jennylee & Dave Gahan – Stop Speaking

Waar zouden ze elkaar van kennen? Dat vraag je je toch af als muzikanten uit twee verschillende werelden samen een plaat maken. Jennylee (Lindberg) speelt bas in de Amerikaanse vrouwenband Warpaint, Dave Gahan kennen we natuurlijk als zanger van het oer Britse Depeche Mode. Zij is uit ’81, hij uit 1962.

Hoe het contact tot stand is gekomen weten we dus niet, wel een beetje vreemd dat jennylee een gastzanger zocht voor een nummer dat gaat over met rust gelaten willen worden. Maar fijn dat ze elkaar gevonden hebben, want Stop Speaking is een geslaagd nummer. Het is de derde en laatste single die zijn verschenen op vinyl via de jennylee singles club. Ze zijn dus ook online beschikbaar.

Met de serie compleet mag jennylee zich weer bij haar band voegen en Dave Gahan bij de zijne.

Husbands – Wishbone

Husbands zou je een Lat-band kunnen noemen of beter een Mat-band, ze leven niet apart samen, maar musiceren samen apart. Alleen als ze live spelen is er lijfelijk contact. Danny woont en werkt in Seattle, Wil in Oklahoma City. Zonder internet geen Husbands dus. Ook de Husbands zijn wegens omstandigheden vaak thuis tegenwoordig. Dat heeft als voordeel dat er extra tijd is om muziek te maken.

Zo is Wishbone is al het 9e nummer de laatste tijd heeft uitgebracht en het beste of in ieder geval het spannendste. Wishbone heeft een duidelijk Krautrock karakter. De eeuwige strijd in de songs van Husbands tussen gitaren en synthesizers is dit keer in het voordeel van de laatste beslecht. Dat wil niet zeggen dat er de gitaren in de koffer zijn gebleven integendeel, maar dat de keyboards zetten de toon. De dreigende synths contrasteren mooi met de immer zonnige vocalen van Husbands. Alsof The Beach Boys uit Dortmund zouden komen zo klinkt Wishbone een beetje. Een goed begin van het nieuwe jaar!

Beach House – New Romance

Zoals eerder vermeldt verschijnt het nieuwe album van Beach House, Once Twice Melody als feuilleton, vier tracks per worp. 18 nieuwe nummers in totaal. Deel 1& 2 staan nu online deel 3 volgt 19 januari. De hele mikmak is vanaf 18 februari beschikbaar als dubbel LP en cd.

Het fijnste nummer van deel 2 van de serie is New Romance. De track heeft het bekende warme bad effect waar Beach House patent op heeft, maar onderscheidt zich van de rest door terug te grijpen op de vintage sound van synthipop-pioniers als Yellow Magic Orchestra, Telex en The Korgis. Met name het ‘gorgel effect’ op de zangpartij van Alex Scally is heerlijk retro.

Een nieuw album van Beach House is altijd een feest, maar in deze onzekere tijden is Once Twice Melody de juiste plaat op het juiste moment. 

Courtney Barnett – Things Take Time, Take Time

Courtney Barnett – Things Take Time, Take Time (Marathon Artists/Mattan)

Als zielsverwant van Kurt Vile, met wie Courtney Barnett in 2017 het alom geprezen Lotta Sea Lice uitbracht, lag het in de lijn der verwachtingen dat ze ook op haar derde album geen radicaal andere koers zou gaan varen. En zo geschiedde.

Barnett klinkt nog altijd net zo lijzig als Vile en ze maakt liedjes die in het verlengde liggen van het timbre en dat tempo hetgeen ze omarmde om nooit meer los te laten. Op Things Take Time, Take Time is alles dan ook bij het oude gebleven en dat bevalt uitstekend. Van Motörhead verwachtten we immers ook nooit dat ze iets met ballades zouden gaan doen. Het is fijn dat schoenmakers bij hun leest blijven. Ook in een lockdown.

Things Take Time, Take Time is een titel die het album grandioos samenvat. Barnett schreef alle songs weer eigenhandig en assisteerde Stella Mozgawa tijdens de productie van de tien songs. Mozgawa, evenals Barnett afkomstig uit Australië, drumt in de indierockband Warpaint en werkte bovendien samen met Kurt Vile, alsook gelijkgestemde Adam Green. Muzikanten die een broertje dood hebben aan gejaagdheid. Al is het ook niet zo dat álles in één tempo gebeurt en dus ook niet bij Barnett, die met Write A List Of Things To Look Forward To er toch even in slaagt de voetjes van de vloer te krijgen. Geen al te wilde boel overigens.

Multi-instrumentalist Barnett, die opgroeide in Sydney en tegenwoordig op Tasmanië woont, is gewend aan een bepaalde ontspannenheid die gewoon is in Australië in het algemeen en Tasmanië in het bijzonder. Dus wat dat betreft vertaalt ze haar omgeving en belevingswereld naar liedjes. Met een hoofdrol voor haar gitaar, terwijl ze op Things Take Time, Take Time ook, onder andere, viool, basgitaar en piano speelt.

Barnett heeft met haar praatzingende stijl een indiesoftrockplaat afgeleverd die andermaal veel humor kent in de teksten en die dezelfde staat van ontspannenheid kan opleveren als die van Barnett zelf. Daar kan geen reiki tegenop. Pieter Visscher

 

 

The Smile – You Will Never Work In Television Again

Met de release van You Will Never Work In Television Again, de debuutsingle van The Smile is een eventuele Radiohead reünie nog verder op de lange baan geschoven. The Smile is namelijk het nieuwe speeltje van Thom Yorke, Jonny Greenwood en jazzdrummer Tom Skinner (Sons Of Kemet). Wat de reden van de afsplitsing is is onbekend, zucht naar artistieke vrijheid lijkt het niet te zijn, even lekker uit de band springen ook niet daarvoor is de overigens cryptische te tekst te serieus.

You Will Never Work In Television Again is een melodie en vetarm, hard rocknummer, noem het post-punk dat wel doet denken aan vintage Stones of Plastic Ono Band. Het is lang geleden dat Yorke en/of Greenwood zo energiek klonken.

Er staan verschillende filmpjes van The Smile op Youtube. Op een daarvan, een Instagram-sessie zie je dat Yorke gitaar speelt en Greenwood bast. Het plan is om op 29 en 30 januari drie verschillende intieme optredens te verzorgen die je (tegen betaling) thuis live kunt streamen. De details staan achter de link of onder de clip.

Future Suns – Virgo

Future Suns – Virgo (eigen beheer)

Dat de rek er nog lang niet uit is, laat Robert Schuurman andermaal horen met zijn geesteskind Future Suns. Virgo is het vierde album van de veelzijdige Schuurman als bandlid van Future Suns. Hij die ook als cabaretier furore maakt.

Future Suns bestaat naast Schuurman (Scurio) uit het het Amerikaanse duo Simian Crease (multi-instrumentalist en ook verantwoordelijk voor de teksten) en Reyna, dat de vocalen verzorgt. De stemmen van de twee kleuren prachtig en geven glans en rijkdom aan de elektronische songs, geïnspireerd door acts als Nine Inch Nails. Het is een soort spacy indietronica die steeds dieper onder je huid kruipt. Onderscheidende elektropop die een eigenzinnigheid heeft die je maar weinig hoort vandaag de dag. Albumopener Crisis met zijn pompende beat, soundscapes en kenmerkende Future Suns-ritmes heeft de nodige hitpotentie. Een song die sterk contrasteert met het industrialgeweld van Saturnalia! (met uitroepteken).

Zo is Virgo een divers album geworden met een aantal tracks die de dansvloeren wereldwijd aardig vol gaan krijgen. Dat geldt ook voor het funky Displeasure, dat in de verte wat lijkt te knipogen naar The Eagles’ Life In The Fast Lane, terwijl ook David Bowie een inspiratiebron moet zijn geweest. Daar moet je maar opkomen en dan moet je het nog uitvoeren ook. Het tekent de creatieve geesten van het bijzondere trio Scurio, Simian Crease en Reyna. Virgo is een luistertrip vanjewelste geworden die vrijwel overal de aandacht weet vast te houden. Razendknap. Pieter Visscher

 

Aeon Station – Observatory

Aeon Station – Observatory (Sub Pop)

De laatste keer dat we concreet iets van Kevin Whelan hoorden, is zo’n achttien jaar terug, toen hij met indierockformatie The Wrens de zwanenzang van die band uitbracht: The Meadowlands. De plaat werd goed ontvangen en scoorde op het toonaangevende Pitchfork zelfs een 9,5. Dat was wat overdreven.

En nu is Kevin Whelan terug. Het debuut van zijn huidige band Aeon Station is zo’n plaat die we goed kunnen gebruiken in pandemische tijden. Muziek redt de wereld sowieso sinds mensenheugenis. Whelan heeft er lang over gedaan, maar dat voorkomt dus dat er miskleunen op het album zijn te vinden. Alle tien goed. Nu al zin in de outtakes!

Observatory is een langspeler geworden die overloopt van kwaliteit, emoties en beklijvende songs. Een kerstcadeau, zo aan het eind van het jaar en met een beetje fantasie kunnen we het afsluitende Alpine Drive zelfs een kerstliedje noemen. “I’m on my way, I’m on my way back home”, zingt Whelan. Het is een heerlijk, zalvend, hartverwarmend nummer, dat troost biedt in toch wat dystopische tijden. It’s beginning to look a lot like Christmas. We moeten er wat van maken. Nietwaarrrrrrrr?

Daarbij helpt het zo veel mogelijk draaien van Observatory, dat niet alleen die troost biedt, maar ook de mogelijkheid verschaft jezelf even te verliezen in verrukkelijk uptempowerk met scheurende gitaren; Queens en Better Love. Terwijl het absolute hoogtepunt van de plaat het ruim vijfenhalve minuut durende Fade is en we niet voor de eerste keer merken dat Whelan de afgelopen jaren inspiratie opdeed bij Arcade Fire. Fade – check die video ook! – is zonder twijfel de beste rocksong die dit jaar is verschenen wereldwijd. Opbeurend, ontroerend, opzwepend, knallend en en en en én episch. Is dit jaar wél een betere rocksong verschenen? Laat het dan meteen weten: p.visscher@hotmail.com. Pieter Visscher

 

Iconisch eerste album The Tea Party heruitgebracht

Het Canadese rocktrio The Tea Party heeft een Deluxe Edition en Remastered Vinyl Edition van hun iconische eerste album The Tea Party uitgebracht. De nieuwe edities komen 30 jaar na de eerste indierelease van het album en bevatten geremixte en geremasterde audio van Stuart Chatwood, bijgewerkte afbeeldingen en liner notes. 

Voor fans van de band is The Tea Party een soort verzamelalbum gebleven sinds de release in 1991. Het werd oorspronkelijk opgenomen als een demo die de band bij verschillende platenmaatschappijen inleverde. De band had echter geen platencontract getekend en besloot het album in eigen beheer uit te brengen. De albumproductie is relatief lo-fi en de band heeft verschillende nummers opnieuw opgenomen voor opvolger Splendor Solis. Er werden slechts 3.500 exemplaren van het album gemaakt, waarvan sommige cassettes, waardoor de opname een verzamelobject voor fans was.

“Dertig jaar is een belangrijke mijlpaal. Het is zeker een reis geweest in elke zin van het woord. Als je ons in 1991 had gevraagd of we deze plaat in 2021 opnieuw zouden uitgeven, hadden we misschien gezegd: ‘Natuurlijk!’, want het was dit zelfvertrouwen dat de band het soort muziek maakte dat we gemaakt hebben”, legt Stuart Chatwood van The Tea Party uit. “We zijn verheugd om deze beperkte release eindelijk te kunnen delen met al onze fans. Het is een unieke collectie, vooral de deluxe editie die zowel de originele als de nieuwe mastering laat horen. Het legt een band vast aan het begin van een sonische reis die ons van Detroit naar Delhi naar Düsseldorf naar Down Under en terug voerde. Fysiek stelde de plaat ons in staat om van een kleine oefenruimte in Toronto naar enkele van de grootste locaties ter wereld te reizen en daarvoor zijn we erg dankbaar. Genieten!”

The Tea Party, opgericht in 1990, heeft zeven studioalbums uitgebracht, waarvan wereldwijd meer dan drie miljoen exemplaren zijn verkocht. Stadions zijn gevuld met grote hits als The River, Sister Awake, Temptation en Heaven Coming Down.

Riki – Gold

Riki – Gold (Dais)

Het lijdt geen enkele twijfel dat Riki, het alter ego van de fascinerende Niff Nawor uit Los Angeles, Construction Time Again (‘83) in de kast heeft staan. Dat album van Depeche Mode waart sterk rond op Gold.

Haar tweede langspeler, want vorig jaar nog verscheen haar debuut, simpelweg Riki getiteld. Ook op die plaat hoorden we al dat de Amerikaanse zich niet alleen door het geluid van Depeche Mode aan het begin van de jaren ’80 heeft laten beïnvloeden. Wie goed luistert, hoort ook The Human League, Dead Can Dance, Eurythmics, Fever Ray, A-ha, Pet Shop Boys en zelfs Madonna in haar jonge jaren voorbij komen.

Riki vertoeft al jarenlang in de new wave-, postpunk- en gothhoek en maakt daar muzikaal gezien geen geheim van. Gold is net zo sfeervol als melancholiek als opwindend. Dat laatste niet in de laatste plaats door het zwoele, geregeld wulpse stemgeluid van Riki.

Ze schreef de negen songs zelf, terwijl ze de productie en eindmix overliet aan Joshua Leeds Eustis, die samenwerkte met Nine Inch Nails en wat intensiever nog met Maynard James Keenan van Tool, maar dan voor diens hobbyband Puscifer, waar het accent ook ligt op elektronica.

Gold is een avontuurlijke plaat geworden, met een dub-uitstapje (It’s No Secret), een Spaanstalige track (Porque Te Vas), waardoor je al weer hunkert naar de zomer en Florence & Selena, als de saxofoon van Charles Gorczynski zorgt voor hartverwarmende jazzy accenten. Riki heeft aan het eind van het jaar nog een kunststukje afgeleverd. Diepe buiging. Pieter Visscher

Savak – My Book Of Siblings

Als Holy Fuck, Rolling Teeth In A Horse’s Mouth en The Cops beroemde bands zouden zijn, was Savak een supergroep geweest. Helaas pindakaas. Dat we hier te maken hebben met een stel veteranen is wel duidelijk. De mannen zien er ook uit als brave burgervaders, maar dit  terzijde.

In My Book Of Siblings – dat best wel twee keer zo lang had mogen duren- is niets aan het toeval overgelaten. Er wordt kundig en met smaak gemusiceerd. De zang is prima, de overkoepelende gitaar geweldig. Ook heeft My Book Of Siblings genoeg energie om een dozijn Tesla’s op te laden.

Het zou terecht zijn als My Book Of Siblings Savak omhoog zou stoten in de vaart der post-punkbands, maar na vier goed ontvangen edoch matig presterende albums zou dat een wonder zijn. Aan ons ligt het niet.