Caleb Landry Jones – Croc Killer 2

Als Caleb Landry Jones zou moeten kiezen tussen zijn werk als acteur en zijn roeping als muzikant zou hij er verstandig aan doen om voor Hollywood te gaan. Van zijn muziek zal hij niet snel rijk worden.

Ook zijn derde album belooft weer een heerlijk freaky werkstuk te gaan worden. Waarschijnlijk omdat Jones financieel niet afhankelijk is van zijn muziek hoeft hij met niks en niemand rekening te houden en kan hij volledig zijn eigen gang gaan. Die gang is niet altijd te volgen, tenminste niet zonder langdurige blootstelling.

Op Croc Killer 2 blijft Mister Jones redelijk binnen de perken van een popsong. Zijn nieuwe single is een sluipende, met piano en gitaar dichtgemetselde ballad die mede vanwege de licht androgyne zang wel aan Bowie doet denken. Dat klinkt misschien niet zo aantrekkelijk, maar is dat dus wel.

Pinkshift – BURN THE WITCH

Nu Love Me Forever, het debuutalbum van Pinkshift alom verkrijgbaar is, maken wij nog graag even van de gelegenheid gebruik om je aandacht te vestigen op het multi-culti trio uit Baltimore.

Naar onze onbescheiden mening is Pinkshift een van de beste nieuwkomers binnen het wat zwaardere rockgenre. We zeggen bewust geen metal of punk of hard rock omdat het geluid dat Ashrita (zang en gitaar), Myron Houngbedji (drums) en Paul Vallejo (gitaar) voortbrengen te divers om onder één noemer te vangen. Dat neemt niet weg dat Pinkshift met gemak de kalk van het plafond speelt.

BURN THE WITCH is Pinkshift op volle oorlogssterkte. Binnen een tijdsspanne van iets meer dan drie minuten horen we een monsterriff, een zangeres die verleidt en vernietigt en een ritmesectie die sneller gaat dan Max verstappen in Zandvoort.

Love Me Forever van Pinkshift, kopen stelen of streamen dat album!

Amber Arcades – Just Like Me

Nu Amber Arcades weer terug is beseffen pas we hoe zeer we haar hebben gemist. Het eerste levensteken in vier jaar van A.A. a.k.a. Annelot De Graaf is een zwevende psychpopsong waarin een haperend draaiorgel-achtig keyboard fraai contrasteert met haar dromerige zangpartijen.  

Halverwege wordt je plots wakkere geschud door een stel stevige gitaren die een Spectoriaans slot inluiden. Met Just Like Me kondigt Amber Arcade de blijde geboorte aan van een gloednieuw album. Barefoot On Diamond Road moet ergens begin volgend jaar gaan uitkomen.

Feeble Little Horse – Chores

Bijna op de kop af een jaar na de release van het debuutalbum van Feeble Little Horse komt de plaat opnieuw uit, maar nu bij een ‘echt’ label, Saddle Creek, de thuisbasis van o.a. Bright Eyes, Tomberlin en Big Thief.

Feeble Little Horse heeft de upgrade te danken aan het publiek. De media hebben het vanaf oktober te druk met alle mega-acts die hun nieuwe album voor de feestdagen in de (online) shops willen hebben. De liefhebbers en fijnproevers wisten Feeble Little Horse dus wel te vinden.

Het is opvallend dat Saddle Creek ervoor gekozen heeft een album uit te brengen dat al een jaar oud is en ook nog eens is opgenomen toen Feeble Horse nog maar een paar maanden bij elkaar was. Het geeft aan hoe sterk de band uit Pittsburg, P.A. voor de dag is gekomen. Stralend middelpunt van Feeble Little Horse is Lydia Slocum, die zich een eigentijdse nazaat toont van Mazzy Star en PJ Harvey.

Lydia zingt haar grungy kleinoodjes op een bijna achteloze manier. Alsof ze met je in gesprek is. In het als single vooruit geschoven Chores breekt ze zelfs in giechelen uit. Het Nirvana-eske Chores heeft ook niet zozeer een refrein, eerder een stopwoord, Sorry. Terwijl Lydia zich niet druk lijkt de maken doet haar band dat wel. Over vervorming en oversturing maakt niemand zich zorgen. Feeble Little Horse is de (her)ontdekking van deze herfst.

The Arcs – Keep On Dreamin’

Alsof Dan Auerbach het nog niet druk genoeg heeft met Black Keys, en zijn studio in Nashville heeft hij ook zijn bijband weer nieuw leven ingeblazen, The Arcs dus.

Als je hun nieuwe single hoort begrijp je wel waarom. Black Keys is wat het is. Hun blues format biedt weinig, zeg maar geen ruimte om te experimenteren. Bij The Arcs staat niets vast en kan Dan zijn muze volledig de vrije loop laten.

Keep On Dreamin’, de eerste nieuwe opname van The Arcs is zes jaar is een springerig, spacy nummer dat een paar draaibeurten vergt voordat alles op zijn plek valt. We horen blazers, veel synths,  freaky gitaarsolo’s en een raadselachtige break. Alles wat Dan thuis niet kwijt kan, horen we hier. En meer!

Arctic Monkeys – Sculptures Of Anything Goes

De reacties op het nieuwe Arctic Monkeys album zijn overwegend positief. De consensus luidt dat Alex Turner met The Park is geslaagd waar hij met het vorige album, Favorite Worst Nightmare bleef steken in de goede bedoelingen.

We schrijven bewust Alex Turner en niet Arctic Monkeys, want The Car is in alles behalve in naam een solo-album van Turner. De band doet wel mee, maar in een secondaire rol. Naast de stem van Turner wordt het geluidsbeeld gedomineerd door een diep grommende synthesizer van het soort dat je ook wel hoort in thrillers en horrorfilms. 

De meeste songs, Sculptures Of Anything Goes niet op de laatste plaats doen vocaal aan David Bowie denken en qua sfeer aan James Bond. Het zal niet verbazen als Alex Turner wordt benaderd om de titelsong van een nieuwe Bond te componeren.

File under baroque pop

traumahelikopter – Sarah

‘Long Time No Hear’ van het Groningse garagerockgezelschap traumahelikopter. Sarah is het eerste levensteken van de band sinds 2017.

Wat zouden ze de laatste vijf jaar hebben uitgevroten? Zo te horen veel geoefend, en een bundel pakkende nieuwe songs geschreven die in januari uitkomt onder de titel Save Yourself.

Het oorspronkelijke trio pakt de draad weer op waar ze hem een half decennium geleden hebben gedropt. Sarah is weer zo’n pakkend poppunkliedje waar traumahelikopter patent op heeft. Alleen klinkt het allemaal net even vlotter, vetter, frisser dan hun in het verleden behaalde successen.

Hiermee houdt het goede nieuws nog niet op want traumahelikopter gaat ook weer spelen. Op 26 januari trappen ze af in Amsterdam om een maandje later te finishen in Rotterdam. Voor locaties, tijden en tarieven zie Internet.

Shutups –100Punk

‘I Can’t Eat Nearly As Muck As I Want To Vomit’ is de niet erg aantrekkelijke titel van het nieuwe album van Shutups. In hun bio staan woorden als anti-establishment, distorted en post isolation DIY maximum. Als je dan ook nog weet dat de band uit Californië komt ben je al gauw geneigd te denken dat we te maken hebben met een 21ste eeuwse, 2.1 turboversie van The Dead Kennedy’s. Ja en nee.

Op papier is de band dus zo punk als de pest. Op plaat overheers een poppy gevoel. Met zijn sterk gitaarwerk en vlotte zang zou je nieuwe single 100punk zelfs enige hitpotentie kunnen toedichten. Dat geldt ook voor de twee andere songs die Shutups dit jaar heeft doen verschijnen en in iets mindere mate ook voor hun 3 jaar oude debuutalbum.

De toegankelijkheid van de songs lijkt bewust, een slinkse manier om hun revolutionaire boodschap ook onder aandacht te brengen van een minder linksig publiek, zo’n beetje de hele V.S. dus.

DIRK. – Idiot Paradise

Nieuwe DIRK. single Idiot Paradise is een schoolvoorbeeld van wat we onder postpunk verstaand; een donker getinte song die het niet van melodie of structuur moet hebben, maar van intensiteit en muzikale bevlogenheid.

De vier Belgen nemen er dit keer ook lekker de tijd voor om helemaal uit te rocken. Vijf minuten duurt Idiot Paradise. De optimisten hebben ook een ‘radioversie’ uitgebracht die een halve minuut korter is. Alsof er een radiostation is dat het nummer gaat draaien. Behalve wij dan, maar wij zien ons zelf dan ook als een paradijs voor (muziek) idioten 😉

Idiot Paradise is het titelnummer van het nieuwe album van Frederik, Jelle, Pieter-Willem en Robin. Dat wordt alweer hun derde. Releasedatum is 3/3/23.

Teeth Machine – Gumball

Wat opvalt aan Teen Machine is dat de band, die nog maar twee liedjes uitheeft nu al fans heeft in Rotterdam en Amsterdam. De haven en hoofdstad staan respectievelijk op nummer 2 en 3 van de lijst met steden waar de band volgens Spotify de meeste luisteraars heeft. Op 1 staat Londen, logisch want daar komen de twee dames en drie heren vandaan.

Teeth Machine wordt wel op de postpunk hoop gegooid, maar dat doet geen recht aan hun gevoel voor melodie en compositie, twee zaken waar het nog wel eens aan wil ontbreken in de postpunkscene. Daarnaast is Gumball eerder poppy dan punky. Het woord spannend is hier ook op zijn plaats.  

Een verklaring van de early Nederlandse adopters zou kunnen zijn dat de band hadden gecheckt ter voorbereiding op het ‘Left Of the Dial’ festival waar Teeth Machine vorig weekend te zien was. Als ze live net zo goed zijn als op hun nieuwe single gaan we ze zeker terugzien in de festivalzomer van 2023.