The Effens – Pavement Age

Er blijkt dus ook zoiets als post-grunge te bestaan. Pavement Age van The Effens uit Toronto zou een voorbeeld zijn van de stijl. Inderdaad wordt er stevig gerockt, klinken de gitaren flink gruizig en haalt de zanger af en toe uit op zijn Corbain-iaans.

Wat nieuw is vandaar waarschijnlijk dat post is een saxbreak halverwege het nummer. Ja dat lees je goed, een break, soort solo zelfs van een saxofoon! En juist die onverwachte inbraak maakt Pavement Age meer dan gewoon een lekker liedje en The Effens een band om in de smiezen te houden.

Pond – America’s Cup

Pond volgt het prima Pink Lunettes op met het nog betere America’s Cup. Aan de nieuwe single valt goed af te horen dat de band afstamt van Tame Impala. Pre-disco Tame Impala dan.

America’s Cup heeft weliswaar een dansbare beat, maar is niet perse een dance-track. Het is eerder een protestsong over de teloorgang, lees gentrificatie van het ooit lieflijke Fremantle, een voorstad van Perth in Australië. Voor projectontwikkelaars grip op de kuststad kregen was het een hippe plek vol kunstenaars en ander creatief volk. De band legt de schuld van de verandering bij de America’s Cup, een prestigieuze zeilwedstrijd die in 1983 werd gewonnen door de jachtclub van Perth. Daarna is het grootkapitaal op Fremantle neergestreken met alle volgens Pond rampzalige gevolgen.

America’s Cup is de tweede single van het alweer 9e album van Pond, de eerste die niet is geproduceerd door Kevin Parker. Er zullen waarschijnlijk nog wel meer singles uitkomen voor de album release, want Pond 9 verschijnt pas in oktober.

Sons of Raphael – Yeah Yeah Yeah

De verhalen die over Sons Of Raphael de ronde doen zijn te mooi om waar te zijn. Zo zou het duo het complete opnamebudget van hun debuutalbum op de uitkomst van een basketbalwedstrijd hebben gezet. Hun club won waarna ze de winst besteedden aan een orkest van 35 man. Een ander waarschijnlijk apocrief verhaal is dat ze tijdens de opname van een videoclip in een kapel voor het nummer ‘Eating People’ door een pastor het gebouw zijn uitgezet omdat hij dacht dat ze duivelaanbidders waren. En zo zijn er nog wel meer voorvallen die waar of niet waar in ieder geval illustreren dat Sons Of Rafael niet je zoveelste popduo is.

Lorel en Ronnel Raphael hebben hun jeugd grotendeels doorgebracht in Engelse kostscholen. Hun ouders zouden het te druk hebben gehad met hun werk als theoloog. Ze zouden op een gegeven  moment zo diep in leven en werk van L. Ron Hubbard zijn gedoken dat iedereen dacht dat ze tot de Scientology kerk waren toegetreden, iets wat de broers sterk ontkennen.

Dat het geestelijke leven van hun ouders zijn sporen heeft nagelaten op hun kroost mag je afleiden aan songtitels als ‘He Who Makes The Morning Darkness’, ‘On Dreams That Are Send By God’ en ‘I Sing Songs For The Dead’. Het debuutalbum van  Sons of Raphael  draagt de titel Full-Throated Messianic Homage, vurig messiaans eerbetoon. Vergeleken bij de ideeënwereld van het tweetal is hun muziek relatief orthodox. Net zo orthodox en ook net zo retro, zeg maar als de muziek van acts als Jacco Gardner, Foxygen en MGMT. 

Single Yeah Yeah Yeah is een van de songs waarop het eerder genoemde orkest te horen is. Vanwege Ronnel’s lenige falsetstem heeft het nummer wel iets weg van de Beach-Boys in hun psychedelische periode.  Of je Sons Of Raphael trekt of niet is smaak afhankelijk, dat het een interessant stel is zal niemand ontkennen.

Sharon Van Etten & Angel Olsen – Like I Used To

Gastoptredens zijn aan de orde van de dag. Bekijk willekeurig welke hitlijst en het woord ‘featuring’ danst voor je ogen. Ouderwetse duetten daarentegen zijn vrij zeldzaam. Het muzikale samengaan van Sharon van Etten en Angel Olsen laat horen wat we missen. ‘A match made in heaven’ heet dat in het Engels.

De samenwerking tussen de indie-diva’s lag ook wel voor de hand, ze zijn muzikale familie en er is al jaren sprake van een wederzijdse bewondering. Van een echte ontmoeting was het echter nog nooit gekomen. Het was Sharon die de stoute schoenen aantrok. Ze belde Angel en toen die enthousiast reageerde stuurde ze vrijwel meteen een nummer op waar ze aan bezig was. Anglel dook er gelijk volop in en ‘the rest, as they say is history’.

Like I Used To klinkt precies als je zou verwachten, maar dan nog net iets beter. Het is een ballade van Spectoriaanse proporties. Twee violen erbij en een vergelijking met Meatloaf zou zich hebben opgedrongen. Maar zoals het nu is is het precies goed, bombastisch, maar bevlogen. Voor de gelegenheid heeft producer John Congleton, die eerder met beide dames heeft gewerkt iets van een supergroep weten te charteren, met leden van The War On Drugs, Death Cab For Cutie en Dawes.

We kunnen alleen maar hope dat de dames de smaak te pakken hebben.

St. Vincent – Daddy’s Home

St. Vincent – Daddy’s Home (Virgin/Caroline)

Daddy’s Home is niet zomaar een triviale titel voor een nieuw album van St. Vincent. Want vader ís ook weer thuis. Daadwerkelijk. Eindelijk. Nadat hij negen jaar zeep weigerde op te rapen in een Amerikaanse bajes. Pa zat vast wegens fraude. Doet-ie vast nooit meer.

Annie Clark (38), St. Vincents echte naam, is natuurlijk al jarenlang het huis uit. Maar het hakt er vast wel in wanneer je vaderlief zo lang ziet wegkwijnen achter tralies. In het titelnummer zingt ze over pa’s vrijlating:

You still got it in ya
Government green suit
And I look down and out
In my fine Italian shoes
And we’re tight as a bible
With the pages stuck like glue
Yeah, you did some time
Well, I did some time too

Clark zingt dat ze handtekeningen uitdeelt in de visitatieruimte. En dat allemaal in een wat plagerig, zwierig liedje, waarin ze vader min of meer licht beschimpt en hij had het al zo zwaar te verduren. Zo lang ook. Natuurlijk is het met een knipoog en het verraadt veel over de vader-dochterverhouding. Die zit wel snor. Humor als medicijn. Zoals dat zo vaak goed werkt.

Daddy’s Home, met mooie uitklapposter in het cd-boekje, is het zesde studioalbum van St. Vincent, na het in 2017 verschenen Masseduction, waarop de flinke, pompende danshit Los Ageless er nogal uitspringt. Minder dan een song als Slow Disco, die de muziek van de Amerikaanse wel vrij aardig samenvat. Ook op Daddy’s Home ligt het tempo waarin Clark haar popliedjes voorbij laat glijden opnieuw niet overdreven hoog.

Down is een venijnig vloervullertje van drieënhalve minuut, waarin Clark het achterste van haar tong laat horen en de nodige funk de luisteraar aangenaam verrast. Stevie Wonder is een inspiratiebron en dat horen we. Zoals Nina Simone en Lou Reed ook bij vader in de platenkast staan. Clark haalde er de nodige inspiratie uit en laat op Daddy’s Home vooral de jaren 70 herleven. Smaakvol. Met je ogen dicht zie je pa stiekem, lekker anoniem heupwiegen in de huiskamer. Eindelijk vrij. Pieter Visscher

 

 

Hamish Hawk – Calls To Tiree

Hamish Hawk is een jonge Schotse zanger die niet vies is van een beetje pathetiek. Ondanks het feit dat hij al twee albums op zijn naam staan heeft Hamish nog wel wat terrein te winnen wat bekendheid betreft. Maar wat er nog niet is lijkt in aantocht. Zijn vorige single haalde de playlist van een Amerikaans en een Duits radiostation en zijn nieuwe die van een Nederlandse!

Hawk’s bariton doet wel aan de legendarische Scott Walker denken. Ook fans van Marlon Williams zullen de oren spitsen. Al presenteert Hamish Hawk zich als solo-artiest. Zijn songs schrijft en speelt hij met een vaste band. Die komen vol aan de bak in het slot van Call To Tiree dat bijna ontspoort met zijn wervelende gospelorgel en sterk vervormde gitaar.

Call To Tiree is één van de tien tracks van het binnenkort te verschijnen Heavy Elevator album van Hamish Hawk.

Still Woozy – Kenny

De naam Still Woozy geeft al enigszins aan wat voor muziek we in de kuip hebben. Woozy is dat gevoel dat je krijgt als je teveel feest en te weinig slaapt. Bruuske beweging zijn uit den boze net als harde geluiden. In die toestand is de slaapkamerpop van Still Woozy nog wel te verdragen.

Sven ‘Still Woozy’ Gamsky komt uit Oakland, Californië. Muziek maken doet hij al sinds zijn 13e. Hij heeft hij er ook voor doorgeleerd. Sven heeft een master in klassieke gitaar en een bachelor in elektronische muziek. Voor hij zich terugtrok in zijn bedroom speelde hij in een band, Feed Me Jack met wie hij vier album maakte in de complexe math rock (telrock) stijl. Something completely different dus.

Zoals veel slaapkamerartiesten handelt Still Woozy vooral in losse nummers. Waarom albums maken als Spotify al je nummers netjes in een playlist zet? Inclusief het ultra relaxte Kenny, dat klinkt als een eenmans Beach Boys  telt  ‘This Is Still Woozy’ nu 15 tracks.

Torres – Don’t Go Puttin Wishes In My Head

Vriendin van het station, Torres is nu alweer terug met een poppy, maar pittig werkje over … de liefde natuurlijk!

Don’t Go Puttin Wishes In My Head is de eerste single van het vijfde album van miss Mackenzie Scott. Eigenlijk was het helemaal niet de bedoeling dat de opvolger van net een jaar oude Silver Tongue al zo snel zou verschijnen, maar corona enzo.

In plaats van bij de pakken neer te gaan zitten omdat haar geplande tour moest worden geaborteerd is Torres aan het schrijven geslagen. Haar nieuwe album heeft ze opgenomen in Engeland getogen, in de studio van Rob Ellis, die eerder fraaie resultaten behaalde met o.a. PJ Harvey, Madrugada en Placebo. Het zo goed als af zijnde nieuwe album gaat Thirstier heten.

Torres houdt het tempo er goed in op Don’t Go Puttin Wishes In My Head. De gitaren hebben deels plaats gemaakt voor synths, maar the star of the show is en blijft de zangeres zelf die met haar nieuwe single haar meest hit-potente nummer tot nu toe aflevert.

Shannon & The Clams – Midnight Wine

Niemand die het zo druk heeft als Dan ‘Black Keys’ Auerbach. Niet alleen tekende hij voor de productie van het nieuwe album van blueslegende in spe, Robert Finley, maakte hij van een stapel nagelaten opnames van Tony Joe White een coherent album en produceerde hij de nieuwe plaat van The Black Keys. Ook dook hij de studio in met Shannon & The Clams om te werken aan wat album zes moet gaan worden van de garagepunkclub uit Oakland.

Wat scheelt is dat Dan niet hoeft te reizen. Hij heeft een eigen studio heeft in Nashville. Daar is ook Midnight Wine opgenomen, de eerste single van het Year Of The Spider album (20/8) van Shannon & The Clams.

Het kordate, unisono door Shannon, gitarist Cody en keyboardspeler Will gezongen Midnight Wine is een mid-tempo rocker met een flinke dosis fuzz gitaar en een gorgelend orgeltje. Het thema van het nummer is ‘drugs begin er niet aan’. Deze ervaringsdeskundigen weten waar ze het over hebben.

Horsey & King Krule – Seahorse

Features, gastoptredens zijn in zwang de laatste tijd. In de hitparade, maar ook in indie-land. Dat sommige acts samen sterker zijn kan niet worden ontkent. De combi single van Horsey en King Krule is daar een goed voorbeeld van.

Dat de band uit Londen zuid-oost een keer met de eigenzinnige zanger in zee zou gaan was een kwestie van tijd. Ze trekken al jaren met elkaar op en delen ook regelmatig een tourbus. Daarnaast zit de broer van King Krule in Horsey. Beide acts beoefenen een eigenwijs soort indie; speels en serieus tegelijk met rock als basis, maar niet onbekend met de wereld van beats en samples.

Het gezamenlijk geschreven Seahorse begint dromerig met King Krule in de rol van verteller. Naarmate het nummer vordert verheft hij zijn stem en zwelt ook de muziek aan. Ook de samenwerking van Horsey & King Krule is voor herhaling vatbaar. Voorlopig lijkt het echter bij dit ene nummer te blijven. Seahorse is het sluitstuk van het debuutalbum van Horsey dat in juli wordt verwacht.