When I Die. Album Gallipoli van Beirut zet stante pede de toon met een gevoelig, melancholisch nummer. Een gitaar. Blazers. Ja, de blazers. Ze waren onlosmakelijk aan zanger Zach Condon verbonden op de eerste albums die hij schiep met zijn band.
Gulag Orkestar en The Flying Cup Club. De meesterwerken daarop waren niet aan te slepen. Postcards From Italy. A Sunday Smile. Guyamas Sonora. En Nantes. Vooral Nantes. Het geluid veranderde erna op The Rip Tide (2011) en No No No (2015).
De jonge, onbezonnen wereldreiziger werd volwassen. Maar When I Die neemt de luisteraar mee terug in de tijd. Net als titeltrack Gallipoli. De Grieken wisten het al, toen ze de naam voor deze plaats verzonnen. Ze noemden het havenstadje kalé pólis. Mooie stad. De Italianen verbasterden de naam tot Gallipoli, maar de schoonheid van het stadje bleef behouden. Nauwe straten met inkijkjes. Gekleurde vissersboten. Barokke kathedralen.
Zach de reiziger was er en zingt erover. Als vanouds. De muzikale omlijsting van Gallipoli is betoverend. De zachte stem van Condon. De koperblazer. Een Italiaans Farfisa-orgel. Varieties Of Exile is vervolgens weemoedig. Het stemgeluid neemt toe. Steeds meer instrumenten bemoeien zich met de melancholie.
Beirut is zelden ingewikkeld, maar onverminderd vindingrijk. Landschappen of plaatsen adoreren middels muziek. De plaat Gallipoli ademt de wereld. In je gedachten reis je mee. On Mainau Island. I Giardini. Corfu. Light In The Atoll. Beirut is terug. Stiekem terug van nooit weggeweest. De nostalgische langspeler wordt afgesloten met het instrumentale Fin. En zo is het. Fin. Tekst Mania | Jelle Teitsma
LIVEDATA
2 april Vorst Nationaal, Brussel (BE)
4 april Oosterpoort, Groningen
8 april TivoliVredenburg, Utrecht (Sold Out)