Bria Salmena – Big Dog

Bria Salmena – Big Dog (Sub Pop)

Mijn hemel, wat is See’er een verrukkelijke track. Te vinden op het debuutalbum van Bria Salmena, bekend als zangeres van de Canadese postpunkformatie Frigs. Ze heeft voor dit nummer Lee Ranaldo gestrikt als gitarist, de Amerikaan die toch al niet stil is blijven zitten na het uiteenvallen van Sonic Youth.

See’er is een van de twaalf interessante nummers op Big Dog, een indierockplaat waarop alles is geschreven door Salmena én Duncan Hay Jennings, die we ook kennen van het eerdergenoemde Frigs. Het frappante is dat de bassist van Frigs, Lucas Savatti, ook bas speelt op Big Dog, waardoor we inmiddels op drie van de vier bandleden zitten. Slechts drummer Kris Bowering van Frigs is niet van de partij op dit bijzonder smakelijke album, dat wat minder rauw klinkt dan het werk van Frigs.

Schitterend is de modulaire synthesizer van Graham Walsh, die van Stretch The Struggle een onweerstaanbaar lekker, opzwepend liedje maakt, waarin de regie op een bepaald moment wordt overgenomen door de gitaar, met die synth naar de achtergrond verdrongen. Walsh kennen we van zijn band Holy F**k en zijn werk voor onder meer METZ en VietCong/Preoccupations.

Lekkerste song en ook ruigste is Rags, waarin we de meeste raakvlakken herkennen met Frigs. Zo is Big Dog al met al een plaat waarop alleen winnaars zijn te vinden. Extra vermelding voor fotograaf Matthew Tammaro wiens portret van Salmena aan de binnenzijde van de kartonnen cd-hoes ook alle aandacht verdient. Pieter Visscher

Pixies foutloos in Tilburgse 013

Vorig jaar stond Pixies in de Amsterdamse Paradiso om – voor de eerste keer in het bestaan van de band – de albums Bossanova en Trompe Le Monde integraal te spelen. Het was een groot succes. De band is vrijwel onafgebroken blijven toeren en wist Nederland ook weer te vinden. Dinsdagavond stonden de Amerikanen in een uitverkocht 013 in Tilburg.

Gezien: Pixies, 29 april 2025 in 013 Tilburg

Tekst en foto: Pieter Visscher 

Dan valt vanaf de eerste tonen toch weer op wat een geweldig geluid weer wordt neergezet in de schitterende Brabantse poptempel. De band opent met You’re So Impatient, een track van de in 2024 verschenen plaat The Night The Zombies Came, waarvan nog een viertal nummers voorbij komt: Kings Of The Prairie (als tweede), The Vegas Suite, Motoroller en het ingetogen, tekstueel kolderieke Chicken. “Sometimes I feel like a chicken. Pecking my way through the trees”, zingt Frank Black, die opnieuw ouderwets goed bij stem is en die met name inzet om te zingen. Gek veel interactie is er sowieso niet tussen band en publiek. We durven het geen smetje te noemen.

Gouge Away, van het in 1989 verschenen Doolittle, is het eerste feest der herkenning voor degenen die zich de laatste jaren niet meer zo verdiept hebben in de band. Je hoort het terug in applaus en gejuich. Er volgen meer nummers van het topalbum, een pure klassieker inmiddels. Zo blijft debuutplaat Surfer Rosa ook niet buiten schot. Bone Machine, Where Is My Mind? en Vamos gaan er uiteraard in als zoete koek.

De legendarische band, inspiratiebron voor talloze acts, waaronder Nirvana, Smashing Pumpkins en PJ Harvey klinkt nog net zo scherp als in de jaren 80 en dat is niet zo heel erg veel formaties gegeven die al zo lang aan de weg timmeren. Natuurlijk is er wat routine ingeslopen in de loop der jaren, maar zolang Frank Black (60) vocaal nog zó goed overeind blijft, in feite foutloos, en de sfeer in de band ook zo gemoedelijk blijft als we zagen in Tilburg, gaan we nog jarenlang van de band genieten. Dat lijdt nauwelijks twijfel.

Colin Blunstone brengt Haarlemse PHIL in vervoering

Dat Colin Blunstone (in juni wordt hij 80) nog zo fris op het podium staat, is bijzonder. We zien geen oude man aan het werk in de PHIL in Haarlem. Het is kermis in de stad, Koningsnacht bovendien, maar het grootste feest vindt plaats in de goedgevulde, schitterende theaterzaal.

Blunstone staat al vanaf 1961 op de planken en heeft een carrière achter de rug om van te watertanden. Hij haalde niet alleen als zanger van The Zombies grote successen. Onder andere solo en als de stem voor bijvoorbeeld The Alan Parsons Project worden ook successen aaneengeregen. In de PHIL passeert een staalkaart van al die activiteiten de revue. Blunstone in kek glitterjasje en moderne jeans is goedlachs als altijd, maakt geintjes met bandleden en vertelt de ene na de andere anekdote. Over de drie jaar dat hij in hetzelfde appartement woonde als Duncan Browne bijvoorbeeld. De  Engelse singer-songwriter die op 46-jarige leeftijd bezweek aan kanker. “I learned a lot from him about songwriting.” Blunstone start het onverwoestbare The Wild Places in. Schitterend. “The song was only a big hit in your country, The Netherlands.” Het is bijzonder te noemen. Blunstone woonde drie jaar in hetzelfde appartement als Browne, die hem de kneepjes van het songschrijverschap bijbracht.

Al zijn zijn grootste hits de songs die door anderen zijn gecomponeerd. Het bloedstollend fraaie Andorra bijvoorbeeld. Het tweede nummer van de avond. Geschreven in 1972 door Rod Argent en Chris White van The Zombies, de band waarmee Blunstone grote successen vierde. Het als schoolbandje gestarte gezelschap, actief vanaf 1961. Blunstone is dan een jaar of 15, 16. Natuurlijk hebben de jaren inmiddels vat op ‘m gekregen, maar vocaal nog zó buigzaam en overtuigend. Het is ongekend. Blunstone blijft ogenschijnlijk eenvoudig op de been. Ook in de hogere regionen.

Wat volgt is een vloedgolf aan hits en andere pareltjes, gespeeld door een magnifieke band. Stuk voor stuk topmuzikanten. Ze krijgen solo ook vrijwel allemaal de kans te excelleren. Het is feest in de PHIL. Een opeenstapeling van hoogtepunten, met onvervalste klassiekers als Time Of The Season, What Becomes Of The Brokenhearted, The Tracks Of My Tears, She’s Not There (“I recorded this song when I was eighteen years old”), en het nog altijd betoverende Old And Wise van The Alan Parsons Project. In de PHIL staat iedereen inmiddels. Het is een hartverwarmende avond in Haarlem, waarop Blunstone nog even laat doorschemeren nog lang niet klaar te zijn met optreden. We kijken ernaar uit. Pieter Visscher (tekst en foto)

My Baby en Faithless grootste winnaars op vlekkeloos Paaspop 2025

Paaspop 2025 is het festival dat de geschiedenisboeken ingaat met kernwoorden als feilloos, zonovergoten, feestelijk, samenhangend en onderscheidend. Het dendert drie lange dagen onverdroten door in het Brabantse Schijndel. Sinds 1974 de allergekste. Puur muziekgenot en onvervalste kermis- en circuscapriolen lopen dwars door elkaar heen. Ze bijten elkaar niet. Wat een feest. Wat een vreugde. Wat een heerlijke hegemonie tijdens het drie dagen lang stijf uitverkochte grandioze festijn.

Feestduo Wipneus & Pim trekt net zo veel publiek als de Amsterdamse postpunkband Marathon. Mogelijk omdat de twee Ome Willem hebben meegenomen? Edwin Rutten is inmiddels 82, maar daar zit nog geen sleet op hoor. Terwijl Marathon een heel andere vuist maakt. In korte tijd is de Amsterdamse band uitgegroeid tot een fenomeen binnen de Nederlandse postpunkwereld. Terwijl een debuutalbum nog moet verschijnen. Het is overtuigend wat de band laat zien. Een dynamische show, waarmee je voor de dag kunt komen op podia in binnen- en buitenland. Het is strak, spontaan en er kan ook nog eens volop worden geshoegazed. Wat wil een mens nog meer? Nou, Tramhaus bijvoorbeeld? Uit Rotterdam. Die doen er nog een schepje bovenop in Schijndel. Het is weer een keer ongelooflijk energiek en dat niet in de laatste plaats door zanger en blikvanger Lukas Jansen die de punkrock van zijn band als geen ander vorm weet te geven.

Er is veel meer grof Nederlands gitaargeweld op de vrijdag. Raven van Dorst van Dool laat wederom horen dat ook diens Rotterdamse band tot een van de sterkste formaties behoort die we in Nederland kennen. De met metal vermengde postrock van Dool zorgt voor een verzengende geluidsmassa, die zonder oordoppen voor blijvende gehoorschade zorgt. Van Dorst, grofgebekt als altijd, is uitstekend bij stem en krijgt weer eens de lachers op diens hand, met die open blik waarmee ze diens gehoor benadert.

We zien ook de meervoudige Zweeds-Marokkaanse Eurovisie Songfestival-zangeres Loreen, die vooral met haar twee wereldhits de jongste meiden voor in de tent tot tranen toe beroert. Ze staat, en dat is een primeur, in de grootste festivaltent ter wereld, die met speels gemak om een Ahoy’ kan worden gevouwen. Af en toe verzuip je in de sound. Het heeft alles met soundchecks te maken. Dat is bij Faithless formidabel gegaan, want wát een zuiverheid horen we in de nacht van vrijdag op zaterdag. Een emotioneel optreden. De in 2022 op 65-jarige leeftijd overleden zanger/rapper Maxi Jazz wordt geëerd door hem vocaal nog mee te nemen in de wereldhits, waaronder God Is A DJ en We Come One, uitgevoerd in zinderende versies, intenser en nog veel opzwepender dan ooit tevoren. Een hoofdrol voor Ayalah Deborah Bentovim (Sister Bliss, 54) die net als de rest van de band goed doorheeft wat er allemaal voor haar gebeurt. Dit is dance 5.0. Faithless is na de dood van Maxi Jazz uitgerust met een zanger en zangeres waardoor de mogelijkheden muzikaal wat groter zijn geworden en daar wordt optimaal gebruik van gemaakt. Bentovim maakt er geen geheim van hoezeer ze haar vroegere kompaan mist, maar ziet ook dat Faithless nog altijd een urgentie heeft om heel erg trots op te zijn in de huidige samenstelling. We zien visuals op een enorm scherm met politiek geladen beelden waar een stukje controverse niet uit de weg wordt gegaan maar ook feestgangers in de 80’s en 90’s tijdens raves en in clubs en op festivals. Een magnifiek geluid in die grootste festivaltent ter wereld doet de rest. “This is Faithless twenty twenty five! Thank you for all your support through all those years. We love you!”, is Bentovim na afloop emotioneel. Wat een optreden. Wat een geluid. Wat een band. Wat een doorstart.

Paaspop is het festival van de diversiteit, de ontdekkingen, de verrassingen. Neem nou zo’n ABBA-coverband Gimme! Gimme! Gimme! (drie zangeressen!) die ongelooflijk lekker uit de verf komt in de afgeladen, immense restauranttent en ook, alsof het niets is, gezellig opent met het prijsnummer waarnaar ze vernoemd zijn. Komt geregeld muzikaal héél erg dicht bij het origineel in de buurt. Briljant. Paaspop heeft steevast veel meer van dat soort coveracts op de line up staan en dat is ook in 2025 weer het geval. Maar ook Zep (foto), uit Brabant. De boomlange multi-instrumentalist heeft zijn dreadlocks verwijderd maar is zijn wilde haren zeker niet kwijt. Het is intensief wat we allemaal zien gebeuren op het podium en ook daarvoor, want de Brabander duikt soepeltjes een door hemzelf opgezette moshpit in. Wat een energie! De beukende beats en livesamples worden samengesmolten tot een vloeiend, retedansbaar geheel. Hij staat bekend als een van de meest innovatieve drummers & percussionisten in ons land en maakt die status moeiteloos waar. Een zegetocht in Schijndel.

My Baby

Op Paaspop 2025 zien we meer fijne dance en pop-rockformaties als The Vices uit Groningen en The Haunted Youth uit België. Over shoegaze gesproken. Ook uit België afkomstig is het snoeiharde Ramkot, dat de tent ook aardig afbreekt. Elephant, The Kooks en Dewolff staan op het programma. Voor echte muziekliefhebbers valt er weer genoeg te genieten. Een dan hebben we ook nog eens een winnaar, door het spijtige uitvallen van S10 (privéomstandigheden). Het zorgt voor de sublieme rocktoevoeging van My Baby, dat haar plek overneemt.

“Paaspop! My Baby is here! Collegiaal: Laat je horen voor Stien!”, is de op Marken opgegroeide Cato van Dijck uitbundig. Ze is een van de beste zangeressen van Nederland en laat dat andermaal in volle glorie horen. My Baby is ouderwets bezwerend en opzwepend met een geluid dat nog altijd aan zeggingskracht en dankbaarheid weet te winnen. Pure intensiteit! Er worden zonder twijfel nieuwe zieltjes worden gewonnen van het publiek dat niet goed oplette en geen S10, maar de misschien wel beste band van Nederland krijgt voorgeschoteld. Funky tot op het bot en in geen tijd is de afgeladen tent één grote swingende massa, waar waar jong en oud wordt bediend door het rocktrio. Het werkelijk subliem georganiseerde festival in het bescheiden Schijndel heeft ook recht op de klasse van My Baby. Verpletterend andermaal. Een machine. Ja, doe eens gek. Laat My Baby de huisband worden de komende twintig jaar. Pieter Visscher

Perfume Genius – Glory

Perfume Genius – Glory (Matador Records/Beggars)

Een groot gedeelte van Glory, de zesde langspeler van Perfume Genius, is geschreven gedurende de lockdowns tijdens de covidpandemie en dat proef je wel in een aantal van de nummers op dit prachtige album.

Mike Hadreas (zijn echte naam) uit Seattle voelt zich overduidelijk geïsoleerd. Hij verhaalt erover in de rockende openingstrack It’s A Mirror. Hij zit vast in zijn eigen kwellende denkpatronen. Hij weet dondersgoed dat er iets aantrekkelijkers is. Iets wat zelfs enorm bevredigend kan zijn. Maar hij weet niet zeker of hij er wel bij kan. “We zijn nu vijf jaar verwijderd van het begin van die collectieve claustrofobie, toen velen van ons gedwongen werden ongemakkelijk dicht bij hun eigen psyche te komen”, liet hij optekenen door The Guardian.

Vaste producer Blake Mills en zijn toetsenist/co-schrijver Alan Wyffels zijn opnieuw van de partij op het album, dat van voor tot achter steengoed in elkaar zit. Mooi ook dat duet met de prachtige Aldous Harding: No Front Teeth. We horen een Harding die zoetgevooisder klinkt dan ooit, terwijl Hadreas wat sterker op Cat Stevens lijkt dan dat hij sowieso al doet. Het rockt, het is schitterend.

Glory is een plaat die gaat over het loslaten van schaamte, het omarmen van allerhande angsten en de zoektocht naar vervolgstappen in het leven. Het is het fraaiste album dat Perfume Genius tot nu toe afleverde en dat zich per draaibeurt steeds wat sterker in je brein nestelt. 5 november komt het circus naar Nederland, voor een show in het Amsterdamse Paradiso. Pieter Visscher

Japanese Breakfast – For Melancholy Brunettes (& sad women)

Japanese Breakfast – For Melancholy Brunettes (& sad women) (Dead Oceans)

Een groeibriljant, dit vierde album van Japanese Breakfast, het geesteskind van singer-songwriter Michelle Zauner. Mooiste plaat die ze schreef.

Hoe zit het ook alweer? Japanese Breakfast is die band uit Philadelphia, de stad waar ook The War On Drugs groot is geworden. Hall & Oates zetten er bovendien hun eerste voetstappen. Muzikaal bovendien geen raakvlakken.

Japanese Breakfast maakt indiepop waar door het warme stemgeluid van Zauner extra veel gevoel in wordt gelegd. Zij, geboren in Seoul, een Koreaanse moeder en een Joods-Amerikaanse vader, heeft er voor gekozen een wat organischer plaat te maken dan voorganger Jubilee uit 2021. Het komt het geluid ten goede.

For Melancholy Brunettes (& sad women) is het mooiste album van Japanese Breakfast tot nu toe. Hoor Matt Chamberlain, bekend van onder meer Edie Brickell & New Bohemians, Bowie, Morrissey en Pearl Jam eens op zijn drumvellen slaan in het heerlijke, licht rockende Picture Window. Hij zorgt voor nét wat extra pit.

Mooiste song op het album is Men In Bars, het zalige duet met grootheid Jeff Bridges (The Big Lebowski). Zauner zocht een stem die zowel de lage registers goed pakte en waar veel karakter in zit. Dan ben je bij The Dude inderdaad aan het juiste adres. Pieter Visscher

Clan Of Xymox urgent als altijd in Nieuwe Nor

Gezien: Clan Of Xymox, Nieuwe Nor, Heerlen, 3 april 2025

Tekst en foto: Pieter Visscher

Er zijn maar weinig bands die zo veel bezettingswisselingen hebben ondergaan als Clan Of Xymox. De zanger en voornaamste liedjesschrijver Ronny Moorings is en blijft de constante factor. De socioloog die het muzikale pad wereldwijd heeft bewandeld met zijn band is inmiddels 63, maar van slijtage is nog lang geen sprake.

Clan Of Xymox, of simpelweg Xymox in de volksmond, is mondiaal een van de belangrijkste bands voor het genre darkwave. Knap dat ze al die jaren (sinds 1981) ogenschijnlijk zo eenvoudig op de been zijn gebleven in grillig muziekland, met een nichegeluid dat nog altijd staat als een huis.

In het schitterende poppodium de Nieuwe Nor in het centrum van Heerlen is de show van Xymox verplaatst van de kleine naar de grote zaal. Het is lekker vol met gelijkgestemden; vrijwel iedereen in het zwart. Een piercing extra her en der, netkousen, iets te veel make-up rond de ogen. Het maakt de avond in Zuid-Limburg extra sfeervol. Xymox heeft ook nog eens niets aan zeggingskracht ingeboet.

Moorings vraagt naar het aantal Duitsers in de zaal. Tien vingers de lucht in. Uit Keulen, Koblenz en Aken. In Duitsland is Xymox nog populairder dan in Nederland, terwijl de band wereldwijd nog volle zalen weet te trekken. Volgende maand vier optredens in Mexico, waarna een nieuwe tournee door Amerika volgt. 17 mei staan ze in de legendarische Pasadena Rosebowl in Los Angeles, waar Depeche Mode (Moorings is fan) het legendarische 101 opnam. In de Rosebowl staan ze tussen onder meer Nick Cave, Madness, Garbage, OMD, Nation Of Language en Alison Moyet. Een line-up om van te watertanden tijdens het Cruel World Festival.

In de Nieuwe Nor horen we een Clan Of Xymox dat nog zo levendig is als de pest. Met een geluid dat nog altijd aan klasse lijkt te winnen. Moorings is goed bij stem en de band speelt een staalkaart uit het rijke oeuvre. De interactie tussen de vier op het podium en het publiek is mooi om te zien, evenals de rijke visuals die we op een immens scherm achter de band te zien krijgen. De band speelt wat langer dan gepland en is na afloop te vinden bij het standje met T-shirts en cd’s. Ze nemen uitgebreid de tijd voor selfies en gesprekken. Avond om in te lijsten, in heerlijk Zuid-Limburg.

 

Supersister – Nancy Never Knew

Supersister – Nancy Never Knew (Soss Music/Sony)

Het is overweldigend hoe populair de band Supersister nog altijd is. In zowel binnen- als buitenland. Gaat daar verandering in komen met Nancy Never Knew? Ja. Die populariteit gaat nog meer toenemen. Wat een plaat.

Supersister anno 2025 is oudgediende, kernlid, zanger, toetsenist én liedjesschrijver Robert Jan Stips. Hij krijgt hulp van zijn vrienden Rinus Gerritsen (bas) en Leon Klaasse (drums). Supersister klinkt in de huidige samenstelling nog net zo levendig én urgent als in 1970, toen de band debuteerde met Present From Nancy. De titel van het nieuwe album refereert daar aan op spitsvondige wijze. Een sublieme knipoog.

We horen op Nancy Never Knew simpelweg een supergroep die twaalf songs lang nog veel beter tovert dan Tita in zijn beste jaren. Het is filmische progrock met elementen uit de pop, jazz en psychedelica. Stips (75, eeuwige jeugd) zingt nog als in zijn beste jaren, hoewel iets doorleefder, maar nog net zo smedig. Wat een plaat is dit zeg. In huize Visscher staat-ie inmiddels een week op repeat.

Nance Never Knew is de opvolger van Retsis Repus, in 2019 uitgebracht als Supersister project 2019. Zes jaar later heet de band gewoon weer Supersister en, daar kunnen we kort over zijn, is er een meesterwerk gemaakt, dat zich moeiteloos kan meten met de topalbums uit de jaren 70. De pure liefde voor muziek klatert werkelijk uit de luidsprekers.

Je doet songs tekort om er enkele parels uit te lichten. Komt ook doordat het zo’n coherent geheel is geworden. We horen een band die de wereld zó ongelooflijk veel mooier maakt. Onvoorstelbaar veel schoonheid. Haal de champagne maar uit de koelkast. Proost! Pieter Visscher

Peter Alexander Jobson – Burn The Ration Books Of Love

Peter Alexander Jobson – Burn The Ration Books Of Love (Concord Music)

Peter Alexander Jobson is de voormalige bassist van I Am Kloot, de Engelse indiepopformatie die er een jaar of tien terug de brui aan gaf. Burn The Ration Books Of Love is zijn eerste soloalbum.

Dat staat vol (elf liedjes) met muziek waarin we met name Leonard Cohen herkennen, terwijl iemand als Tom Waits bovendien een inspiratiebron is. Jobson is ook niet te beroerd om leentjebuur te spelen bij Nick Cave & The Bad Seeds door met Mountain te knipogen naar de beeldschone Cave-klassieker Into My Arms. Mogelijk ietwat onbewust.

Peter Alexander Jobson voornaamste wapen is zijn stem, waarschijnlijk gekweekt door decennialang overdreven veel zware shag te roken gecombineerd met glazen whisky. Wie zal het zeggen. Het is een geluid dat subliem gedijt in de wat jazzy, naar country neigende liedjes waarin hij geen enkele keer het achterste van zijn tong hoeft te laten horen om te overtuigen. Burn The Ration Books Of Love is een plaat waar heel veel rust van uitgaat, met een vleugje humor

Jobson krijgt in vijf van de elf songs vocale ondersteuning van zijn goede vriend Guy Garvey, de Elbow-zanger die ook tijd vond om wat productiewerkzaamheden te verrichten. Naast die van Ben Christophers, bekend van zijn werk voor onder anderen Françoise Hardy, Tori Amos en eerdergenoemde Garvey, waardoor de lijntjes lekker kort zijn.

Juist die feilloze productie zorgt ervoor dat je, met de juiste luidsprekers of koptelefoon, om de haverklap nieuwe briljante vondstjes (marxofoon, harp en bas met name) ontdekt, die vrijwel elk, steevast verhalend nummer naar een hoger niveau tillen. Burn The Ration Books Of Love is een groeibriljant die zorgt voor innerlijke rust in roerige tijden. Decent job, mister Jobson. Fijn verdwalen in onder meer dat elf minuten durende, verrukkelijke Kesta. Pieter Visscher

Mogwai – The Bad Fire

Mogwai – The Bad Fire (Rock Action Records)

Blijft een van de eigenzinnigste bands van de laatste vijftig jaar in de wereld van de pop en de rock. Mogwai zet de Schotse muziekwereld nog wat sterker op de kaart, met de elfde worp: The Bad Fire. Er wordt weer lekker weinig gezongen en áls dat gebeurt, zoals in het opvallend toegankelijke Fanzine Made Of Flesh, versta je er niets van. Mogwai ten voeten uit. Conventies zijn maar voor de massa.

Het tien nummers tellende album heeft weer de nodige prettig eigenwijze songtitels, zoals daar zijn: Pale Vegan Hip Pain, Hi Chaos en het zonder meer winnende If You Find This World Bad, You Should See Some Of The Others. In dat laatstgenoemde nummer kun je je ook weer ouderwets onderdompelen in overheerlijk meeslepende postrock.

Mogwai is door de jaren heen allengs wat meer de melodie gaan ontdekken en daarbij werd het geluid smaakvol uitgebreid met wat extra elektronica, zonder dat je ooit het gevoel kreeg dat de gitaar niet meer leidend was. Mogwai is iets dichter bij een breder publiek komen te staan, zonder overdreven veel concessies te doen aan hun identiteit.

Waardoor ook The Bad Fire toch weer Mogwai ten voeten uit is. Met veel analoge synthscapes en volop shoegazemomenten. Met Mogwai is het heerlijk ontsnappen aan die zo boze buitenwereld. Doen! Pieter Visscher