Album Reviews: The Last Shadow Puppets en Black Mountain

The Last Shadow PuppetsThe Last Shadow Puppets – Everything You’ve Come to Expect (Domino)
De debuut LP van The Last Shadow Puppets uit 2008 was te goed, te uitgewerkt om door te gaan voor een kortstondig zij project van Arctic Monkeys voorman Alex Turner en, toen nog, Rascal Miles Kane. Maar gezien de successen die beiden vierden leek een hernieuwd samenwerking toch niet van de grond te komen. Tot nu dan, want aangezien de beide mannen weer samen in één stad wonen, los Angeles, konden ze genoeg tijd vrij maken om met elkaar de studio in te duiken.

En weer valt op dat er bepaald niet richtingloos gejamd is, maar ze de beste songs die ze hadden lijken te bewaren voor dit tweede album. Opener Aviation is meteen het nummer dat het meeste aansluit bij hun eerste album, alsof ze nog even willen laten horen waar ze gebleven waren. Een mooie tremolo gitaar, veel echo en een ijzersterke song. Daarna worden we verrast door prachtige strijkersarrangementen, die culmineren in het verbazingwekkende soulvolle titelnummer. Bad Habits is het meest aan Acrtic Monkeys denkende nummer, met een punky inslag en bijna agressieve vocalen, maar direkt daarna wordt Roy Orbison’s Running Scared prachtig geciteerd in Sweet dreams TN. De soul komt nog een keer goed terug met het Philly arrangement van Used To Be My Girl. Afgesloten wordt met the Dream Synopsis, waarin Turner vol heimwee zijn liefde voor Sheffield bezingt, daarbij hoorbaar beïnvloedt door stadgenoot en vriend Richard Hawley. Niks geen zijproject of vakantiebaan, een onwaarschijnlijk goed album. Tekst Mania | Jurgen Vreugdenhil

LIVEDATA 07/04 Paradiso, Amsterdam (Sold Out) 03/07 Rock Wechter, Werchter 19-21/08 Lowlands, BiddinghuizenBlack MountainBlack Mountain – IV (Jagjaguwar)
Het Canadese Black Mountain heeft zich in haar 12-jarige bestaan een bijzondere plek verworven in de psychedelische rockwereld. Ik ken ieder geval weinig andere bands die zowel op het experimentele en extreme Roadburn Festival staan als het op americana en rootsmuziek gerichte Take Root Festival. Wovenhand, de band van 16 Horsepowers David Eugene Edwards is de enige die ik kan bedenken en zijn uniciteit is dan ook zeker van toepassing op Black Mountain.

Je hoort dat de wortels van de stoner zich nog vastklampen aan de zware gitaarakkoorden, maar tegelijkertijd zorgen macabere synths en ijle zang voor een vervreemdend effect dat elk genre overstijgt. Soms hoor je daar zelfs de genialiteit van een Alan Parsons Project in terug, zonder dat het direct gedateerd klinkt. IV is een monument van een plaat geworden, die zonder twijfel het beste van de band tot nu toe laat horen. Tekst Mania | Martijn Koetsier

LIVEDATUM 13/04 Botanique, Brussel 14/04 Roadburn Festival @ 013, Tilburg 15/04 De Melkweg, Amsterdam

Album Reviews: Underworld en Weezer

UnderworldUnderworld – Barbara Barbara, We Face A Shining Future (Caroline)
Waar fans van Underworld eind 2015 hun pulserende harten konden ophalen bij de noemenswaardige re-issue van bazenalbum Second Toughest In The Infants, daar keren Karl Hyde en Rick Smith enkele maanden later terug met nieuw materiaal. Zes jaar na Barking is daar plots Barbara Barbara, We Face A Shining Future.

“Life is a touch. Everything is golden”, aldus Karl Hyde op de schurende opener I Exhale. Middels negen tracks en zo’n vijftig minuten aan materiaal blijkt dat de oude rotten hun gerenommeerde oeuvre al beukend en golvend op een meeslepende wijze verder gestalte geven. Het ijzersterke If Rah wordt na I Exhale opgevolgd door het donkere Low Burn, waarna het instrumentale, uitheems klinkende Santiago Cuatro de plaat subtiel aan het tweede deel laat beginnen, welke na Motorhome, Ova Nova en Nylon String middels een orkaan aan diverse geluiden wordt afgesloten met het grootse Shining Future Part I en II. Nieuw album, tour door Europa, geboekte festivals: 2016 wordt hun jaar. Zonder twijfel. Tekst Mania | Jelle Teitsma

LIVEDATA 30/03 Koninklijk Circus, Brussel (Sold Out) 31/03 Paradiso, Amsterdam (Sold Out) 17/06 We Are Electric Festival, EerselWeezer - WeezerWeezer – Weezer / White Album (Warner)
Het is alweer meer dan twintig jaar geleden dat Weezer debuteerde met een titelloze plaat die uiterst invloedrijk zou blijken. Toen de band na het al even belangrijke Pinkerton van de radar was verdwenen, luidde een nieuw titelloos album in 2001 een overrompelende comeback in. Die plaat stond direct bekend als Green Album, wat als gevolg had dat het debuut vanwege de blauwe hoes nu Blue Album wordt genoemd. Een paar platen later vond Weezer zichzelf opnieuw uit op Red Album, en dus is het wel toepasselijk dat deze tiende de titel White Album heeft meegekregen.

Overigens noemt frontman Rivers Cuomo het zelf een strandplaat en daar zit wel wat in, want tien nummers lang knalt de zomer uit de speakers. Weinig experimenten deze keer, maar een uiterst geïnspireerd klinkende band die behoorlijk succesvol teruggrijpt op de ingrediënten die de eerste vier platen zo onweerstaanbaar maakten. Een plaat om erg vrolijk van te worden. Tekst Mania | Marco van Ravenhorst

LIVEDATUM 08/04 Heineken Music Hall, Amsterdam

Album Reviews: The Sore Losers en Simo

The Sore Losers – Skydogs (Excelsior)
Een Belgische rockband die sinds 2009 bestaat. The Sore Losers zijn toe aan hun derde album. Geproduceerd door Dave Cobb, o.a. The Rival Sons, die de plaat een overstuurd en vet geluid meegaf. Het viertal maakt tijdloze rock, die echo’s van de jaren zestig in zich heeft en verwant is aan bands als MC5, Stooges en Yardbirds. Fraai uitgevoerd, zijn er invloeden van blues, country en garage. De band neemt de tijd tussen de albums, en vult die tijd op met toeren. Het duurde twee jaar sinds het laatste en tussen het eerste en het tweede zaten vier jaar. Aanrader. Tekst Mania | Erik Mundt

LIVEDATA 08/04 Alter Schlachthof, Eupen (B) 09/04 De Pit, Terneuzen 15/04 Ancienne Belgique, Brussel 20/04 Bitterzoet, Amsterdam 06/05 Hedon, Zwolle 07/05 Klomppop, Borsele 20/05 Mezz, Breda 11/06 Pinkpop, Landgraaf

The Sore Losers

Interview: The Sore Losers “Muziek maken is als verliefd zijn”

The Sore Losers zijn terug met hun derde studioalbum Skydogs, release 18 maart. Ze hadden zin om een echte rock ‘n roll plaat te maken en dat is ze gelukt. Betere songs en meer de kern blootgelegd van wie ze zijn en wat ze doen. Graag doen! lees verderSimoSimo – Let Love Show The Way (Provogue)
Gitarist J.D. Simo ontmoette de ritmetandem Frank Swart en Adam Abrashoff in 2010. Ze speelden in Nashville in verschillende obscure groepen. Ze nodigden J.D. Simo uit voor een bezoek aan hun repetitiekot. En de rest is, zoals dat zo mooi wordt genoemd, geschiedenis. Debuut Simo verscheen vijf jaren geleden.

In 2015 ging het drietal terug naar de wortels van het eigen muzikantenbestaan. Bluesrock is het label en dan vooral de blues uit de diepe moerassen die gespeeld wordt met een flinke scheut rock. The Yardbirds, Jeff Beck, Peter Green tijdens Fleetwood Mac en Led Zeppelin waren voorbeelden voor de groep. En na deze namen ging de groep verder terug in de geschiedenis om naar een held als Robert Johnson te luisteren. Het trio ging terug naar de muziek die vaak in een take op de band werd geslingerd. Dat was voor Simo de droom. Een langspeler maken waarbij de groep live zou spelen, geen studio- en computerhulp, geen dubs, maar alles in een keer opnemen. En daarna de fouten of onvolkomenheden niet wegpoetsen.

Opener Stranger Blues is een nummer van Elmore James uit 1959. Het zet de toon voor meer dan een uur muziek, door Simo zelf omschreven als ‘soulfull psychedelic bluesrock with jazz improvisations’. Met die improvisaties valt het overigens wel mee. Simo speelt vuige, smerige, smeuïge bluesrock. De opnames van Let Love Show The Way zijn gemaakt in de historische Big House Studio in Macon, Georgia. The Allman Brothers namen op deze plek de eerste twee langspelers op. Cover Please Be With Me is een nummer van en een eerbetoon aan Duane Allman. Het geeft deze langspeler een meerwaarde. Simo is niet alleen een stoer beukende rockmachine, maar laat ook de kwetsbare kant van goede bluesrock horen. Jaks Schuit

LIVEDATA 09/04 Paradiso, Amsterdam 11/04 Litttle Devil, Tilburg 12/04 Spirit of 66, Verviers 13/04 Sioux, Gent 10/07 Bospop, Weert

Live Review: Savages is nu een Grote Band

SavagesLive Review: Savages @ Melkweg, Amsterdam
16 maart 2016
Tekst Milo Lambers Foto’s Willem Schalekamp

Drie, vier jaar terug was Savages de nieuwste lieveling van de indieblogs. De hoop van de postpunk. Alle lof was mooi, maar zie nog maar eens de weg naar een groter publiek te vinden. Dat is ze gelukt. Savages zet woensdag in Melkweg een angstaanjagend strakke, boeiende, verbluffende, mooie en vooral steengoede show neer.

SavagesEen kleine drie jaar geleden stond Savages ook in de Melkweg. Er hing een hype rond de band, maar toch was de kleine zaal niet uitverkocht. Bovendien was het niet Savages, maar Josh Homme die die avond de aandacht opeiste. De Queens of the Age-man stond die avond met een biertje in z’n hand naar de band te kijken en dat vond een groot deel van het publiek interessanter.

Hoe anders is de situatie nu? Savages staat inmiddels in de grote zaal en het bordje ‘uitverkocht’ kan een paar uur voor aanvang worden opgehangen. Vanaf de opzwellende tonen van opener I Am Here wordt duidelijk dat hier een band staat die nog steeds alles wil bewijzen. Jennhy Beth en haar vrouwen grijpen het publiek direct stevig vast. Het is hard, immer dreigend en in your face.

SavagesEn dat houdt de band anderhalf uur vol. Enkel ondersteund door een paar stroboscopen weet de band zowel muzikaal als visueel te boeien. Beth is wel eens de vrouwelijke Ian Curtis genoemd, maar die referentie is achterhaald. Ze is inmiddels uitgegroeid tot een echte, eigen podiumpersoonlijkheid. Gejaagd, gedreven en totaal bezeten van haar eigen muziek. Aan het eind van de show springt ze blootvoets het publiek in. Minutenlang zit ze op de schouders van het publiek. Een geweldig beeld. Savages laat zich vandaag op handen dragen, zoals het een grote band betaamt.

SavagesIn de teksten van Beth gaat het vaak om het individu. Live gaat het juist om het collectief. De vier dames staan samen als een huis. Het zijn mokerslagen die ze uitdelen in harde songs als Husbands en T.I.W.Y.G. Live komen de hoekige klappen en noisey gitaren nog even wat harder binnen dan op plaat.
Is er dan niets negatiefs te noemen? Weinig, maar vooruit. Na anderhalf uur komt voorprogramma Bo Ingen nog even het podium op voor de gezamenlijke afsluiter Fuckers. Een wat eentonige stamper. Bovendien missen we hier de urgentie die de voordracht van Beth zo indrukwekkend maakt.

Het doet nauwelijks afbreuk aan een verder steengoede show. Savages is geen hype meer. Het is een Grote Band geworden. Eentje die klaar is voor een rondje langs de grote festivals.

Savages

Live Foto Review: Savages @ Melkweg

Live Review: Savages @ Melkweg, Amsterdam
16 maart 2016
Foto’s Willem Schalekamp

In 2013 was daar plots Savages; een all female postpunkband uit Londen en direct een van de meest intense en hipste Engelse bands. Savages speelt stevige Britse postpunk van het nietsontziende, duistere soort. Met fel krassende gitaren, hard stuwend drumwerk en melodieuze baslijnen gedoopt in distortion. Frontvrouw Jen is de grootste blikvangster naast haar collega’s in het zwart, met haar priemende ogen, korte kapsel en een nerveuze, verbeten podiumpresentatie, die voor de verandering eens echt aan een jonge Ian Curtis doen denken. In januari is hun nieuwe album Adore Life uit gekomen en insiders hebben ons al ingefluisterd dat deze plaat nóg beter is dan het debuut!

SavagesSavagesSavagesSavagesSavagesSavagesSavagesSavages

Album Reviews: Iggy Pop en lùisa

Iggy PopIggy Pop – Post Pop Depression (Loma Vista / Caroline)
Iggy Pop draait al bijna een halve eeuw mee in de muziekwereld, aanvankelijk met The Stooges, gevolgd door een succesvolle solocarriere. Pop’s 17e album is in samenwerking gemaakt met Josh Homme (Queens of the Stone Age). Na een telefoongesprek besloot Pop een aantal songteksten naar Homme te sturen, waarna na een paar maanden Homme op zijn beurt teksten naar Iggy stuurde, waarna de heren voor Post Pop Depression de studio in doken en het album in twee weken opnamen met onder meer Artic Monkeys drummer Matt Helders.

Bij opener Break Into Your Heart – bijna croonerachtig gezongen – wordt meteen al de aandacht vastgepakt. Het commercielere Gardinea zou qua stemming en zang bijna een David Bowie song kunnen zijn. Ook het sterke (walsachtige, zij het met tempowisselingen) German Days zou een verwijzing kunnen zijn naar de Berlijn-periode met Bowie. Maar elk nummer klinkt weer anders dan het vorige.

Sundays wordt afgesloten met een prachtige orkestratie en het broeierige Vulture is bijna een soundtrack voor een Spaghettiwestern. “I’m nothing but my name”, mompelt Iggy aan het eind van American Valhalla. Een onterechte veronderstelling want Post Pop Depression moet het meer van de kwaliteit van het album dan slechts van de naam van Iggy Pop hebben. Tekst Mania | Ron Bulters

LIVEDATUM 10/05 Heineken Music Hall, Amsterdam (uitverkocht)lùisalùisa – Never Own (Nettwerk Music Group)
Je hebt tegenwoordig veel popartiesten die een heel team achter zich hebben. Songschrijvers, producers, arrangeurs, noem maar op. Lùisa niet gezien. Zij doet juist zo veel mogelijk in haar eentje, waarbij ze ook overal de regie over houdt. Ze schrijft folkliedjes die ze fraai inkleurt met elektronische arrangementen. Live brengt ze haar muziek soms met band, maar ook regelmatig staat ze alleen op het podium met een akoestische gitaar, een hoop elektronica, en de middelen om haarzelf op te nemen en te loopen.

Elektronica, ja, maar toch voelt haar muziek helemaal niet zo elektronisch aan. Ze gebruikt de elektronische elementen op subtiele wijze om haar liedjes net wat meer sfeer te geven en net wat meer te laten sprankelen. Liedjes die tussen folk en pop inhangen en tekstueel erg persoonlijk aandoen. De Duitse zangeres zingt echter geen moment in haar moedertaal. Wel zingt ze voornamelijk in het Engels, en een enkele keer in het Frans en in het Italiaans. En dan te bedenken dat ze slechts 22 jaar is.

Toegegeven, je kan aan de Engelste teksten wel enigszins merken dat het niet haar eigen taal is. De woordkeuze lijkt soms wat beperkt, waardoor de teksten wat aan diepgang missen. Toch geven de teksten een mooi kijkje in het hoofd van de vrouw, die op haar jonge leeftijd nog zoekende lijkt te zijn, en haar eigen emoties mooi onder de loep neemt.

De echte pracht zit hem echter in de muziek. De plaat, Never Own, zit vol met prachtige melodieën, het ene moment weemoedig, het andere moment juist bijzonder opgewekt. Lùisa zelf zingt vaak ingetogen, terwijl op andere momenten blijkt hoe krachtig haar stem kan zijn. Het is net waar het liedje om vraagt. En de combinatie van akoestische instrumenten en lichte elektronica zorgen voor een prachtige symbiose, de twee komen fantastisch samen en zorgen voor een eigen geluid dat als een warme deken aandoet. Gelaagd, vol met details. De liedjes an sich zijn prima, de teksten ook, haar stem weet je te raken maar waar het album écht tot leven komt zijn de rijke en sfeervolle arrangementen.

Hoogtepunten zijn, toevallig of niet, net de twee anderstalige nummer. Ten eerste L’hiver en Juliet. Hierop heeft de muzikante zweverige synthesizerklanken onder haar gitaargetokkel gelegd. In de loop van het nummer worden er voorzichtig wat percussie en andere geluiden aan toegevoegd, zonder dat de intieme sfeer ook maar enigszins teniet wordt gedaan. De titel van het nummer (vertaald: winter in juli) is bijzonder toepasselijk voor het gehele album. Het heeft namelijk een winterse sfeer zonder koud aan te doen. Een knappe prestatie.

Het andere hoogtepunt, All’Inizio, wordt in het Italiaans gezongen, en heeft ironisch genoeg lichte bossanova invloeden (bossanova is juist een Braziliaans genre, dat vaak in het Portugees wordt gezongen). Bossanova is een genre dat aardig ver van haar muziek afstaat, maar lùisa weet het zo subtiel toe te passen dat het naadloos in het nummer verweven zit. En die subtiliteit vinden we in het gehele album terug. Het maakt Never Own tot een bijzonder album dat per luisterbeurt groeit. Melodieuze, sfeervolle folktronica vol details. Een album dat met wat meer aandacht zo tot een klassieker uit zou kunnen groeien. Arnout de Vries

LIVEDATA 21/04 Huis 23, Brussel 22/04 Paradiso, Amsterdam

Album Reviews: Ray LaMontagne en Idiots

Ray LaMontagneRay Lamontagne – Ouroboros (Sony)
Met zijn vorige, door Dan Auerbach geproduceerde album Supernova maakte Ray Lamontagne een opmerkelijke stap, waarin hij zijn in de Americana roots gedrenkte songs een mooie, en stevige gitaarsound meegaf. Met Ouroboros gaat Lamontagne nog een stap verder. Met behulp van Jim James (My Morning Jacket) weet hij een eigentijdse psychedelische sfeer neer te zetten, waarin zijn songs alleen nog maar tot hun recht lijken te komen.

Eerste single Hey No Pressure is een ijzersterke rocksong, waarin Lamontagne de moeite die hij heeft met de snelle, veeleisende wereld tegen een breed uitwaaierend gitaargeluid en een stevige beat neerzet. Tekenend voor kant één van de LP, want kant twee is bepaald van een ander kaliber. Het tempo gaat omlaag, maar de psychedelica neemt toe. Een hypnotiserend geluid, waarin vooral de troef van Lamontagne’s gruizige stemgeluid prachtig wordt uitgespeeld.

Songtitels als Murmuration Of Starlings en Wouldn’t It Make A Lovely Photograph geven al aan dat de songs een diepzinnige laag kennen waarmee Jim James als producer wel raad mee weet. Lamontagne kan hoorbaar al zijn emoties in de songs kwijt, waardoor een luisterbeurt een behoorlijke intense ervaring is, en bepaald niet weggelegd voor watjes. Opnieuw een opmerkelijke stap van de introverte man, die buiten zijn muziek om zelden zijn mond opendoet, maar in zijn muziek werkelijk alle grenzen opzoekt en nergens voor terug deinst. Tekst Mania | Jurgen VreugdenhilIdiotsIdiots – II  (Waste My Records)
Het leven is soms poepsimpel. Breng een tweede album uit en doop het II. Eenvoudig is ook de muziek op het spiksplinternieuwe album van Idiots dat uitgerekend vandaag op de vierjaarlijkse schrikkeldag voor het eerst naar levensadem hapt. Maar laten we wel wezen: simpel staat hier niet voor debiel, idioot of een volslagen miskleun. II klinkt als een vat vlot glycerrine dat elk moment letterlijk door het dak dreigt te exploderen.

De leden van Idiots, met o.m. Luc – lid van de Bende van de Roste in het illustere Bevergem – verlekkeren zich duidelijk op vettige garagerock met olievette licks waarover je best niet al teveel nadenkt. Avant-gardisten beleven hier ongetwijfeld weinig pret aan, maar wie van de overtuiging is dat rock & roll in de eerste plaats nog steeds werkmanskunst is, geniet zonder meer van de tien vlijmscherpe, gebalde songs van deze Gentse posse. Single Backk vormt een goede inleidng op dit onvervalst stuk Easy Rider op vinyl. Maar een song als Bricks To Dust scoort zich ook probleemloos door het ingangsexamen van de nieuwste Tarantino of de HBO-serie Vinyl, vormgegeven door Scorsese en Jagger themselves. Leuk is ook het Frans tussendoortje dat we geserveerd krijgen tijdens High (track 9). Zalving met een pervers onderonsje, gevolgd door vlijmharde zweepslagen waarvan ze in Saoedie-Arabië lichtjes rood aanslaan.

Idiots worden her en der gedefinieerd als een Vlaamse copy van The Hives. En ook al zijn we zelf fan van de losgeslagen Scandinaven, dat doet Idiots oneer aan. Want deze band heeft ondanks de rechttoe-rechtaan aanpak wel degelijk een eigen smoel, waar zij en wij trots op mogen zijn.
Samengevat: ga deze band live zien en dans de Urang Utan Boogie (track 7), maar laat je thermisch ondergoed aub thuis. Zweten als een rund doe je sowieso. Tot slot nog een tip van het Ministerie van Volksgezondheid: breng toch maar die oordoppen mee, want de Big Bang is nooit ver weg. Ruud Van Der Locht

LIVEDATA 23/03 Muziekodroom, Hasselt 25/03 De Kreun Kortrijk 26/03 Het Bos, Anstwerpen 14/04 Het Depot, Leuven

Live Review London Calling Festival 11 + 12 maart 2016

Het London Calling Festival, dat twee keer per jaar plaatsvindt in Paradiso, begon in 1992 als showcasefestival voor de nieuwste beloftes uit Groot-Brittannië. Tegenwoordig biedt het London Calling Festival aan nieuwe, spraakmakende alternatieve bands uit het de hele wereld een podium, als springplank naar clubs en festivals.

London Calling

Als mediapartner van het London Calling Festival heeft Pinguin Radio een realtime audio & video stream via de site van pinguinradio.com uitgezonden van het festival. Maar liefst 20 bands (zie boven) van de 24 die vrijdag en zaterdag op traden hebben we live kunnen streamen. Daarnaast hebben we uiteraard via onze Facebook- en twitterpagina update foto’s en commentaar geplaatst. Hieronder een meer uitgebreid verslag van de beide avonden.

Op 28 mei 2016 gaan we er uiteraard weer vol gas tegen aan bij de nieuwe editie van London Calling Festival met onder meer Royal Headache, Car Seat Headrest, Methyl Ethel, Ulrica Spacek, Slum Sociable, Dilly Dally en Banff.

Reviews Jeroen Bakker, Milo Lambers, Thijs Schamp, Arnout de Vries Foto’s Willem Schalekamp (update’s volgen)

London Calling Festival – Vrijdag 11 maart 2016

Jono McCleery

Jono McCleery Jono McCleery @ London Calling

De muziek van Jono McCleery wordt regelmatig vergeleken met die van folkmuzikanten als Nick Drake, maar minstens zo vaak met bijvoorbeeld de elektronische kant van Radiohead. Op zijn studiowerk weet hij de twee werelden op sterke wijze te combineren, maar voor London Calling heeft hij de digitale apparatuur thuisgelaten. We zien slechts Jono en zijn akoestische gitaar. De vergelijking met Nick Drake dringt zich nu wel heel erg op, maar toch weet de zanger zich te onderscheiden en houden zijn liedjes stand. Althans, liedjes, de meeste composities zweven ongrijpbaar door de zaal. Dat Jono McCleery meer is dan een folkzanger bewijst hij op Fire in My Hands. Hij vertelt dat het nummer is geïnspireerd door de Nederlandse jazzpianist Rob Madna. Het levert inventief gitaarspel op dat in combinatie met de dromerige melodieën weliswaar ietwat moeilijk is om in te komen maar eenieder die zich erin weet te verliezen ziet een prachtig optreden. Arnout de Vries

Fufanu
In de bovenzaal is het festival al een half uur geleden in alle hevigheid losgebarsten als we Fufanu de grote zaal officieel zien openen. Ooit begonnen als een techno-act maar tegenwoordig is het IJslandse duo uitgebreid met extra muzikanten en is de muzikale koers al enige tijd geleden radicaal gewijzigd. Verwacht geen post-klassieke popsoundscapes zoals we die wel vaker uit IJsland voorgeschoteld krijgen. Fufanu blaast de new wave uit de jaren tachtig weer nieuw leven in met een opzwepende set waarin vooral de zanger met een energieke performance weet te overtuigen. Invloeden zijn er van bands als My Bloody Valentine en Joy Division maar dan wel omgeven met een flinke dosis shoegaze. Wellicht is de band door Damon Albarn, ooit zelf verantwoordelijk voor een festivalhoogtepunt op London Callling, op de hoogte gebracht van het belang van een showcase als deze maar of we Fufanu ooit terugvinden in het rijtje illustere voorgangers die na London Calling de muziekwereld op zijn kop zetten, lijkt onwaarschijnlijk. Jeroen Bakker

Amber Arcades @ Paradiso Amber Arcades @ Paradiso

Amber Arcades
Amber Arcades is de band rondom de Nederlandse muzikante Annelotte de Graaf, van wie we binnenkort het debuutalbum kunnen verwachten. Daarop spelen leden van Real Estate mee, en dat is te horen. De frisse, optimistische jangle-pop wordt in Amber Arcades gecombineerd met de dromerige melodieën van Annelotte de Graaf en haar dito stemgeluid. Bovendien geeft de keyboardspeler er nog een subtiele extra touch aan. De positiviteit die de muziek uitstraalt is terug te zien in het plezier van de bandleden (afkomstig uit Amsterdam en Utrecht). Om een al te eenvormig optreden te voorkomen wisselt de band af met een gedragen ballad of een psychedelisch stuk gitaarspel. Het echte venijn zit hem echter in de staart als ze Turning Light spelen. Zowel de gedrevenheid als de dromerigheid berieken hier grote hoogtes en vormen een prachtige symbiose, met een daverend instrumentaal slotstuk als eindresultaat. Arnout de Vries

The Vryll Society
Deze Liverpuldians klinken als Kula Shaker, maar dan met nog zeker drie joints meer achter de kiezen. Vooral de vocalen vertonen opvallend veel gelijkenissen. Maar waar Kula Shaker het van de goede en pakkende liedjes moet hebben, leunt The Vryll Society veel meer op sfeer. Lange spacey nummers met uitgesponnen gitaarsolo’s. Bij vlagen klinkt het zeer psychedelisch, al blijven de songstructuren altijd goed behapbaar. Het klinkt allemaal aangenaam, maar echt beklijven doet het niet. Dat heeft de band deels aan zichzelf te danken, want op de zanger na staan ze erbij als een stelletje paspoppen. Om de grote zaal van Paradiso mee te krijgen, moet je net dat beetje extra kunnen geven. Dat heeft The Vryll Society niet. Nog niet, want de band laat wel merken potentie te hebben. Met net wat pakkendere nummers en meer overtuiging in de set, zouden ze maar eens écht de nieuwe Kula Shaker kunnen worden. Milo Lambers

Palehound Palehound @ London Calling

Palehound
Indieblogs hebben dit trio uit Boston in de armen gesloten. Palehound maakt namelijk van die lekkere rammelpop. Precies zoals de Pitchforks van deze wereld het graag horen. Liedjes die op het eerste oor simpel en lief klinken, maar je ondertussen regelmatig op het verkeerde been zetten. Dat is ook live het geval. De stem van zangeres Ellen Kampner klinkt lekker onschuldig, maar tegelijkertijd gooit ze er op haar Fender Jaguar wel disonante jazzakkoorden uit. Een fijne tegenstelling. Af en toe doet de band wel een beetje denken aan Bettie Serveert. Zij het dan nog net wat dissonanter. De rauwe postpunk-achtige baspartijen eisen veel aandacht op. Het maakt de muziek dreigend, zonder dat het echt tot een eruptie komt. Qua performance zit het ook wel goed. Ellen Kampner heeft de ‘slacker-uitstraling’ die je verwacht bij een band als deze. Ze weten het publiek in de bovenzaal dan ook de hele show te boeien. Overtuigende set! Milo Lambers

Plastic Mermaids @ London Calling Plastic Mermaids @ London Calling

Plastic Mermaids
Naar het optreden van Plastic Mermaids werd heel erg uitgekeken wat viel op te maken uit het feit dat veel bezoekers van de bovenzaal zich al vroegtijdig meldden bij de frontlinie in de grote zaal. Terecht, zo zou later blijken, want op het podium valt er genoeg te beleven. Een optreden van de band die afkomstig is van het Isle of Wight is er één met meerdere gezichten. Zo wordt happy-de-peppie-feelgood-folk afgewisseld met adembenemende, en lichtelijk psychedelische, dromerige popliedjes die uitermate vakkundig in elkaar blijken te zitten. De semi-akoestische instrumenten in combinatie met versterkte elektronica en een zanger die vervolgens wordt bijgestaan door een kleurrijke zangeres die zo uit een opera lijkt te zijn weg gelopen, zorgen niet alleen voor een zeer aangename eclectische luisterervaring maar zijn ook nog eens de moeite waard om naar te kijken. Nadat er ’s middags al met veel plezier een akoestische set tijdens een boottocht in de hoofdstedelijke grachten werd afgewerkt voelde de band zich tijdens de avondshow in Paradiso dusdanig comfortabel dat er voor de allereerste keer nieuw materiaal live werd uitgevoerd. Halverwege de eerste avond menen wij tijdens Polaroids al getuige te zijn geweest van het eerste hoogtepunt op dit festival. Jeroen Bakker

Otherkin Otherkin @ London Calling

Otherkin
Zet vier Ierse heren met branie, uitgerust met gitaar en drums, in de bovenzaal van Paradiso en je krijgt waar het publiek deze avond misschien een beetje op zat te wachten. Want na o.a. de dreampop van Amber Arcades en de psychedelica van The Vryll Society komt de Grunge Pop van het in Dublin gevestigde Otherkin vanaf minuut één in de zesde versnelling binnen. Met hun The 201 EP op zak en single Ay Ay nemen zij het publiek meteen in hun greep. Het is moshpits en crowdsurfen geblazen. Allemaal leuk en aardig maar melodie technisch is het allemaal wat vlak. Pas de zesde track van de avond, notabene een nog niet eerder uitgebrachte plaat, komt er wat meer leven in de muziek. Van de EP is Feel It nog wel een hoogtepuntje. Enfin aan de performance ligt het niet, nu de liedjes nog. Thijs Schamp

The Jacques
Dat een band voor de tweede keer op London Calling te zien is hebben we al vaker meegemaakt maar voor zover bij ons bekend, is een derde keer nog niet voorgekomen. Mogen we The Jacques wellicht huisband van het festival noemen of hebben de jonge Britten simpelweg misschien wel heel veel credits? Het laatste optreden tijdens Eurosonic kon je met de beste wil van de wereld ook al niet bepaald overtuigend noemen en vanavond lijkt het er ook niet in te zitten. Deze keer is het de techniek die het laat afweten. Al vanaf het begin krijgt zanger/gitarist Fin het geluid van zijn gitaar niet op de rails. Jammer want wie zich niet laat afleiden door dit euvel hoort prettig in het gehoor liggende Britpop met een rafelig randje waarbij een vergelijking met The Libertines al snel om de hoek komt kijken. Het wachten is nog steeds op het debuutalbum en dat zou wanneer we deze set daarop terugvinden, nog wel eens heel interessant kunnen worden. Jeroen Bakker

Black Honey Black Honey @ London Calling

Black Honey
Niets beters dan een bomvolle, snikhete bovenzaal tijdens London Calling. Black Honey laat de temperatuur alleen nog maar verder stijgen. De pop’n’roll met rauw randje wordt met veel branie de zaal ingeslingerd. Frontvrouw Izzy Bee heeft de looks, de stem en ook de attitude om een zaal naar haar hand te krijgen. Dat is niet het enige sterke punt van de band. De songs zitten verdomd slim in elkaar. Elke liedje dwingt je tot meedeinen, zelfs bij de eerste luisterbeurt. De set kent eigenlijk amper zwakke punten. De songs doen af en toe ook wel wat aan de Arctic Monkeys anno 2006/2007 denken, zij het net even ruiger. Met Madonna en Corrine heeft de band bovendien twee potentiële hits in handen. Volgend jaar in de grote zaal aub! Milo Lambers

Kid Wave Kid Wave @ London Calling

Kid Wave
Het is Femme Fatale zo tegen het einde van deze vrijdagavond op London Calling. Na een killer optreden van Black Honey is het aan het Zweeds / Britse kwartet van Kid Wave om het hoofdpodium af te sluiten. Vorig jaar brachten zij album Wonderlust uit, hun muziek typeert zich als een zomerse mix van indie en shoegaze (zelf noemen ze het rawk). De stem van Lea Emmery vult de zaal prachtig over de stevige ritme sectie. Want drummer Serra Petale weet wel van aanpakken samen met Harry Deacon op bass. Af en toe heeft het wat weg van Hooton Tennis Club maar dan met het nodige feminisme. Het valt ook op dat het een van de weinige bands is deze avond die echt goed op elkaar en op hun muziek zijn ingespeeld. Het is gewoon strak zoals het hoort. Een waardige afsluiter van de vrijdagavond. Thijs Schamp

London Calling Festival – Zaterdag 12 maart 2016

Cigarettes After Sex Cigarettes After Sex @ London Calling

Cigarettes After Sex
Als je alleen de muziek van Cigarettes After Sex kent en nooit een bandfoto hebt gezien, dan kan het zijn dat je nogal voor een verrassing staat als je de band live ziet. Zo blijken er nogal wat mensen te zijn, waaronder ondergetekende, die denken dat ze te maken hebben met een zangeres. Niets is minder waar. Cigarettes After Sex is de band rondom Greg Gonzalez, gezegend met een stevige baard en een onmiskenbaar mannelijke praatstem. Maar als hij begint te zingen gaat die stem ineens een paar octaven hoger liggen. Het is een zacht, gevoelig stemgeluid en past perfect bij de traag voortslepende muziek die klinkt als een combinatie tussen de slowcore van Low, de melancholiek van Mazzy Star en het mysterie van de Twin Peaks-soundtrack. Het wordt gebracht middels een introverte show waarin de sfeer van de muziek wordt versterkt door een gruizige, onduidelijke zwartwit-foto op het scherm achter ze. Arnout de Vries

Vök Vök @ London Calling

Vök
Vooruit, het is nogal flauw om elke IJslandse artiest te vergelijken met Björk, maar de zang van van zangeres Margrét Magnúsdóttir doet er bij vlagen echt aan denken. Bovendien maakt ook het synthpop-trio Vök veel gebruik van vervreemdende electronica maar weet dit wel op een andere manier toe te passen. Waar hun studiowerk vooral bestaat uit rustige sfeerliedjes, is het live-optreden een stuk steviger en dansbaarder. Sterker nog, er komt op momenten zelfs een techno-beat om de hoek kijken, die heel mooi combineert met de drums en bas (van live-muzikanten). Het zijn zulke momenten waarop Vök flink weet te verrassen, evenals de momenten dat de man verantwoordelijk voor de electronica zijn saxofoon erbij pakt en daar enthousiast mee door de nummers heen scheurt, daar het hele podium bij gebruikend. Het dansbare jasje staat ze goed en zo blijkt Vök een band die live echt een meerwaarde biedt. Arnout de Vries

Roch Roch @ London Calling

Roch
Het is een probleem waar veel singer/songwriters mee kampen en wat iedere keer weer vele discussies losmaakt: een rumoerige zaal. De jonge Londense Roch moet de bui al hebben zien hangen toen ze helemaal alleen met akoestische gitaar en haar zachfluwelen stem het eerste nummer inzette. “Wanneer het echt goed is dwing je de stilte af”, is een stelling die nog wel eens voorbij komt in zo’n discussie. Over het optreden van de zangeres kunnen we duidelijk zijn: Er wordt helemaal niets afgedwongen. Onlangs bracht zij met Closer haar eerste nummer uit, een track die vanavond ook wordt gespeeld, maar zelfs met versterking van haar band wil het met de aandacht voor Roch niet echt lukken. Ze lijkt het zelf ook te beseffen en kan het maar nauwelijks opbrengen om te zeggen hoe fantastisch ze het vindt om hier te mogen staan. Het is spijtig te moeten constateren dat het optreden van de zangeres hier niet goed tot zijn recht komt. Nu eerst even afwachten of ze dat met het nieuwe materiaal voor haar eerste album wellicht een positief vervolg kan geven. Jeroen Bakker

Island
Wie in de archieven van London Calling duikt ziet een imposante lijst van Britpop-bands die echt het grote publiek hebben weten te bereiken. De jongens van Island hebben na het uitbrengen van een eerste ep al enorme verwachtingen opgewekt en wie er zaterdagavond in de grote zaal bij was zal moeten erkennen dat die verwachtingen grotendeels terecht zijn. De teksten zitten vol van melancholie, in de Britpop staat zoiets gelijk aan de somberheid van een regenachtige grauwe middag, en muzikaal zit het ook nog eens strak in elkaar. Korte, felle ‘hookjes’ en gitaarloopjes in tracks met een kop en staart want waarom zou je er tien minuten over doen als het ook binnen drie minuten kan. Een stijl waarmee Arctic Monkeys inmiddels aardig succesvol is geworden en nu die naam is gevallen lijkt de zanger van Island ook nog eens behoorlijk veel weg te hebben van Alex Turner. Het prachtige Stargazer heeft vanavond in Paradiso bijna een hypnotiserende uitwerking. Bijna ja, want als het aan de geluidsman lag was dit het laatste wat we ooit zouden horen. Jeroen Bakker

Coasts
Meisjes alert!! Jawel in de bovenzaal Coasts de planken bestegen. Coasts staat bekend om hun Electro Pop en maken muziek voor de danspasjes en de meezing-refreinen. Het oogt allemaal wat gelikt, een frontman die later op komt, een drummer met ontbloot bovenlijf na 2 nummers (zo warm was het niet). Maar hé het past nu eenmaal bij de muziek van de heren uit Bristol maken zullen we maar zeggen. Het optreden zelf is goed, na een wat tam begin krijgen ze het publiek wel in beweging. De band zelf speelt strak en alle instrumenten van de zes koppige band zijn goed op elkaar ingesteld. Gaan we ongetwijfeld meer van horen de komende tijd, want het zijn stuk voor stuk goede popliedjes. Een festival weide met vrouwelijke tieners over het hek is niet ver weg. Thijs Schamp

Coves Coves @ London Calling

Coves
Het is de beurt aan Coves een band rond duo Rebekah Wood en John Ridgard nu woonachtig in Londen maar origineel uit Leamington Spa een plaatsje nabij Birmingham. Voor hun garagepop met een licht psychedelisch randje nemen ze live twee bandleden mee. Maar die hadden ze beter thuis kunnen laten en het duo incluis. De band heeft met Stormy (2015) en het recente You’re Evil al een aantal goed opgepikte tracks op zak. Maar live komen ze vanavond nauwelijks uit de verf, Wood is vanaf minuut één totaal niet bij stem. En ook haar bandleden laten haar performance wise helemaal in de steek. Na 3 nummers weet het publiek wel genoeg en stroomt de grote zaal massaal leeg. Of is dat vanwege Ultimate Painting waar velen voor gekomen zijn? Zonde van de goede tracks is het wel, volgende keer beter misschien. Thijs Schamp

Ultimate Painting
Volgens de London Callling Times, een informatiebulletin dat bij de entree wordt uitgedeeld, behoort Ultimate Painting tot één van de vijf bands die je op het festival niet mag missen. Zoiets schept toch verwachtingen en als er dan ook nog ergens raakvlakken worden genoemd met muziek van The Byrds, Beatles en The Velvet Underground dan staat de boel uiteraard meteen op scherp. Al vanaf de eerste minuut is het duidelijk dat hier geen entertainers staan die het publiek meteen bij de strot grijpen. ‘Let the music do the talking’, lijkt het motto van deze muzikanten maar wie de drumster van de band eens goed observeert ziet dat ze er zelf ook niet heel erg in te lijken te geloven. Iets meer enthousiasme en bravoure zouden geen kwaad kunnen. Aangezien Ultimate Painting zich met deze stijl in de zelfde hoek begeeft als het Britse Temples of de Amerikaanse Allah-Las is de keuze snel gemaakt. Deze bands beschikken namelijk wel over enkele sterke composities. Jeroen Bakker

Pumarosa Pumarosa @ London Calling

Pumarosa
Er zijn een paar terugkerende bands van de vorige editie. Eén daarvan is Pumarosa, een band die nog altijd slechts één nummer heeft uitgebracht. Het vorige optreden maakte het vijftal echter indruk en zodoende zijn ze binnen een half jaartje tijd van de kleine zaal naar de grote zaal verhuisd. De charismatische zangeres Isabel Munoz-Newsome heeft weer dezelfde jurk aan, maar de muziek lijkt er enigszins op aangepast; zo heeft het mysterieuze karakter ietwat plaatsgemaakt voor een stevigere sound, grootser en opzwepender. Het voelt hierdoor nét wat minder bijzonder en enigmatisch aan, maar dat is muggenziften. Er zit namelijk nog altijd een hoop spanning in hun muziek, van de ballad Lion’s Den dat doet denken aan Radioheads Pyramid Song tot het één na laatste nummer waarin ze hun veelzijdigheid tentoonspreiden. Beginnend als een licht funky rocknummer, valt het bijna stil om uiteindelijk weer op te bouwen naar een euforisch einde. Dat laatste geldt ook zeker voor hun enige single tot nu toe: Priestess. De instrumentale apotheose hiervan is bezwerend en psychedelisch, en is een fenomenaal einde van een show waarin Pumarosa alweer bewijst één van de grootste beloftes uit Londen te zijn. Arnout de Vries

Nothing But Thieves
Dan ben je toch als festivalorganisator mooi in de aap gelogeerd. Denk je afgelopen november een geweldige uitsmijter in huis te halen met Nothing But Thieves, wordt er enkele weken voorafgaand aan het festival doodleuk aangekondigd dat er het grote Muse alles aan is gelegen om de band mee op tournee te krijgen. Wat moet je daarmee? Typisch zo’n gevalletje van ‘an offer you can’t refuse’, zullen we maar zeggen. Nu wil het toeval dat de heren mooie herinneringen bewaren aan onze hoofdstad en dan vooral aan het optreden dat vorig jaar tijdens het Pinguins-feestje in Paradiso plaatsvond. Een oplossing werd snel bedacht: na het optreden in Brussel snel alle spullen inladen en vervolgens met een noodgang op dezelfde avond naar Nederland om op deze zeer interessante ‘showcase’ als slot-act, of beter gezegd hoofd-act want mede door hun aanwezigheid is er werkelijk geen kaart meer te verkrijgen, een onvergetelijke indruk achter te laten. En zo geschiedde het. Vanaf de opener Itch is het hek van de dam en beseffen wij getuige te zijn van een band, die heel mooi in het rijtje van alle grote namen die ooit op London Calling speelden past. Jeroen Bakker

 

Pumarosa Pumarosa @ London Calling

Podcast Volkskrant Radio #6

Pinguin Radio en de Volkskrant slaan de handen ineen voor een maandelijkse radio-uitzending waarin we u bij de hand nemen langs de beste albums van de maand.

 

Volkskrant

Iedere eerste maandag van de maand tussen 20:00 en 22:00 uur live te beluisteren bij Pinguin Radio en een dag later terug te vinden op Volkskrant.nl als podcast en uiteraard ook bij ons op de site!JTNDaWZyYW1lJTIwd2lkdGglM0QlMjIxMDAlMjUlMjIlMjBoZWlnaHQlM0QlMjIxMjAlMjIlMjBzcmMlM0QlMjJodHRwcyUzQSUyRiUyRnd3dy5taXhjbG91ZC5jb20lMkZ3aWRnZXQlMkZpZnJhbWUlMkYlM0ZmZWVkJTNEaHR0cHMlMjUzQSUyNTJGJTI1MkZ3d3cubWl4Y2xvdWQuY29tJTI1MkZwaW5ndWlucmFkaW8lMjUyRnBpbmd1aW4tcmFkaW8tcHJlc2VudHMtdm9sa3NrcmFudC1yYWRpby02LTA3LTAzLTIwMTYlMjUyRiUyNmhpZGVfY292ZXIlM0QxJTI2bGlnaHQlM0QxJTIyJTIwZnJhbWVib3JkZXIlM0QlMjIwJTIyJTNFJTNDJTJGaWZyYW1lJTNF