bar italia – Cowbella

De leden van bar italia zijn na twee albums en zo’n 160 optredens een beetje om zich heen aan het kijken. Jezmi Tarik Fehmi en Sam Fenton zijn een bijband begonnen, Double Virgo. Nina Christante maakt ook muziek als NINA en ook tourdrummer Mark William Lewis heeft pas een plaatje gemaakt.

Maar hun hoofdactiviteit lijkt er niet onder te lijden, want er is een nieuwe single van bar italia en er staat weer een nieuwe trektocht op stapel. Cowbella is een spartelend en sexy duet. De gitaren staan wat harder dan we van ze zijn gewend, maar de tekst is als vanouds weer lekker cryptisch.

Concert: 30 oktober in Toekomstmuziek, Amsterdam

Westside Cowboy – Alright Alright Alright

Net als Divorce en Sorry en Caroline en Ugly is Westside Cowboy weer zo’n genre-bending band die lekker zijn eigen gang gaat zonder rekening te houden met modes, trends of TikTok.

Twee dingen hebben die bands gemeen: ze zijn Brits en tellen zowel vrouwelijke als mannelijke leden. Okay nog een derde overeenkomst dan, hun teksten zijn belangrijk. Na slechts drie singles is wel duidelijk dat Westside Cowboy tot grote dingen in staat geacht mag worden. Als je als nieuwkomer al zo’n prachtlied als Shells kan componeren, zo’n meeslepend nummer als I Never Met Anyone I Thought I Could Love produceren en zo’n alle remmen los rocker als Alright Alright Alright dan heb je wel wat in je mars. Het aftellen naar een debuutalbum is begonnen.

Sparks sprankelt in Haarlemse poptempel PHIL.

Zo fris en springlevend hadden we het nou ook weer niet verwacht. Russell Mael is 76 en zijn broer Ron wordt immers 80 in augustus. Sparks in een zo goed als uitverkochte, bij vlagen kolkende PHIL. in Haarlem betekent een kleine twee uur topamusement. Petje af. Weergaloos.

Gezien: Sparks, PHIL. Haarlem, 26 juni 2025

Tekst: Pieter Visscher

Sparks is dat legendarische duo uit de Verenigde Staten dat in 1967 voor het eerst van zich laat horen met Computer Girl, met een geluid à la Kraftwerk, avant la lettre. De broers Mael zijn inmiddels 58 jaar (!) onafscheidelijk actief en als we dus érgens de sticker met broederliefde op kunnen plakken is het op de twee Amerikanen.

Terwijl Russell Mael een nummer aankondigt van het 24ste studioalbum van de band, A Steady Drip, Drip, Drip uit 2000, wordt hij er door de achter zijn toetsen zittende Ron op gewezen dat betreffende track schittert door afwezigheid op de setlist. Of komt het pas later aan bod? Dat is in eerste instantie onduidelijk. Het zijn van die kleine spitsvondigheden die het aangenaam maken naar een show van Sparks te kijken. Of vergiste Russell zich écht? Het gaat om Please Don’t Fuck Up My World, het afsluitende nummer van A Steady Drip Drip Drip. Niet veel  later komt het wel aan bod. “The song seems more relevant than ever‘, verzucht Russell, die stilstaat bij de puinhoop op Moeder Aarde. Please Don’t Fuck Up My World is een track met een nog hogere urgentie dan vijf jaar terug.
Opvallend hoe het ook uit volle borst wordt meegezongen door het grote aantal jongeren in grote zaal van de PHIL. Niet alleen op zitplaatsen, maar vooral pal voor het podium. Tieners en twintigers, die uiteraard geen fans van het eerste uur zijn, maar teksten uit die periode wel woordelijk meezingen en op vrijwel elke track dansen en springen. Ron komt zelfs even achter z’n keyboard vandaan voor een kort dansje, een knotsgekke variant op Michael Jacksons moonwalk.
Het is ongelooflijk hoe geweldig Russell Mae nog zingt. Ook in het prijsnummer This Town Ain’t Big Enough For The Both Of Us haalt ie werkelijk elke noot en zit er nog totaal geen sleet op zijn falset. Russell huppelt bovendien nog over het podium als ware hij Mick Jagger ten tijde van Emotional Rescue.
Extravagant, carnavalesk pak om het lijf, het haar in de gitzwarte verf. Jong voor altijd. Zo’n attitude en waarom ook niet? Het past zo mooi bij het theatrale karakter van de artpop/rock van Sparks. Het avant-gardemuziekduo dat op het podium wordt ondersteund door een drummer, twee gitaristen en een bassist. Drie van hen doen tweede stemmen. Het is geregeld oorverdovend en in your face wat er wordt neergezet door het zestal, dat het onlangs verschenen Mad! allesbehalve negeert.
In de toegift komen Ron en Russell in schitterende honkbalshirts van Sparks Haarlem het podium op. Gekregen van twee meiden, voorafgaand aan het optreden, zegt Russell. Een rood en een blauw exemplaar. Ron zegt sowieso niets. Stoïcijnsere types kom je niet tegen in het muziekwereldje. Maar de aandachtige toeschouwer ziet ‘m genieten. Halverwege neemt-ie één nummer voor z’n rekening: Suburban Homeboy van Lil’ Beethoven (2002). Wat minder energiek gezongen dan op plaat. De facto zelfs gesproken. Een verfrissend rustpunt tijdens een optreden dat dat rustpunt misschien juist wel even nodig had, omdát het allemaal nog zo energiek is wat er op het podium gebeurt. Het lijdt geen twijfel: Sparks is nog lang niet klaar.

The New Eves – Cow Song

Hier gaan we klachten over krijgen. Cow Song is zo’n nummer dat voor en tegenstanders kweekt. Waarschijnlijk zullen de haters in de meerderheid zijn. Maar dat is nog geen reden om de nieuwe single van The New Eves niet te gaan draaien natuurlijk. Als Cow Song voorbij komt kan je altijd even wegzappen naar een van onze andere kanalen. Maar goed, ter zake.

Grote kans dat je nog nooit zoiets hebt gehoord als Cow Song van The New Eves. Misschien maken we hier wel de geboorte mee van een nieuwe stroming, een fusie van freakfolk en paddopop. Laten we het beestje voorlopig maar even ‘neo primitive’ noemen. Cow Song klinkt als een muzikale seance van een Keltisch of Scandinavisch natuurvolk maar dan met een boogie beat, een punk attitude en elektrisch versterkt. De beat is dus tribaal, de zang basaal en de melodische ontwikkeling minimaal. De instrumentatie is bas, trommels, gitaar en viool en fluit. De vier nieuwe Eva’s zingen, soort van. In augustus verschijnt het debuutalbum van de dames die we graag een keer live zouden willen zien.

HighSchool – 149

149 is een song over een best wel saaie vakantie die een onverwachte wending krijgt wanneer er een vakantieliefde opbloeit, een zoete herinnering voor het leven.

HighSchool komt uit Melbourne maar zetelt momenteel in Londen. Daar wordt hard gewerkt aan een debuutalbum. HighSchool begon als duo, maar inmiddels hebben Rory Trobbiani en Luke Scott versterking gekregen van Rory’s zus Lily. Wat stijl betreft zit 149 ergens tussen postpunk en shoegaze in. Dat is een beetje een pleonasme want genretechnisch gezien is shoegaze een vorm van postpunk, maar je begrijpt wat we bedoelen. De zang zit begraven onder een dikke laag gitaren, maar het tempo ligt hoger dan in de shoegaze gebruikelijk. Wanneer dat album moet gaan uitkomen vermeldt het verhaal niet, maar waarschijnlijk nog wel dit jaar.

Pebbledash – Asha’s Waltz

Shoegaze uit Ierland, uit Cork om precies te zijn. Pebbledash is ongeveer een jaartje oud, maar hard op weg om een speler van belang te worden.

Asha’s Waltz is precies wat de titel belooft, een wals gezongen door Asha, Asha McCutcheon om volledig te zijn, voorvrouw van viertal. Pebbledash wijkt niet heel erg af van het shoegaze concept, behalve dat walstempo dan. Je hoort Asha zacht zingen in een woud van galmende gitaren. Subtiel is de Ierse draai die het nummer krijgt door in het outro nog even een accordeon te introduceren. Een band om in de gaten te houden.

Sunsick Daisy – Yonder, Young Wonder

Sunsick Daisy is een jonge band uit Adelaide. Het kwartet bracht onlangs een tweede EP uit waarmee ze Australië prominent op de internationale shoegaze kaart zet.

Het is altijd subjectief natuurlijk en de kwaliteit van alle songs is hoog, maar onze voorkeur gaat uit naar Yonder, Young Wonder. Dat nummer straalt een majestueuze rust uit terwijl er toch heftig aan de snaren wordt getrokken. Ook zeer geslaagd zijn de ingehouden zang (M/V) en de subtiele manier waarop naar de climax wordt toegewerkt. Zelden klonk introverte muziek zo uitbundig.

Pinkpop 2025 omarmt krenten in de pap

Pinkpop 2025 is de editie die niet alleen herinnerd wordt vanwege de sublieme omstandigheden. Een festival dat genoeg muzikale krenten in de pap had voor de fijnproevers. Zelfs een enkele verrassing her en der. Het schitterende weer paste goed bij de uitmuntende sfeer op het terrein. Pinkpop blijft een gelukzalig volksfeest zonder wanklanken.

Tekst: Pieter Visscher, foto’s: Serge Hasperhoven 

When pornography is looking back at us we have enough, enough to consume”, is zo’n schitterende zin ontsproten aan het brein van Maarten Devoldere (foto), de steevast gesoigneerde zanger van de Belgische formatie Warhaus. Uit een van de prijsnummers: Where The Names Are Real. In de goedgevulde tent van Pinkpop, waar een aangename temperatuur hangt. Prettige bries ook. We zien de vlag van België voor het podium, met een prachtig geel hart in het midden. Belgen zijn chauvinisten en met Warhaus snappen we dat maar al te goed. Terwijl een verrassende cover van Ramses Shaffy’s Laat Me op sublieme wijze wordt uitgevoerd door de band. Uit volle borst wordt het refrein meegezongen. Opvallend hoe ook de allerjongsten hun stem verheffen. Dat moet een goede opvoeding zijn geweest.
This is a song about drinking your own piss. It’s Frozen Piss Two”, meldt Christopher Bowes van het Schotse Alestorm, dat een gimmick maakt van folkmetalbands wereldwijd. We lopen snel door naar Personal Trainer. Mooie volle tent voor Willem Smit en z’n geregeld wisselende manschappen. Indierock die er mag zijn.
Zoals die gasten van Inhaler ook aan de weg timmeren. De band van de zoon van Bono. “I believe that we played here three times. So it feels like home now.” Vorig jaar nog in de tent, nu op het hoofdpodium. We zien wat T-shirts van U2 op de vrijdag. Zou dat toeval zijn? Waarschijnlijk niet. Elijah Hewson doet qua uiterlijk niet veel aan pa denken. Maar in zijn stem horen we wel wat terug van Hewson senior. Materiaal van de band is over het algemeen wat mager. Er zit nog de nodige rek in. Absoluut. Mooie tekst op het T-shirt van de drummer van Inhaler: No Music No Glory. Niks tegenin te brengen. Nu nog wat hits.
Op het andere hoofdpodium (Pinkpop heeft er in feite twee) klapt Weezer er meteen in met prijsnummer Hash Pipe. We zien een begeesterde band, met een Rivers Cuomo die uitstekend bij stem is. We waren even toe aan een Weezer op de vrijdag. Kwaliteitsrock uit de Verenigde Staten van een band met de nodige hits. Een kraker als Island In The Sun doet recht aan de temperatuur in Landgraaf. De visuals achter de band versterken dat idee. “Did you know we played here before in 1995?”, vraagt Cuomo, waarna een bijzonder verrassende cover van Toto’s Africa wordt ingezet. Vlekkeloos, steengoed en dus overheerlijk. Een enkeling houdt geen stem meer over door het plotselinge meeschreeuwen met deze hit voor de eeuwigheid. Onverwacht geluksmoment. Cuomo drumt even mee. Het is allemaal verrekte leuk en ontspannen wat er gebeurt op het podium. Krijgt Steve Lukather dit nog te horen?
Cuomo: “We’re probably headlining in 2075.” Weezer sluit af met een van de beste rockliedjes die ooit zijn geschreven: Buddy Holly. Winnaar van de dag! Alhoewel, ex aequo misschien met Kid Kapichi, de Engelse punkgroep die ook imponeert, in de tent. Schitterend spandoek achter de heren van een zoenende Putin en Trump. Ziedende punk met maatschappijkritische teksten. Zo horen we het zo graag. Justin Timberlake mag afsluiten. Hooggespannen verwachtingen natuurlijk. Timberlake faalt grotendeels. Zijn achtergrondkoor gaat met de eer aan de haal. Dat zegt genoeg.

Zaterdag

Amyl van Amyl and the Sniffers (foto) weet wel wat hitte is. Maar op zo’n podium, vol in de zon springen en zingen bij een graad of 31 is geen sinecure. Ze gooit ook om de haverklap koud water over haar gele bikini. Het is eigenlijk veel te heet voor de enthousiaste punkrock van de Australiërs en toch wordt er lekker bewogen voor het podium. Gepogood zelfs. Opvallend hoe snel die hitte dan went en je die uiteindelijk zelfs omarmt. Het is een van de heetste edities van Pinkpop. Alles ziet er anders uit als de zon schijnt.
The Royston Club uit Wales stond al op Glastonbury en Reading en maakt inmiddels ook buiten Groot-Brittannië furore met hun indiepop/rock. Nogal wat goeie liedjes en zanger Tom Faithfull achter de microfoon. Geweldige stem. Waarmee hij extra veel gevoel weet te leggen in de songs. Glued To Be is een van de nummers die voorbijkomen. Niet voor niets veel gedraaid op de indiestream van uw bloedeigen Pinguin Radio. Net als Shivers. Ook zo’n hit. The Royston Club is een van de pareltjes van Pinkpop 2025.

Nick Mulvey is de vervanger van het uitgevallen Hardy en dat is zeker geen verzwakking. De man met de sympathiekste uitstraling van het weekend heeft net z’n vierde album uitgebracht en speelt daar onder andere Dark Harvest van. Schitterend liedje, dat enkele dames vooraan niet onberoerd laat, zien we op de videoschermen. De gedragen folky liedjes van Mulvey komen uitstekend uit de verf in de Pinkpoptent,  waar het goed toeven is, omdat het wederom licht waait. Er gaan buiten de tent hectoliters zonnecrème doorheen in Landgraaf. “Blijven smeren, mensen”, zou good old Jan Smeets hebben gezegd. Hij laat een paar keer zijn gezicht zien op het terrein. Roze Pinkpop-pet op de grijze bol en geflankeerd door echtgenote Till.
Tom Odell (foto) is ook zo’n singer-songwriter wiens liedjes zich goed lenen voor zonnige dagen. Hij krijgt massaal de handen op elkaar. Geen verrassingen, wel kwaliteit. Mooi die cover van Elton Johns Tiny Dancer, een duet met Abigail Morris van The Last Dinner Party.
Die twee van Softplay (voorheen Slaves) zijn jongens die nog weleens een tatoeageshop vanbinnen zien. Ze komen uit Kent en leggen ziedende punk op de mat. Staande zanger/drummer en een gitarist, die vocaal ondersteuning geeft. System Of A Down is zonder twijfel een inspiratiebron voor het duo. Achter de twee een spandoek waarop de woorden Soft Cunts staat te lezen. De heren springen halverwege de show beiden tussen het publiek, waardoor we opeens, tijdelijk, te maken hebben met een leeg podium. Grappige gewaarwording.
Faithless liet eerder dit jaar op Paaspop al zien weer helemaal terug te zijn na het overlijden van Maxi Jazz, die er ook op Pinkpop nog ‘gewoon’ bij is, in de visuals, en zijn stem wordt bovendien nog gebruikt in hits als Insomnia en God is a DJ. Het voelt vertrouwd. Magisch, nog altijd? Ja. Terwijl het optreden héél erg kort duurt. Een minuut of twintig? De vrachtwagen had vertraging. Schema is schema. Ook in Landgraaf. Hoe spijtig dat ook is. Sister Bliss is pisnijdig door die omstandigheden en steekt haar frustratie niet onder stoelen of banken. Enfin, Faithless smaakt naar meer. Volgend jaar een nieuwe poging? Op tijd vertrekken!
We draaien ons om en zien The Last Dinner Party (foto) op ‘hoofdpodium twee’. Heerlijke band blijft dat toch met al die topstemmen. De hoofdrol weer voor de schitterende Abigail Morris. De band uit Londen laat wederom horen onderdeel te zijn van de top van het muziekfirmament. Prettig ook zo’n cover van Blondies Call Me. En wat komt zo’n zin als “And I will fuck you like nothing matters, and you can hold me like he held her”, er toch altijd lekker uit in het afsluitende Nothing Matters. We noteren een 9. Een een verrassende 8 voor afsluiter Olivia Rodrigo (22) die vriend en vijand verbaast met een rockshow die vrijwel geen moment de aandacht doet verslappen. Ze headlinet deze zomer ook Glastonbury. Rodrigo is misschien wel de verrassing van het weekend.

Zondag

De op de zondag geprogrammeerde band The Boxer Rebellion staat niet voor het eerst op Pinkpop, maar het geluid is matig afgesteld. Te schel vaak, te hard ook. Waardoor het optreden lastig uit de verf komt.
Everything Everything weet de tent vrij goed te vullen met een wat stramme set. De indiepop van het vijftal is niettemin onderhoudend zo rond een uur of vier. De wind die door de tent waait betekent pure verrukking.
Mooi dat Kaiser Chiefs er op Pinkpop nog altijd ingaat als koud bier op bloedhete zondagmiddagen. De band uit Leeds laat een greatesthitsshow los op de massaal aanwezige meute en het is gewoon een ouderwetse dolle boel voor het podium, waar tienduizenden volledig uit hun dak gaan. Kaiser Chiefs kun je eigenlijk elk jaar wel neerzetten. Verveelt nooit. “Take a look at the kids on the street. No, they never miss a beat”, zingt Ricky Wilson. Wat een hit!
Marie Ulven Ringheim is de Noorse die schuilgaat achter het pseudoniem Girl In Red. Ze is een open boek in haar teksten over alles wat een mens kan bezighouden. Bijvoorbeeld in de LHBTQI-gemeenschap. Geen hits, wel onderhoudend.
Zo horen en zien we de rock voor de massa van Biffy Clyro. Allemaal niet zo spannend. Het publiek pal voor het podium kent de meeste teksten wel. Volle borst, uiteraard. Veel oh oh oh oh oh’s in de songs. Dat mag wel wat minder.
Zonder oordoppen is Korn niet te doen. Het is ziedend en genadeloos wat er uit de luidsprekers knalt. Hardste act van het weekeinde op een zondag met schitterende weersomstandigheden. Niet te heet, lekker windje. Schitterend, dat jochie van een jaar of twaalf met z’n roze Pinkpop-petje op z’n hoofd die teksten van de band woordelijk meeschreeuwt. Hij wordt práchtig in beeld gebracht door een cameraman. Korn is voor alle leeftijden. We zien een ouderwets sterke Jonathan Davis, die zijn doedelzak van zolder heeft gehaald voor een kleine interlude. Toch wel illustratief voor de speelsheid op het podium, waar we een geconcentreerde band zien die na 32 jaar trouwe dienst nog altijd een enorme urgentie heeft. Kort stukje One van Metallica tussen de bedrijven door is prettig en foutloos. Zoals de Amerikanen überhaupt in een bloedvorm verkeren. Sterker: zagen we de band eerder zó goed? De vraag stellen is ‘m beantwoorden. Vernietigend.
En dan Muse erachteraan. Minder hard, maar net zo bevlogen. Rammstein-vlammen op het podium, stichtelijke teksten op de beeldschermen naast dat podium. Maatschappijkritisch, coachend. We zien vooral een band in topconditie. Matthew Bellamy vocaal wat minder theatraal dan in het verleden. De rock staat centraler dan ooit bij de Britten, die een vlekkeloze afsluiter zijn van Pinkpop 2025. Een machine in de finale in Landgraaf. We maken een diepe buiging.

Pip Blom – Someday

Even dachten we dat Pip Blom de disco had omarmt. Dat zou geen onlogische ontwikkeling zijn geweest omdat de band goeddeels is overgeschakeld van snaar naar elektronische instrumenten. Maar dat valt dus mee (of tegen afhankelijk van je insteek). Het trio heeft haar sound niet verengt maar juist verbreed. Op nieuwe EP Grip staan vijf songs in evenzovele smaken. Het lekkerst vinden wij het langste liedje. Someday is een bruisende mix van gruizige indie en elektronische psychedelica van ruim zes rijk gevulde minuten. En ja je kunt er op dansen.