Pinkshift – to me

Pinkshift is een typisch Amerikaanse band in die zin dat de drie leden elk een andere culturele achtergrond hebben. Zangeres Ashrita Kumar is een kind van Aziatisch-Amerikaanse ouders, de wortels van gitarist Paul Vallejo liggen in Latijns-Amerika en drummer Myron Houngbedji is Afro-Amerikaans. De band heeft (nog) geen vaste bassist.

Pinkshift beweegt zich in de driehoek van punk, pop en hardrock. Ze hebben de DIY mentaliteit van de eerste, de toegankelijkheid van de tweede en de zware gitaren van de laatste.

Pinkshift werd vier jaar geleden geboren op de John Hopkins Universiteit in Baltimore. De belofte die ze opbouwden met een paar prille singles en veel optredens losten ze vorig jaar oktober in met een eerste album. Twee tracks van Love Me Forever, nothing (in my head) en BURN THE WITCH schopten het tot Breekijzer en doken niet veel later op in de Graadmeter. to me is helemaal nieuw en wederom niet te versmaden. De nieuwe Pinkshift single is op een Nirvaniaanse manier tegelijk loodzwaar en luchtig en zal de band heel wat nieuwe fans opleveren.

Wervelende wereld Frank Zappa blijft zich uitbreiden

Met twee niet eerder uitgebrachte concerten van Frank Zappa’s kortstondige band uit de jaren 80, biedt de nieuwste opwindende livecollectie die is uitgebracht door The Vault, Zappa 80: Mudd Club/Munich, fans de kans om twee zinderende shows te horen die zijn opgenomen in twee verschillende settings: de intieme Mudd Club met een capaciteit van 240 in New York City en de enorme Duitse arena met 12.000 zitplaatsen, Olympiahalle in München. The Vault is een opslag waar Zappa al zijn opgenomen opnames, platen, schijven, films, geluidsbanden en ander materiaal verzamelde. Zappa stond erom bekend elk optreden en concert dat hij ooit maakte op te nemen, soms om alles later te monteren. Tegenwoordig wordt het vooral gebruikt als archief.

Geproduceerd door Ahmet Zappa en Zappa Vaultmeister Joe Travers, markeert deze historisch belangrijke release de eerste keer dat er ooit volledige concerten zijn uitgebracht met de line-up uit 1980 van Zappa die de vijfkoppige band leidde, waaronder de dubbele vocale aanval van Ike Willis en Ray White, Arthur Barrow op bas, Tommy Mars op keyboards en nieuwkomer David Logeman op drums. Bovendien is dit de eerste postume release van deze aparte, korte line-up, aangezien Logeman, die drummer Vinnie Colaiuta verving, uiteindelijk zou vertrekken toen Colaiuta terugkeerde naar de band. Voorheen werden slechts twee nummers van deze shows – Love Of My Life van Mudd Club en You Didn’t Try To Call Me uit München – ooit uitgebracht door Zappa op zijn live-cd-serie You Can’t Do That On Stage Anymore.

Zappa ’80: Mudd Club/Munich is digitaal beschikbaar en als een set van 3 cd’s met de 15-track Mudd Club/uitvoering in zijn geheel op disc 1 en het 22 nummers tellende volledige München-concert verspreid over discs 2 en 3. Het pakket bevat omslagfotografie en een groot aantal zeldzame en ongeziene foto’s van Zappa en de bandleden in het begeleidende boekje van 17 pagina’s, gemaakt op tour door superfan George Alper. Alper, de zoon van de baanbrekende fotograaf Joe Alper uit de jaren 60, die bevriend raakte met Zappa en deel ging uitmaken van zijn inner circle in NYC en uiteindelijk merchandise verkocht tijdens een tournee, geeft enkele van zijn persoonlijke herinneringen in de uitgebreide liner notes die ook een inleiding van Joe Travers bevatten, een gedetailleerde track-by-track van de setlists van bandlid Arthur Barrow, die ook herinneringen ophaalt aan de tour en de line-up van 1980, en wordt afgerond met een verhelderend essay van Steve Vai die de Mudd Club-show bijwoonde als een 19-jarige fan die door Zappa was ingehuurd om onlangs opgenomen gitaarsolo’s en drumtracks te transcriberen. Een paar maanden later werd Vai uitgenodigd om zich bij de band aan te sluiten. De virtuoze gitarist/songwriter schrijft in de liner notes: “Vanaf dat moment was de wervelende wereld van Frank Zappa waar ik de volgende drie jaar aan begon intens, grappig, angstaanjagend, soms, maar diep en bezielend de moeite waard.

Naast de 3cd-set zijn de Mudd Club- en München-shows ook afzonderlijk verkrijgbaar op prachtig hoogwaardig vinyl.

Destroy Boys – Beg For The Torture

Ten tijde van crises viert punk hoogtij. Zo was het en zo is het nog steeds. Alleen is punk anno nu wel wat meer dan een ongeleide woedeuitbarsting van een stel ongeschoolde schoffies met gitaren. Punk is er nu in alle soorten en maten, van poëtisch aangelegde postpunkbands via punkgroepen met jazzinvloeden tot en met de nieuwste trend, een subgenre dat we voorlopig moshpop of popcore hebben gedoopt; hardcore bands die (ook) muziek uitbrengen die je met enige fantasie radiovriendelijk zou kunnen noemen. In ieder geval Pinguin Radio vriendelijk. In die laatste categorie vallen bands als Scowl dat onlangs IJsbreker scoorde met Psychic Dance Routine en ook Destroy Boys dat leven in de brouwerij brengt met Beg For The Torture.

Destroy Boys heeft zich altijd al aan de poppy kant van de hardcore punkscene opgehouden. Met drie albums op hun conto en ruim een miljoen Spotify luisteraars per maand zou je het trio zelfs als pioniers van het moshpop genre kunnen zien. Destroy Boys is een trio, bestaande uit two California girls en een boy. Hun grootse succes to noch toe heeft de veelzeggende titel, ‘I Threw Glass at My Friend’s Eyes and Now I’m On Probation’.

Een deel van ons luisterpubliek zal opgelucht adem halen bij de wetenschap dat Beg For The Torture maar anderhalve minuut duurt. Tussen start en finish wordt echter meer energie opgewekt dan op het complete oeuvre van The National en Bon Iver tezamen.

bdrmm – Be Careful

Be Careful is anders maar toch herkenbaar als het werk van een band die we regelmatig tegen komen in de allerhoogste regionen van de Graadmeter.

Bdrmm dus uit het Engelse Hull. De nieuwe single trapt af met een rustig edoch funky drummetje dat als snel gezelschap krijgt van lenig basje. Als dan de ruimtelijk gitaar invalt zijn we weer op bekend terrein. Was vorige single It’s Just A Little Bit Of Blood een shoegazenummer, Be Careful gaat meer richting dreampop. Zet beide songs op één album, wat dus de bedoeling is en je kunt bdrmm een dreamgazeband noemen.

Het nieuwe, tweede album van bdrmm heet I Don’t Know en is digitaal vanaf 3 mei en fysiek vanaf eind juni verkrijgbaar.

second thoughts – forget her

Buiten de wondere wereld van het Eurovisie songfestival zijn m/v duetten vrij zeldzaam. Een nummer als forget her van second thoughts valt dan ook meteen op. Hij heet Ben Campbell, zijn zangpartner Clara Freeman-Taylor.

Second thoughts is een fris klinkend Brits gitaarkwartet dat net voor corona een eerste single uitbracht en onlangs een tweede EP, fluke geheten. Daarvan is Forget her liedje drie. Het is dus nog allemaal vrij pril. De potentie van second thoughts is echter al wel duidelijk. Dat blijkt ook uit de keuze van de producer van de EP. Dat is Iain Berryman, wiens naam je ook tegenkomt achterop hoezen van o.a. Arcade Fire, Kings Of Leon en Florence + Machine. Dat zijn allemaal grote namen die niet vies zijn van een beetje bombast. Second thoughts is dat wel. Berryman’s productie van forget her is lekker basic. Sound/stijl doet wel denken aan 80’s bands als The Smiths en Aztec Camera. Je hoort niet veel meer dan bas, drums en twee gitaren. Plus dus de prettige stemmen van Clara en Ben.

The National – Eucalyptus

In een uitgebreid interview in de nieuwe Oor kun je lezen dat Matt Berninger, de stem van The National onlangs uit een diep dal is gekropen.

Eigenlijk wisten we dat al of hadden we het kunnen weten, want de singles die vooraf gingen aan de release van First two Pages of Frankenstein (28/4), het negende album van The National zijn nog stemmiger dan de toch al niet erg extraverte songs waarmee de band uit Cincinnati bekend is geworden.

Eucalyptus is anders, nog steeds horen we een band/zanger in mineurstemming, maar de song is eerder een litanie dan een melancholieke ballade. Matt somt allerlei zaken op die bij een scheiding verdeeld moeten worden, dingen waar vaak pijnlijke herinneringen aan kleven. Als mens hoop je dat hij nu eindelijk eens gelukkig wordt of op zijn minst wat beter in zijn vel komt te zitten. Als fan echter…

Elephant – Enemy

Laten we er maar eens een cliché tegenaan gooien. Elephant klinkt Onhollands goed op nieuwe single Enemy.  Onhollands klonken de Rotterdammers altijd al. En goed ook, hun debuutalbum is niet voor niets een doorslaand succes.

Elephant beoefent een stijl die gerijpt is in de zon van Californië. Om precies te zijn in de heuvels van Laurel Canyon, een wijk van L.A. die rond 1970 fungeerde als pleisterplaats voor ontluikende singer-songwriters en beginnende countryrockers, twee gildes die nauw verweven zijn.

Wat dat betreft horen we niks nieuws, maar het elan en zelfvertrouwen waarmee wordt gemusiceerd zijn wel nieuw. De band klinkt zo in zijn element op Enemy dat als platenmaatschappij Excelsior in een begeleidend schrijven had beweerd dat dit een nummer is van de band America dat speciaal voor hen is geschreven door Bee Gee Barry je het ook had geloofd.  Onhollands +goed = dus Onhollands goed.

Wodan Boys – Thunder Glove

Heerlijke herrie uit het Haagse. Wodan Boys is hard op weg om Holland’s hofleverancier te worden van dorst en reuring en veroorzakende regenbestendige festivalrock in een stijl tussen punk en hard rock in.

Thunder Glove laat horen dat de band ook steeds beter wordt in het produceren van rocksongs die op een prettige manier over je heen walsen. Je krijgt de neiging om op de barricades te klimmen met in de ene hand een vaandel en in de andere een pilsje. Meer van dit graag, het liefst in albumvorm.

Tape Toy – November

Schrik niet Tape Toy fans, de nieuwe single van jullie helden is geen cover van het roemruchte opus van Guns & Roses, maar weer zo’n lekker eigenzinnig indieliedje zoals alleen Tape Toy ze fabriceert. Ook tekstueel blijft de band op vertrouwd terrein, hoe het hoofd koel en de rug recht te houden in deze turbulente tijden. En dan vooral als vrouw.

De boodschap wordt visueel sterk weergegeven in de clip waarin we professioneel worstelaar Julia mentale kracht zien opdoen door zich fysiek weerbaar te maken.

De Toys zijn ook weer lekker scheutig met gitaren en de smeulende opbouw van November maakt het nummer geschikt voor intensief gebruik. November staat met 4 niet minder aanstekelijke songs op de vers verschenen nieuwe EP van de Tape Toy TTYS.

Loupe – My Hands

Met My Hands laat Loupe horen niet alleen een van de allerbeste Nederlandse (indie) bands te zijn, maar ook dat ze in hun gelederen een zeer hoog begaafde gitarist herbergen.

Hoe Jasmine van der Waals haar instrument hier laat spreken, preken en smeken doen maar weinigen haar na, nationaal of internationaal. Haar bandmaten zijn zich bewust van de gitaargodin in hun midden en geven haar alle ruimte. My Hands is (waarschijnlijk) de laatste opwarmer voor de release van het debuutalbum van het Amsterdamse kwartet, Do You Ever Wonder What Comes Next dat op 16 juni wordt uitgebracht door Excelsior.

Op 24 april staat Loupe in een uitverkochte bovenzaal in Paradiso. Geef ze nog een jaartje en ze verkopen beneden ook uit.