Tapir! – My God

Voor een band die het atheïsme belijdt heeft Tapir! het opvallend vaak over goddelijke zaken. Hun debuut EP heet Act 1 (The Pilgrim), gevolgd door Act2 (Their God) en binnekort act 3 (The King of My Decrepit Mountain).  Tezamen vormen de drie delen het debuutalbum van de band uit Londen.

Nieuwe single My God gaat niet over (de christelijke) God per sé, maar over religie in het algemeen. De hogere macht waarnaar de mens zich richt voor duiding, troost of richting in zijn/haar ondermaans bestaan. Allemaal goed en waardevol, maar de tekst zou zijn doel missen als de vorm waarin Tapir! hun boodschap giet niet zo aansprekend zou zijn. My God is een klein, maar o zo fijn (f)luisterliedje. Alleen al de stem van Ike Gray is je entreegeld waard. En dan is er nog die mooie melodie en dat heerlijke koor.

Tapir! was een van onze tips op het Left Of The Dial festival, en nog beter dan we durfden hopen.

Bull – Start A New

Start A New suggereert een nieuw begin, maar is feitelijk een doorstart. Zo lang geleden is het namelijk niet dat Bull iets van zich liet horen. En Bull baas Tom Beer schreef het nummer al in 2020 tijdens de pandemie.

Dat het voor de band uit York toch voelt als een nieuw begin komt omdat ze de single hebben uitgebracht op hun eigen label. Hun debuutalbum verscheen bij een major label. De reden van wisseling van platenmaatschappij is onduidelijk, maar zal waarschijnlijk wel met tegenvallende omzetcijfers te maken hebben.

Hoe het ook zit, Bull klinkt op hun nieuwe single happy en hoopvol, uitbundig zelfs. Start A New is pure pop met wortels die terug gaan naar de Beat boom van de jaren zestig. Niet nieuw is de klinkende productie van producer/engineer Remko Schouten, een bekende naam in het Nederlandse alternatieve circuit (Bettie Serveert/ Claw Boys/ Ceasar) en daarbuiten (Stephen Malkmus/Devendra Banhart/ Sonic Youth).

Yin Yin – Year of The Rabbit

Het Maastrichter Yin Yin neemt ons weer mee op een muzikale trip naar verre oorden. Dit keer gaan we niet naar Azië, maar naar de Stille Oceaan. Meer exact naar de driehoek tussen Hawaii, Australië en de Amerikaanse West-Kust.

Dit is een wat omslachtige manier om te zeggen dat de Limburgers de surf hebben ontdekt. Niet de recht toe recht aan surf van de vroege jaren zestig van de vorige eeuw, maar een meer exotische variant. De wortels van Yin Yin liggen tenslotte in Thailand en omstreken en dat hoor je. Year of The Rabbit is een smaakmakertje voor een nieuw album dat begin 2024 het daglicht zal zien. Rond die tijd gaat Yin Yin ook weer Europa in, maar niet zonder eerst een drietal optredens in eigen land te hebben verzorgd en wel op 27/1 thuis in Maastricht, 3/2 in Vera, Gruun en 9/2 in de Grote Zaal van de Paradiso.

ALOYSE – invisible

Het Amsterdamse ALOYSE debuteert met invisible, een nummer dat sterk aan The Cure doet denken tot de naamgeefster van het trio begint te zingen. Vanaf dat moment lijkt ALOYSE vooral op zichzelf. Helemaal als Bernice Aloyse Pisters haar stem verheft.

ALOYSE verkent terreinen waar ze niet veel andere Nederlandse bands zullen tegenkomen, die van de persoonsgebonden luister-indie. Invisible is geschreven door BA Pisters en geproduceerd door JJJ Sielcken. ALOYSE loopt momenteel de Popronde. Grote kans dus dat ze een dezer weekenden bij jou in de buurt spelen.

Girl and Girl – Strangers (Fight Night)

Strangers (Fight Night) is (voor ons) de opvolger van All I See, een nummer dat we IJsbreker-waardig vonden. De reacties waren echter niet onverdeeld gunstig. Veel luisteraars bleken moeite te hebben met de vibrato van de frontmeneer van Girls and Girls, Kia James. Na herhaalde blootstelling bleek de irritatie gelukkig grotendeels over te gaan. Ook een optreden op London Calling hielp bij de gewenning.

Daarom durven we het nu wel weer aan om een nieuw nummer van de Australiërs te gaan draaien. De nieuwste single van Girl and Girl begint met wat klinkt als een ongebruikte lick uit het Beatles-songbook ca 1965. Tot de band er plots de beuk in gooit en het tempo opvoert van looppas naar draf. Wanneer meneer James dan begint met zijn bibberzang kan het echt geen andere band meer zijn dan die drie boys en hun drummende tante uit Queensland.

Op 2 november volgt de EP Fight Night, genoemd naar de opnamestudio die zich boven een platenzaak bevind die (funfact!) Dutch Vinyl heet.

Egyptian Blue – To Be Felt

We zijn een beetje laat met de nieuwe single van Egyptian Blue Maar aangezien we waarschijnlijk toch de enige (Nederlandse) radiozender zijn die To Be Felt draaien is er geen haan die er naar kraait.

To Be Felt is de opvolger van GM hit Skin en wederom een geslaagde oefening in het post punk idioom. Ook als je weinig op hebt met eigentijdse punk, maar wel van gitaren houdt heb je een ook goede aan Egyptian Blue. To Be Felt is het 4e liedje dat de band heeft vrijgegeven in aanloop naar de release volgende week van hun debuutalbum, A Living Commodity.

4B2M – LFO

4B2M, de vier broers van twee moeders pikken de draad weer op met een nummer waarin niet wordt gezongen, of wel een ‘instrumental’.

LFO klinkt spannend en dreigend, dystopisch zelfs. Dit geheel in lijn met de teneur van de docu waarvoor de ‘band of brothers’ de track hebben opgenomen. De nieuwe single van de satellietgroep van De Staat, Go Back To The Zoo en Jo Goes Hunting maakt deel uit van de soundtrack van deel 2 van ‘2034 The Big Breakthrough’. Dat is een documentaireserie over het jaar waarin de dijken doorbreken en Nederland voor 92% onder water komt te staan. In de docu blikken de onheilsprofeten terug op het jaar 2023.  Toen we hadden we ook al veel aan ons hoofd, maar nog wel droge voeten. Voor meer info zie clip.

The Libertines – Run Run Run

Ja Pete Doherty en Carl Barát leven dus nog en lijken hun zaakjes weer voldoende op orde te hebben om een doorstart te maken. Ouder, hopelijk ook wat wijzer en in geval van Doherty  een stuk corpulenter.

Negen jaar na de vorige is er een nieuw album aanstaande van de roemruchte Libertines. Nieuwe single Run Run Run, een compositie van Carl Barát (en Danny Connors) klinkt als klassieke Clash, een footstomper en meezinger eerste klas. Helmaal niks nieuws onder de zon, maar voor vernieuwing was je bij deze boys toch altijd al aan het verkeerde adres.  Nu maar hopen dat de mannen trouw hun AA bijeenkomsten blijven bezoeken en eventuele inkomsten netjes opzij zetten voor later.

Het (tweede) comeback album van The Libertines heet ‘All Quiet On The Eastern Esplanade’, is hun vierde in totaal en verwachten we in maart volgende jaar.

IDLES, LCD Soundsystem – Dancer

Als je als postpunkband een dansnummer hebt geschreven wie kan je dan beter vragen bij de uitwerking daarvan dan James Murphy en zijn befaamde LCD Soundsystem? De transatlantische samenwerking mag als zeer geslaagd worden beschouwd.

Uiteraard is Dancer geen gewone dancetrack net zomin als IDLES een gewone postpunkband is of LCD een doorsnee dance-act. Het nummer begint met een vioolintro dat zo veel lijkt op dat van It’s A Man’s World van James Brown dat het niet anders dan een ode kan zijn aan mister dynamite.  Het is de start van een track die stuitert als een kangoeroe op een skippybal. Zanger Joe Talbot spoort de dansers aan met kreten als  ‘cheek to cheek and hip to hip’ daarbij gesteund door een koor dat niet geheel nuchter lijkt.

Dancer komt op het nieuwe, vijfde album van IDLES, TANGK, een co-productie van de band’s Mark Bowen, Nigel Goodrich en Kenny Beats. Releasedatum 16/2/24.

Pale Puma – Haunted By Dreams That Were Never My Own

Pale Puma – Haunted By Dreams That Were Never My Own (Excelsior)

Wie goed luistert hoort dat het debuutalbum van Pale Puma is geproduceerd door Moss’ Marien Dorleijn. Verder is de plaat vooral heel erg Pale Puma, het geesteskind van de in Amsterdam geboren Django Duijns. De bijna dertiger worstelde met depressies, maar heeft die overwonnen. Het is goed te horen op het sprankelende Haunted By Dreams That Were Never My Own.

De indierock van Pale Puma staat stijf van de shoegaze-elementen, zonder dat dat een moment verveelt. Het is knap. Het liedje staat voorop. Duijns verzandt niet in allerhande maniertjes. Haunted By Dreams That Were Never My Own (korter!) is een frisse, opgewekte plaat waarin we talloze referenties voorbij horen komen. Meest in het oog springende is misschien wel Lost In Pink Moon, wat overduidelijk een ode is aan de geniale Nick Drake, die op 26-jarige leeftijd een overdosis antidepressiva tot zich nam. Hoewel Drake ontegenzeggelijk een inspiratiebron is, is dat op plaat nauwelijks te horen. Lost In Pink Moon is wel een magistrale ode, die je zo vaak mogelijk achter elkaar wil horen. Wat een geweldige song.

Waarmee de toon is gezet. De uptempo shoegaze, overgoten met dat smeuïge Moss-sausje, door de aanwezigheid van Dorleijn, die op gitaar en percussie, alsmede achtergrondzang toch wel wat sterker aanwezig is op Haunted By Dreams That Were Never My Own is zwanger van melancholie, zonder steun te zoeken in mistroostigheid. Duijns lijkt vooral te laten willen horen hoe goed hij in zijn vel steekt momenteel en dat is een genot.

We mogen het productiewerk van Frans Hagenaars ook niet onvermeld laten. Ja, bij welke gerespecteerde Nederlandse gitaarband zat Hagenaars eigenlijk niet achter de knoppen? Van Johan, tot Bettie Serveert en van Daryll-Ann tot Hallo Venray.

Het maakt Pale Puma’s debuut tot een van de lekkerste gitaarplaten die dit jaar zijn verschenen. Smaakvol, troostend en zinnenprikkelend. Smaakt naar meer. Luistertip: luid afspelen! Pieter Visscher