De carrière van Metallica kent heel veel hoogtepunten (bijvoorbeeld de eerste vier albums) maar ook wel enkele dieptepunten zoals ReLoad en vooral St. Anger natuurlijk, maar in 2016 kwam de “beste metalband ter wereld” sterk terug met het album Hardwired…to Self-Destruct. Dit jaar is er dan “eindelijk” de Europese Worldwired toer en hier in Keulen in het RheinEnergie voetbalstadion van FC.Köln is het geluid in ieder geval dik in orde, dit in regenstelling tot de galmbak in Amsterdam, oftewel de Johan Cruyff Arena.
Het begin is inmiddels bekend, de band komt op na Ennio Morricone’s The Ecstasy Of Gold en de eerste akkoorden van het nummer Hardwired denderen daarna door de boxen; m.a.w. een meer dan uitstekend begin. James is prima bij stem, hij zingt de laatste jaren steeds beter trouwens, en The Memory Remains en Ride The Lightning klinken dan ook prima. Het eerste metal hoogtepunt is The Thing That Should Not Be, van metal klassieker Master Of Puppets, dat massaal wordt meegebruld. Unforgiven is het eerste rustpunt in de kolkende set en ook dat wordt natuurlijk massaal meegezongen; dan volgen twee nummers van het laatste album, namelijk Here Comes Revenge (beetje saai trouwens) en het spetterende Moth Into The Flame, gevolg door een publieksfavoriet van het album Metallica, beter bekend als The Black Album, Sad But True.
In het midden van de set spelen Kirk en bassist Robert een plaatselijk/landelijk bekend “deuntje” en deze avond is dat Viva Colonia van de Keulse band Die Hohner…voor mij had dit niet gehoeven…. Het tweede deel van de set opent met Frantic van het zwakste Metallica album ooit St.Anger, maar gelukkig slaat daarna de vlam echt in de pan met de vijf super nummers One, Masster Of Puppets, For Whom The Bell Tolls, Creeping Death en Seek & Destroy, vooral One (met prachtige videobeelden) en Creeping Death zijn fantastisch, real metal up your ass!!
De drie toegiften Spit Out The Bone, Nothing Else Matters – de ultieme metalballad – en Enter Sandman als uitsmijter bewijzen dat Metallica nog steeds tot de absolute metaltop behoort; een heerlijk metalavond in Keulen gaat helaas toch te vroeg ten einde……
De slotdag van Pinkpop 50 begint met een optreden van het Duitse The Bosshoss op het IBA Parkstad podium en de muzikale mix van pop, rock, funk, soul, country en R&B doet het uitstekend als opener op dag 3. Natuurlijk moet je de gimmicks – grote zonnebrillen, cowboyhoed en Jack Daniels – van Alec Volkel en Sascha Vollmer niet te serieus nemen, maar de muziek brengt het aanwezige publiek toch al lekker in beweging. Hoogtepunt: Jolene, de ultieme Dolly Parton cover, Hey Ya ! en Do It, een Yee-Haw schreeuw voor deze Duitse band is op zijn plaats. Pinguin Radio brengt je nog een toegift bij deze set. Een exclusief interview met de band. Check hem HIER
Bring Me The Horizonis een band van een heel ander kaliber; hard, jumpy en vet zijn woorden die me invallen bij deze Sheffieldse band. Ze zijn echter ook bekend om hun mierzoete singles maar vandaan neigt de band – gelukkig – meer naar een mix van pop, rock en metal core. Vooral de refreinen van de songs worden luidkeels meegebruld en boegbeeld en zanger Oliver Sykes blijft het publiek maar opzwepen; hij wil een vette en grote moshpit! In het swingende nummer Drown nodigt Sykes iedereen uit om te gaan crowdsurfen, m.a.w. een supervet optreden met als hoogtepunten: Mother Tongue, Medicine en Throne.
The 1975 is vooral een band voor jonge meisjes en dat heeft waarschijnlijk te masken met het feit dat Matty Healy en consorten nogal melodramatisch kunnen “overkomen”. Bitterzoete liedjes passeren de revue, maar songs zoals Sincerity Is Scary of I Always Wanna Die tonen aan dat deze band ook uit een ander vaatje kunnen tappen. Last but not least horen we The Sound, en dat blijkt een perfecte afsluiter van The 1975.
The Pretenders bestaan natuurlijk al heel lang (41 jaar om precies te zijn) en de groep rondom zangers Hynde speelt dan ook een greatest hits set met nummers uit het verleden. Don’t Get Me Wrong, Kid, Stop Your Sobbin’, Middle Of The Road en Back On The Chain Gang, ze komen allemaal voorbij en iedereen in het massaal opgekomen publiek herkent de songs en zingt mee.
Bij Slash, featuring Miles Kennedy is helaas niet veel mee te zingen, want de iconische, voormalige Guns N’Roses gitarenplukker speelt goed in het gehoor liggende hardrock. Zanger Miles Kennedy is zoals gewoonlijk uitstekend bij stem, maar toch ontbreekt er iets aan deze set, namelijk enthousiasme; Slash doet eigenlijk gewoon een routineklus en dat is echt jammer want deze band kan echt wel vlammen.Het feit dat de oude Guns song Nightrain de beste song van de show is zegt eigenlijk genoeg. The Call Of The Wild, World On Fire en My Antidote heb ik toch al eens beter gehoord. Slotakkoord Anastasia toont nog eens overbodig dat Slash niet echt de minste gitarist is, maar dat wisten we la lang, toch?
Slotakkoord van deze 50ste editie is niemand minder dan Fleetwood Mac en dit had zou mooi kunnen zijn, maar helaas kun je dit geen goed optreden noemen. Dat heeft vooral te maken met de vrouwelijke vocalisten, want Stevie Nicks, maar vooral Christine McVee bakt er niet veel van; laatstgenoemde zingt echt verschrikkelijk vals in bijvoorbeeld Don’t Stop. Maar ook is het niet echt “slim” om vroeg in de show een veel te lange overbodige drumsolo in te plannen, daar zit het publiek niet op te wachten want die willen hits horen en die willen meezingen. The Chain is wel een goede openingsong en natuurlijk is het ook leuk voor de oude fans om Oh Well en Black Magic Woman nog eens te horen, maar dat klonk vroeger toch wel anders. Als je dan al muzikale hoogtepunten moet noemen zijn dat toch wel Everywhere (wordt wel totaal verkeerd ingezet !!), Rhiannon en natuurlijk meebruller Go Your Own Way. Ik mag het waarschijnlijk niet zeggen maar meneer Buckinham werd node gemist……
De zon schijnt op deze tweede Pinkpopdag van editie 50 en het is dus tijd voor wat “vrolijke” muziek en daarvoor is de muziek van The White Lies uitermate geschikt; NIET dus. De Britse postpunkband maakt namelijk zoals bekend nogal moeilijk te verteren, donkere rockmuziek met als groot voorbeeld Joy Division. Zanger McVergh is eindelijk eens niet in het zwart gekleed en de opening song Time To Give maakt het publiek wel enigszins wakker. Toch ontbreekt de set aan originaliteit en klinken de synthesizers meer in de richting van de new wave band Human League; songs die boven het maaiveld uitsteken zijn Hold Back Your Love en Tokyo.
The Kooks kunnen helaas vandaag ook niet echt overtuigen maar zanger Pritchard doet alsof het publiek het allemaal geweldig vindt maar de aandacht verslapt toch wel degelijk na de helft van het optreden.Het is eigenlijk een greatest hits show van The Kooks deze vierde keer op Pinkpop maar Do You Wanna wordt helaas veel te lang :”uitgemolken”; jammer maar helaas want normaal gesproken zijn The Kooks toch echt wel een zeer goede festival band. Het publiek toonde het meeste enthousiasme bij Always Where I Need To Be en natuurlijk de bekende Sofa Song.
Maar dan eindelijk is het feest in Landgraaf, het is 15:45 en Rowwen Hezebetreedt het IBA Parkstad podium. Vanaf het begin, het nieuwe nummer Voorwaartsch, is het een spektakel van de eerste orde; het talrijk toegestroomde publiek, danst, springt, schreeuwt en gooit bier alsof hun leven ervan afhangt. Jack Poels en Co. spelen en genieten zichtbaar van dit spektakel. Voordat het nummer Code Geel (een song over bier natuurlijk) begint spreekt Poels de beminnelijke woorden “Leidingwater is op zijn lekkerst als het nog even langs de brouwerij is geweest.” Een heerlijk optreden dat veel te snel voorbij is voordat er met de klassieker Bestel Mar een einde komt aan dit vijfde optreden van Rowwen Heze op Pinkpop; hulde!
We hebben de Limburgers ook nog weten te strikken voor interview. Beluister HIER.
Lenny Kravitz, ook niet meer de jongste (55) is nog steeds top in vorm en zijn retro rockshow steekt nog steeds uitstekend in elkaar. Maar ja, als je met de fantastische opener Fly Away begint, dan kan de avond eigenlijk al niet meer stuk. Kravitz’s stem is nog dik in orde alhoewel hij af en toe bij de hogere noten toch iets moet zakken, maar dat is voor de beroemde kniesoor. American Woman (de Guess Who-cover) blijft een van de beste nummer van de set, maar het publiek gaat pas echt los bij de Kravitz klassieker Are You Gonna Go My Way. Conclusie: Kravitz kan het nog steeds en terecht dat hij op deze 50ste Pinkpop een plaats in de line up heeft gekregen.
Headliner The Cure, voor de eerste keer op Pinkpop te bewonderen in 1986, kwam, zag en overwon. Zanger Robert Smith is inmiddels zestig maar dat mag de pret niet drukken want hij is eigenlijk niet veel veranderd. Ook de muziek van The Cure is in de loop der jaren hetzelfde gebleven; lekker donker met spookachtige gitaarriffs, inktzwarte teksten en bovendien een eigen, origineel geluid dat direct herkenbaar is. The Cure, maar vooral Smith, is vanavond in topvorm en de band speelt maar liefst 28 nummers en die setlist bevat natuurlijk alle klassiekers die The Cure te bieden heeft. Heerlijke versies van A Forest (nog steeds magisch), Pictures Of You en In Between Days passeren de revue en het publiek geniet met volle teugen. Slotakkoord is Boys Don’t Cry; prachtig gewoon; The Cure is een waardige headliner van deze verder middelmatige tweede Pinkpopdag 2019 want Krezip, Mark Ronson, Miles Kane en ook Die Antwoord konden helaas niet overtuigen…..
Het oudste pop/rockfestival van Europa is dit jaar aan de 50ste editie toe en dat is natuurlijk een mijlpaal in de historie van Pinkpop. Het hele jaar waren er al geruchten en verwachtingen over de line up van Pinkpop 50 en “beruchte” namen zoals U2, The Police, Direstraits en Neil Young zouden misschien weleens op deze jubileumeditie kunnen optreden. Toen de eerste headliner, Fleetwood Mac, bekend werd gemaakt was er dan ook hoop op een prachtige affiche.
Toch zijn uiteindelijk veel Pinkpopfans, onterecht trouwens, “teleurgesteld” in de Pinkpop 50 line up; maar er is echt wel genoeg te genieten dit jaar en de kick-off van Pinkpop is natuurlijk weer het optreden van de winnaar van Nu Of Nooit en dat is dit keer de Heerlense band Mt.Atlas en om 13:30 openen zij Pinkpop 50 op het Brightlands podium.
Mt. Atlas opent voor een vol Brightlands podium
Met een veelbelovende en strakke set serveert Mt.Atlas een muzikale cocktail van metal, stoner, grunge, garage en punkrock aan een nog niet volledig wakker Pinkpoppubliek. Zanger Sven Vlek toont aan wat hij kan en de vette grooves van bassist Hanssen en gitarist Jacobs doen de rest; een waardige openingsact voor deze jubileumeditie en van Mt. Atlas gaan we nog veel horen. Luister HIER naar het interview met de band
Een band die zich niet meer hoeft te bewijzen is natuurlijk Golden Earring – toch wel de beste Nederlandse rockband aller tijden.- maar Hay, Gerritsen, Kooymans en Zuiderwijk zetten een set neer die er weer zijn mag. Hay in afgetekend leder schittert tijdens Another 45 Miles, Going To The Run en Twilight Zone, de heavy, lange versie, maar helaas doen de overbodige bas solo en het akoestische niemendalletje Johnny Make Believe een beetje afbreuk aan die spetterende, tijdloze nummers. De toegiften zijn echter weer super, twee oudjes worden van stal gehaald, She Flies On Strange Wings (met Bertus Borgers op saxofoon) en Holy Holy Life en met deze twee knallers beëindigt de Earring alweer een legendarisch concert.
Bad Flowers frontman Josh Katz
Badflower speelt Stage 4 helemaal plat met hun energieke mix van metal, hardrock en punk. Deze Amerikaanse rockband uit L.A. wordt “aangevoerd” door de opvallende frontman Josh Katz en hij trekt vooral de aandacht door zijn zang, gitaarspel en energie; hij speelt zelfs een gitaarsolo liggend op zijn rug. Het geluid is rauw, hard en retestrak en nummers zoals de hit Ghost of Die, doen het meer dan uitstekend bij het enthousiaste publiek. Meer horen van deze band luister HIERnaar het interview.
Hun debuutalbum Ok, I’m Sick is zeer aan te bevelen en die plaat zal het na dit wervelende optreden zeker goed gaan doen.
Een enigszins vreemde eend in de bijt vandaag is Halestorm, deze Amerikaanse band wordt namelijk door velen betiteld als een puur hardrock cliché, maar hun laatste wapenfeit Vicious toont aan dat het ook anders kan. Frontvrouw Izzy Hale laat er echter weer geen gras over groeien en vanaf het begin “blaast” de band met Freak Like Me, I Get Off en Do Not Disturb, een ware hardrock storm over het publiek uit. Halestorm biedt het publiek een ongecompliceerde, amuserende hardrock set met helaas wel weer een totaal; overbodige drumsolo!
Een van de grootste verrassingen op PP50 is wat mij betreft Cage The Elephant, met een prachtig nieuw album getiteld Social Cues op zak maken deze Amerikanen onder leiding van Matt Schultz er een echt rockfeestje van. Vooral Schultz is “all over the place”, wat een energie en wat een emotie; hij is echt een geboren super performer. We hebben een exclusief interview met hem weten te scoren. Beluister het HIER.
Cage The Elephant speelde al drie keer op Lowlands en in 2011 stonden ze ook al op PP, nu acht jaar later is deze band nog beter geworden. De set is strak, hard en emotioneel en Schultz gekleed in een prachtig grijs streepjespak zingt der sterren van de hemel in kippenvelsongs zoals Come A Little Closer en Ready To Let Go.
Elbow is een band die eigenlijk live altijd boven zichzelf kan opstijgen en dat is precies wat Guy Garvey en Co. Vandaag dan ook weer doen. Voor de vierde keer “betovert” de band uit Manchester Landgraaf met prachtige uitvoeringen van hun meesterwerken zoals Lippy Kids, One Day Like This en Magnificent, een nummer dat zijn naam eer aan doet bij Elbow.
Mumford & Sons sluit deze eerste dag dag van Pinkpop 50 af, maar het is toch niet de echte headliner die men had verwacht. Natuurlijk is het een verdienstelijk optreden dat de heren Mumford, Marshall, Lovett en Dwane neerzetten, maar toch ontbreekt het “gewisse etwas”. Hoogtepunten van de set zijn Believer en het confettimoment tijdens Delta
Elke eerste maandag van de maand op Pinguin Radio van 20:00 tot 22:00 uur de beste tracks van de beste albums van het moment samengesteld door de muziekredactie van de Volkskrant.
De kroniek van de nieuwe muziek
Lees hieronder alle cd-reviews van de albums van het moment volgens de redactie van de Volkskrant.
—
Vampire Weekend – Father of the Bride (Columbia/Sony)
We hadden er na zes jaar afwezigheid niet meer op gerekend, maar Vampire Weekend is terug. Vandaag verschijnt dan eindelijk Father of the Bride, het vierde album van de band rond zanger en gitarist Ezra Koenig.
Tekst Gijsbert Kamer, 2 mei 2019
En laten we er geen doekjes om winden, het is een prachtig, veelzijdig popalbum geworden. Achttien wonderschone liedjes, waarin naast de van eerdere platen bekende Afrikaans klinkende gitaarlijntjes en flirts met Caribische ritmen, ook ruimte is voor countryduetten (met de uit popgroep Haim afkomstige Danielle Haim) en cool jazz. lees meer
The National – I Am Easy To Find (4AD/Beggars) Voor hun achtste album wilde The National alles anders aanpakken. Na bijna twintig jaar mocht zanger Matt Berninger weleens wat tegenwicht krijgen. Een risico, want het eigen geluid van de Amerikaanse band berust mede op diens diepe bariton; soms mompelend, dan weer toewerkend naar een emotionele uitbarsting. Veel van de spanning in het door de broers Aaron en Bryce Dessner vormgegeven muzikale universum is te danken aan Berningers stem.
Tekst Gijsbert Kamer, 16
Op I Am Easy To Find wordt Berninger bijgestaan door vrouwelijke vocalisten, onder wie de van David Bowie bekende. Het openingsnummer You Had Your Soul With You wordt meteen door haar bezwerende donkere stem opengebroken. Waarna de weg wordt vrijgemaakt voor dameskoortjes en duetten (met onder anderen Lisa Hannigan, Sharon van Etten en Mina Tindle) die het vaak zwaar aangezette oude National-geluid verlichten. lees meer
Big Thief – UFOF (4AD/Beggars) Op hun derde album zet het uit Brooklyn afkomstige Big Thief een enorm stap voorwaarts. Het viertal komt uit het wat veilige indie-hoekje en ontwikkelt zich tot een krachtig spelend en zingend folkkwartet.
Tekst Gijsbert Kamer, 16 mei 2019
De grootste ontwikkeling lijkt zangeres Adrianne Lenker te hebben doorgemaakt. Zowel in de teksten (wonderschone, mysterieuze lyriek) als in de muziek is ze meer uitgesproken gaan klinken. Haar zang heeft in elk liedje een sprankelende boventoon die intrigeert en op den duur zelfs betovert. lees meer
Cate Le Bon – Reward (Mexican Summer/V2) Wat een verschil kunnen een paar blazers en wat elektronica maken. Cate Le Bon uit Wales maakte al een viertal soloalbums en onder de naam Drinks een paar platen met indielosbol Tim Presley. Vooral Crab Day (2016) trok de aandacht met rafelig gezongen liedjes, nog een beetje rammelend maar charmant geproduceerd.
Tekst Gijsbert Kamer, 30 mei 2019
Leuk en sympathiek allemaal, maar Reward is echt een behoorlijke stap voorwaarts voor Le Bon. Grootste verbetering zit ’m in de veel vollere arrangementen. Elektronische accenten en vooral een heel ludiek ingezette saxofoon maken de liedjes meer af. Zonder dat alle versiering ten koste gaat van haar zang overigens, die blijft even excentriek. lees meer
Mavis Staples – We Get By (Future Classic) Bijna 80 is Mavis Staples, maar ze zet haar sterke reeks soloalbums op het label Anti onvermoeibaar voort met We Get By. Wilco’s Jeff Tweedy nam de eerste drie intiem klinkende albums voor zijn rekening, nu neemt Ben Harper het stokje over. De zanger en gitarist heeft voor We Get By een elftal midtempoliedjes geschreven, die precies passen bij Staples’ diepe soulstem.
Tekst Gijsbert Kamer, 23 mei 2019
Staples krijgt van de sobere begeleiding alle ruimte om uit te : het zingen van doorleefde gospelsoul, op de juiste momenten voorzien van bluesaccenten. Dankzij het sterk op haar vader Pops geënte gitaarspel van Rick Holmstrom brengt Staples de luisteraar dit keer meer in de sferen van The Staple Singers, de groep waarvan vader en dochter het geluid bepaalden. lees meer
Rammstein – Rammstein (Universal) Een decennium moest de Rammstein-liefhebber het doen zonder nieuw albumwerk van de Duitse ‘dansmetalband’. Niet echt een probleem voor de fans: zij konden zich laven aan veel spectaculaire live-shows, een concertregistratie in de bioscoop en het vooruitzicht van nog maar weer een vuurwerkarmageddon in de Rotterdamse Kuip, in juni.
Tekst Robert van Gijssel, 16 mei 2019
De Berlijners zijn er nog en hoera voor de conservatieve aanhang: ze zijn geen spat veranderd. De strenge, industriële gitaarriffs trekken op met minstens zo verbeten riffs op de synthesizers. En we verwelkomen de theatrale en overdreven scherp articulerende stem van Lindemann, in openingsknaller Deutschland maar ook in het fijne nummer Radio. lees meer
Altın Gün – Gece (Glitterbeat) Het mooist denkbare compliment aan de Amsterdamse band Altin Gün kwam eind april, bij de lancering van het tweede album Gece, in de vorm van drie uitverkochte optredens in een dampende club in Istanbul. Dan doe je iets goed, als Nederlandse band die Turkse muziek speelt.
Tekst Menno Pot, 9 mei 2019
Altin Gün werd opgericht door Jasper Verhulst en Ben Rider, die verslingerd raakten aan Turkse psychedelische folkrock uit de jaren zeventig. Ze besloten dat ze van die liedjes, met toevoeging van elektrische gitaar en opzwepende percussie, dansbare eigentijdse bewerkingen konden maken. Ziedaar: debuut On (2018).
Op Gece is de formule in de kern ongewijzigd (al is er ook de eigen compositie Soför Bey), maar de band beheerst hem nog beter en durft de verf nog driester op het canvas te smijten, zodat de songs nog slechts in de verte op de originelen lijken. lees meer
Steve Lacy – Apollo XXI (3qtr/Sony) Steve Lacy is de laatste tijd bijna onontkoombaar in de Amerikaanse zwarte west coast-pop. Hij speelt gitaar en zingt in het geweldige, vernieuwende The Internet. Daarnaast verleent hij aan diverse bands hand- en spandiensten, zoals onlangs nog op Sunflower van Vampire Weekend, en tussendoor werkt Lacy ook nog aan een solocarrière.
Tekst Gijsbert Kamer, 30 mei 2019
Apollo XX1 is zijn eerste soloalbum en vooralsnog alleen digitaal leverbaar, een fysieke release volgt in september. Lacy durft wat meer uit de r&b van The Internet te stappen, richting funk en psychedelica. Soms hoor je de gekte van Sly and the Family Stone terug, dan weer de diepe, duistere soulbezweringen van D’Angelo. lees meer
Slowthai – Nothing Great About Britain (Method/Universal)
Tekst Gijsbert Kamer, 23 mei 2019
Na wat los werk is Nothing Great About Britain het eerste album van Tyron Frampton, een in Northampton opgegroeide geezer. Die geuzennaam kennen we ook van Mike Skinner (The Streets), naast grime-pionier Dizzee Rascal, de belangrijkste rapper aan wie Slowthai doet denken. lees meer
Polynation – Igneous (Atomnation)
Je kunt wel stellen dat in Nederland een mooie dancebandjestraditie aan het ontstaan is. In de voetsporen van het Amsterdamse duo Weval volgt al enige tijd een andere mooi duo, Polynation, dat ook elektronica mengt met een conventioneler instrumentarium. Hessel Stuut en Stijn Hosman maakten al een mooie ep en traden her en der op, maar hun debuutplaat liet nog op zich wachten.
Tekst Robert van Gijssel, 23 mei 2019
Igneous is de neerslag van alles wat we al van Polynation hadden gehoord, in tien doordachte en geduldig opgebouwde tracks gegoten. Polynation zet met wijdse, op het gevoel inspelende akkoorden een dromerige synthesizersfeer neer, die analoog aanvoelt. De spanning wordt opgebouwd door live ingespeelde drums en bubbelende baslijnen op de synths, en heel af en toe een zweverige neuriebeurt, zoals in openingsnummer Deluge. lees meer
Luister hier naar de vorige editie! Volkskrant Radio – mei 2019
Iedere eerste maandag van de maand tussen 20:00 en 22:00 uur live te beluisteren bij Pinguin Radio en een dag later terug te vinden op Volkskrant.nl als podcast en uiteraard ook bij ons op de site!
Nobody, de geniale voorbode voor het nieuwe album van Mac DeMarco is laidback, uitgevoerd met een zorgvuldig geconstrueerde eenvoud en voorzien van perfect passende weirde video met de slackerkoning himself in de hoofdrol als zingende ‘lizard cowboy’ met een sigaar in zijn mond. Here Comes The Cowboy, zijn vijfde album, gaat verder waar This Old Dog was gebleven. Telkens op zoek naar het perfecte midden tussen geniaal en dolle fratsen.
De 28-jarige Canadees mag dan af en toe (bewust of onbewust) over de grens gaan, zelfs als de muziek vals is, blijft het onweerstaanbaar. Zijn slackerrock is altijd een stukje zonniger dan die van geniale geestverwanten als Ariel Pink en Unknown Mortal Orchestra. Precies dat heeft van Mac DeMarco het ongrijpbare underground fenomeen gemaakt, die zijn muziek naar hoger plan weet te tillen. Nog altijd ultiem relaxed, eigenzinnig en bizar. (Erik Damen / Mania)
Frank Carter & The Rattlesnakes – End Of Suffering (International Death Cult/DGR)
Ik ontdekte ‘m op Rock Werchter 2017, toen Frank Carter vroeg in de middag op het hoofdpodium voor het sterkste optreden van het lange weekend tekende. Dat was nogal wat, tussen al die grote namen.
Frank Carter & The Rattlesnakeszijn sinds 2015 actief als punkrockformatie met het rockhart op de juiste plaats. Hoewel Carter op End Of Suffering duidelijk een muzikale knieval heeft gemaakt, om mogelijk een groter publiek te bereiken, hebben we nog steeds te maken met punkrock. Zo enorm furieus en woest als in Paradise op eerste album Blossom (2015) – een vernietigende veroordeling van islamitisch terrorisme – klinkt Carter dus niet meer.
Dat hele album was enkele malen steviger dan End Of Suffering. Met Modern Ruin (2017) werd een flinke sprong naar meer toegankelijkheid al gemaakt en nu is daar de nieuwe plaat. Carter lijkt te hebben afgerekend met zijn demonen en de titel spreekt dan ook boekdelen. Carter zegt zichzelf te willen uitdagen door nieuwe muzikale paden te bewandelen. Geen opgelegde concessies. Dat is gelukt.
Wie weet waar Carter toe in staat is, zal mogelijk afhaken bij End Of Suffering, terwijl het een erg sterk album is, alleen wat minder intens en agressief dan we van ‘m gewend zijn. Het is door Alan Moulder (Nine Inch Nails, QOTSA) geproduceerde punkrock die niet langer je schoonmoeder de gordijnen in jaagt.
Wat wel gebleven is zijn de uitstekende melodieën en refreinen die Frank Carter nog altijd schijnbaar achteloos uit zijn mouw lijkt te schudden. Oké, wat minder woest dan anders dus en soms zelfs verrassend dicht bij een Muse in de buurt; Tyrant Lizard King, met Rage Against The Machines Tom Morello als extra gitarist.
Songs als Crowbar en prijsnummer Kitty Sucker (“I’m a punk rock renegade..”) doen je onherroepelijk op de repeatknop drukken. Niet alleen omdat het muzikaal allemaal heel erg klopt, ook omdat het weer eens tot je doordringt wat een ongekend begenadigd zanger de volgetatoeëerde Brit is. Dit jaar gaan we ‘m tegenkomen op Down The Rabbit Hole, Pukkelpop en in de Melkweg. Pieter Visscher
Ook het derde album van Aldous Harding, Designer, is geproduceerd door John Parish, die we kennen van zijn werk voor Eels en Tracy Chapman en vooral van zijn samenwerking met PJ Harvey. Designer is de opvolger van het uitstekende The Party (2017).
Het verschijnt een jaar na het briljante, alsook bijzonder openhartige Make Way For Love van Hardings ex Marlon Williams. Waar Williams alle persoonlijke kaarten op tafel legt, blijft Harding meer op de vlakte. Harding deed, na lang aandringen, zelfs mee met het schitterende Nobody Gets What They Want Anymore op Williams’ laatste. Een door twee partijen bezongen relatiebreuk. Hartverwarmend in al zijn emotionaliteit.
Niet dat de Nieuw-Zeelandse wegduikt in platitudes en triviaal gefröbel, geenszins zelfs, maar het achterste van haar tong laat ze nooit zien.
Mooie liedjes staan er wel op het met akoestische gitaar, saxofoon, xylofoon en synthesizers aangeklede Designer, dat her en der wat doet denken aan het werk van Nick Drake.
Aldous Harding is muzikaal lastig te vangen. Maar als je haar te pakken hebt, laat je niet meer los. “I feel your love”, aldus Harding. Pieter Visscher
LIVEDATA 31/05 Best Kept Secret, Hilvarenbeek 07/07 Cactus Festival, Brugge 11/11 AB Flex, Brussel 27/11 Paradiso, Amsterdam
En opeens is er dan uit het niets weer zo’n bandje waar je in een keer smoorverliefd op wordt. Sons, dat bestaat uit vrienden uit het onbekende plaatsje Melsele, een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen. Ze hebben er een kasteel en een fraaie kapel uit 1862. Een bedevaartsoord zelfs. En nu hebben ze dus ook Sons.
Het is goed te horen dat onder meer Michael Badger-Taweel (King Gizzard & The Lizard Wizard) achter de knoppen zat bij het tot stand komen van het verpletterende, jawel, debuut Family Dinner, dat geen enkele miskleun kent en waarmee het kwartet in binnen- en buitenland potten gaat breken. Veel potten.
De vuige garagerock van de mannen, waarop punk-invloeden een stempel drukken en psychedelica een duit in het zakje doet is geregeld meedogenloos. Zoals in de openingstrack Family Dinner, tevens titelsong dus.
Robin Borghgraefs zang is wat naar de achtergrond gemixt, wat vaker gebeurt, hetgeen het geluid een mysterieuzer tintje geeft.
De continue drive in veel van de nummers zorgt ervoor dat je de aandacht nauwelijks kunt verliezen. The Jesus and Mary Chain lijken van invloed te zijn geweest op Sons’ geluid. Er zijn beroerdere referenties denkbaar. Family Dinner is een overweldigend album geworden. Pieter Visscher
Turkse psychedlische folk. Deze muziekstroming klinkt op papier natuurlijk geweldig. Maar de Amsterdamse band Altin Gün (vertaling: gouden dag) bewijst ook al jaren dat hun dampende, funky en eveneens spacey concerten niet te versmaden zijn. Sterker: het is praktisch onmogelijk om roerloos naar al die feestelijke songs te luisteren. De Turks/Nederlandse band brengt het publiek dus stelselmatig in vervoering met hun orginele coverversies van onbekende Turkse bands uit de jaren zestig, zeventig en tachtig.
Vorig jaar kwam hun debuut (On) uit en nu is er al een tweede album: Gece. Nog altijd his het voornamelijk obscure Anatolische muziek die band van bassist Jasper Verhulst speelt. Het was namelijk deze bassist die de bijzondere formatie ooit begon. Dit vanwege zijn passie voor Turkse folk. Voorheen was Verhulst onder andere bassist bij Jacco Gardner en Moss. Maar ineens was er dus dat idee voor een eigen band met een bijzondere sound. Gitarist Ben Rider, percussionist Gino Groeneveld en drummer Daniel Smienk haakten aan en de van origine Turkse muzikanten Erdinc Ecevit Yildiz (onder andere keyboards, synthesizer, saz en vocalen) en Merve Dasdemir (zang) zorgden voor de enorme kers op deze zoete en zeer smakelijke oosterse muziektaart.
De titel van de plaat is een Turks woord dat staat voor nacht. Toch klinkt het nergens op dit album donker. Muzikale werelden versmelten en het blijkt: deze gouden dag roert zich ook danig in de duisternis. Dansen en swingen maar! (Dennis Dekker /Mania Magazine)