Animal Collective – Prester John

Animal Collective is het experiment nooit uit de weg laten gegaan, ook al ging dat ten kosten van zaken als melodie, structuur en toegankelijkheid. Het begrip hitpotentie is voor de Amerikanen net zo vreemd als sneeuwstorm voor de inwoners van Amazonia. Desondanks heeft de band zich een aanzienlijke schare fans om zich heen verzameld. Hun nummer My Girls is zelfs een bona fide indie-classic.

Het voordeel van de experimentele insteek van Animal Collective is dat het nooit saai is wat de mannen brouwen, en bij vlagen ook heel goed en bijzonder. Nieuwe single Prester John valt in die laatste categorie. Met zijn lengte van 6 minuut 34 heeft Prester John bepaald geen poplengte, maar verder valt het nummer goed te behappen. De zang is sfeervol en meerstemmig, we horen veel ingehouden percussie en de song telt een mooie instrumentale breek. De herhaling van de songtitel aan het eind zou je zelfs als een refrein kunnen bestempelen. Veel conventioneler dan dit hebben we het collectief zelden eerder gehoord. Veel beter ook niet. Dat belooft dus wat voor het nieuwe album, Time Skiffs dat voor 4 februari staat.

Hana Vu – Gutter

Of Hana Vu heeft haar draai nog niet gevonden of ze weigert zit vast te pinnen op één stijl. De zangeres uit L.A. liet afgelopen week haar debuutalbum verschijnen, een verzameling genre-bending  songs die één ding gemeen hebben, ze zijn somber. Okay twee dingen, over Hana’s zang zit een dikke laag galm.

Die verscheidenheid van stijlen typeerde ook de diverse EP’s en singles die Hana eerder heeft uitbracht. Goed nog een derde ding dan. Haar muzikaliteit. Alle songs hebben sterke melodieën, fantasievolle arrangementen en worden met smaak en stijl door de schrijfster gezongen. Dat haar nieuwe liedjes beter klinken dan de oudere heeft te maken met opnamebudget, maar ook met ervaring. Hana was 14 toen ze als supportact de baan op ging met bands als Wet en Soccer Mommy.

Een muzikale kameleon als miss Vu heeft geen songs die representatief zijn, maar wel nummers die wel of niet in ons kraampje van pas komen. Gutter is daar een duidelijk voorbeeld van. Met zijn dromerige tempo, grungy gitaartapijten en fuzzy zang is Gutter wat onze oosterburen ‘gefundenes fressen’ noemen, vrij vertaald spekkie voor ons bekkie. En zo staan er nog wel een paar pareltjes voor Pinguïns op haar Public Storage album.

Yard Act – Land of the Blind

Het is weer tijd voor een nieuwe verhaaltje van Yard Act. Het is alweer een paar maanden geleden dat James Smith zijn licht liet schijnen op het wat excentriekere deel van de Britse samenleving.

Land Of The Blind gaat over ‘the art of illusion’ zegt Smith, de kunst van het oplichten kan je ook zeggen, van balletje balletje spelers tot en met bedenkers van zogenaamde Ponzi schema’s. In het Engels heet iemand die anderen probeert op te lichten met mooie praatjes een ‘con man’. Het zijn meestal mannen die onnozele types een arm uitdraaien. De con komt van confidence, vertrouwen.

Smith is niet zonder bewondering voor een goede oplichter, vandaar dat hij het heeft over The Art Of. Instrumentaal wordt Yard Act steeds wat minder post-punkerig, wat melodieuzer zeg maar. Land Of The Blind heeft zelfs een pa-pa-pa refreintje. Verder toont Yard Act met hun nieuwe single zich weer een waardig opvolger van Ian Dury al komt de band niet uit Londen maar uit Leeds.

Debuutalbum ‘The Overload’ komt uit op 7 januari. Op 22 februari staat Yard Act in de Paradiso.

Franz Ferdinand – Billy Goodbye

Ondanks de ongeplande zeeën van tijd heeft is Franz Ferdinand niet in staat gebleken om voldoende nummers te schrijven voor een nieuw album. Twee liedjes maar zijn er gevloeid uit de pen Alex Kapranos. Die zijn toegevoegd aan een nieuw te verschijnen Greatest Hits c.q. Best Of album.

20 nummers komen er op te staan op Hits To The Head, 18 classics en 2 die hun waarde nog moeten bewijzen. Wat Billy Goodbye betreft zit dat wel snor. Het is geen opzienbarende single, maar wel een erg lekker nummer in de beproefde glamrock stijl van oude Slade en vroege Bowie.

De band hoopt duidelijk op een hit, anders zou de album titel de plank misslaan ook. Om die reden hebben ze Stuart Price aangetrokken als co-producer. Price uitgebreide staat van dienst telt namen als New Order en Everything Everything, maar ook Madonna en Dua Lippa. Hits To The Head verschijnt op 11 maart.

Live Foto Review: Nana Adjoa @ Paradiso

Live Foto Review: Nana Adjoa @ Paradiso, Amsterdam
6 november 2021
Foto’s Peter van Heun

De Amsterdamse singer-songwriter en multi-instrumentalist Nana Adjoa maakt melancholische, poëtische indie doordrenkt met triphop, jazz en soul. Nana Effa-Bekoe – oftewel Nana Adjoa – groeide op in het Gooi als kind van een Nederlandse moeder en Ghanese vader en was al vroeg op zoek naar haar eigen muzikale identiteit. Ze studeerde kort Jazz aan het Conservatorium van Amsterdam, waar ze onderdeel uitmaakte van succesvolle bands als Sue The Night, maar al snel kwam ze er achter dat haar muzikale passie elders ligt: bij haar carrière als soloartiest. In 2017 bracht Nana haar debuut EP ‘Down he Root (Pt. 1)’ uit, een jaar later opgevolgd door ‘Down The Root (Pt. 2)’. Dat heeft haar geen windeieren gelegd: zo was ze te zien op Pinkpop en Best Kept Secret en tourde ze over de wereld langs steden als New York, Los Angeles en Londen. In november 2021 geeft ze een concert in Paradiso.

De Staat – What Goes, Let Go

Maar liefst drie nieuwe nummers heeft De Staat uitgebracht; drie smaken, drie emoties die worden gesymboliseerd door de kleuren rood, geel en blauw.

Rood (Look At Me) is boze Staat. Geel (Numbers Up) is Staat standje happy en blauw (What Goes, Let Go) is droevige De Staat. Rood en geel zijn aspecten van De Staat die we al kennen, met blauw (bleu) begeeft de band zich op nieuw terrein. En met succes. What Goes, Let Go is een exquisiet geproduceerde ballad met Torre in de rol van gekneusde minnaar. Treurige Torre blijkt heel mooi en oprecht emotioneel te kunnen zingen. Heel anders dus dan de strenge toon die hij doorgaans aanslaat.  Je wenst niemand ongeluk toe maar we zouden hem graag vaker zo horen.

Binnen het repertoire van De Staat klinkt What Goes, Let Go dus als een buitenbeentje. Torre schreef het nummer dan ook niet met zijn gebruikelijke partners in de band, maar met Matthias Janmaat en Tjeerd Bomhof, respectievelijk ex Bombay en ex Voicst.

Of het nieuwe drieluik een vervolg krijgt en welke vorm dat dan zou aannemen weet ook de band nog niet, maar er zijn nog genoeg kleuren over. 

Popwarmer: Foals – Wake Me Up

Het lijkt een eeuw geleden dat Foals met nieuwe muziek kwam, maar dat valt dus heel erg mee. In 2019 bracht de band nog twee albums uit, Everything Not Saved Will Be Lost pts 1 en 2 en vorig jaar nog een geremixte Best Of.

Maar dat maakt de nieuwe single niet minder welkom. Wake Me Up is eerder solide dan spectaculair. Er zit een licht discosausje over het nummer, met name in de funky gitaar, maar verder is het Foals zoals we ze kennen, energiek en enerverend. Wake Me Up is niet alleen, het is de eerste proeve van een nieuw album dat de band heeft geschreven tijdens hun gedwongen thuisverblijf.

Sinds het aimabele vertrek van toetsenist Edwin Congreave zijn er nog maar drie Foals. De onderlinge sfeer is opperbest volgens aanvoerder (en Cat Stevens lookalike) Yannis Philippakis. Dat vertaalt zich in de nieuwe songs, die grotendeels gaan over het (terug)verlangen gaan naar zorgeloze tijden. Vandaar ook die dansbare beat in Wake Me Up. Foals zit nog volop in het productieproces van het nieuwe album. Over het wat en wanneer is dan ook nog niets bekend.

Spoon – The Hardest Cut

 Spoon is op de blues toer op nieuwe single The Hardest Cut, of beter op de boogie toer. De eerste single van het tiende album van de Texanen doet sterk denken aan staatsgenoten ZZ Top, voordat die de disco ontdekten.   

Britt Daniel omschrijft het nieuwe album van zijn band als ‘classic rock geschreven door een gast die nooit heeft begrepen waar Eric Clapton voor stond’. Nog los van het feit dat je Clapton gezien zijn recente standpunten en oude uitlatingen beter even buiten beschouwing kunt laten, is het niet helemaal duidelijk wat Daniel bedoelt.

Er is namelijk niks mis met The Hardest Cut, de riff, het ritme en ook de gitaarsolo zijn geheel in de classic rockstijl. Er zit een zekere atonaliteit in het nummer  – het is tenslotte Spoon– maar dat is verder geen probleem. Misschien is The Hardest Cut een parodie -de tekst duidt daar overigens niet op- maar dan zo goed gegaan dat niemand het doorheeft.

Het nieuwe Spoon album, de eerste zonder bassist Rob Pope die na 13 jaar trouwe dienst iets anders gaat doen heet ‘Lucifer On The Sofa’ en komt 11 februari uit.

Jubilerend Tattoo You opgepoetst en uitgebreid verschenen

In verband met het 40-jarig jubileum van het album Tattoo You van The Rolling Stones zijn uitgebreide deluxe edities verschenen van de plaat die wereldwijd in veel landen platina werd.

De nieuw geremasterde set bevat niet minder dan negen niet eerder uitgebrachte nummers uit die tijd. De remaster van het 40-jarig jubileum van het originele 11-track album bevat blijvende favorieten als Hang Fire, Waiting On A Friend (met jazzsaxofoongigant Sonny Rollins) en natuurlijk het openingsnummer Start Me Up. De Lost & Found-schijf bevat niet minder dan negen nummers uit de periode van de oorspronkelijke release van het album, nieuw aangevuld en verbeterd met extra zang en gitaar door de band. Hiervan is Living In The Heart Of Love een typische Stones rock-workout met de hele groep in topvorm, compleet met dringende gitaarlicks en fijne pianodetails.

Andere hoogtepunten van Lost & Found zijn een geweldige versie van Shame, Shame, Shame, voor het eerst opgenomen in 1963 door een van de blueshelden van de band, Jimmy Reed; hun lezing van Dobie Grays soulpareltje Drift Away en een fascinerende reggaegetinte versie van Start Me Up.

Still Life: Wembley Stadium 1982 is een niet te missen herinnering aan de show van de band in Londen in juni van dat jaar tijdens de Tattoo You-tour. De machtige set van 26 tracks zit boordevol Stones-megahits, waaronder opener Under My Thumb, Let’s Spend The Night Together, Honky Tonk Women en Brown Sugar.

Tattoo You (40th Anniversary Edition) volgt op de heruitgave van 2020 van het briljante Goats Head Soup uit 1973, die het album terug naar nummer 1 in het VK bracht. Opmerkelijk genoeg was dit de tweede keer dat hun ongeëvenaarde catalogus twee keer een Britse hitparade bestormde, na de luxe-editie in 2010 van Exile On Main St uit 1972.

Bij de eerste release stond Tattoo You, geproduceerd door de Glimmer Twins met producer Chris Kimsey, bovenaan de hitlijsten in de VS (waar het viervoudig platina werd), Canada, Australië en in een groot deel van Europa, met gouden en platina awards over de hele wereld.

I’ll Be Your Mirror: A Tribute to The Velvet Underground and Nico

I’ll Be Your Mirror: A Tribute to The Velvet Underground and Nico (Verve/Virgin)

De zogenaamde tributealbums (eerbetoonplaten) zijn natuurlijk lang niet allemaal even geslaagd. Verre van dat. Het valt ook niet mee om je muzikale helden te eren zonder in een bepaalde kramp te schieten of te geforceerd over te komen. Onwillekeurig gebeurt dat soms.

Geslaagde eerbetoonplaten zijn er absoluut verschenen in het verleden. Denk aan I’m Your Fan: The Songs of Leonard Cohen (met R.E.M. en Nick Cave), A Tribute to Joni Mitchell (met onder anderen Prince, Björk en Annie Lennox) en For The Masses, het eerbetoon aan Depeche Mode, met onder andere Smashing Pumpkins, The Cure, Rammstein en Deftones).

Zo was het wachten op een definitief eerbetoon aan The Velvet Underground and Nico, dat inmiddels ruim 54 jaar oud is. Eerdere hommages aan het debuutalbum van de New Yorkse band kunnen het daglicht eigenlijk nauwelijks verdragen. Gelukkig is alles anders nu en zijn vrijwel alle klappen raak. Te beginnen met openingstrack Sunday Morning, die evenals de rest analoog is aan de songvolgorde op het origineel. Wel zo mooi. En ook mooi dat Michael Stipe weer even ten tonele verschijnt, hetzij virtueel. Stipe staat liever niet meer in de schijnwerpers nadat hij stopte met R.E.M., leeft wat teruggetrokken en nu horen we pas hoe we ‘m missen. Zal het naar meer smaken? Stipe heeft van Sunday Morning een mooiere versie gemaakt dan het origineel. Er zit meer liefde in, meer gevoel, meer passie. Én de zalvende klarinet van Douglas Joel Wieselman, die een overweldigende warmte geeft aan het nummer. Stipes liefde voor de song is zonneklaar. Werkelijk alles klopt en hij solliciteert zonder meer naar het predicaat mooiste cover aller tijden. Ja, dat zijn grote woorden.

Andere hoogtepunten op de plaat zijn de met viool en cello ingekleurde versie van Femme Fatale, door Sharon van Etten. Wat slepender dan het origineel en dat staat de song uitstekend. Terwijl het opeens gejaagd wordt als Kurt Vile zich ontfermt over Run Run Run. Niks voor Vile zou je zeggen, maar hij slaagt moeiteloos. Dat kun je je afvragen bij St. Vincents en Thomas Bartletts interpretatie van All Tomorrow’s Parties. Annie Clarks stem die door de computer is gehaald, waardoor ze klinkt als een buitenaards wezen met ontstoken tandvlees, is de enige miskleun.

Opvallend is de uitvoering van Heroin door Thurston Moore en Bobby Gillespie, dat gek genoeg op een song van Arcade Fire is gaan lijken. Was dat de bedoeling? Zonder meer geslaagd in elk geval. En meer fraais is afkomstig van Courtney Barnett (I’ll Be Your Mirror), Fontaines D.C. (The Black Angel’s Death Song) – wat verandert niet in goud wat de Ieren aanraken? – en Iggy Pop en Matt Sweeney (European Son). Een versie nóg wat gestoorder en chaotischer dan het origineel. Daar lijkt de hysterische vocale inbreng van Pop, die ook gitaar speelt, voor gemaakt. Pieter Visscher