Half Japanese – Jump Into Love

Half Japanese – Jump Into Love (Fire)

Het is knap dat je je al zo lang handhaaft in de wereld van de alternatieve rock met al die ongepolijste rocksongs die op plaat worden gezet. Het heeft sinds 1975 al twintig albums opgeleverd. Het eerste in 1980. We hebben het over Half Japanese. Uit de Amerikaanse staat Michigan.

Zanger en boegbeeld/blikvanger Jad Fair is sinds de oprichting van de partij en hij heeft aan urgentie niet ingeboet. De ontwrichtende rockliedjes van zijn vaak van bandleden veranderende formatie hebben in de loop der jaren aan structuur gewonnen, zonder ooit te kunnen ontkomen aan een term als subversiviteit. Luister eens naar de eerste single van de band, uit 1977, Calling All Girls, dat op een cassettebandje werd uitgebracht. Daar een melodielijn in proberen te ontdekken is nog geen sinecure.

Fair begreep ook wel dat hij commercieel gezien niet heel erg oud zou kunnen worden met zo’n nichesound en allengs zijn plooien gladgestreken. Zij het zonder ál te veel concessies te willen doen aan waar Half Japanese voor staat: ongrijpbaar blijven voor de massa.

Op deze twaalf tracks tellende plaat van Half Japanese horen we vooral heel veel speelplezier. Misschien wel meer dan ooit tevoren. Ook dan uit de tijd dat Kurt Cobain fan was. Hij nam Half Japanese in 1993 mee op tournee. Als beloning. Cobain zou ongetwijfeld nog altijd fan zijn geweest van de band die zo heerlijk buiten de lijntjes kleurt. Jump Into Love laat invloeden horen uit de folk, krautrock en zelfs jazz, naast de puike punkelementen die er eigenlijk altijd wel zijn geweest. Een van de leukste platen die dit jaar zijn verschenen. Een alsmaar boeiender wordende ontdekkingstocht. Probeer maar eens. Pieter Visscher

Abrahamstatus Aerosmith wordt prachtig luister bijgezet

De Rolling Stones bestaan al even, maar die gasten van Aerosmith kunnen er natuurlijk ook wel wat van. Ter ere van vijf decennia aan definitieve anthems en enkele van de meest herkenbare hits aller tijden komen de viervoudig GRAMMY®-bekroonde en diamantgecertificeerde Boston-rocklegendes Aerosmith (Steven Tyler, Joe Perry, Tom Hamilton, Brad Whitford en Joey Kramer) met een ultieme carrièreomspannende greatest hits-collectie via UMe/Capitol. De set bevat 44 zorgvuldig uitgekozen nummers in luxe-edities met een door Aerosmith samengestelde verpakking.

Voor het eerst in de roemruchte geschiedenis van de groep bevat de Super Deluxe Edition van Greatest Hits een blockbuster-tracklist met 44 nummers, die elk tijdperk van Aerosmith vertegenwoordigen. Geperst op 180 gram op maat gemaakt vinyl in kleur, omvat het de vijf decennia van de band in al zijn rauwe en krachtige rock-‘n-roll-pracht. Van top 10-hits uit de jaren 70 Dream On en Walk This Way plus een zinderende versie van Toys In The Attic tot Hamiltons kenmerkende baslijn en Joe Perry’s iconische talkbox-intro tot Sweet Emotion, tot hun dominantie van rockradio in de jaren 90 met Crazy, Cryin’ en I Don’t Want To Miss A Thing. De collectie zal zowel die-hard fans als gewone luisteraars zeker bevallen.

De Super Deluxe Edition, een echt verzamelobject, wordt gepresenteerd in premium hoezen in boekstijl, bevat vier zwart-wit litho’s en beschikt over verbluffende livefotografie en iconische en zelden geziene foto’s van de band die hun opkomst van een lokale band uit Boston beschrijft tot aan de mondiale megasterrenstatus van vandaag.

Marlene Bakker – Oaventuren 

Marlene Bakker – Oaventuren (RAIF Records)

Oaventuren gaat over proberen onbevreesd door het leven te gaan, een tikkeltje overmoedig, aan de andere kant ook vrijmoedig. Eigenschappen die je nodig hebt als muzikant, maar ook in het leven zelf. Het leven is een avontuur”, vertelt Marlene Bakker over haar tweede album. Oaventuren is de opvolger van RAIF (2018), dat door Frits Spits tot album van het jaar werd gebombardeerd en slechts kon rekenen op lovende kritieken. Dat zal met Oaventuren niet anders zijn, omdat de plaat van dezelfde schoonheid is. Andermaal in het prachtige Gronings gezongen.

Bakker (39), geboren in het Groningse gehucht Niezijl, groeide op in een ander, prachtig dorp in dezelfde provincie, Smeerling, waar ze spelenderwijs het Gronings onder de knie heeft gekregen. Het is handig dat er een tekstboekje bij de cd zit, terwijl je over het algemeen ook als niet-Groninger wel kunt volgen wat Bakker wil vertellen.

Misschien dat Wat Is Er Loos? over het politieke wereldje gaat? “Haard tegen haard. En waist, ‘t löst haildaal niks op. Roupst en reerst of zegst de woarhaid? ‘t Is mor net wastoe leufst. De leugen smoort elke reden, elke zin.”

Het karakteristieke Gronings is een prachtige taal (jawel), die wel vaker als instrument is ingezet in de muziek, maar nog nooit zo mooi als Marlene Bakker het doet. Een stem net zo helder als gevoelig. Op een plaat waarop Bakker zich andermaal heeft laten omringen door topmusici. En dat hoor je. Gitaarwonder Bernard Gepken, vooral bekend als muzikant in de band van Daniël Lohues, is onder meer weer van de partij. Gepken schreef ook mee aan de composities op Oaventuren. Een album vol met prachtige melodieën en arrangementen. Hoor Gepken eens verrukkelijk tokkelen in het afsluitende Sloaplaidje. En wat is Zo-as Beloofd toch van een óngekende schoonheid.

Ook door de rijke instrumentatie, waarin we onder meer Hammond, vibrafoon, hoorn, bugel, piano, synthesizer en mellotron ontdekken, is Oaventuren een plaat geworden die je zo vaak als mogelijk op wil zetten. Niet voor niets is Marlene Bakker inmiddels omarmd door Pinguin Pluche. Na RAIF heeft ze het met Oaventuren wéér geflikt. Een tweede kunststuk. Pieter Visscher

Deeper – Careful!

Deeper – Careful! (Sub Pop)

Deeper bestaat nog niet zo heel erg lang, een jaar of zeven, maar kreeg al een trauma vanjewelste te verwerken toen gitarist Mike Clawson tijdens het tot stand komen van album twee Auto​-​Pain (2020) plots uit de band stapte, om niet veel later zelfs een eind aan zijn leven te maken. Vriend van de bandleden Kevin Fairbairn nam zijn taken over en Auto​-​Pain is een eerbetoon geworden aan Clawson.

Drie jaar later is er album drie: Careful!. Met uitroepteken inderdaad. Weer vol met indierock zoals we die zo graag horen. Liedjes met een kop en een staart. Overduidelijk beïnvloed door Television (met name), The Cure (luister eens naar Bite, bijvoorbeeld) en Joy Division, terwijl Deeper zelf vooral David Bowie noemt. Ten tijde van Low (1977). Ook op Careful! is Deeper een open boek waar het omgaan met depressies betreft. Zanger-gitarist Nic Gohl: “Ik heb het gevoel dat ons niet is geleerd hoe we dat soort ziekten moeten behandelen. We hebben geleerd hoe we een verkoudheid of een kras op de arm moeten behandelen, maar als het om je geestelijke gezondheid gaat, zijn mensen bang om er op een open en productieve manier over te praten.”

Maar wie denkt dat de derde worp van Deeper een stemmige plaat is geworden, komt bedrogen uit. Er zijn dertien bruisende, energieke songs op te vinden. Een aantal van bijzonder hoog niveau. De sound van Auto​-​Pain, waarop de synthesizer werd geïntroduceerd, wordt doorgetrokken op Careful!. Het zorgt voor een avontuurlijker sound en nog dansbaardere nummers. Lekker is ook de saxofoon van Brian Seyler die wordt ingezet in Fame en Pressure.

Albums waarop geen miskleunen zijn te vinden, zijn een zeldzaamheid en met Careful! hebben we er dan weer een te pakken. Nestelt zich steeds steviger in je hoofd en dat op een zeer prettige manier. Neem een verslavende song als Tele. Het is smullen geblazen. Pieter Visscher

High Pulp – Days In The Desert


High Pulp
Days In The Desert (ANTI records)

“Wat krijg je als je muzikanten uit het rockcircuit uit hun comfortzone haalt en ze de jazzwereld in laat wandelen? Dan krijg je een avontuurlijke plaat. Een jazzalbum, absoluut, dat net even anders is”, schreven we vorig jaar over de tweede langspeler van het in Los Angeles residerende High Pulp.

De zes bandleden hebben geen van allen een traditionele jazzachtergrond; ze zijn bovendien ook actief in bands die punkrock, shoegaze, hiphop en elektronische muziek op plaat zetten. Al die elementen vind je wel terug op Days In The Desert. Bobby Granfelt (drums), Rob Homan (toetsen), Antoine Martel (gitaar, toetsen), Andrew Morrill (altsaxofoon), Victory Nguyentenor (sopraansaxofoon, trompet en fluit) en Scott Rixon (bas) vormen tezamen een kwintet dat inmiddels op drie albums imponeert. Het is zelfs opvallend hoe de doorgaans stoïcijnse poes Lotje reageert op een plaat die nog sterker de aandacht vasthoudt dam de twee voorgangers. Lotje lijkt fan. Wie had dat gedacht? “The word jazz is going to follow our band around forever, which is fine; we love jazz, we are inspired by jazz,” legt Granfelt uit. “But our influences are much wider than that.” Hoewel we onmiskenbaar Miles Davis als inspiratiebron noteren.

Heeft al die klasse ook te maken met het grote arsenaal aan gastmuzikanten dat uit de kast is getrokken voor Days In The Desert? De vraag stellen is deze beantwoorden. Want neem alleen al de aanwezigheid van harpist Brandee Younger en gitarist Jeff Parker, die zich beiden mogen uitleven. Waardoor Days In The Desert nog wat sterker onder de huid weet te kruipen. Terwijl er ook ruimte is voor uitbundigheid en er zelfs volop kan worden gedanst, op (If You Don’t Leave) The City Will Kill You waarin een hoofdrol is weggelegd voor elektronicagigant Alfred Darlington, die misschien wel beter bekend is als zijn alter ego Daedelus. Amerikaan die het experiment niet uit de weg gaat en naadloos opgaat in het inmiddels hechte collectief High Pulp. Op naar meer! Aan de inspiratie en dadendrang van de formatie ligt het niet. Pieter Visscher

Liefhebbers van High Pulp luisteren natuurlijk ook naar Pinguin Pluche.

Blur – The Ballad Of Darren

Hoe je het wendt of keert; Damon Albarn is een van de belangrijkste Britse songschrijvers van de laatste 75 jaar. Oké, 80 keuren we ook goed. Niet alleen met zijn belangrijkste geesteskind Blur. Denk daarnaast aan Gorillaz, The Good, the Bad & the Queen en z’n soloalbums.

Albarn heeft veel briljante liedjes geschreven, maar laten we de rol van meestergitarist Graham Coxon, waar het Blur betreft, daarin niet onderschatten. Coxons soloplaten mogen er stuk voor stuk bovendien zijn. Tezamen zijn ze op hun sterkst. Zo blijkt ook op The Ballad Of Darren, de negende studioplaat van Blur. Die qua albumhoes wat doet denken aan The Great Escape uit 1995. Albarn heeft sowieso wel wat met water, getuige ook de titel van z’n tweede soloplaat: The Nearer The Fountain, More Pure The Stream Flows. Een preoccupatie? We durven het nauwelijks uit te sluiten.

En als we het wat verder doorvoeren komt een titel als Far Away Island er ook wel in de buurt. Google voor de aardigheid eens op Damon Albarn en water (afbeeldingen) en oordeel zelf. Far Away Island is een van de mooiste liedjes op het geregeld ingetogen The Ballad Of Darren. Wie nummers verwacht met de tempi van Girls And Boys of zelfs Song 2 komt bedrogen uit, al heeft de band uit Londen het nooit al te veel opgehad met liedjes waarin nogal wat vaart zit.

Nummer met het hoogste tempo is The Narcissist. Een dissonant feitelijk op een plaat die met al z’n over het algemeen ingetogen tracks zonder meer het stempel stemmig krijgt. Mooi hoor, dat ook. Klassiek Blur is het wat steviger St. Charles Square, ondanks z’n wat vlakke drumritme. The Ballad Of Darren heeft wat draaibeurten nodig eer je ‘m voor het eerst omarmt. Prachtig geproduceerd door James Ford (Depeche Mode, Arctic Monkeys, Gorillaz, Foals). Met een (goeie) koptelefoon hoor je dat het best. Pieter Visscher

Rauwe energie Rory Gallagher op Live In London

Rory Gallagher All Around Man – Live In London is een 23-track live-album met niet eerder uitgebracht materiaal uit een niet eerder gedocumenteerde periode van een van de grootste gitaristen aller tijden.

Dit opwindende album is uitgebracht als dubbel-cd en driedubbele lp, is samengesteld uit twee avonden in de Town & Country Club (nu The O2 Forum) in Londen in december 1990. All Around Man – Live In London is opgenomen van de shows ter ondersteuning van Gallaghers elfde en helaas laatste studioalbum Fresh Evidence dat in mei 1990 uitkwam. nummers van het Defender-album uit 1987 plus andere carrièrefavorieten.

Dit nieuwe album is gemixt van de recent gevonden multitracks en gemasterd in Abbey Road Studios, en de hoes van het album is een schilderij van de Ierse graffitikunstenaar Vincent Zara, die Rorys afbeelding in zijn thuisland heeft gestencild.

De liveoptredens van Rory Gallagher zijn legendarisch, hij was een artiest die tot leven kwam toen hij op het podium stond en als gevolg daarvan zijn enkele van zijn meest succesvolle albums livealbums, zoals Live! In Europa en Irish Tour ’74. Voorafgaand aan deze shows, waarin de opnames van dit album werden gemaakt, had Gallagher een ongekend halfjaar in de studio doorgebracht om Fresh Evidence te maken (hij stond bekend om het snel opnemen van albums, soms in slechts twee weken). Gallagher was live op zijn best en demonstreerde zijn liefde en honger naar liveoptredens en de opnames op All Around Man – Live In London getuige die rauwe energie.

Op Haldern Pop 2023 komt zonneschijn uit de speakers

Voor de aanwezige Nederlanders, die tijdens Haldern Pop 2023 weer in groten getale aanwezig zijn, is het extra leuk dat het festival op de donderdag wordt geopend door Get Jealous, in de Haldern Pop Bar. De springerige punkrock van het trio met Nederlandse zanger Otto Rasva en twee Duitse handlangers komt goed uit de verf in het volle café. Rasva is vorig jaar verhuisd naar Hamburg, waar de bandgenoten graag weer naartoe wilden, nadat het gezelschap samen studeerde in Enschede. Get Jealous’ enthousiasme is aanstekelijk en de band verricht een prima aftrap van een regenachtige editie van het Duitse festival, dat een jubileum beleeft: 40 jaar de crème de la crème van de indiepop en -rock in het prachtige Haldern.
Tekst Pieter Vissscher, foto’s Sander Brugman
Susan O’Neill mag het bal openen in de kerk van Haldern, waar het soulvolle stemgeluid van de Ierse geweldig uit de verf komt, op piano ondersteund door haar landgenoot Mick Flannery, die ook de nodige vocalen voor zijn rekening neemt. De gevoelige folkrock van Alela Diane uit Californië maakt niet minder indruk in de volle kathedraal met zijn geweldige akoestische mogelijkheden. De Amerikaanse heeft al genoeg aan een akoestische gitaar om te imponeren. De donderdag is regenachtig, maar ook zonnig zo nu en dan. De regen wint weliswaar, maar Haldern heeft vooral overdekte podia. Een poncho en laarzen zijn voldoende om geen centje pijn te hebben.
In de uitpuilende spiegeltent is Nation Of Language uit New York een van de hoogtepunten van Haldern Pop 2023 dag 1. Vrij jong trio nog, met een volwassen, sterk op de jaren 80 teruggrijpende sound. Joy Division, A-ha, Simple Minds, OMD en Kraftwerk zijn referenties, maar wat te denken van het vroege Depeche Mode (Vince Clarke, Speak & Spell, 1981), A Flog Of Seagulls, New Order en The Cure. Blikvanger is Ian Richard Devaney , wiens stem al die extra galm niet eens nodig lijkt te hebben. Hij zingt gemakkelijk, hangt zo nu en dan een gitaar om z’n nek en heeft betrekkelijk weinig interactie met z’n bassist en toetseniste, alsook met het publiek, dat in groten getale de spiegeltent bevolkt. Dat maakt allemaal niet zo gek veel uit, want een attitude als deze staat de muziek van het trio veel beter. “Something that I really like about this festival is that there are so many kids here”, meldt toetseniste Aidan Noell over het steevast erg jonge kroost dat in hangzakken vaders en moeders afpeigert of in plassen springt of duikt in het Haldernse. Net uit de buik en hup richting festival. De indiedoctrine start vroeg en dat is positief. Haldern Pop is misschien wel het kindvriendelijkste festival ter wereld, terwijl er acts geprogrammeerd staan die negen van de tien keer ongekend ver verwijderd zijn van het geluid dat de jongsten op het veld zou kunnen aanspreken; de Taylor Swifts, Beyoncés, Pinks en Coldplays van deze wereld. Blijft prachtig om te zien.
Op het hoofdpodium heeft Tom Odell geregeld het venijnige van Finn Andrews van The Veils in z’n stem. Hoorden we dat eerder? De Brit, 32 inmiddels, is vocaal flink gegroeid in de loop der jaren. Odell heeft een weide vol isolatieduitsers voor zich staan. Toeschouwers die heerlijk dicht bij elkaar staan om de afnemende temperatuur eenvoudig het hoofd te kunnen bieden. Het regent weliswaar niet, zo rond een uur of elf in de avond, maar de temperatuur is flink afgenomen. De zomer in Duitsland is net zo grillig als die in Nederland. Het is opeens tien minuten droog en dan zie je om je heen dat mensen daar toch wat nerveus van worden. Neerslag went. Net zoals een Tom Odell in grandioze topvorm. Niet te vergelijken met zijn show op Pinkpop een paar maanden eerder. Odell is vinniger en ook bijtender dan ooit en al die energie spat van de planken af. Het is zelfs zo overtuigend dat hij het zich kan permitteren grote hit Another Love te laten liggen. Maar dat gebeurt niet. We hebben er vrede mee.
Vrijdag
In de uitpuilende Haldern Pop Bar laat het Engelse Divorce een ontregelend geluid horen, waarop de kaplaarsyuppen die we gister op de uiterst drassige wei voor het hoofdpodium ontwaarden een dansje proberen. Dat is geen sinecure, zo blijkt. De tweestemmige ballads van de indiefolkformatie uit Nottingham lenen zich daar sowieso niet voor. De stem van Tiger Cohen-Towell  springt erbovenuit. Muzikaal laveert het kwartet tussen pakweg Wilco en Big Thief.
In de Jugendheim, een podium waar hoogstwaarschijnlijk ook bingoavonden worden georganiseerd en het plaatselijke amateurtoneel zich kan uitleven, staat Duitser Rolf Blumig (foto) op de planken. Volle bak! De katholieke kerk resideert er bovendien lezen we op de posters die er hangen. Lekker volle zaal dus voor het sympathieke kwartet, dat bestaat uit vier muzikanten. Singer-songwriter Blumig heeft als band twee heren met dezelfde Spinal Tap-achtige kapsels die ook niet zouden misstaan bij ADO Den Haag op de tribune. Al zag je die look wat vaker in de jaren 80. Opvallend is dat de fanatieke, technisch sterke drumster juist een vlot, lekker kort kapsel heeft. De vier komen uit plaatsen als Leipzig en Bremen en leerden elkaar kennen tijdens hun studie in Essen, waar de drumster percussie studeerde. Blumig is geen geboren zanger, maar dat vergeef je ‘m terstond omdat je ziet dat hij extra zijn best doet. Zo nu en dan zie je de toetsenist en bassist wel even naar ‘m loeren omdat ze verbaasd lijken om hetgeen hij vocaal met zijn gehoor deelt. Al herpakt Blumig zich in het verloop van het optreden. Even op stoom komen? De band heeft een tafeltje met merchandise waar we een divers boeket aan kledij ontdekken; van gedateerde polo’s tot allerhande T-shirts in diverse kleuren. Versierd met Kamagurka-achtige tekeningen, terwijl de bandnaam veelal schittert door afwezigheid. Het tekent de eigenzinnigheid van het psychedelische viertal, dat zo nu en dan en met behoorlijk wat fantasie en paddenstoelen aan King Gizzard & The Lizard Wizard doet denken. Muzikaal wel minder spannend. Wel gezellig en het is goed te zien dat ze er zelf veel plezier in hebben. Sicherheit is een beklijvende song. Geregeld heeft het wat weg van een pastiche op pop en rock. Gelijk Spinal Tap. Er wordt geregeld gedanst, of op z’n minst wat bewogen. Dat is wat waard en daarom belonen we de set met een 6 +.
Heel wat anders is cellist Gaspar Claus, in de schitterende kerk van Haldern. Indrukwekkende neoklassieke klanken ook uit de toetsen van zijn pianist. Het applaus klatert werkelijk oorverdovend hard vanaf de volle kerkbanken na elk nummer. Heel erg rijke muziek. Meeslepend, meesterlijke melodieën en een geluid om in te lijsten. Wat een schoonheid, wat een klasse. Alles ademt pure perfectie. Binnen het neoklassieke spectrum is dat meer dan geoorloofd.
Wanneer je het hitje Tennis van het uit Liverpool afkomstige Courting hoort, weet je meteen weer waarom het zo’n interessante band is. Ja, uit het muziekbolwerk van The Beatles. Terwijl weinig refereert aan het geluid van The Fab Four. Courting verwerkt heel speels een stukje van I Love It van Icona Pop door een van hun songs waarmee meteen wordt onderstreept hoe frivool de podiumpresentatie van de band is. Poppy nummers worden afgewisseld met stevige indierock waarin de af en toe furieus zingende Sean Murphy-O’Neill alle agressie laat horen die in hem zit. Courting is een stel jonge gasten in klassieke bandopstelling. Veel bravoure en net zo veel goeie liedjes. “This is our second time at the Haldern Pop Festival. Thank you. Very nice!”, lacht Murphy-O’Neill. Laten we de sound een mix noemen van Blur, Maccabees en – in de verte – The Strokes. Het wordt tijd voor de grote doorbraak. Alle ingrediënten zijn immers aanwezig. Ze sluiten af met een track die The Sex Pistols ook wel hadden willen schrijven. “Lekker bandje hoor!”, roept uw fotograaf.
Katy J Pearson is een bescheiden, wat timide jonge vrouw, die een mooie band om zich heen heeft geformeerd om haar prima indiepopliedjes vorm te geven. Gitarist die de tweede stem doet. Pearson heeft het eigenlijk niet eens nodig. Ze is het Amerikaanse antwoord op Pip Blom, volgens collega Brugman. Hij heeft geregeld gelijk. De Britse heeft een wat vlakke afsluiter in petto. Had Pip mogelijk anders ingevuld. Niettemin 7 -.
Op het hoofdpodium is het een kleine minuut later de beurt aan Olivia Dean, uit Engeland. Ze werkte in het verleden met  Rudimental. Ze is alles wat Amy – niets dan goeds over de doden – Winehouse ooit is geweest, maar dan zelfs een paar klassen beter. Zálige, soulvolle stem en werkelijk glas- en glaszuiver. Het songmateriaal ligt in het verlengde van dat van Winehouse. Een duidelijke inspiratiebron heeft Dean zich weleens laten ontvallen. Hoewel een song van het niveau Back To Black ontbreekt. Dean kan weleens een heel grote dame worden wanneer ze dit extreem hoge niveau weet voort te zetten. Ze is wars van opsmuk en maniertjes en praat ook nog eens makkelijk en gezellig. Sublieme band met alles erop en eraan vasthouden en the world is hers. Óngekende klasse. Before We Get To Deep; waar zou ze het over hebben? Olivia, a star is born! Sterker: ze heeft álles in zich om de grootste artiest van de aankomende pakweg twintig jaar te worden. Wat een ontdekking!
En dan Gurriers (foto) erachteraan. Op de koop toe. Waardoor we extra verwend worden in Haldern. De spiegeltent verandert in no time in een grote pogo, waaraan zanger Dan Hoff maar al te graag even deelneemt. Gurriers’ explosieve noiserock is aanstekelijk en loopt over van de kwaliteit. Erg veel goeie postpunkliedjes. Iets wat absoluut geen zekerheidje is binnen het genre. Dublin stond al op de kaart en nu nóg wat steviger. Is Nirvana een inspiratiebron geweest? Jawel.
Wat minder beklijvend is de indierock van Porridge Radio, dat evenwel de massa voor het hoofdpodium in beweging weet te brengen. Een pogo zit er niet in. We nemen genoegen met heupwiegen en wat ander bedenkelijk gefrommel op de vierkante meter. Genoeg goeie liedjes om uiteindelijk tevreden blikken te zien in het publiek.
Stuk steviger gaat het eraan toe bij Die Nerven uit prachtig Duitsland. Tijdens de soundcheck wordt gespeeld met tracks van Talking Heads, Toto en Led Zeppelin en hoor je aan alles dat de band er zin in heeft. Dat klopt dan ook. De melodieuze postpunk van Die Nerven is veel te goed om nog voornamelijk in Duitsland potten te breken. Dit is universele punkrock die een heel erg breed publiek verdient.
Wat ook geldt voor het uit België (Wallonië) afkomstige Glauque, dat een verbluffende indruk maakt op het hoofdpodium. De Franstalige formatie zoekt de mogelijkheden op binnen de elektronica en hiphop en vindt daarbinnen een nichegeluid dat ronduit verslavend is. Geweldige zangers, dito beats en soundscapes. Debuutalbum onderweg. Wat een triomf!
En wát een opmaat naar de winnaar van de vrijdag: Low Cut Connie (foto) uit Philadelphia. Dit is je állerreinste rock-‘n-roll en met dérmate veel passie gespeeld dat het nog nooit zo zweterig is geweest in de spiegeltent. Waar niet alleen de charismatische zanger Adam Weiner de show speelt, maar ook de spectaculair ogende gitariste en dame met tamboerijn. Beiden hebben ook nog eens een uitstekende stem waardoor je nog meer wordt gegrepen door de sound van de formatie. Weiner duikt het publiek in en we zien dat de security daar steeds minder enthousiast van wordt. In tegenstelling tot de uitzinnige massa in de tent. Wat wordt onvervalste rock-‘n-roll hier toch weer ongenadig goed en hard op de kaart gezet. We noteren een tien met een griffel. Cum laude geslaagd.
Zaterdag
Grappig moment met singer-songwriter Childe uit Engeland aan het begin van de zaterdagmiddag in de Haldern Pop Bar, het muziekcafé midden in het dorp. Er wordt flink geapplaudisseerd wanneer de zanger z’n eerste nummer afrondt, terwijl Childe bezweert dat hij nog met z’n soundcheck aan de gang is. Hij grijnst en heeft meteen de lachers op zijn hand. Muzikaal is-ie geen lachebekje, die Childe. Nummers over liefdesverdriet en zielenpijn passeren de revue. Childe schuwt de dramatiek niet – ‘Got a deathwish, if you can believe it’ – en heeft een timbre dat zich daar wel voor leent. Op een bepaald moment mis je een drummer en ook een bassist. En misschien een achtergrondzangeres, die Childe zo nu en dan even een vlotte aai over z’n bol geeft. Er is hoop, zegt de bumpersticker. Korrelatie dag en nacht paraat.
De Japanse noiserock/metalformatie Bo Ningen (foto) schuwt de galm en reverb niet in het volle Jugendheim, waar de al tien jaar in Londen wonende formatie een rockshow neerzet waar erg veel aan klopt. Een spervuur aan meedogenloze riffs en noise zorgt ervoor dat oordoppen noodzakelijk zijn. Wie die niet mee heeft is genoodzaakt de toko te ontvluchten. Bo Ningen giert door geluidsbarrières als F 16’s die opstijgen vanuit Leeuwarden. Dit is metal die veel harder is dan wat Motörhead ooit op plaat heeft gezet en nog melodieuzer ook. Sorry, Lemmy. Terwijl de kapsels van de Japanners en Lemmy sterk overlappen. Hier zijn salons in Engeland niet rijk van geworden. Laten groeien die handel. Er moeten op maandbasis liters shampoo doorheen worden gejaagd.
“Life is a bitch, but I like it so much”, zingt de prachtige Lia Metcalfe, frontvrouw van de Engelse band The Mysterines uit het mooie Liverpool in de gelijknamige track. En wát een track! Stuk melodieuzere rock dan de wat punky sound van Bipolar Feminin, dat even ervoor in de spiegeltent heeft gespeeld. The Mysterines heeft er zin in en heeft met de stoere zangeres/gitarist natuurlijk goud in handen. Het is hoegenaamd droog in Haldern na een zonnige ochtend en voormiddag en na een fikse bui waardoor liefhebbers weer even vol overgave in plassen hebben kunnen stampen.
Van de ene naar de andere vrouw met Sylvie Kreusch in de spiegeltent. De Belgische maakt er een feest van met haar pakkende indiepop en -rock. Kreusch, voormalig fotomodel, maakte al furore met Warhaus en ze bewijst op eigen benen een minstens zo volwassen sound neer te kunnen zetten. Werk van Montbray, Kreusch’ solodebuut van twee jaar terug, valt uitstekend in de smaak in Haldern. Er is veel interactie tussen haar en de enthousiaste, flink meezingende meute voor het podium. Kreusch wint erg veel zieltjes in Duitsland.
Wat mogelijk ook opgeld doet voor Willy J Healy, die met zijn opvallende rode mutsje, gelijk aan dat van Drukwerks Harry Slinger, countrygeoriënteerde rockliedjes laat horen. Niet overdreven spannend, wel onderhoudend. Als mooie aanloop naar Lanterns On The Lake, uit Newcastle upon Tyne, Engeland. Zangeres Hazel Wilde rept over een “gorgeous festival” en slaat daarmee de spijker op de kop. Haldern Pop is nog altijd het charmantste festival ter wereld en dan ook nog eens met de meeste muzikale kwaliteit. De ongedwongen sfeer, de Duitse gastvrijheid en de speelse opzet van de diverse podia maken het allemaal wat extra bijzonder. Lanterns On The Lake is zo’n band die goed past binnen het immer spannende en onderscheidende palet aan bands. Indierock met een ziel.
Baby Volcano komt uit Tsjechië en verrast de spiegeltent met Spaanstalige en Franstalige, met veel harde beats gebrachte hiphop. Rapster/zangeres Lorena Stadelmann heeft qua uiterlijk en beweeglijkheid behoorlijk wat weg van de Israëlische songfestivaldeelneemster Noa Kirel. Maar dan tien keer feller. Ze wordt geflankeerd door twee jongemannen achter de nodige knoppen. Act maakte eerder dit jaar al indruk op Roskilde en weet ook Haldern in te pakken. Niet in de laatste plaats door Stadelmann. Ze loopt een meter of honderd door het publiek. Er lijkt geen eind aan te komen. Security opnieuw van slag. Baby Volcano is onderscheidend en in your face en doet soms zelfs aan het Zuid-Afrikaanse Die Antwoord denken.

Mooie aanloop naar toetsenbordwonder Hania Rani uit Polen. Ze heeft piano en synthesizers tot haar beschikking en maakt daar gretig gebruik van. Stemmig, uitbundig en daar tussenin vindt ze haar weg in een fraai opgebouwde set. De Poolse zingt er ook nog bij, af en toe. Fraai, bovendien.

“We come from London. We’re Famous”, zegt zanger Jack Merrett na drie nummers van zijn band. Famous is populair in Duitsland. Er staat een rij vanjewelste voor de spiegeltent. Fans met inbrengdrang, zo te zien. Het Duitse bier is ook nog eens voortreffelijk. Zin in het postpunkgeweld van de Britten, met hun overactieve gitarist. We’re Famous! Niet voor niets dus.

Mooie aanloop naar de Ier Glen Hansard op het hoofdpodium. Kind aan huis in Haldern en net zo goed als anders. De voormalig zanger en gitarist van The Frames en The Swell Season komt eind van dit jaar naar Koninklijk Theater Carré in Amsterdam en dat belooft veel goeds. Blijft een singer-songwriter om in te lijsten. En dan kunnen we ons ook nog verheugen op Protomartyr dat ‘s nachts vanaf 01.30 uur wederom een uur lang laat horen waarom ook Amerika zo’n belangrijk postpunkland is. Polacrilex Kid van het onlangs verschenen, opnieuw formidabele album Formal Growth In The Desert is een van de tracks waarvoor je wakker bent gebleven na drie dagen festival. Protomartyr trekt nog eenmaal alle energie uit de lijven in de spiegeltent, na een Haldern Pop dat andermaal bewijst misschien wel het beste festival ter wereld te zijn. Met of zonder regen.

Veel nieuw werk Zappa op Funky Nothingness

In 1969, nadat The Mothers of Invention uit elkaar gingen, bracht Frank Zappa zijn baanbrekende solodebuut Hot Rats uit. Het innovatieve album, dat jazz en rock combineert, werd een van de bestverkochte releases van de artiest, dankzij klassieke nummers als Peaches En Regalia en Willie The Pimp. In het volgende jaar, tussen verschillende projecten door (waaronder het produceren van Captain Beefhearts debuut, Trout Mask Replica, en optreden als presentator van het Belgische Festival Actuel, waar Zappa de Britse drummer Aynsley Dunbar ontmoette), verzamelde hij een kerngroep om tracks op te nemen in het onlangs geopende Los Angeles Plant.

Tijdens de sessies, die voornamelijk in februari en maart 1970 in de nieuwe studio plaatsvonden, zat Zappa opnieuw in de producerstoel en werd-ie vergezeld door verschillende muzikanten die op Hot Rats speelden, waaronder Mothers-lid Ian Underwood (keyboard, saxofoon, slaggitaar), violist en zanger Don “Sugarcane” Harris, en Wrecking Crew-bassist Max Bennett. De vijfkoppige band werd gecompleteerd door Aynsley Dunbar, die net naar Los Angeles was verhuisd en bij Zappa was ingetrokken na zijn uitnodiging zich bij de band aan te sluiten. Samen nam de groep uren aan originele composities, geïnspireerde covers en uitgebreide improvisaties op die putten uit Zappa’s R&B en bluesroots, terwijl ze invloeden van de opkomende jazzfusionscene vermengden. Deze opnames waren grotendeels instrumentaal en toonden de virtuositeit van de gitarist, terwijl ze tegelijkertijd het vervolg op Hot Rats hadden kunnen zijn, als het ooit was uitgebracht.

Terwijl Zappa zijn favoriete opnames identificeerde en de nummers mixte voor de uiteindelijke release, trok de onverzadigbare muzikale nieuwsgierigheid van de enorm productieve muzikant hem in de loop van het jaar in andere richtingen. Het is niet precies bekend waarom dit materiaal nooit is uitgebracht, maar het is mogelijk dat Zappa na de ontmoeting met Flo & Eddie, het komische rockduo van Mark Volman en Howard Kaylan, kort na de sessies, werd geïnspireerd om met hen samen te werken en een grotere band samenstelde en verhuisde, weg van instrumentale composities en meer naar vocaal georiënteerd materiaal. Flo & Eddie zouden zich bij de Mothers voegen voor Zappa’s Chunga’s Revenge-album, grotendeels opgenomen die zomer en uitgebracht in oktober van dat jaar. Eind 1970 was Zappa goed bezig met het schrijven en ontwikkelen van zijn film 200 Motels en de bijbehorende soundtrack. Al die tijd werd dit ongelooflijke materiaal op een laag pitje gezet.

Terugluisterend naar de tapes van deze sessies, die meer dan vijf decennia later uit Zappa’s enorme Vault zijn opgegraven, wisten Zappa Vaultmeister Joe Travers en Ahmet Zappa dat ze iets speciaals hadden. Door te werken met de nummers die Zappa in de loop der jaren had geproduceerd, gemixt en waaraan hij had gewerkt, stelden ze een album met elf nummers samen, dat ze Funky Nothingness noemden, naar een bluesachtig, uitgekleed stuk dat de artiest in 1967 had opgenomen aan het einde van een van de sessies voor Uncle Meat. Oorspronkelijk bedoeld om een vroege versie van Chunga’s Revenge te openen, zet het korte, nog niet uitgebrachte nummer “de toon voor het album”, legt Travers uit. Hoewel de track een paar jaar voordat de meeste muziek die hier wordt gepresenteerd is opgenomen, heeft Zappa er uiteindelijk een build-haspel op aangesloten, waarmee hij aangaf dat hij een release aan het plannen was. Hoewel er in de loop der jaren een paar opnames van deze sessies zijn uitgebracht (fans herinneren zich misschien de 12 minuten durende versie van Sharleena uit de postume collectie Lost Episodes uit 1996), introduceert Funky Nothingness deze opnames voor het eerst als een samenhangende verzameling. “Funky Nothingness, als album, is speciaal omdat het ten minste drie geschreven composities bevat, twee coverversies en meerdere instrumentale jam-georiënteerde segmenten, allemaal niet eerder uitgebracht”, legt Travers uit. “Het is zeer zeldzaam om zoveel muziek uit één reeks sessies te vinden die zo lang niet is gehoord.”

Geproduceerd en samengesteld door Ahmet Zappa en Joe Travers, is Funky Nothingness uitgebracht via Zappa Records/UMe in verschillende formaten, waaronder een drie-disc uitgebreide deluxe editie die het 11-track album op disc 1 presenteert, samen met twee discs van outtakes, alternatieve bewerkingen, onbewerkte meesters van liedjes uit die tijd (waaronder Transylvania Boogie, The Clap en Chunga’s Revenge), plus verschillende epische improvisaties en andere bonussen. Een begeleidend boekje van 28 pagina’s bevat foto’s van de opnamesessies door fotograaf John Williams plus verhelderende liner notes en een individuele track-by-track van Travers. Disc 1 bevat Zappa’s vintage mixen naast verschillende moderne mixen van Craig Parker Adams die ook het bonusmateriaal mixte. Alle audio werd gemasterd door John Polito bij Audio Mechanics. In totaal bevat de collectie met 25 nummers 23 niet eerder uitgebrachte nummers met in totaal bijna drie en een half uur aan nooit eerder gehoorde muziek. De uitgebreide editie van Funky Nothingness zal ook digitaal beschikbaar zijn voor streaming en download en als dubbel-lp op zowel 180 gram zwart vinyl als limited edition helder violet 180 gram vinyl. Het vinyl zal bestaan uit Zappa’s vintagemixen van de tracks.

Anohni and the Johnsons – My Back Was A Bridge For You To Cross

Aan Antony Hegarty, 24 oktober 1971 geboren in Engeland, merk je eigenlijk niets wanneer je naar hem luistert. De stem van de androgyne Brit is in de loop der jaren niet veranderd. Vrouwelijke kenmerken waren altijd al talrijk, zowel fysiek als vocaal. Antony laat zich inmiddels aanspreken als Anohni, terwijl hij ook met een geslachtsverandering aan de gang is gegaan. Al die jaren hield hij dat tegen. Het vrat ‘m op.

“Mijn beste vrienden en familie gebruiken vrouwelijke voornaamwoorden voor mij. In mijn persoonlijke leven geef ik de voorkeur aan ‘zij’. ‘Hij’ is een onzichtbaar voornaamwoord voor mij; het ontkent mij”, is zij helder. In 2016 kondigde Hegarty de naamsverandering aan. Het is dus Anohni geworden. We zijn nog net zo blij met haar. Omdat ze van die prachtige muziek is blijven maken. Man, vrouw, transgender, travestiet, of what the fuck dan ook, het maakt geen reet uit wat of hoe je bent. Als je maar lief bent, geen branden sticht of vrouwen nafluit of scheten laat in een volle lift, of geen richting aangeeft bij afslagen en niet op de bril plast. Dat geeft vaak van die vervelende, gele vlekken. We zijn vooral mens. Een pratend dier in feite. Vaak met een te grote bek. Wees dan ook een beetje als Anohni. Als de voorbeeldige artiest. Véél eloquenter dan de goegemeente en ook nog eens hyperintelligent. Hup Anohni hup.

Zij is terug bij haar oude begeleidingsband The Johnsons en dat leidt tot een prachtige, innige reünie. Met Marvin Gaye’s klassieke album What’s Going On als voornaamste inspiratiebron is het diverse My Back Was A Bridge For You To Cross (lekker kort) een voortreffelijke, soulvolle plaat geworden, met vrij veel jazzy accenten. Aan alles hoor je dat de intrinsieke worsteling die Hegarty jarenlang geteisterd heeft door het toilet is gespoeld. Ze zit geweldig in haar vel.

Wat met name opvalt is de toegankelijkheid van de plaat. Alhoewel tekstueel dan weer niet overdreven luchtig. Want Hegarty blijft Hegarty. Toch altijd weer op zoek naar het engagement. Wat moet je anders ook met al die intelligentie? Zij, erudiet tot op het bot, maakt zich grote zorgen over ons zwaar overbevolkte, uitgeputte planeetje. In Why Am I Alive Now? bijvoorbeeld. Maar er is ook plaats voor een, verre van doorsnee, liefdesliedje. Het schitterende Sliver Of Ice behoort zelfs tot het fraaiste dat ooit aan Hegarty’s brein ontsproot. Het meesterlijk rockende Rest (hoofdrol voor de gitaar van Jimmy Hogarth) is van hetzelfde laken een pak. Zalvend en meeslepend. Pieter Visscher