Sharon Van Etten & The Attachment Theory

Sharon Van Etten & The Attachment Theory (Jagjaguwar)

Sharon van Etten heeft haar begeleidingsband wat sterker een gezicht gegeven door in de toekomst als Sharon Van Etten & The Attachment Theory door het leven te gaan. Het levert een titelloos album op. Een echte bandplaat bovendien. Ontstaan door lekker te jammen en tot songs te komen. Van bijzonder hoog niveau. We hoorden Van Etten zelfs nog nooit zo goed en overtuigend.

De Amerikaanse, die allengs meer elektronica is gaan gebruiken in haar indiepop-rock, huurde voor Sharon Van Etten & The Attachment Theory de briljante Marta Salogni in. De Italiaanse drukt een zwaar stempel op de plaat, zoals ze ook al deed op het meesterlijke laatste album van Depeche Mode: Memento Mori. Meer dan ooit wordt het geluid van Van Etten gedomineerd door elektronica en Salogni is daar verantwoordelijk voor. We kennen haar ook van haar werk voor onder meer Björk, Animal Collective, Bon Iver, Black Midi, Bar Italia en Ela Minus. Salogni bevindt zich in de Champions League van de producerswereld.

Al die perfect geproduceerde indiepopliedjes op Sharon Van Etten & The Attachment Theory komen het best tot hun recht wanneer ze worden beluisterd op een (goeie) koptelefoon. De sublieme gelaagdheid van een track als Trouble maakt eens mens echt zielsgelukkig. De loepzuivere stem van Van Etten op dat tapijt van briljante elektronica, drums en gitaar is puur, intens luistergenot.

Een van de swingende nummers op het vlekkeloze album is I Can’t Imagine (Why You Feel This Way) waar bassist Devra Hoff op magnifieke wijze de hoofdrol opeist, op een plaat die overloopt van de schoonheid. Depeche Mode horen we ook sterk terug in Afterlife, dat gaat over het overlijden van een fan van Van Etten, die er sowieso nooit voor terugdeinst persoonlijke belevenissen te verwerken in haar teksten. Wat een eerbetoon. Wat een album. Het is februari en daarom wat vroeg, maar waarschijnlijk staat Sharon Van Etten & The Attachment Theory bij velen op één in hun eindlijstje over 2025. Pieter Visscher

Grauzone 2025 tegendraads, donker en steengoed

Grauzone, het steengoede festival dat alle hoeken en uithoeken van de weerbarstige, tegendraadse, duistere muziek verkent, is in 2025 ook weer een feest om te bezoeken. Gelijkgestemden vinden elkaar tijdens een andermaal uitverkochte editie. Met het sublieme poppodium Paard en café De Zwarte Ruiter als fijnste podia. Er kan worden doorgedanst tot diep in de nacht. We zien allerhande deejays de kekste draaibeurten verzorgen, met een staalkaart uit de synthpop, (post)punk, rock en new wave. Verdómd, wat heerlijk toch in Den Haag. 

Wie niet in het zwart gekleed gaat op het naar een Duitse band uit die zalige Neue Deutsche Welle vernoemde festival, valt uit de toon. Grauzone is dat festival waar we nog veel minder mensen vinden zonder piercings en tatoeages dan op de Down The Rabbit Holes en Pinkpops van deze wereld. Je kunt er zijn wie je wil zijn. Al geldt dat natuurlijk ook voor die andere festivals, hoewel Grauzone het qua excentriciteit op alle fronten wint. Nergens zo veel hanenkammen. Nergens zo veel piercings op plekken waar je die minder snel verwacht. De fantastische jaren 80 zijn bovendien nooit ver weg.

In het rijke palet aan muzikale kleuren is een mooie plaats ingeruimd voor de postpunk. Zo zien we het Rotterdamse Tramhaus andermaal een overtuigende show afwerken. Uit Antwerpen afkomstig is de driekoppige postpunkformatie Rehash. Een puntige sound waarin twee zangers (Willem Liczner (bas) en Maarten Van Buyten – gitaar), het woord doen. Afwisselend in het Engels en het Duits. Vooral het Duits hebben ze omarmd. Dat is knap en onderscheidend. Het café van het Paard is zweterig warm. Van Rehash (foto) gaan we vast snel meer horen. Kan niet anders.

In de kleine zaal van het Paard zien we de uit Los Angeles afkomstige zangeres Riki. Haar synthpop wordt geheel solitair gebracht. Loodzware elektronische beats gaat ze niet uit de weg. Riki heeft live wat meer galm over haar stem gegooid dan op plaat. Ze is expressief, beweeglijk en wulps. De jaren 80 hebben duidelijk hun sporen nagelaten.

Body Horror treffen we aan in De Zwarte Ruiter. We zien een toeschouwer in een Dolly Parton-T-shirt in het Haagse rockcafé. Zwart textiel, gelukkig, zodat hij nauwelijks uit de toon valt. Er is weliswaar geen dresscode tijdens Grauzone, maar zo’n 98 procent van de bezoekers is gekleed in het zwart. Body Horrors elektronische punkrock valt uitstekend in de smaak bij jong en oud. Er wordt enthousiast bewogen voor het podium. De band staat voor het eerst in Nederland. We sluiten niet uit dat dit in de toekomst vaker gaat gebeuren.

De donkere wave van Selofan mag er ook zijn. Het Griekse duo leeft zich uit op het hoofdpodium in het Paard waar de dansbare, atmosferische nummers van het duo prima in de smaak vallen.

Actors zien we ook, op datzelfde podium. “We´re not from the US, we are Canadians”, zegt zanger Jason Corbett. Hij en zijn band hebben onder meer goed geluisterd naar Joy Division, hoewel de Engelsen slechts een van de referenties zijn. De postpunk van Actors wordt overtuigend gebracht. Corbett is uitstekend bij stem. Evenals Zola Jesus, ook te vinden op het hoofdpodium van het Paard. Ze zit achter een piano en brengt haar repertoire met veel emotie. Gothic pop en klassiek vinden elkaar. Wat een stem! Tussendoor praat ze de boel gezellig aan elkaar. “This next song is about suicide. None of us have done that. That is pretty sick”, lacht ze. Net als haar toehoorders. Zwarte humor past zo goed bij een festival als Grauzone. Zola Jesus snapt dat als geen ander. Pieter Visscher

Pixies – The Night The Zombies Came

Pixies – The Night The Zombies Came (BMG/Mattan)

Beter laat dan nooit. Kent u die uitdrukking? Ja, natuurlijk is die nieuwe plaat van Pixies al even uit. Maar kun je ‘m dan nog wel recenseren? U leest het hieronder.

Hij ligt momenteel op de platenspeler. Lichtrood vinyl, waar je doorheen kunt kijken. Mooi spul man! Ondergetekende probeert er al maanden naar te luisteren zonder te denken aan al die prachtplaten die Pixies in het verleden maakte. Uiteindelijk is dat gelukt. Dan er ook maar even wat over neerpennen, toch? Vorig jaar nog live aan het werk gezien en daar ook wat over geschreven. Toen was die nieuwe plaat nog niet uit, maar we zagen wel een band met nog enórm veel levens- en spelvreugde. Een Charles Michael Kittridge Thompson (Frank Black) en zijn vrienden, die nog altijd tot het beste behoren van wat we tegenwoordig zien op de mondiale podia. Dat is rázendknap.

The Night The Zombies Came is bovendien ‘gewoon’ weer een razendknappe plaat geworden. Niet het venijn dat we kennen uit het verleden (oeps), alhoewel Oyster Beds ouderwets erin kleunt en niet had misstaan op pakweg Trompe Le Monde (1991) en hemeltjelief wat is You’re So Impatient toch een verslavend nummer.  Joey Santiago krijgt alle ruimte om te excelleren op zijn Fender Telecaster.

Aandacht vragen we ook voor de geweldige tweede stem van Emma Richardson, die mevrouw Deal niet doet vergeten, maar wel een heel ander sausje over Black gooit. Black die opeens zingt: “Sometimes I feel like a chicken.” We vergeven die kippigheid. Omdat Chicken (zo heet het ook) zo’n verdomd lekker liedje is. Niet in de laatste plaats, andermaal, door het voortréffelijke gitaarspel van Santiago. Pixies, Pixies, lang leve Pixies! PIXIES! Pieter Visscher

 

Lambrini Girls – Who Let The Dogs Out

Lambrini Girls – Who Let The Dogs Out (City Slang)

De buurvrouw (Esther) loopt binnen terwijl het debuutalbum van Lambrini Girls in de cd-speler zit. “En, wat ga je er over schrijven, Pieter?” “Nou ik begin dan waarschijnlijk met: buurvrouw Esther meteen enthousiast.” Lachend verlaat Esther de woning. Ze gaat een taart bakken.

Who Let The Dogs Out heeft als subtitel: Party music for gay angry sluts. De waarschuwingssticker met Explicit Lyrics ontbreekt evenwel. Veel te woke voor de formatie uit Brighton, die er tekstueel geen gras over laat groeien. Vooral het patriarchaat krijgt het zwaar te verduren. Goed zo!

Hoe meer vrouwen die mondiaal aan de touwtjes trekken, hoe beter immers. Want wat maken al die hooggeplaatste mennekes er wereldwijd toch een ongekende puinhoop van. Machtswellust en onvervalst amateurisme gaan hand in hand.

Who Let The Dogs Out betekent een album lang feestelijke (post)punk, waarin de boodschappen weinig aan duidelijkheid overlaten. Iggy Pop is fan. Zangeres-gitarist Phoebe Lunny trekt voortdurend fel van leer met haar heerlijke Britse accent. Muzikaal zijn de raakvlakken met die andere punkband met zangeres, Amyl and the Sniffers, talrijk. Ze toerden ook met elkaar. Courtney Love, Shellac en Nirvana zijn invloeden op een plaat die uitpuilt van de tirades. Even op adem komen is er niet bij. Het is allemaal in your face. Zeg nou zelf: “Diet drinks taste like absolute fucking shit / Give me full fat, you fucking bastards.” Amen! Pieter Visscher

Tori Amos – Diving Deep Live

Tori Amos – Diving Deep Live (Universal)

Tori Amos staat er al lang om bekend dat ze nooit twee keer dezelfde show speelt. Zoals The Guardian in 2022 opmerkte, is ze “beroemd om haar eclectische setlists doorspekt met fanfavorieten, B-kanten en covers.” Deze unieke liveoptredens, met ook muzikaal leider en bassist Jon Evans en drummer en percussionist Ash Soan, zijn nu vastgelegd op een nieuw livealbum: Diving Deep, opgenomen tijdens Amos’ Ocean to Ocean-tournee, die 93 data over de hele wereld omvatte in 2022 en 2023.

Diving Deep Live is een welkome herinnering aan Amos’ genialiteit als virtuoze muzikant en performer en bevat nummers uit haar iconische catalogus, waaronder hits als Cornflake Girl en Silent All These Years.

“Nadat ik de hele tournee al twee keer had verplaatst vanwege de pandemie, kon ik uiteindelijk beginnen met repeteren met de band, die voor deze tournee bestond uit mijn muzikale vriend van een miljoen jaar, MD en bassist Jon Evans, en, voor het eerst, de beroemde drummer en percussionist Ash Soan. Tegen de tijd dat we vertrokken, was Europa nog steeds niet helemaal open, dus speelden we in het VK en Ierland en gingen we naar de Verenigde Staten. Tegen de tijd dat we eind zomer 2023 klaar waren, konden we niet geloven hoe snel de tijd was verstreken en hoeveel plezier we hadden gehad. Spelen met deze twee wezens was een van de beste ervaringen die ik ooit op het podium heb gehad. Om achterover te kunnen leunen en te jammen met de jongens was zo bijzonder en ik hoop echt dat iedereen die luistert zichzelf net zo verliest in het moment als wij.”

Tijdens een illustere carrière van 35 jaar heeft Amos meer dan 12 miljoen platen verkocht, 1000 concerten gegeven, is ze genomineerd voor acht Grammy’s en heeft ze talloze prijzen gewonnen. Als bekend humanitair was Amos de eerste woordvoerder van RAINN (Rape, Abuse, and Incest National Network), de grootste organisatie tegen seksueel misbruik in de Verenigde Staten. Amos’ nalatenschap en impact op vrouwelijke artiesten van vandaag is nog steeds even wijdverbreid en dynamisch als ooit – Halsey bracht onlangs een eerbetoon aan Amos als een van de artiesten die haar het meest hebben geïnspireerd in haar carrière door te zeggen: “Ik ben opgegroeid met Tori en heb haar altijd als een klasse apart beschouwd”. In oktober van dit jaar reikte levenslange fan Natasha Khan van Bat For Lashes Amos de Inspirational Artist Award uit tijdens het evenement Women in Music van Music Week, onder luid applaus en een staande ovatie van de duizenden aanwezige vrouwen die in de industrie werken.

 

Avishai Cohen – Ashes To Gold

Avishai Cohen – Ashes To Gold (ECM)

Avishai Cohen is een in Israël geboren trompettist. Cohen resideert al enkele jaren in de bruisende jazzmetropool New York. Op het sprankelende, verrukkelijk melodieuze jazzalbum Ashes To Gold horen we hem ook op fluit en bugel.

Cohen wordt vergezeld door de eveneens in Tel Aviv geboren Yonathan Avishai, op piano. Avishai is al jarenlang verbonden aan Cohen, terwijl hij ook met diverse andere jazzcombo’s furore maakt. De rol van gerenommeerd jazzbassist Barak Mori is eveneens van groot belang binnen het geluid dat Cohen op plaat wil zetten.

Ashes To Gold is een bijzonder album, geschreven na de terreuraanslagen van 7 oktober vorig jaar. Het album is een warm antwoord op alle tragedies, die nog altijd plaatsvinden.

Fraai en onmisbaar is het wat naar de achtergrond verdrongen drumgeluid van Ziv Ravitz, een grootheid in de wereld van de moderne jazz en evenals de rest van de band afkomstig uit Israël. Vanaf zijn dertiende (!) al voor een gedeelte beroepsmuzikant. Hetgeen nogal wat zegt over de enorme kwaliteit die hij ook tentoon weet te spreiden op Ashes To Gold.

Het indringende slotstuk The Seventh, uiteraard verwijzend naar het begin van de oorlog tussen Israël en Hamas op 7 oktober 2023, is geschreven door de tienerdochter van Cohen, Amalia. Een glansrol hier met name voor Yonathan Avishai. Drieënhalve minuut pure emotie. Bijzonder indringend. “Een requiem voor een onrustige wereld”, aldus Cohen. Pieter Visscher

Liefhebbers van Avishai Cohen luisteren ook naar Pinguin Pluche.

Roos Rebergen en SunSunSun Orchestra fenomenaal in phil. Haarlem

“Ik schommel door het leven. Als een wipwap op en neer”, zingt het 36-jarige multitalent Roos Rebergen (ze schrijft ook) in de schitterende, sfeervolle kleine zaal van de phil. in kerstminnend Haarlem. We kennen Rebergen ook van haar band Roosbeef, in 2008 debuterend met het sterk onderscheidende album Ze Willen Wel Je Hond Aaien Maar Niet Met Je Praten.
Tekst: Pieter Visscher // Foto’s: Peter van Heun
Onder toeziend oog van de grootste Nederlandstalige zanger aller tijden Boudewijn de Groot (80), die Roos Rebergen graag even aan het werk ziet in de stad waar hij opgroeide, zien we een zangeres die regelrecht geschiedenis schrijft met het Vlaamse strijkkwintet SunSunSun Orchestra. Op het onlangs verschenen album hoorden we al dat het heel erg goed zit. Met bandleider Tim Vandenbergh werden nummers van Roosbeef uitgezocht die zich goed zouden lenen voor strijkers en vocalen. Live komen ze nog veel beter uit de verf dan op plaat. Niet alleen door die fabuleus klinkende strijkers, ook door de aanwezigheid van toetsenist Antoon Offeciers.
Rebergen, authentiek tot op het bot en bijzonder grappig bovendien, maakt er een speelse avond van, waar de klasse werkelijk vanaf druipt. Wat passen haar stem en het geregeld net zo gevoelige als uitbundige SunSunSun Orchestra toch wonderwel bij elkaar.
Na een van de liedjes: “Roos zegt kort iets en toont blijdschap.” Het is de Gelderse boerendochter, tegenwoordig wonend in België, ten voeten uit. “We gaan ook een nieuw liedje spelen”, zegt ze, “dat heet Lithium. Verder gaat alles goed…. Ze noemen mij ook wel de Kurt Cobain van de lage landen.”
SunSunSun Orchestra laat de strijkers extra exalteren in Rodeo. Wat een klasse, wat een verrukking, wat een zeggingskracht en stilaan opbouwende emotie. Geestverroering. Extase. “Balanceren op de wereldbol. Toe, hou nog maar een beetje langer vol’, is Rebergen net zo stimulerend.
“We staan na afloop met cd’s en vinyl beneden. Kun je niet missen, of je moet héél erg je best doen. We doen dat zelf. Ik had ook iemand kunnen regelen voor een paar tientjes. Maar we maken graag even contact met de fans. Niet te lang!” Rebergen houdt de lachers op haar hand. Ondergetekende grist niet veel later een setlist van het podium en sluit achter aan in de rij. Iedereen wil wel zo’n elpee of cd. Rebergen signeert, maakt een babbeltje en knuffelt een paar keer met haar oma, die er ook is. Ik vertel haar dat de show door mij wordt gerecenseerd op de website van Pinguin Radio. Een handtekening op de setlist en “We verwachten vijf sterren. X, Roos.” Het zijn er uiteindelijk zes geworden, omdat het zo’n muzikaal fenomenale avond was. Mensen, de tournee met SunSunSun Orchestra duurt nog wel even. Ga dat zien! Ga dat zien! Ga dat zien!

Katie Gavin – What A Relief

Katie Gavin – What A Relief (Saddest Factory)

Katie Gavin kennen we als frontvrouw van de Amerikaanse indiepopformatie Muna, die drie albums uitbracht. Als singer-songwriter vond ze het tijd om ook solo aan de slag te gaan en zo is geschied.

What A Relief is een rijk geïnstrumenteerde plaat geworden, vol met liedjes die niet meteen beklijven, maar dat na meerdere draaibeurten steeds sterker gaan doen. Tekstueel vliegt Gavin er meteen in, in openingssong I Want It All: “I want you to see me when you’re not looking. I want you to fuck me when we’re not touching.” Gavin laat haar hart spreken en dat komt de zeggingskracht van de nummers zonder meer ten goede.

Je hoort, maar ook ziet dat ze niet over een nacht ijs is gegaan bij de totstandkoming van het album. Het aantal thankyous dat we lezen in de binnenkant van de kartonnen cd-hoes liegt er niet om. De bekendste die ze bedankt is de minstens zo getalenteerde Phoebe Bridgers: “For believing in me and in this project. And for pushing me making it as good as it can be.”

Lieve woorden van Katie Gavin, die goed passen bij haar zoetgevooisde stemgeluid, terwijl we muzikaal moeten denken aan de indiepop van Fiona Apple. Tracy Chapman is ook een inspiratiebron. De nummers zijn fraai ingekleurd met mandoline en viool, cello, tamboerijn, trompet, piano, orgel, synths en allerhande gitaren. Her en der vangen we wat folky elementen op. Melancholische herfst/winterplaat waar je heel stilletjes steeds verliefder op wordt. Houd het niet tegen. Pieter Visscher

Intiem inkijkje in geschiedenis Rolling Stones

“Welkom in Shepherd’s Bush,” roept Mick Jagger. “Ik heb gewacht om dat te zeggen. Al een tijdje.” 

Met die openingsintroductie, kort voordat ze Shattered inzetten, geven The Rolling Stones een geïnspireerd optreden tijdens een clubshow op 8 juni 1999 in Shepherd’s Bush Empire in Londen voor 1.800 geluksvogels. Intimiteit!

Dit markeert een terugkeer naar wat de liner notes “de nostalgische intensiteit van een compacte Stones-show met de opwindende echo’s van Eel Pie Island en de Crawdaddy Club” noemen, twee iconische Londense locaties waar de band zijn stempel drukte in de jaren ’60 van de Britse invasie, en dit “geheime optreden” vond plaats slechts enkele dagen voor twee uitverkochte shows in het 70.000 zitplaatsen tellende Wembley Stadium. De shows volgden op de release van het livealbum van de band uit 1998, No Security, een reeks optredens in Noord-Amerika tussen januari en april dat jaar, voordat ze terugkeerden naar het Verenigd Koninkrijk. Het sterrenpubliek bij het optreden ter ere van de thuiskomst van The Rolling Stones bestond uit iedereen van Anita Pallenberg tot Aerosmith, Jerry Hall tot Jon Bon Jovi, samen met Robert Plant, Jimmy Page, Bob Geldof, Pete Townshend en Lenny Kravitz.

Mercury Studios en The Rolling Stones presenteren met trots Welcome to Shepherd’s Bush in verschillende formaten, waaronder voor het eerst ooit voor een Stones-video, 4K UHD met een Dolby Atmos-audio-optie. Andere formaten zijn Blu-ray + twee-cd-set; een twee-cd-limited edition-pakket van 15.000 wereldwijd; een twee-lp-zwart vinylpakket en een direct-to-consumer twee-lp-set in 180-gram wit vinyl.

De 90 minuten durende set bevatte verschillende zelden gespeelde deep cuts, waaronder de enige bekende uitvoering tot nu toe van Moon Is Up, van Voodoo Lounge, samen met Melody, de Black and Blue-selectie die slechts één keer eerder werd uitgevoerd, meer dan twee decennia eerder, tijdens de beroemde El Mocambo-show in Toronto in 1977, die officieel werd uitgebracht in 2022. De live-uitvoering van Voodoo Lounge’s Brand New Car was een van de slechts zeven keer dat de band het in hun set opnam, de laatste keer was in 2002. Een ander hoogtepunt was dat openingsact Sheryl Crow zich bij de groep voegde op het podium voor een luidruchtige Honky Tonk Women.

Voor degenen die de Rolling Stones net live hebben gezien tijdens hun onlangs voltooide, door critici geprezen Hackney Diamonds-stadiontour, biedt Welcome to Shepherd’s Bush een intiem inkijkje in de geschiedenis van de groep een kwart eeuw geleden, die met wraakgevoelens terugkeerde naar hun geboortegrond.

“Het is goed om thuis te zijn, dat zeg ik je nu”, zei Keith voordat hij leunde op zijn solonummers You Got the Silver en Before They Make Me Run. “Het is maar rock-‘n-roll, weet je wat ik bedoel?” Een uitspraak die toen en nu even waar is.

The Smashing Pumpkins – Aghori Mhori Mei

The Smashing Pumpkins – Aghori Mhori Mei (Martha’s/Mattan)

Aghori Mhori Mei, het reeds in augustus digitaal verschenen album van The Smashing Pumpkins is nu ook op vinyl en cd verkrijgbaar en ja, het blijft veel lekkerder, zo’n plaat in je klauwen. Aghori Mhori Mei is geschreven in de geest van meesterwerk Siamese Dream (1993), zonder voor een replicagevoel te willen zorgen, heeft Billy Corgan laten optekenen. Nou en óf dat is gelukt. Aghori Mhori Mei is een wonderbaarlijke, glorieuze zegetocht.

Het heilige vuur is terug, het venijn, de vitaliteit, de vreugde. Hoe we The Smashing Pumpkins willen horen! Loodzware riffs, spelend met prog, metal, pop en grunge en een Billy Corgan in topvorm. Evenals Jimmy Chamberlin, voorgoed van de drugs af en drummend met de furie die we herkennen uit de jaren 90. En dan oudgediende James Iha, die er ook vanaf 1988 al bij is, met enkele onderbrekingen, gelijk Chamberlin. Iha speelt subliem gitaar, nog altijd, zoals we van hem gewend zijn. Corgan horen we ook op bas en synthesizers.

Met een kleine zeven minuten is het met opener Edin meteen raak. Klassieke Pumpkins, niet onderdoend voor werk van Siamese Dream en waarin we ook Gish horen nagalmen. Een emotioneel geladen nummer met loodzware metalriffs en Corgan ouderwets op dreef. Track twee Pentagrams is wat  symfonischer, maar de toon is wel gezet. Het door synthesizers gedragen Pentecost is een van de rustpunten op het album. Gevolgd door het ouderwets beukende, doch zó melodieuze, vintage Pumpkins, War Dreams Of Itself.

Aghori Mhori Mei is een rockalbum geworden waar we eigenlijk niet meer op durfden te hopen. Een plaat waarmee alle criticasters van de laatste decennia behoorlijk stevig de mond wordt gesnoerd. Ook die van ondergetekende. Dank! Yeah, they’re back! Wat een gelukzaligheid! Pieter Visscher