Album Reviews: The Dead Weather en Tijuana Panther

The Dead WeatherThe Dead Weather – Dodge and Burn (Warner / Third Man)
Met het verdwijnen van The White Stripes en de bloeiende solocarrière van Jack White dacht u misschien even net als ons dat we weinig meer zouden horen van The Dead Weather, maar vijf jaar na Sea Of Cowards is hier dan toch de opvolger.

Alison Mosshart is weer de zingende frontvrouw, die vocaal uitstekend uit de voeten kan met het gitaargeweld van Dean Fertita en White zelf, hoewel die laatste vooral de drums bemant. Zeker de openers I Feel Love en Buzzkill(er) laten duidelijk horen dat White met zijn solo albums een flinke groei heeft gemaakt, aangezien de strakke gitaarpartijen meer aan nummers als Sixteen Saltines doen denken dan aan het eerdere Dead Weather werk.

Het krankzinnige Three Dollar Hat laveert tussen een door White gezongen moderne country blues, losjes gebaseerd op Frankie And Johnny, en een knallende speedpunk met Mosshart in de hoofdrol. Er is veel te beleven op dit zeer energieke album, welke een vergelijking met White’s beste werk moeiteloos doorstaat. Tekst ManiaJurgen VreugdenhilTijuana PanthersTijuana Panthers – Poster (Innovative Leisure / Bertus)
Juist op een moment dat veel bands zich storten op een geluid dat teruggrijpt naar dat van de eindjaren zestig maar het ook nog eens combineren met invloeden uit de seventies, komen de Tijuana Panthers met Poster, een album dat in het geval van de Californiërs uit Long Beach een logisch vervolg is op de vorige en op die van daarvoor. De Panthers maken eigenlijk al sinds de oprichting een mix van punk-light en experimentele gitaargeoriënteerde garage-pop, geserveerd op een soepel glijdend surfplankje. Dat ze dit bijzonder goed af gaat blijkt uit de trouwe aanhang die de band nauwlettend in de gaten houdt en al vanaf het debuut in 2010 volgt.

Het is te hopen dat het journalistengilde zich bij het eindoordeel voornamelijk op het muzikaal gebodene gaat storten want het hoesontwerp van Poster is werkelijk afgrijselijk. Het gekunstelde plakwerk van diverse foto’s en letters is ronduit beschamend en lijkt de potentiële klanten die een fysiek exemplaar prefereren boven dat van een digitale download alleen maar te ontmoedigen. Liever concentreren op de muziek dus en die is weer heerlijk energiek, ongecompliceerd maar melodieus en ook nog eens voorzien van een glasheldere, bijna cleane productie. Bij nader inzien en na meerdere draaibeurten moeten we toch echt erkennen dat de Tijuana Panthers zich muzikaal ontwikkeld hebben en binnen een beperkt kader toch ook durven te experimenteren zonder zich al te veel te vervreemden van hun eigen geluid. Het kan niet anders of de bandleden voelen zich uiterst comfortabel met deze nieuwe episode in hun nog maar betrekkelijk korte carrière.

Laat de Tijuana Panthers nu eindelijk ook eens meeprofiteren van de populariteit waarmee zielsverwanten op dit moment oogsten. Poster doet kwalitatief namelijk niet onder voor het materiaal van de concullega’s. Sterker nog, het album bevat zelfs hitgevoelig materiaal zoals het aanstekelijke en catchy ‘Monitor’of ‘Gated Patio’. Na steeds maar als support te hebben gefungeerd van bands die later groter zouden worden dan zijzelf, zoals daar zijn Thee Oh Sees en Ty Segall, moet het na dit vierde album maar eens echt gaan gebeuren want dat verdienen ze echt. Jeroen Bakker

Podcast Volkskrant Radio #1

Pinguin Radio en de Volkskrant slaan de handen ineen voor een maandelijkse radio-uitzending waarin we u bij de hand nemen langs de beste albums van de maand.

Iedere eerste maandag van de maand tussen 20:00 en 22:00 uur live te beluisteren bij Pinguin Radio en een dag later terug te vinden op Volkskrant.nl/volkskrantradio als podcast en uiteraard ook bij ons op de site!

Album Reviews: Editors en Radkey

EditorsEditors – In Dream (PIAS)
Het eerste wat opvalt bij beluistering van de nieuwe Editors is dat deze nogal somber klinkt. Nu waren onze Engelse vrienden al nooit de lachebekjes van de familie, daarvoor waren ze teveel beïnvloed door Joy Division, maar nu zien ze het blijkbaar helemaal niet meer zitten. In ieder geval niet met gitaren want de signatuursound van de band, het felle en breed uitwaaierende gitaargeluid, is nagenoeg verdwenen. Daarmee klinkt deze vierde release vooral naar de rustiger en elektronisch georiënteerde songs zoals die op de vorige plaat, The Weight of Your Love, te vinden waren en op de opener van de derde plaat In This Light And On This Evening.

Het vertrek van geluidsbepalende gitarist Chris Urbanowicz echoët dus nog duidelijk na. Daarmee is In Dream ook automatisch een groeiplaatje geworden want het merendeel van de tien songs pakken niet meteen en vergen meerdere keren beluistering. De fans van de eerste twee Editors-platen zullen waarschijnlijk niet al te veel van hun gading vinden op In Dream, een conceptplaat over dromen die zanger Tony Smith het laatste jaar had; de latere fans en liefhebbers van de stem van Smith in combinatie met epische violen zullen juist wel blij zijn met deze plaat. Ik ben alleen benieuwd wat ze van het zwaar door het Bronski Beat nummer Smalltown Boy geïnspireerde Our Love zullen vinden. Tekst ManiaAndre de Waal

LIVEDATA 04+05+06/11 Heineken Music Hall, Amsterdam (uitverkocht)RadkeyRadkey – Dark Black Make-up
 (Strange Loop Records)
Twee jaar terug stuitte ik in de krochten van de indieblogs op een EP van deze drie broertjes Radke(y) uit New York. Het klonk alsof ze nog niet eens uit de oefenruimte waren geweest. Schelle bekkens, valse toontjes en een sound die klonk als een telefoonopname. En toch bleef ik naar Radkey luisteren. Steeds maar weer. Dit soort catchy rommelpunk hadden we sinds de Ramones niet meer gehoord. Vooral de monotone, maar toch aanstekelijke stem van zanger Dee zorgt voor een enorme glimlach op het gezicht van deze toch vaak van zuurheid betichtte recensent.

EP nummer twee had precies hetzelfde effect. De verwachtingen voor de eerste langspeler waren dan ook hoog. Misschien wel te hoog, want wat dachten deze gasten in hemelsnaam? Waar is die jonge hondenenergie gebleven? Waar zijn die catchy as fuck-refreinen? Het is alsof de heren zichzelf plots serieus zijn gaan nemen. Elke punkrockliefhebber weet dat het dan misgaat. Ik zeg het niet vaak, maar Radkey klinkt hier gewoon veel te strak. Veel te serieus. Hoogtepuntjes zijn de snellere tracks, precies de nummers die ook op de eerste twee EP’s stonden. De rest is zeker niet verkeerd, maar mist dat extreme enthousiasme. Milo Lambers

LIVEDATA 21/10 Merlyen, Nijmegen 22/10 Paradiso, Amsterdam 23/10 Ekko, Utrecht 24/10 Ancienne Belgique, Brussel

Pinguin Radio presenteert Volkskrant Radio! #1

Elke eerste maandag van de maand op Pinguin Radio van 20:00 tot 22:00 uur de beste tracks van de belangrijkste 10 albums samengesteld door de muziekredactie van de Volkskrant.

volkskrant_logo_zw

New OrderNew Order – Music Complete

Wie gaf er eigenlijk nog wat voor New Order? Hun laatste album Waiting For The Siren’s Call (restjesplaat Lost Sirens niet meegerekend, verscheen tien jaar geleden en was een dieptepunt.

Door: Gijsbert Kamer – 30 september 2015

Toen de geluidsbepalende bassist Peter Hook de band acht jaar geleden verliet, leek het verhaal over. Maar kijk, toetseniste Gillian Gilbert is na vijftien jaar weer terug, bassist Tom Chapman blijkt de Hooky-baslijnen prima machtig en Music Complete is met gemak het beste New Order-album sinds Technique (1989). En ook een net zo’n opbeurend, dansbaar album bovendien. De breekbare zang van Bernard Sumner klinkt weer innemend, de synths staan op discomodus, maar klinken modern, en heerlijk die krakende gitaren waarin nog altijd echo’s van Joy Division doorklinken.

MINDER VERMOEIEND
De liedjes klinken eindelijk echt geïnspireerd en ook het bandgeluid is minder vermoeid en gewild modern. Een paar gastvocalen minder (jammer van Brandon Flowers) en je had een perfecte plaat gehad. Maar toch, welkom terug.

Lees hier het interview van 25 september uit de Volkskrant met New Order.

Julia Holter - Have You in My WildernessJulia Holter – Have You In My Wilderness

Dat Julia Holter (30) uit Los Angeles een bijzonder talent is, kon je op haar eerste drie platen al horen – in 2013 trok Loud City Song al veel aandacht – maar ietwat ondoordringbaar was haar avant-gardepop vol verwijzingen naar Franse en Griekse literatuur wel.

Door: Menno Pot – 30 september 2015

Het rijk georkestreerde Have You In My Wilderness is een breekpunt. Nog altijd valt er zo veel te horen dat het je soms duizelt (strijkers, piano, orgel, elektronica), maar het fluwelen Sea Calls Me Home of het springerige Everytime Boots zijn meer dan ooit pop.

VERLEIDELIJK
Dat werkt uitstekend. Het maakt Holter bij vlagen zo verleidelijk als Jane Birkin of Nico en het contrasteert prachtig met het vervreemdende Vasquez of Betsy On The Roof, een door strijkers gedragen epos in grijstinten.

Hier valt veel wonderschoons te ontdekken: in arrangementen, melodieën, teksten én Holters vocalen, ijl meanderend door haar muziektuintje in bloei. Zo begrijpelijk als hier was Julia Holter niet eerder, maar dat heeft haar slechts fascinerender gemaakt.

The Common Linnets - IIThe Common Linnets – II

Tweede op het Eurovisie Songfestival, de Waylon-affaire; daar begon het mee, maar wat The Common Linnets daarna overkwam, kon niemand bevroeden: Calm After The Storm werd een internationale hit, de verkoop van het albumdebuut nadert het half miljoen.

Door: Menno Pot – 30 september 2015

Het zou zonde zijn het project nu weer te ‘parkeren’, zoals aanvankelijk het plan was. Dus verschijnt nu II, een plaat waaraan je kunt horen dat The Common Linnets een echte band is geworden, met Ilse DeLange en JB Meijers als creatief hart.

Op het eerste gehoor is het recept onveranderd: in country gewortelde, radiovriendelijke americanapop met prachtige zangharmonieën. Dat was het recept en dat is het nog steeds.

VERLENGD SUCCES
Toch is er iets veranderd. We horen een band die minstens evenveel associaties met Fleetwood Mac en Crosby, Stills & Nash oproept als met country. Er wordt steviger gerockt: hoor hoe In Your Eyes dampt of hoe Walls Of Jericho op zijn Led Zeppelins voortploegt.

Alle ingrediënten voor verlengd succes lijken aanwezig op II: knappe songs, een sound die druipt van vakbekwaamheid en ervaring, hier een weidse popsong (That Part), daar een klein, gevoelig liedje met hemelse samenzang (Better Than That) en zelfs die ene echte potentiële hit, het schitterende We Don’t Make The Wind Blow, dat in de Nederlandse Top 40 overigens in de onderste regionen, op nummer 32, bleef steken.

Zo zie je maar: de praktijk is soms weerbarstig, maar dat doet aan de ambachtelijke klasse van The Common Linnets niets af – en aan hun internationale potentie evenmin.

Lees hier het interview van 25 augustus met The Common Linnets.

Kwabs - Love + WarKwabs – Love + War

Kwabs is een jongen om in de gaten te houden
100 miljoen keer werd zijn hit Walk bekeken op YouTube, maar een album was er nog niet. Dat heeft Kwabs (25) nu wel: Love + War. Wie is deze Britse ‘synth&B’-belofte?

Door: Robert van Gijssel – 21 september 2015

Een beetje oneerbiedig misschien, maar beslist niet zo bedoeld: Kwabena Sarkodee Adjepong – Kwabs voor zijn vrienden – is zo’n typisch product van de nieuwe muziekindustrie. ‘Kwabs’ (25) viel op in Groot-Brittannië bij een tv-programma voor muzikaal talent. Hij had een flinke internationale hit met het bonkende en opbeurende r&b-anthem Walk, waar anders dan op YouTube. Het nummer werd de herkenningsmelodie van de onwaarschijnlijk populaire voetbalgame Fifa 15, en is nu dus een meeneuriegeval voor de wereldwijde gamersgeneratie.

Lees hier het interview van 21 september met Kwabs.

The Arcs - Yours, DreamilyThe Arcs – Yours, Dreamily

Toch een lichte tegenvaller, dat jongste Black Keys-album Turn Blue (2014), een tikje verveeld vooral, maar met zijn nieuwe zijproject The Arcs revancheert de creatieve spil van het rockduo uit Ohio, Dan Auerbach (36), zich sterk.

Door: Menno Pot – 9 september 2015

Aan debuutalbum Yours, Dreamily werkten Auerbach en zijn collega-Arcs al in de periode dat de Black Keys-frontman platen van Dr. John (2012) en Lana Del Rey (2014) produceerde. Met enige goede wil hoor je hun invloeden terug.

Veel bronstige soul en funk, die Auerbach lof van de ‘Doc’ zou opleveren, Nature’s Child knipoogt warempel even naar de sexy ‘pop noir’ van Del Rey, maar het verrassendst zijn The Arcs in stukken als Velvet Ditch: jazz, Afrikaanse ritmiek en een flinke dot Prince, allemaal in één song. En alles klinkt geweldig, zoals we dat van producer Auerbach gewend zijn.

Een Lonely Boy-achtige single voor op de radio is er niet en The Arcs hebben die ook niet zo nodig, want ook zonder geheide hit is Yours, Dreamily misschien wel de veelzijdigste en avontuurlijkste plaat van Dan Auerbach. Het doet uitkijken naar het optreden op 12 november in de Melkweg in Amsterdam.

Royal Headache - HighRoyal Headache – High

Al wekenlang niet uit het hoofd te krijgen, de puntige powerpopliedjes op dit tweede album van het Australische Royal Headache. Hun vier jaar geleden, aanvankelijk alleen op vinyl verkrijgbare titelloze debuut sprong al uit het steeds groter wordende aanbod aan nieuwe garagepunkmuziek.

Door: Gijsbert Kamer – 16 september 2015

High is zo mogelijk nog beter. Zanger Shogun heeft de vitaliteit en overtuigingskracht van de jonge Paul Weller. De dubbele gitaarpartijen fonkelen als de Undertones in hun hoogtijdagen, de melodische vondsten worden met een argeloosheid uit de mouw geschud zoals we ons die herinneren van Guided By Voices op hun best.

Ouderwets? Nee, tijdloos. Hoe opwindend veel nieuwe garagerock ook klinkt, Ty Segall en Mikal Cronin mochten willen ooit zo’n reeks perfecte liedjes achter elkaar te krijgen als Royal Headache op kant één van High.

De tweede plaatkant is ietsje minder, maar goed genoeg om High tot een bescheiden (de plaat duurt nog geen half uur) sensatie te bestempelen. Wie haalt ze naar Europa?

Iron Maiden - The Book of SoulsIron Maiden – The Book of Souls

Logisch dat Bruce Dickinson van Iron Maiden het op The Book of Souls wat rustiger aan doet. De hoge en galmende gilnootjes van het baanbrekende metalwerk uit de jaren tachtig haalde Dickinson live niet meer, en dan moest het boegbeeld van de ‘New Wave Of British Heavy Metal’ onlangs ook nog een tumor uit de keel laten verwijderen. Dan is nieuw werk in een iets lager register natuurlijk welkom, met het oog op een naderende tournee.

Door: Robert van Gijssel 9 september 2015

Eigenlijk klinkt heel Iron Maiden op deze zestiende en dubbele studioplaat beheerst. Uitbundig is nog wel de instrumentatie – een overdaad aan fijn rauwe gitaren en hier en daar gepast gonzende synthesizers – maar in de eindeloos uitgevouwen liedjes (slotstuk Empire of the Clouds duurt 18 minuten) wordt meer dan voorheen soberheid gezocht.

The Red and the Black, geschreven door bassist Steve Harris, begint weliswaar met zo’n typisch marcherende riff waarmee Iron Maiden vooral op Piece of Mind (1983) ten strijde trok, maar mondt halverwege uit in een progrockend gitaaravontuur, waarin de structuur van de compositie toch steeds helder blijft.

In de wat kortere nummers, zoals opener If Eternity Should Fail en het ouderwets lekkere Death or Glory, weet Iron Maiden gelukkig ook nog wat hoeken uit te delen: gedenkwaardige riffs, doeltreffende refreintjes die we straks makkelijk kunnen meebrullen, en het immer omhoog kringelende solowerk van de gitaristen Dave Murray en Adrian Smith. Je moet na anderhalf uur verse Iron Maiden eigenlijk tot je verbazing constateren dat deze dubbelaar behoort tot het betere werk van de megametalband.

Bewilder - Dear Island - ArtworkBewilder – Dear Island

Het is lang geleden dat er in Nederland zo’n sterke, gevarieerde rockplaat is uitgekomen als Dear Island. Voorman Maurits Westerik heeft er jaren aan gewerkt.

Door: Gijsbert Kamer 2 september 2015

De puntige rock ‘n’ roll waarmee hij met zijn band Gem tien jaar geleden bekendheid verwierf, heeft plaatsgemaakt voor een veel breder geluid. Maar producer Henk Jonkers (Hallo Venray) weet in alle liedjes toch de wat onrustige vurigheid te behouden die Westeriks voordracht typeert. In Forza (It Is) klinkt hij gejaagd en getergd als Bob Dylan vijftig jaar geleden. Het soulvolle Carry On, Carry On had zo uit Memphis kunnen komen, terwijl de verstilde ballad So It Goes eenzelfde gevoelige snaar weet te raken als dEUS in hun rustigste liedjes. Een pittige funk-riff in Safe en een vleugje authentieke countryrock in She Keeps On Talking onderstrepen de veelzijdigheid van de band en hun mooie samenspel.

Dear Island verwijst naar Vlieland, waar deze bijzondere plaat is opgenomen en dit weekend tijdens het festival Into The Great Wide Open ten doop wordt gehouden.

Beach House - Depression CherryBeach House – Depression Cherry

Eigenlijk was het een luxeprobleem waartegen het duo Beach House na zijn vierde album opliep. Moesten ze doorgaan met het verstevigen van hun sound, of juist niet? Stilaan waren er hardere drums in het dromerige popgeluid van de band geslopen, wat als voordeel had dat Beach House zich live wat makkelijker kon manifesteren.

Door: Gijsbert Kamer 2 september 2015

Na de doorbraak naar grotere poppodia met het derde album Teen Dream, kon de band uit Baltimore steeds minder makkelijk volstaan met de elegante zweverigheid van het eerdere werk. Het eveneens succesvolle vierde album Bloom bleef muzikaal nog in evenwicht, maar de betovering raakte er live wel een beetje vanaf.

FRAAIE PLAAT
Gelukkig hebben Alex Scally en Victoria Legrand, die samen de kern van Beach House vormen, gekozen voor datgene waarin ze het best zijn: lome, dromerige popliedjes, gedragen door de ijle en toch warme stem van Legrand. Wat niet wil zeggen dat het geluid kaal en sober is gehouden. Je hoort in de meeste liedjes prachtig subtiele verschuivingen in veelal volle arrangementen.

Schitterend is het gitaargeluid in Space Song, versmolten met synths en voorzichtig tikkende drums. Terwijl Sparks de zweverige pracht van het rustige werk van My Bloody Valentine benadert. Waar het er na Bloom even op leek dat Beach House zou vastlopen in hun route naar grotere zalen, keert de band knap terug naar de dromerigheid van weleer.

Geen idee hoe Beach House Depression Cherry op het podium brengt, maar een fraaie plaat is het wel.

Fresku - Nooit Meer TerugFresku – Nooit Meer Terug

Niet die onbegrensde grootspraak die veel rappers zo eigen is, maar twijfel en zelfinzicht toont Fresku op zijn derde album.

Door: Gijsbert Kamer 2 september 2015

Dat was een behoorlijke bom die de Eindhovense rapper Fresku vorige maand liet vallenboven Hilversum. Het liedje Zo doe je dat en de bijbehorende videoclip (waarin de rapper zijn zwarte gezicht wit schminkt) was niets minder dan een aanklacht tegen Nederlandse radiomakers, die volgens de rapper alleen zwarte muziek willen draaien als deze wit klinkt en, nog specifieker, bij voorkeur hiphopplaatjes draaien als deze gemaakt zijn door blanke rappers.

Kort gezegd: wel Eminem en Kraantje Pappie, maar geen Fresku. En dat moet veranderen. Het goede aan Zo doe je dat is niet alleen dat de inmiddels 28-jarige rapper hiermee een vurige discussie liet ontvlammen, maar ook dat het nummer zo knap in elkaar is gezet.
Van de met knippen en plakken gemanipuleerde uitspraken van 3FM-dj Giel Beelen tot het stukje rockmuziek van Go Back To The Zoo aan het slot, laat het nummer zich beluisteren als een adembenemend hoorspel.

PITTIGE GROOVE
Het is deze zorg voor details die je op veel nummers van Fresku’s vrijdag te verschijnen derde album terughoort, die van Nooit Meer Terug zo’n sterke plaat maakt.

Een plaat waarbij de als Roy Michael Reymound geboren Fresku (Papiamento voor brutaal) belangrijke hulp kreeg van rapper MocroManiac en producer Teemong. Vooral de laatste, ook al verantwoordelijk voor de fraaie videoclips die aan de release van Nooit Meer Terug vooraf gingen, drukt een belangrijk stempel op het album. Meteen al in het titelnummer zet hij een pittige groove neer: ‘Soms is het lonely waar ik ben/ niet aan de top maar verder dan de meesten’, rapt Fresku, om even later uit te roepen: ‘Teemong, wat doe je, als je m’n album zo laat beginnen…’

Ja, wat dan? Dan is Fresku meteen op de goede weg van zijn derde album een meesterwerk te maken. Even wat vrolijkheid in het al bekende Kreeft, waarin de rapper een beetje pocherig meldt alleen nog maar krab en kreeft te eten en een maaltijd van rijst en kip voor ‘losers’ is.

DUBBELZINNIG
Allemaal scherts natuurlijk. Fresku weet niet alleen waar hij vandaan komt: uit een gebroken gezin, opgegroeid in betrekkelijke armoede. Maar hij verhaalt vooral voortdurend over zijn worsteling met zichzelf. Doet hij alles wel goed? Klinkt hij als rapper overtuigend genoeg? Benut hij zijn talenten voldoende? Heeft hij zijn financiën wel op orde? Is hij wel een goede vader voor zijn 5-jarige dochter Alisha? Vragen die op zijn vorige twee albums ook al voorbijkwamen, maar nu zo mogelijk nog prangender zijn geworden.

Fresku behandelt zijn twijfels en zijn angsten dubbelzinnig. Hij rapt er nadrukkelijk over, maar wil ook alles relativeren. Vandaar de voicemail van zijn manager Kees de Koning, die hem in Gooi Jezelf Weg even uitlegt klaar te zijn met het voortdurende gezeur van zijn artiest. Fresku heeft nu toch zijn erkenning als rapper? Of gaat hij liever terug naar de riemenfabriek?

Nee, dat wil Fresku niet. Maar echt zeker van zijn zaak is hij niet. Het voortdurende getob is bijzonder voor rappers. Hiphop is toch een genre waarin eigen kleine verdiensten snel worden uitvergroot. Mooi dat zijn vader trots op hem is (bewezen door ook al een voicemailbericht in het nummer Trots) maar Fresku blijft balanceren tussen ‘stoppen en doorgaan’.

KONING VAN DE STRAAT
Zo ontvouwt zich op zijn plaat langzaam een vertelling waarin twijfel omslaat in paranoia en waarin satire naar de achtergrond verdwijnt. Als hij even niet zelf centraal staat, rapt hij over jonge ouders die in de maatschappij ten onder dreigen te gaan, zoals in het aangrijpende Gevangen: ‘Net vrij, zeven maanden gezeten, draaideureffect’.

Of over jonge meisjes die op hun 16de zwanger zijn zonder te weten wie de vader is (Rustig Aan). Om in Meisjes/Jongens weer even een andere toon aan te slaan: die van een stoere, alleswetende koning van de straat. Een zin als ‘Die bitch heeft geneukt met iedereen die wil in haar gleuf’ zou je eigenlijk niet verwachten op dit album, maar, zo stelt zijn protagonist vast: ‘Meisjes willen stoute jongens die lief zijn alleen voor hen/ Jongens willen lieve meisjes die stout zijn alleen voor hen.’

Tekstueel gebeurt er veel. Fresku gooit zijn gevoelsleven in de muziek en spaart zichzelf allerminst. Meer Karl Ove Knausgård dan Kanye West, zo schaamteloos gedetailleerd deelt hij zijn gevoelsleven met de luisteraar. Als Fresku tot slot in Angst zijn zorgen uit en alles van zich af schreeuwt, is gepaste stilte de enige reactie:

‘Onder het mom van veiligheid geven we mensen stempels
Alsof ze echt een bedreiging zijn.
Antillianen, Marokkanen, risicogroepen,
Zwarte mensen, islamieten, typische boeven.
Is dit nou veiligheid, ik voel me minder safe
Want jouw beveiliger mishandelt en fouilleert me steeds
En niet op basis van mijn daden maar mijn kenmerken
Heb zo veel drang om ze te haten maar ik ben sterker.’

MEER VARIATIE
Heel sterk en overtuigend klinkt Fresku op dit derde album, met eigenlijk maar één minpuntje: muzikaal blijft een aantal nummers achter bij de teksten, dan gebeurt er net iets te weinig. Het tempo is vaak hetzelfde en producer Teemong zou iets meer variatie in de beats mogen aanbrengen. Zo blijft het wel een lange zit, want dansen lukt vaak ook niet echt.

Ook een echte partyhit ontbreekt. Maar na een zomer Drank en drugs is het bijna louterend door Fresku te worden meegevoerd naar de soms duistere krochten van zijn geest.

Album Reviews: Nathaniel Rateliff en The Robert Cray Band

The Robert Cray Band - 4 Nights of 40 Years Live (2015)The Robert Cray Band – 4 Nights Of 40 Years Live (Provogue/Mascot Label Group)
Hij mag hoogstpersoonlijk verantwoordelijk worden gesteld voor de herwaardering van de bluesmuziek in Nederland. Robert Cray scoorde hier met Right Next Door (Because Of Me) in 1987 één van de grootste hits in dat jaar. Wat wij hier ons toen niet realiseerden was dat de Amerikaanse zanger/gitarist in zijn eigen land al tot de gevestigde orde behoorde. Bluesiconen als John Lee Hooker, BB King, Buddy Guy, Johnny Copeland en Albert Collins lieten geen gelegenheid onbenut om hun bewondering voor de jonge muzikant met zijn frisse en zelfs vernieuwende benadering uit te spreken. Het leidde tot interessante samenwerkingen in de studio maar het waren vooral de live-optredens die decennia lang indruk maakten.

Vandaar dat nu zijn veertigjarige bestaan als bluesmuzikant gevierd kan worden met de release van 4 Nights Of 40 Years Live, een registratie, of beter gezegd: een selectie uit vier avonden op verschillende locaties in Los Angeles, die vorig jaar in december werd opgenomen. Cray heeft met zijn band enkele hoogtepunten bij elkaar gespeeld waarbij werd gekozen uit maar liefst twintig albums.

Wie hem onlangs nog in Nederland heeft gezien weet dat er een muzikant op het podium staat die niets meer hoeft te bewijzen maar die nog altijd een kwalitatief hoogstaande show weet af te leveren. Mede door een vakkundig stel begeleiders, waarvan enkelen hem al vanaf het prille begin ondersteunen, biedt ‘een avond Robert Cray Band’ soepele Memphis Soul, meeslepende bluesballads en nog veel meer aanverwante klanken waaronder de vrolijke reggae van Poor Johnny. Allemaal voorzien van verfijnd, subtiel en altijd gevoelige gitaarklanken van de bescheiden en uiterst sympathieke performer.

Voor diegenen die geen genoegen met slechts een audioregistratie is er nog een interessante DVD beschikbaar waarop drummer/producer Steve Jordan, bekend van zijn samenwerking met John Mayer en Keith Richards, zijn licht laat schijnen op de totstandkoming van de laatste albums van The Robert Cray Band. We zien onder meer enkele aardige opnamen uit de archieven van Veronica’s Countdown en zelfs een T-Bone Shuffle uit 1982. Bewondering is er ook van vakgenoten als Eric Clapton, Bonnie Raitt, Jimmie Vaughan en Buddy Guy.

Het is misschien appels met peren vergelijken maar na het recente overlijden van een grootheid als BB King mag Robert Cray op basis van zijn gehele oeuvre toch onderhand zeker wel als DE vaandeldrager van deze door velen geliefde muzieksoort gezien worden. Jeroen BakkerNathaniel Rateliff & The Night Sweats - Nathaniel Rateliff & the Night SweatsNathaniel Rateliff & The Night Sweats – Nathaniel Rateliff & the Night Sweats (Stax / Caroline Benelux)
Deze uit Denver afkomstige singer-songwriter Nathaniel Rateliff maakte vijf jaar geleden al een behoorlijke indruk met zijn solo-debuut, In Memory Of Loss. Hij werd toen veelvuldig vergeleken met Bon Iver en Mumford & Sons. Op dit nieuwe album gooit Nathaniel het roer echter radicaal om.

Het album is uitgebracht op het beroemde soul-label Stax, en de R&B, soul en rock druipen er dan ook van af. Zelfs voor zijn fans komt dit als een volslagen verrassing, maar Rateliff bewijst hier pas echt wat een goede stem hij heeft, waarin de invloeden van Sam Cooke, Sam & Dave en vooral Van Morrison doorklinken. Hij wordt begeleid door een energieke nieuwe band en een lekkere vette blazers-sectie, en het klinkt allemaal alsof het zo live in de studio is opgenomen. Een album dat Stax meer dan waardig is, en dat bovendien met kop en schouders uitsteekt boven alles wat er de laatste tijd binnen de soul revival is verschenen. Tekst ManiaJos van den Berg

LIVEDATUM 12/10 Paradiso Noord, Amsterdam (uitverkocht)

Album Reviews: Menace Beach en Gary Clark Jr.

menace-beach-super-transporterreum-epMenace Beach – Super Transporterreum (V2 Records)
Kijk, dat zien we graag! Een half jaartje na je debuut, meteen met een EP’tje komen. Hardwerkende Britten dus. Al zou je dat niet zeggen als je ze zo aan het werkt hoort trouwens. Want dit zijn de hippies van de 21e eeuw.

Menace Beach klinkt fuzzy, spacey en relaxed. En dat ze uit Leeds komen, hadden we al helemaal nooit geraden. Want dit soort garagebands heeft Engeland eigenlijk helemaal niet. Deze jongens en dame klinken alsof ze ergens in Californië in een ketel vol psychedelische rommel zijn gevallen.

Denk aan Ty Segall, Pond en nog 999.000 andere bandjes. Nee, een eigen sound hebben ze inderdaad nog niet gevonden. Maar dat komt wel. En anders maar niet. Want dit rockt nuchter al heerlijk weg, moet je nagaan hoe makkelijk het er met een paar biertjes achter de kiezen ingaat. Milo LambersGary Clark Jr. - The Story of Sonny Boy SlimGary Clark Jr. – The Story of Sonny Boy Slim (Warner)
De Texaanse gitarist Gary Clark Jr. wist behoorlijk te imponeren met zijn debuut album Blak And Blu in 2012, waarna hij vooral als blues gitarist te boek stond. Op zijn tweede album, in tegenstelling tot wat de titel doet vermoeden niet specifiek een concept plaat, weet Clark meer dan ooit te bewijzen dat hij wel een eigen stijl heeft, maar niet perse in een hokje zit.

Zijn Texaanse afkomst maakt hij kenbaar in het sterk door Z.Z. Hill beïnvloedde Our Love en in het hoogtepunt Church, waarin de geest van één van de grondleggers van de hedendaagse muziek rondwaart, streekgenoot Blind Lemon Jefferson. Tegelijkertijd is de hedendaagse R & B en Hiphop veel aanwezig in het eigentijds klinkende materiaal. Clark speelt de meeste instrumenten allemaal zelf, waardoor de nadruk minder op zijn gitaarspel komt te liggen. Dat wil overigens niet zeggen dat hij af en toe niet alle kanten op scheurt, want al in opener The Healing gaan wat dat betreft alle registers open.

Daarbij moeten we niet vergeten dat Clark ook als zanger zijn mannetje staat, waarbij hij vaak dezelfde nonchalance als voorbeeld Jimi Hendrix in zijn stem legt. Diep geworteld in de rijke traditie van de Texaanse blues en soul, maar ontegenzeggelijk met het oog op de huidige hitlijsten is Clark nog meer dan op zijn eerste album de perfecte, hitgevoelige, moderne roots muzikant. Tekst ManiaJurgen Vreugdenhil

Album Reviews: Chris Cornell en Lynyrd Skynyrd

Chris Cornell - Higher TruthChris Cornell – Higher Truth (Universal)
Behalve als zanger van Audioslave en Soundgarden glorieert Chris Cornell ook op zijn soloplaten die hij sinds 1999 met lange tussenpauzes uitbrengt. Scream, zijn vorige soloalbum, zes jaar geleden, waarmee de rockbrulboei met de gouden strot ineens meende popmuziekjes te moeten maken, was echter een ongekende misser, die hij voor een groot deel goed maakte met het prachtige Songbook uit 2011, een live-plaat van Cornell in zijn eentje die sleutelsongs uit zijn carrière doorneemt, gewapend met slechts akoestische gitaar.

Ook Higher Truth, zijn nieuwe studioalbum is grotendeels akoestisch maar van producer Brendan O’Brien moet Cornell flink zijn best doen om boven de volle, kristalhelder opgenomen muziek uit te komen. De observatie van Cornell dat wij meer oog hebben voor onze smartphones dan voor de verbazingwekkende planeet waarop we leven, is een soort overkoepelend thema op dit schitterende album waar het tevergeefs zoeken is naar missers.

Dat er niet zo veel stroom wordt gebruikt, betekent niet dat Cornell niet rockt op Higher Truth. Integendeel. Maar er is ook folk en af en toe zelfs wat wereldmuziek met uitheemse instrumenten. En verder is er natuurlijk die geweldige zang waarmee hij elke tekstregel in brand steekt. Tekst Mania | Wim KoevoetLynyrd Skynyrd - One More for the FansLynyrd Skynyrd – One More For The Fans (e-a-r Music/PIAS)
My Backyard, The Noble Five en One Percent. Zo maar wat namen waar vijf muzikanten uit Jacksonville, Arizona zich in de jaren zestig van de vorige eeuw mee tooiden. In 1969 werd de band definitief gedoopt in Lynyrd Skynyrd.

Vijftig jaar, 14 studioalbums, heel veel optredens en personeelswisselingen later viert de groep een feestje. Dubbelaar One More For The Fans is het verslag van een speciale avond vorig jaar november in het Fox Theater in Atlanta. De stoet gasten is lang en indrukwekkend. Greg Allman, Cheap Trick, Peter Frampton, John Hiatt, Jason Isbell, Gov’t Mule, Warren Hayes, O.A.R. en Donnie van Zant, het is een kleine greep uit een indrukwekkende lijst. Op One More For The Fans staan op twee schijfjes negentien nummers en komen alle gasten aan bod. Zo krijgen de nummers van Lynyrd Skynyrd de handtekening mee van de optredende artiesten. Pas in de laatste nummers komt de groep zelf aan bod. De grootste hit Sweet Home Alabama krijgt als afsluiter een lekker rockende uitvoering van de muzikanten op leeftijd.

Negentien nummers dus op One More For The Fans. Na twee of drie keer luisteren is de verrassing er wel af. De meeste nummers krijgen de uitvoering die de fans kennen. De optredende groepen geven de nummers weinig meerwaarde, er wordt vooral gekopieerd. Natuurlijk is er het enthousiasme van de aanwezige fans in het Fox Theater, maar daar wordt de fan in de huiskamer niet warmer van. One More For The Fans is het bericht dat een van de leukste groepen van de vorige eeuw vijftig jaar is geworden. Het is een bericht verspreid over twee schijfjes en wordt door een indrukwekkende stoet artiesten gemeld. Jaks Schuit

Live Review: Silent War @ Gebr. Nobel, Leiden

Silent War Gebr. de Nobel Par-pa fotografie 6095-1zwkltLive Review: Silent War @ Gebr. Nobel, Leiden
10 september 2015
Tekst Jeroen Bakker Foto’s Arend Jan Hermsen

Lang werd er naar uitgekeken maar de eerste officiële EP van Silent War is afgelopen week dan eindelijk gepresenteerd in een stampvolle en zwaar uitverkochte kleine zaal van Gebr. de Nobel te Leiden. Op allerlei manieren werd donderdagavond geprobeerd om op slinkse wijze het strenge deurbeleid te omzeilen. Het bleek al snel op niets uit te draaien met als resultaat tientallen teleurgestelde pechvogels die noodgedwongen op zoek moesten naar ander vertier in de Leidse binnenstad.

Silent War Gebr. de Nobel Par-pa fotografie 0971-1zwkltZij die wel op tijd binnen waren werden welkom geheten door de sympathieke jongens van Blupaint, het viertal dat binnenkort uitgebreid aan bod komt tijdens de Poprondes in diverse steden. De stembandjes in het publiek kunnen met het opzwepende High maar ook met Save Me al even worden opgerekt. Het zijn twee van de fijne tracks die de oplettende luisteraar bij 3FM en/of Cortonville al eens voorbij hoorde komen. De catchy indiepop komt vooral live prima tot zijn recht en dat heeft alles te maken met het plezier dat er vanaf het podium wordt uitgestraald.

Toch staat vanavond alles in het teken van een ander viertal waarvan de naam valt af te lezen van een mega-grote banner die de gehele achterwand bedekt. Niets is aan het toeval overgelaten zo blijkt. De jongens van Silent War kijken elkaar nog eens aan met een zelfverzekerde blik, vastberaden om na eerdere optredens in gerenommeerde zalen als Paradiso en Melkweg ook Gebr. De Nobel van de eerste tot de laatste minuut bij de strot te grijpen. Fingers Crossed zingt zanger/gitarist Josha die kort voor aanvang van de show nog had aangegeven bang te zijn geweest voor een opkomende keelontsteking. Je moet er inderdaad niet aan denken. Stemproblemen op een dag als vandaag. Het publiek merkt er niets van. Hij slaat zich er professioneel door heen, overtuigend zelfs. Er is blijkbaar meer voor nodig om deze geoliede machine te stoppen. De vele optredens in het nog maar korte bestaan van de band, ze zijn nog niet eens twee jaar bij elkaar, werpt duidelijk zijn vruchten af.

Silent War Gebr. de Nobel Par-pa fotografie 1010-1zwkltOver de opbouw van een setlist is eveneens goed nagedacht. De troeven moet je nu eenmaal niet direkt op tafel gooien. Een kleine groep fans blijkt alle teksten zelfs al te kennen. De jonge gasten genieten er vanaf het podium zichtbaar van. Werkelijk niemand haalt het in zijn hoofd om stil te blijven staan bij het aanstekelijke Crawl dat in de ietwat gepolijste uitvoering van de EP al zeer geslaagd was maar vanavond voorzien van een scherp rockrandje nog beter tot zijn recht komt.

Soepele gitaarlicks, riffs en loopjes ondersteund door een solide ritmetandem van drums en bas, het gaat ze zichtbaar moeiteloos af. Komt daarbij nog een klein dozijn sterke composities waarvan er vier op de EP zijn terechtgekomen en je hebt een band die binnen niet al te afzienbare tijd klaar is voor het grotere werk. De drukte bij de merchandise zo kort na afloop van Gone With The Wind is veelzeggend. Silent War is nog lang niet uitgeraasd. Komt goed uit zo met Eurosonic in aantocht.

Album Reviews: Iron Maiden en Dez Mona

Iron Maiden - The Book of SoulsIron Maiden – The Book Of Souls (Parlophone)
De opnamen voor het zestiende album van Iron Maiden waren nog maar net afgerond toen bij zanger Bruce Dickinson kanker werd vastgesteld. Een kwaadaardige tumor, nota bene in de mond van de zanger, moest snel en zeer intensief worden aangepakt. De behandeling bleek succesvol en sinds het afgelopen voorjaar is Dickinson genezen verklaard. Momenteel kan hij zich richten op de promotie van Book Of Souls, het eerste album sinds Final Frontier uit 2010 waarvan iedereen dacht dat het toch echt de zwanenzang van Iron Maiden zou zijn. Niets is minder waar en hoewel de band maar liefst veertig jaar toonaangevend is in de harde sector, werd onlangs gewoon weer een grootschalige wereldtournee aangekondigd die volgend jaar van start zal gaan en waarbij zes van de zeven continenten zullen worden aangedaan. De charismatische vocalist is op dit moment druk bezig om weer in topvorm te geraken om deze enorme klus op verantwoorde wijze te kunnen klaren.

Goed nieuws en opluchting dus voor de trouwe fans die nog nooit zo lang hebben moeten wachten op een opvolger en met grote verwachtingen hebben uitgekeken naar dit album dat, hoewel er slechts elf tracks op staan, maar liefst ruim negentig minuten muziek bevat. Book of Souls is uitgebracht op twee schijven in een prachtige box en, zoals we dat van Maiden gewend zijn, voorzien van indrukwekkend artwork. Nadat eerder werd gekozen voor thema’s als sciencefiction, klassieke Engelse literatuur, mythologie en oorlogsgeschiedenis staat deze keer alles in het teken van de Mayacultuur. Een prachtige gelegenheid dus voor kunstenaar Mark Wilkinson om zich weer heerlijk uit te leven in monsterlijke en brute cartoons waarin Eddie de bandmascotte zoals gewoonlijk een hoofdrol vervult. Naast de aanwezigheid van het bloeddorstige monster zijn alle andere vertrouwde elementen eveneens aanwezig. Komt goed uit voor de Maiden-puristen die niets moeten hebben van experimenten. Hoort het intro van Shadows Of The Valley dat een regelrechte kopie lijkt te zijn van Wasted Years of de meezingkoortjes in The Red And The Black die het ongetwijfeld vooral live erg goed gaan doen. Alle ingrediënten die het geluid van Maiden zo vertrouwd doen klinken zijn te horen maar er is wel degelijks iets nieuws te beleven. Zo is het epische sluitstuk Empire Of The Clouds, dat maar liefst achttien minuten in beslag neemt, voorzien van pianoklanken en strijkers. Best even slikken voor de liefhebbers die het ruwere werk niet schuwen. Uiteraard wordt hier halverwege het tempo weer opgeschroefd en ontbreken ook de duels die het gitaristentrio van de band uitvecht niet. Gewaagd maar zeker ook geslaagd en vooral fascinerend hoe na al die jaren nog altijd de inspiratie voor dit soort uitstapjes gevonden wordt. Vermeldenswaard is ook Tears Of A Clown dat is opgedragen aan Robin Williams en geschreven werd naar aanleiding van zijn zelfgekozen dood. Een stevig maar waardig eerbetoon. Dan is er ook nog het toegankelijke Speed Of Light waar ‘the pedal to the metal’ nog maar eens stevig wordt ingetrapt. Het zijn slechts enkele voorbeelden waaruit blijkt dat nog altijd serieus rekening moet worden gehouden met dit Britse metal-instituut.

De organisatie van Fortarock kan zich al vast gereedmaken voor de aankomst van vlucht 666 want Iron Maiden heeft met Book Of Souls een prima excuus om volgend jaar de Ed Force One op Nederlandse bodem te laten landen. Jeroen BakkerDez Mona - OriginDez Mona – Orgin (Caroline Benelux)
Dat Dez Mona ooit begonnen als duo op basis van contra bas en vocalen zouden we bijna vergeten na hun laatste, overigens uitstekende, rock album A Gentleman’s Agreement.

Opener Does It Make You, Happy? gaat nog even op die voet door, maar op tweede song All I Ever Wanted wordt al snel duidelijk waar de album titel vandaan komt. De melodieuze bas van Nicolas Rombouts vormt de kern waaromheen accordeon, akoestische gitaar en drums zich bewegen, terwijl de klassieke stem van Gregory Frateur alle ruimte krijgt. Niet dat het een rustig album is geworden, want de scheurgitaar in Dirty Language en de bijbehorende stemvervormingen maken de toch al wat donkere muziek alleen nog maar spannender.

Ook wordt de elektronica niet geschuwd, in het Bowie-achtige Bohemian Rebel. Dez Mona lijkt alle invloeden die ze de laatste jaren heeft opgedaan te hebben kunnen vertalen naar hun basis sound en weet daar een zeer fraai album mee te produceren. Tekst Mania | Jurgen Vreugdenhil

LIVEDATA 13/12 EKKO, Utrecht 29/01/2016 Merleyn, Nijmegen 31/01/2016 Patronaat, Haarlem 30/01/2016 Rotown, Rotterdam

Album Reviews: The Libertines en The Fratellis

The Libertines - Anthems for Doomed YouthThe Libertines – Anthems For The Doomed Youth (Virgin/EMI Records)
Toen The Libertines in 2002 debuteerden met Up The Bracket werden ze onthaald als de nieuwe hoop in de Britse popmuziek. Met een mengeling van een dosis Sex Pistols, een vleug The Smiths en een flinke scheut The Clash – niet in het minst omdat Mick Jones beide albums van de band produceerde – was er een band die weer songs met een hoofdletter S wisten te schrijven.

De kracht van de band lag in de gecombineerde talenten van Pete Doherty en Carl Barat die alle songs een meerwaarde gaven. Doherty bleek echter een enfent terrible met een zwaar drugsprobleem. Beide heren gingen het solopad op (met respectievelijk Babyshambles en Dirty Pretty Things) tot in 2010 ineens een reunieoptreden werd aangekondigd. De shows op het Reading en Leeds festival waren een groot succes. Toch hebben we vijf jaar nog moeten wachten op een nieuwe plaat en dat komt omdat Doherty pas sinds begin dit jaar definitief lijkt te zijn afgekickt.

Anthems For The Doomed Youth is een waardige opvolger van de twee eerder verschenen albums. De heren klinken nog steeds urgent, hebben het songschrijven beslist niet verleerd en producer Jake Gosling geeft ze een lekker authentiek rammelend geluid mee. Een geslaagde wederopstanding die maar weinigen voor mogelijk hebben gehouden. Tekst ManiaBert Dijkman

The Fratellis - Eyes Wide, Tongue TiedThe Fratellis – Eyes Wide, Tongue Tied (Cooking Vinyl/V2 Benelux)
Een megahit kan een behoorlijke vloek zijn. Denk aan Radiohead die Creep niet meer live wil spelen. Ook The Fratellis kunnen er over meepraten; meeschreeuwer Chelsea Dagger werd tien jaar geleden een enorme hit, en komt nog steeds op vele feesten en partijen voorbij, maar na dat grote succes raakte de band steeds meer op de achtergrond. Eyes Wide, Tongue Tied is het vierde album en hiermee lijkt de band meer dan ooit te willen zeggen: wij zijn meer dan dat feestnummer!

We horen al meteen een onheilspellende piano-intro in de opener Me and the Devil (tevens het hoogtepunt). Het leidt een licht episch, mooi opbouwend nummer in waarin Jon Fratelli zingt zijn ziel te zullen verkopen. Het lijkt een statement tegen religie, maar muzikaal lijkt het ook een statement. Het staat namelijk behoorlijk ver van de springerige pub-rock af waar ze bekend mee werden. Zo vinden we verder op het album ook nummers die juist behoorlijk folky aandoen (Impostors, Desperate Guy) of meer richting Beatlesque rock gaan, met in Dogtown zelfs een regelrechte knipoog naar Come Together.

Toch zijn ze hun oorsprong niet helemaal vergeten. Baby Don’t You Lie to Me is minstens zo aanstekelijk en dansbaar als Chelsea Dagger, en Too Much Wine zal het op concerten ook goed doen als stampende Status Quo-pastiche. De nadruk is echter wat meer op sfeer en melodie gekomen, en de muziek is over de gehele linie een tandje rustiger. We kunnen dus wel stellen dat de band zijn wilde haren heeft verloren en dat geeft ze een heel mooi nieuw gezicht. The Fratellis zijn absoluut meer dan dat ene feestnummer. Arnout de Vries

LIVEDATA 23/10 De Kreun, Kortrijk 26/10 Paradiso, Amsterdam