Sprints – Letter To Self

Sprints – Letter To Self (City Slang)

We hoorden al sinds 2019 het een en ander van de Ierse formatie Sprints. Wat singles en ep’s. Daar kan nog weleens een sprankelend debuut aankomen, dacht je dan. En zo geschiedde.

Karla Chubb is blikvangster van de band uit Dublin. Ingetogen als een song daarom vraagt en woest wanneer dat moet. Vaak vraagt een nummer om dat laatste en dan is gediagnosticeerd ADHD’er Chubb op haar best. Op een album waar postpunk en garagerock vechten om voorrang.

Chubb ziet ook dat er de laatste jaren een ware stortvloed aan nieuwe powerrockformaties is ontstaan wereldwijd. Een prettige ontwikkeling, die we hebben te ‘danken’ aan de turbulente tijden waarin we leven op onze verdwaasde globe. Zowel economisch, religieus, politiek als sociaal. Donkere tijden maken woede los en die wordt subliem geventileerd door Sprints.

Letter To Self is nu een week uit en we weten al dat het in veel jaarlijstjes gaat verschijnen. Ook in dat van ondergetekende waarschijnlijk. Omdat de plaat zo ongekend energiek is. Songschrijfster Chubb noemt Pixies, Fugazi, Patti Smith en PJ Harvey als inspiratiebronnen. Terwijl we ook wat flarden Wet Leg opvangen, maar dan een stuk wilder. Zo ook Amyl and the Sniffers. Een schitterende hoofdrol is weggelegd voor explosiviteit. Pieter Visscher

 

Johan – The Great Vacation

Johan – The Great Vacation (Excelsior)

Het is bij Johan vrijwel altijd goed dat er een flink aantal jaren tussen een vorig en een nieuw album zit. Nu is dat ook weer het geval. Pull Up verscheen in 2018.

Johan, de oorspronkelijk uit Hoorn afkomstige formatie rond Jacob de Greeuw, nam na het verschijnen van 4 (2009) afscheid van gitarist Maarten Kooijman. Pull Up werd het minste album van de band. Nauwelijks beklijvende liedjes. Een geluid ver weg van wat we gewend waren van De Greeuw, de voornaamste songschrijver van Johan. Kooijman schreef Tonight (misschien wel Johans mooiste nummer) en Maria. Kooijman geeft tegenwoordig gitaarles en sluit niet uit dat hij in de toekomst nog eens een soloplaat gaat afleveren. We kijken ernaar uit.

Zoals ook werd uitgekeken naar de nieuwe Johan, waarop de voor Kooijman aangetrokken Robin Berlijn (hij was er al bij op Pull Up) een prominentere rol als songschrijver is weggelegd. All songs written by De Greeuw / Berlijn lezen we op de binnenkant van de cd-hoes. Betekent dat ook een stijlbreuk? Nee. Want gek genoeg horen we weer een Johan dat ouderwets sterke songs op plaat heeft gezet. Nummers die niet tijdens de eerste draaibeurt al indalen. Het duurt wel even. Maar dat geduld wordt bijzonder rijkelijk beloond.

We horen wat meer elektronica dan in het verleden, maar ook weer niet zoveel dat we inderdaad van die stijlbreuk zouden kunnen spreken. Johan keert vooral terug naar het sterke geluid van Pergola (2001) en Thx Jhn (2006). Met dansbare nummers als So It Goes, Fly On The Wall en het lekker folky We Ride. Er wordt geknipoogd naar The Beatles (Hold The Line) en De Greeuw zet zijn bezorgdheid over onze chaotische wereld uiteen in Reset (“What a time we’re living in..”). We horen weer een Johan waarnaar we zo verlangden. Het ontroerende A Thought is pure balsem voor de ziel. Een lied voor de eeuwigheid. Believe doet daar nauwelijks voor onder. Het is 2024 en Johan is met The Great Vacation ouderwets in vorm. Pieter Visscher

Bas Jan – Back To The Swamp

Bas Jan – Back To The Swamp (Fire Records)

Eigenlijk geen idee of je aandachtiger naar een album van Bas Jan luistert wanneer een van je vrienden zo heet. Het is sowieso een opvallende naam voor een Engelse formatie. Vernoemd naar de Groningse destructieve, conceptuele kunstenaar Bas Jan Ader die in 1975 op 33-jarige leeftijd verdween, nadat hij richting Atlantische Oceaan vertrok, om in zijn zeilbootje Guppy 13 niet meer terug te keren, zo liet ondergetekende zich influisteren. Guppy 13 werd een klein jaar later voor de kust van Ierland teruggevonden. Leeg.

Bas Jan bestaat uit de dames Serafina Steer, Rachel Horwood, Emma Smith en Charlie Stock en timmert inmiddels drie platen aan de weg. Deze derde, Back To The Swamp, is het sterkst. Sterk dansbaar bovendien, over het algemeen. Prettig gezongen wederom, met veel Britse dictie, door Steer, die in de verte wel wat wegheeft van Flo Shaw, die we kennen van postpunkformatie Dry Cleaning. In Margaret Calvert Drives Out, dat introtechnisch INXS’ Original Sin benadert, ligt het er wat dikker bovenop. Heerlijk, die trompet.

Bas Jan verstaat de kunst om van al hun favoriete acts een eclectische mix te smeden. Het levert negen indiepopliedjes op die stuk voor stuk voelen als een warm bad na een schaatstocht van 60 kilometer. Het titelnummer, met dat rustige begin, met veel bas (jan) en violen, dat gaandeweg verandert in een vloervuller vanjewelste is om smoorverliefd op te worden. Steer op haar best.

Zo staan er meer verslavend lekkere liedjes op het per draaibeurt prettiger wordende Back To The Swamp, zoals het opwindende Singing Bar, dat ook al zo veel dansvloerpotentie heeft. Pet Shop Boys lijkt een van de inspiratiebronnen. Leg het intro van Black Day (B-kantje van Depeche Modes Stripped (’86) eens naast dat van Credit Card en luister eens naar Ding Dong zonder aan Blue Monday van New Order te denken. Bas Jan heeft de mosterd niet alleen uit de eigen koelkast gehaald, maar geen haan die ernaar kraait, omdat het een verdómd goeie plaat heeft opgeleverd. Pieter Visscher

Leah Rye – Symbiosis

Leah Rye – Symbiosis (Concerto Records/Mattan)

Helemaal uit het niets kwam het niet, maar voor velen moet het debuut van de Nederlandse Leah Rye als een donderslag bij heldere hemel hebben gevoeld. Wat een stem. Ze maakte er indruk mee tijdens de Popronde. En dan is Symbiosis ook nog eens gevuld met veel beeldschone popliedjes.

Stuk voor stuk geschreven door Lisa Rietveld, zoals ze in het echt heet, en ook eigenhandig geproduceerd. Ze speelt gitaar en keyboard op het album, dat internationale allure heeft. Terwijl dit een plaat is, die, had Rietveld in het Nederlands gezongen, de boel aardig op stelten had gezet tussen de Froukjes en Stiens van deze wereld. Domweg omdat Rietveld vocaal heel erg superieur is aan haar Nederlandstalige collega’s.

Een dansbeat her en der, een tempoversnelling in wat songs en de Nederlandse popwereld was op z’n kop gezet. Maar Rietveld heeft het Engelse pad verkozen boven het Nederlandstalige. Niet meeliften op de hype en dat pleit misschien wel voor haar.

Zo is Symbiosis dus een plaat geworden waarmee ze over de landsgrenzen wel eens meer zou kunnen scoren dan in Nederland. Het heerlijke Woman heeft sowieso heel veel hitpotentie. Live wat sterker aangezet kan het zelfs weleens tot Faithlessachtige taferelen gaan leiden. Leah Rye komt er wel, linksom of rechtsom. Pieter Visscher

 

Bar Italia – The Twits

Bar Italia – The Twits (Matador)

Je kunt nou niet echt zeggen dat ze er geen zin in hebben, die drie van Bar Italia. Het trio uit Londen levert met The Twits album twee af in 2023. Volgens The Face is Bar Italia de beste nieuwe band in Londen. Het tijdschrift Crack is nauwelijks minder complimenteus: Londens opwindendste nieuwe band.

Al die loftuitingen die de indierockformatie de laatste jaren in haar zak heeft kunnen steken komen natuurlijk ergens vandaan. Soms zijn ze wat gechargeerd, maar laten we vooropstellen dat we te maken hebben met een bijzonder, getalenteerd gezelschap. Dat lijdt geen twijfel. Zo opent The Twits met een van de lekkerste rocksongs die we dit jaar hebben gehoord: My Little Tony (woordspeling!). Het lijzige stemgeluid van Nina Cristante is prettig. Jezmi Tarik Fehmi en Sam Fenton doen ook een duit in het zakje op vocaal gebied.

Ongegeneerd wordt andermaal uit het vaatje van Sonic Youth getapt, terwijl we ook flarden van The Cure en The Velvet Underground voorbij horen komen. The Breeders? Ook in de buurt. Wat is een liedje als Worlds Greatest Emoter toch ongelooflijk verslavend. Had ook op Goo (1990) van Sonic Youth kunnen staan trouwens, met wat gevoel voor overdrijving.

De plaat is gemixt door Marta Salogni, die dit jaar doorbrak als medeproducer van Memento Mori, het meesterwerk van Depeche Mode. Vaak wordt dat soort namen een beetje weggemoffeld, maar ook op The Twits laat ze horen dat we te maken hebben met een van de grootste producerstalenten van de laatste jaren. Ja, ontkurk die champagnefles maar.  Pieter Visscher

Wies – Alles Anders

Wies – Alles Anders (Lab Music)

In 2018 won het Nederlandstalige Wies de Grote Prijs van Nederland en dan weet je wel dat je aardig bezig bent. Drie jaar later verscheen debuutalbum Het Is Een Wies, waarop bevestigd werd waarom die Grote Prijs naar het trio (leadzangeres Jeanne Rouwendaal, drummer Dan Huijser en bassist Tobias Kolk) ging.

Opvolger Alles Anders laat geen wezenlijk ander geluid horen. Wel weer veel goeie liedjes. Weer binnen de kaders van pop, rock en elektronica. Nederlandstalige muziek met een indierandje. Waarin zangeres Rouwendaal uitblinkt, met haar heldere stemgeluid. Soms doet ze wat denken aan Roos Rebergen, van Roosbeef. Of dat natuurlijk is of een klein beetje gemaakt, is de vraag, maar het leidt nauwelijks af. We hebben allemaal onze inspiratiebronnen.

Ondanks het feit dat Wies’ tweede album muzikaal niet veel afwijkt van de eerste worp horen we welzeker een sprongetje vooruit. De liedjes zijn wat raker, hebben bovendien meer zeggingskracht en er wordt een klein beetje steviger gerockt, wat het geluid ten goede komt.

De band stond al eens op Pinkpop, waar ze de tongen goed loskregen en de meute lieten deinen. Op een wat kleiner podium, toen. We moeten er rekening mee houden dat we ze aankomende zomer weer gaan zien in Landgraaf. Als opener van een van de twee grote podia, halverwege de middag? Of misschien wel in de sfeervolle tent. We gaan het zien. Het zou dik verdiend zijn. Pieter Visscher

The Beatles, toen en nu; de fascinatie blijft

De storm is inmiddels wat gaan liggen. Maar wat leefden we op van het nieuws dat er een nieuwe single van The Beatles zou verschijnen. Gezongen door John Lennon nota bene. Now And Then is een prachtliedje. Het werd in 1977 al geschreven door Lennon. De demoversie werd bewerkt door zijn vrienden Paul en Ringo.

Zowel samen als afzonderlijk hebben The Beatles altijd al talent gehad voor het onverwachte. En nu bracht 2023 plots een van de meest onverwachte releases uit hun lange en eindeloos veelbewogen geschiedenis. Now And Then is het laatste Beatles-nummer. Voorlopig? Vragen we ons af, met een knipoog.

Naast het uitbrengen van Now And Then als vinylsingle zijn de collecties 1962-1966 (The Red Album) en 1967-1970 (The Blue Album) van The Beatles uitgebracht in edities van 2023 door Apple Corps Ltd./Capitol/UMe. Sinds hun eerste incarnaties vijftig jaar geleden verschenen, hebben deze albums opeenvolgende generaties kennis laten maken met de muziek van The Beatles. Nu zijn de tracklists van beide collecties uitgebreid, waarbij alle nummers zijn gemixt in echte stereo en Dolby Atmos. Nieuwe 4cd- en 180 gram 6lp-vinylcollecties combineren ‘Red’ en ‘Blue’ in slipcasesets. De Britse singleversie van Love Me Do start nu op 1962-1966 (editie 2023), en Now And Then is te horen op 1967-1970 (editie 2023) om de carrièreomspannende collecties compleet te maken. Het is prachtig allemaal. Wie had het verwacht? Leuke, nieuwe liner notes van de befaamde Beatles-biograaf John Harris in beide versies. Prachtig.

Ásgeir betovert sfeervolle Phil in Haarlem

Gezien: Ásgeir

Phil, Haarlem, 6 december 2023

Tekst en foto’s: Pieter Visscher 

Opmerkelijk moment na een nummer of vier tijdens het optreden van Ásgeir in de Phil in Haarlem is de melding van NL-Alert die vrijwel iedereen op zijn mobiele telefoon ontvangt. Brand met veel rook. Het gaat om Heemstede. Sluit deuren en ramen! Haarlem ligt onder de rook van Heemstede, maar ontspringt de dans. Ásgeir kijkt op van de hilariteit die het bericht op al die gsm’s veroorzaakt. Dat geluid, zo massaal, in een keer. Hij krijgt via een souffleur te horen dat we door kunnen gaan. Het ijs is gebroken.

Samen met voorprogrammasinger-songwriter Árný Margrét (drie accent aigu’s maar liefst) en ook uit IJsland heeft Ásgeir de song Part Of Me geschreven. Het verschijnt 14 december als single. Het is een stemmig liedje, melodieus, met een op slag beklijvend refrein. Prachtig, passend bij het jaargetijde. Terwijl Margrét al weer achter de coulissen is verdwenen fluistert Ásgeir nog even: “She’s pretty good, right?”

De IJslander heeft afgetrapt met Dreaming, dat zo’n negen jaar terug verscheen als B-kantje van single Going Home. Van zijn debuutalbum, dat toen ook uitkwam volgt Summer Guest, terwijl het eerste kippenvelmoment plaatsvindt in song drie, Youth, van liefdesverdrietalbum Bury The Moon, dat hij schreef in the middle of nowhere. Nadat zijn relatie op de klippen was gelopen. Rattled Snow, op akoestische gitaar, komt qua uitvoering ongelooflijk dicht bij pure perfectie in de buurt. De loepzuivere falset van Ásgeir is dan werkelijk om in te lijsten. Een enkeling houdt het niet droog.

De innemende Scandinaviër stoeit met allerhande elektronica op het podium, speelt elektrische piano, hangt diverse gitaren om zijn nek en praat zijn liedjes, ietwat verlegen, aan elkaar. Een enkele song zingt hij in het IJslands, wat bij een gedeelte van het publiek voor extra applaus zorgt. Lazy Giants, van meesterwerk Bury The Moon, heet in het IJslands Upp úr Moldinni en wordt ook in zijn eigen taal gezongen. Het is van een werkelijk betóverende schoonheid. Afsluiter Going Home kent een stuk stevigere uitvoering dan het origineel, waarmee Ásgeir nog even lijkt te willen zeggen: ik ben dan wel een eenmansband, maar hé, ik kan nog rocken ook. Magische, betoverende avond al met al.

Manu Louis – Club Copy

Manu Louis – Club Copy (Igloo Records/Outhere Music)

Manu Louis is een Belgische muzikant die resideert in Berlijn. In de stad die al sinds de jaren 70 zo verweven is met elektronica. Manu aardt er uitstekend, zo te horen, want Club Copy is een vrij briljante verzameling tracks geworden.

Er zijn jazzy elementen te vinden op het tien nummers tellende album, terwijl Louis vooral de uithoeken van het elektronische verkent. Dat levert soms verdomd dansbare nummers op. Zoals Economy, wanneer hij vocaal ondersteund wordt door de Brusselse experimentele jazzvocaliste Lynn Cassiers. Dat is prachtig. Het is het op één na langste (4.14) nummer op Club Copy. Full (49 seconden) is het kortst.

Winter duurt maar net anderhalve minuut. Een instrumentaal interludium dat veel wegheeft van een vingeroefening en ook niet veel groter moet worden gemaakt.

Tijdens het swingende Encore 1X (kolderieke titel) horen we Louis in ‘t Frans zingen op een springerige beat en een wat subversief drumritme. Hij zet een – volstrekt overbodig – stukje autotune in en voordat je het weet is de song al afgelopen, met z’n twee minuten en veertig seconden.

Winner is een soort elektroblues van ruim twee minuten, leunend tegen een muur van kerkorgelgeluiden. Afsluiter Ecology, met z’n vierenhalve minuut, is het meest poppie liedje op Club Copy. Een tekst om in te lijsten. Van Gummbah-achtig allooi: een man die zijn vriend uitlegt dat er een urgentie is om te vluchten, zoals de zaken er momenteel uitzien. Dus hier zijn ze, met hun kleine hondjes, de bankiers, dromend van een strand, op de maan… Manu Louis doet wat-ie wil. Check die albumhoes ook. Pieter Visscher

 

Bob Marleys iconische Catch A Fire ziet Abraham

Catch A Fire, de baanbrekende eerste release van Bob Marley And The Wailers op Island Records, universeel beschouwd als het album dat reggae op het wereldtoneel zette, is opnieuw uitgegeven, om de 50ste verjaardag van zijn bestaan te vieren. Slave Driver, een van de krachtigste nummers op het album, is als single uitgebracht, vergezeld van opmerkelijke liveoptredenbeelden tijdens de legendarische Edmonton-show in Engeland, in 1973.

De langverwachte nieuwe film Bob Marley: One Love, die het leven en de muziek viert van een icoon dat generaties inspireerde met zijn boodschap van liefde en eenheid, is vanaf 12 januari 2024 in de bioscoop te zien. Geproduceerd door Ziggy Marley, Cedella Marley en Rita Marley, en met Stephen Marley als muziekbegeleider vertelt de film het inspirerende verhaal van hoe Bob enorme tegenslagen overwon en door de kracht en schoonheid van zijn revolutionaire muziek een van ‘s werelds meest gerespecteerde muzikale en culturele reuzen werd. De film, geproduceerd in samenwerking met de familie Marley, bevat Kingsley Ben-Adir als Bob en Lashana Lynch als zijn vrouw Rita.

Catch A Fire is het vijfde studioalbum van Bob Marley and the Wailers en was het eerste dat werd uitgebracht door Island Records UK. Het album had oorspronkelijk een beperkte release en werd toegeschreven aan The Wailers. De toekomstige versies van Catch A Fire, gehuisvest in een gedenkwaardige hoes, in de vorm van een Zippo-aansteker ontworpen door grafische kunstenaars Rod Dyer en Bob Weiner, zouden het klassieke portret bevatten van Marley die een spliff rookt, gemaakt door Esther Anderson. Vanaf dat moment was de artiestennaam Bob Marley en The Wailers.

Catch A Fire is beschikbaar in twee speciale formaten; een set van 3lp + 12 inch, een set van 3 cd’s, maar ook digitaal op alle platforms. Lp1/cd1 bevat de volledige laatste studio-opname, lp2/cd2 is het livealbum met tien nummers, Live From The Paris Theatre London, terwijl lp3/cd3, getiteld Sessions, alternatieve, uitgebreide en instrumentale Jamaicaanse versies van het originele album bevat. De extra 12 inch, verkrijgbaar bij het vinylaanbod en ook op cd3, bevat drie klassieke nummers, Slave Driver, Get Up, Stand Up & Stop That Train, live opgenomen tijdens het legendarische optreden in het Sundown Theatre in het dorp Edmonton, Noord-Londen. Deze historische opnames waren voorheen alleen als bootleg verkrijgbaar. De achterkant van de 12” heeft een geëtste afbeelding van de iconische Zippo-aanstekerillustratie.

Zowel de lp- als de cd-versies bevatten een boek met klassieke afbeeldingen van Marley, afkomstig van fotoshoots met Adrian Boot, Arthur Gorson, die twee weken lang afbeeldingen heeft gemaakt van Bob in Jamaica, Dennis Morris en Neville Garrick. De uitgaves bevatten ook krantenknipsels uit die tijd, terwijl gloednieuwe hoesnotities zijn geschreven door de beroemde muziekjournalist en auteur Chris Salewicz.

Het album heeft enorme lovende kritieken gekregen, waaronder de vermelding op de Rolling Stone-lijst van de 500 beste albums aller tijden, de op een na hoogste plaats van de vijf Bob Marley-albums op de lijst, na het postume verzamelalbum Legend. Het wordt ook terecht beschouwd als een van de grootste, belangrijkste en invloedrijkste albums aller tijden, in alle genres.