoort zou je namelijk zweren dat het een nummer is van een 60’s sunshine-popartiest uit zonnig California, iemand uit de scene rond geniale gekkies als Beach Boy Brian Wilson of Curt Boettcher, de producer van o.a. The Association.

Maar de producer/arrangeur/componist/vocalist/multi-instrumentalist achter The Sunset Society is dus een nuchtere Noord-Hollandse jongen, die luistert naar de naam Joost van Eck. Nou ja nuchter, hij heeft op zijn minst de zomer in zijn hoofd. En dus ook heel wat in zijn mars. Songs Of Love, EP 2 van The Sunset Society volgt in juli.