Dinosaur Jr – Sweep It Into Space

Dinosaur Jr – Sweep It Into Space (Jajaguwar)

Ja, probeer maar eens niet van Dinosaur Jr. te houden. Dat is nog geen sinecure. Eenmaal eraan verslingerd geraakt, wat voor ondergetekende geldt, en je bent een leven lang verslaafd. Zelfs aan de uit miljoenen herkenbare, lijzige stem van  J Mascis. Met of zonder een van die knotsgekke brillen op z’n hoofd.

Sweep It Into Space is de twaalfde langspeler van Dinosaur Jr en zonder twijfel een van de sterkste platen die de band heeft afgeleverd. Dat heeft niet in de laatste plaats te maken met de aanwezigheid van zo’n andere slacker (geuzennaam) Kurt Vile, die op zes nummers vocaal aanwezig is en op drie gitaar speelt, naast Mascis. Die zijn oude maatje Lou Barlow, de bassist, toch alweer zestien jaar naast zich heeft, nadat die zich met die andere steengoeie band Sebadoh onderhield.

De aanwezigheid van Vile betekent ook dat hij een deel van de productie op zich heeft genomen, samen met Mascis, waardoor we al met al kunnen spreken van een soort superformatie, want je moet het gevoel voor lichte overdrijving nooit laten verslonzen. Maar kom op, pak een song als I Met The Stones. Een kleine vier minuten Dinosaur Jr in een ongekende rock-‘n-rollvorm, met een Vile die strooit met gruizige riffs alsof zijn leven ervan afhangt, terwijl Mascis daar niet voor onderdoet en met zijn immer larmoyante stemgeluid ook nog eens de hoofdrol wil opeisen.

Sweep It Into Space is een lekker stevig album geworden en zo horen we Mascis en zijn mannen ook het liefst. Terwijl het wat ingetogener, emotioneel geladen Garden, met een refrein waarbij je het nauwelijks drooghoudt, het prijsnummer is. Poeh, wat een schoonheid. Zonder Vile op gitaar, noch zang, terwijl hij vocaal sowieso nooit vooraan staat op SIIS. Niettemin is Vile welzeker meer dan slechts een additionele factor op Sweep It Into Space, dat twaalf songs lang geen zwakke momenten kent en dat erom schreeuwt live ten gehore gebracht te worden. In 2007 stond Dinosaur Jr voor het laatst op Lowlands. Het wordt wel weer eens tijd. Pieter Visscher