Rolling Stones Live At The Wiltern is een parel

Van de grootste rock-‘n-rollband aller tijden, The Rolling Stones, is The Rolling Stones Live At The Wiltern uitgebracht. Wat een heerlijke dubbelaar.

Een van de grootste kassuccessen van 2002/2003, met 117 shows die meer dan $300 miljoen opbrachten, vierde de Licks World Tour van The Rolling Stones – ter ondersteuning van hun 40 Licks-compilatie – het 40-jarig jubileum van de band op schitterende wijze, met als hoogtepunt deze intieme show van 22 november in Los Angeles in The Wiltern. Met zijn capaciteit van meer dan 2.000 zitplaatsen zou het een welkome afwisseling blijken te zijn in de mondiale stadions en arena’s. Fans wisten dat ze iets bijzonders te wachten stond toen pareltjes als Stray Cat Blues, No Expectations en Everybody Needs Somebody To Love (compleet met de co-auteur van deze soulklassieker uit 1964, Solomon Burke) de zaal opschudden.

Tijdens deze tour werden meer dan 80 nummers uitgevoerd uit alle tijdperken van de glorieuze, unieke geschiedenis van de band. Mick Jagger speelde gitaar, mondharmonica en keyboards op verschillende registers. Keith Richards, uitmuntend op gitaar en zang, zorgde de hele avond voor zowel visuele als muzikale hoogtepunten. Op het podium rechts sluit het complementaire gitaarwerk van Ron Wood naadloos aan bij het spel van Richards. Drummer Charlie Watts [1941-2021] was, zoals altijd, de hart-en-ziel-backbeat die de band vooruit dreef. Topmuzikanten bassist Darryl Jones, toetsenist Chuck Leavell, saxofonist Bobby Keys en achtergrondzangers Lisa Fischer, Bernard Fowler en Blondie Chaplin voegden onmetelijke bloei toe. Met Tom Petty, Neil Young, Sheryl Crow, Johnny Depp, Stephen Stills en Eddie Murphy in het publiek gingen The Rolling Stones verder met het opvoeren van misschien wel een van hun beste shows ooit.

Ron Wood zegt: “We zouden niet echt een hele tour kunnen spelen met voorspelbare shows. We moeten liedjes uit het niets hebben.” Mick Jagger voegt hieraan toe: “Het maakt het interessant voor het publiek en de band. Ik moet veel meer over setlijsten nadenken dan ik ooit heb gedaan.” Keith Richards enthousiast: “Soms is het weer onderweg slecht en heeft de helft van de band iets, maar afgezien van die duidelijk blauwe dagen, straalt er een verbazingwekkende frisheid over deze jongens.” Het optreden is in diverse formaten uitgekomen. Zowel op cd, als Blu-Ray en vinyl.

Pixies overrompelend als vanouds in Paradiso

Gezien: Pixies, 23 maart 2024, Paradiso, Amsterdam

Tekst en foto’s: Pieter Visscher 

The Pale White opent de avond van het derde achtereenvolgende optreden van Pixies in een drie dagen lang uitverkocht Paradiso. De twee dagen ervoor stond de band uit Newcastle ook in het voorprogramma van de Amerikanen. Natuurlijk draait het allemaal om Pixies vanavond, maar de zaal is al goed volgestroomd tijdens het voorprogramma en wat een enthousiasme valt het trio ten deel. Zij, beïnvloed door onder meer Nirvana, Pixies (!), QOTSA en Interpol, zijn een band om in de gaten te houden de komende tijd. De indierock van de heren is overtuigend. Zanger/gitarist en bassist met identieke kapsels (messcherpe middenscheiding) en een zeer enthousiaste én grappige drummer. Uit Newcastle komen ze. Een van de luidere applauzen die we hoorden in al die jaren voor een voorprogramma in Paradiso. Dat zegt genoeg.

Briljante opwarmer voor Pixies. Dat sinds kort weer een nieuwe bassist heeft. Het gaat om Emma Richardson, die bekend is van de Engelse rockformatie Band of Skulls. Ze heeft een uitstekende stem, die wel wat aan het geluid van een van haar voorgangsters Kim Deal doet denken. Frank Black zelf is ook in vorm, terwijl hij toch wel wat vraagt van zijn stembanden, avond na avond. Niet waar het aankondigingen van nummers betreft of ander gereutel. Black houdt het bij een korte babbel vooraf, waarin hij vertelt dat chronologisch Bossanova (1990) en Trompe Le Monde (1991) worden gespeeld. Alsof er iemand is die dat niet wist. “Did anybody lose any teeth during te pandemic? I lost two teeth, but I put them in my guitar”, zijn wat andere zinnen die hij bezigt. Charles Michael Kittridge Thompson (echte naam) en ook nog bekend onder alter ego Black Francis heeft nog wat kleine feitjes over een enkel liedje in petto en daar houdt het dan ook op. Klokslag 20.30 uur starten de vier en na anderhalf uur keert de massa, murw gebeukt, huiswaarts. Tevreden, uitgelaten. Drukte bij de T-shirts.

Gestart wordt dus met Bossanova met zijn veertien tracks. Zo’n goeie plaat dat het wel lijkt alsof je de greatest hits voorbij hoort komen. Want zo goed is Pixies nou eenmaal. De band maakte vier prachtalbums tussen 1988 en 1991. Na die periode ging Black solo verder en niet zonder succes. Teenager of the Year (1994) is bijvoorbeeld een meesterwerk. In 2004 hergroepeerde de band en tien jaar later verscheen ook een vers album: Indie Cindy.

Maar het draait in Paradiso om de twee eerdergenoemde platen. Na het afronden van een oorverdovend hard gespeeld Bossanavo vertelt Black toch maar even dat ze nu verder gaan met Trompe Le Monde. Track één, het titelnummer, zorgt meteen voor de grootste moshpit voor in de zaal. Waar jong en oud in opgaat. Mooi om te zien dat er publiek van alle leeftijden afkomt op Pixies. Vaders met dochters of zoons en moeders met hun kroost. Of jeugdigen zonder ouders, die zijn er ook voldoende. Tijdens Planet Of Sound gaat het dan voor het eerst écht los. Wat een energie en kracht zit er toch in de song. Black gebruikt de nodige reverb, zoals ook op plaat gebeurt, waardoor de benadering van zijn originele studiostem dichtbij komt. Hij krijgt na elk nummer een andere gitaar om z’n nek gehangen door roadies. De onverstoorbaar briljante Joey Santiago gebruikt wat vaker dezelfde snaren. Minstens zo stoïcijns is drummer David Lovering. Nog altijd retestrak overigens. Net als Pixies zelf. Er zit geen spoortje sleet op een van de beste rockbands aller tijden. Fenomenaal en nog immer in een grandioze topvorm. Overrompelend.

J Mascis – What Do We Do Now

J Mascis – What Do We Do Now (Sub Pop)

Dinosaur Jr. bestaat veertig jaar in 2024 en dat is toch wel iets om even bij stil te staan. Omdat de formatie die toch altijd wat in de marge van de rockmuziek opereert, met alle respect, nog immer grote populariteit geniet van de hondstrouwe fans. Waaronder ondergetekende.

Je moet sowieso maar houden van die altijd en eeuwig lijzige stem van J Mascis, anders heb je sowieso een probleem om van de muziek van hem en zijn band te genieten. Die scheurende gitaren bovendien. Ook op zijn vierde soloalbum herken je de Amerikaan uit Massachusetts uit duizenden. Dat geldt ook voor de indierock die hij al vier decennia op plaat zet. Solo wat ingetogener dan met Dinosaur Jr, maar nooit dat je denkt: nou mensen, hier gebeuren momenteel wel héél erg aparte dingen. J blijft te allen tijde dicht bij het geluid van de band die hij groot maakte.

“I don’t even know if I like my own singing”, zegt Mascis over zichzelf en dat tekent ‘m wel een beetje. Er zit een stuk onverschilligheid in de muziek van J. Die ook What Do We Do Now kenmerkt. Een album waarop hij het gaspedaal wat harder intrapt dan op vorig solowerk. Maar ook weer niet heel veel harder.

What Do We Do Now is grotendeels tot stand gekomen tijdens de pandemie. Er staan tien nummers op en een zwakke broeder vinden op het album lukt je niet. Ouderwets vakwerk, zeggen we dan. Pieter Visscher

 

 

Paris van The Cure 30 lentes jong

Wat vliegt die tijd toch, denk je dan wanneer je je realiseert dat Paris, het dubbele livealbum van The Cure, 30 jaar bestaat. Drie decennia al een van de allerlekkerste livealbums die zijn verschenen wereldwijd. Om een en ander te vieren worden geremasterde 2lp- en 1cd-versies opnieuw uitgegeven met twee bonustracks.

Paris is niet geremasterd door een externe kracht, maar door Robert Smith persoonlijk, hierin bijgestaan door Miles Showell. En dan mag de locatie er ook nog eens zijn: in de Abbey Road Studios in Londen. De lp, die voor het eerst sinds 1993 op zwart vinyl verschijnt, werd door Miles Showell in Abbey Road geknipt. Paris was de tweede van twee liveplaten die de tour van de band in 1992 documenteerden ter ondersteuning van hun negende album Wish. Het eerste album Show kwam uit in september 1993 en werd in juli vorig jaar opnieuw uitgebracht.

Het veertien nummers tellende album werd opgenomen gedurende drie avonden in Le Zénith de Paris in oktober 1992 en bevat de singles Lovesong, Catch, A Letter To Elise, Charlotte Sometimes, Close To Me en livefavorieten als Play For Today en One Hundred Years.

De heruitgave van The Cure ter ere van het 30-jarig jubileum van Paris is nu uitgebreid met de toevoeging van twee onlangs ontdekte, niet eerder uitgebrachte nummers Shake Dog Shake en Hot Hot Hot!!! die nu bovenaan en achter het album staan. De startvolgorde van het album is dienovereenkomstig opnieuw geconfigureerd.

In december sloot The Cure een 90 dagen durende, 33 landen tellende Shows Of A Lost World-tour af met overweldigende fans en lovende kritieken. Er zit nog geen sleet op de band.

Tusky – Tusky

Tusky – Tusky (Suburban/Mattan)

Het nieuwe album van de Utrechtse punkrockformatie Tusky heet Tusky en dat lijkt een prima keus. Want het bekt nogal lekker. Wees eerlijk. De heren van Tusky omschrijven hun nieuwe worp als een fist-in-your-face-but-you-love-it-plaat en dat klopt wel.

Gitarist Sjors van Reeuwijk legt uit waarom gekozen is voor een sobere hoes, waarop slechts de naam van de band te vinden is en het logo met de ‘tandjes’. ‘We wilden graag terug naar de kern van Tusky. We hopen dat de hoes van de plaat mensen inspireert om de plaat The Brown Album te noemen.’

An sich zijn dat grote woorden, die een link zouden moeten suggereren met bands als The Beatles en Weezer. Die eerste gaat sowieso mank, maar met Weezer (Green Album) kunnen we wel een klein beetje uit de voeten.

De woorden van Van Reeuwijk zeggen voornamelijk iets over de ambities van de Utrechters, die met deze derde langspeler voor het eerst een collectieve prestatie hebben neergezet. Bassist Quirin Wijgers noemt de plaat een perfecte mix van vier individuele stijlen.

Tusky is een rete-energieke plaat geworden, zoals we gewend zijn van de band die nogal eens van samenstelling verandert. We horen opnieuw talrijke raakvlakken met formaties als Blink 182, Jimmy Eat World, Biffy Clyro en in de verte toch ook wel The Offspring. Maar Vladimir Stevic is een veel betere zanger dan Dexter Holland.

Tusky begint volgende week met een tournee die de band onder meer naar steden als Zwolle, Antwerpen, Groningen, Den Haag en Alkmaar brengt. Ga dat zien, want het wordt gegarandeerd feest. Pieter Visscher

The Bevis Frond – Focus On Nature

The Bevis Frond – Focus On Nature (Fire)

Nick Saloman is sinds 1986 de frontman van The Bevis Frond uit Londen. Geweldig gezelschap, dat in de loop der jaren een album of 30 opnam. Graaggehoorde gast op Pinguin Radio en da´s niet zomaar natuurlijk. Want we hebben te maken met kwaliteitsrock.

Focus On Nature is de nieuwste worp van het kwartet en wát voor een worp. Negentien nummers maar liefst en geen miskleun te bekennen. Je zou dat razendknap kunnen vinden na al die jaren en dat doen we dan ook.

Neem een punky rocksong als Empty, die je wel veertig keer achter elkaar wil horen. Het is een van de nummers waarop ook Salomans dochter Debbie te horen is. Haar geluid is zonder meer complementair aan dat van pa.

Focus On Nature is 75 minuten lang hoogstaande poprock, die zijn oorsprong vindt in de jaren 60. Waarin we absoluut vlagen Dinosaur Jr voorbij horen komen. Saloman (70) bespeelt wederom alle instrumenten en is ook weer verantwoordelijk voor de productie. Wat. Een. Geweldige. Plaat. Pieter Visscher

 

The Maureens – Everyone Smiles

The Maureens – Everyone Smiles (Meritorio Records/Mattan)

Ze geven volmondig toe dat ze flink beïnvloed zijn door The Beatles, maar we horen veel meer raakvlakken met bands uit de jaren 60, zo ook met die uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Het levert een geslaagd ratjetoe aan stijlen op. Ook op de vierde worp van de Nederlandse formatie The Maureens, oorspronkelijk gestart in Utrecht.

De ongedwongen indiepop/rock van het kwartet wordt gekenmerkt door volle arrangementen, harmonieuze zangpartijen en een hoofdrol voor de gitaar. Er zijn raakvlakken met Johan en ook Daryll-Ann is geregeld in de buurt. Het album is geproduceerd door Frans Hagenaars, die we onder meer kennen van zijn werk voor de zojuist genoemde formaties.

Wat je met name heel sterk hoort is de liefde voor muziek van Hendrik-Jan de Wolff (vocalen), Wouter Zijlstra (bas), Stefan Broos (drums) en Ruud Oude Avenhuis (gitaar). Die ligt er heel dik bovenop en levert pure liedjes op. Muziek uit het hart.

Dertien songs maar liefst staan er op Everyone Smiles en door de zonnige sound, die escapistisch werkt, is de titel van het album relevanter dan ooit. Pieter Visscher

 

Slift – Ilion

Slift – Ilion (Sub Pop)

Een mix van metal met psychedelische rock en postmetal is hoe de Franse formatie Slift zichzelf het liefst omschrijft. En wanneer je naar de nieuwe plaat van het trio luistert, denk je: daar is geen speld tussen te krijgen.

Ilion is de vierde van Slift en we horen het hoge niveau dat we van de band gewend zijn. Verzengende gitaarmuren die we onder meer kennen van Godspeed You! Black Emperor, dat zonder enkele twijfel wederom als referentie kan worden genoemd. Ze vissen vaak in dezelfde vijver.

Het geluid van Slift is diverser te noemen. Niet in de laatste plaats door de zang van Jean Fossat, die over een ongekend bereik beschikt. De loodzware riffs uit zijn gitaar in combinatie met het geweld uit synthesizers, bas en drums zorgen voor verrukkelijke geluidsmuren.

De conservatoriumgeschoolde Clémence Lagier mag zich onder meer laten gelden in het bombastische stuk Uruk, wat voor een extra dosis verrukking zorgt. Een fenomenaal opgebouwde rocksong die je meeneemt naar een wereld ver buiten ons bereik.

Ilion is een rockopera vanjewelste die geen seconde de aandacht doet verslappen en is een van de meest overweldigende albums die je dit jaar gaat beluisteren. Wat een intensiteit. Pieter Visscher

Band On The Run ziet Abraham en wordt gevierd

50 jaar na de oorspronkelijke release is de uitgebreide 50ste jubileumeditie van de iconische plaat Band On The Run van Paul McCartney & Wings verschenen. Wat een feest blijft het om ernaar te luisteren. De niet eerder uitgebrachte speciale versies van de songs op de tweede schijf zijn meer dan slagroom op de al rijk belegde taart. 

Het meervoudig Grammy-winnende album staat al tientallen jaren op de lijst met beste albums aller tijden en werd oorspronkelijk uitgebracht in december 1973. Met het onsterfelijke titelnummer, de wereldwijde hit Jet, het weemoedige Bluebird, Let Me Roll It, het veelzijdige Picasso’s Last Words (Drink to Me) en climax-afsluiter Nineteen Hundred and Eighty Five, is Band on the Run ongetwijfeld Wings’ meest succesvolle en gevierde release ooit.

De jubileumeditie van Band on the Run is beschikbaar in verschillende formaten, te beginnen met de essentiële 1lp. Deze speciale vinyleditie werd op halve snelheid geknipt met behulp van een hogeresolutieoverdracht van de originele mastertapes uit 1973 door Miles Showell in Abbey Road Studios, Londen. De configuratie op één vinylalbum weerspiegelt de Amerikaanse tracklist, waarop het nummer Helen Wheels staat en een Polaroid-poster van Linda McCartney.

De vinyleditie van de 2lp bevat het originele Amerikaanse album, geremasterd op halve snelheid, en een tweede lp getiteld Underdubbed Mixes Edition, gehuisvest in een premium slipcase. De set bevat ook twee Linda McCartney Polaroid-posters.

Een 2cd-formaat bevat het originele Amerikaanse album, ‘underdubde’ mixen en een dubbelzijdige uitvouwbare polaroid-poster gemaakt door Linda McCartney. Band on the Run (Underdubbed) verschijnt ook digitaal.

McCartney: “Dit is Band on the Run op een manier die je nog nooit eerder hebt gehoord. Als je een nummer maakt en extra partijen toevoegt, zoals een extra gitaar, is dat een overdub. Nou, deze versie van het album is het tegenovergestelde, underdubd.”

Precies 50 jaar na de release klinkt Band on the Run net zo levendig en relevant als altijd, en met het bereiken van deze prachtige mijlpaal verdient het dat het verbazingwekkende verhaal nog een keer wordt gevierd.

The Smile – Wall Of Eyes

The Smile – Wall Of Eyes (XL Recordings)

Veel meer dan debuut A Light For Attracting Attention (2022) heeft opvolger Wall Of Eyes tijd nodig om te landen. Dat is vaak een goed teken. Platen die meteen beklijven, verwelken toch vaak wat sneller. Als een bos tulpen in de zon.

Op hoog volume komt de nieuwe The Smile het best tot z’n recht. Dan horen we weer hoe veel wendingen en ontwrichtende geluiden The Smile zo doen onderscheiden van andere bands. Hoewel, weer niet van Radiohead, dat gewoon weer sterk in de buurt is. Daar ontkom je domweg ook niet aan met Thom Yorke (zang, gitaar, bas, toetsen) en Jonny Greenwood (gitaar, bas, toetsen) in de gelederen. Andermaal gecompleteerd door jazzdrummer Tom Skinner.

Het levert acht fascinerende tracks op die alsmaar verslavender worden. Neem het swingende, hypnotiserende I Quit met z’n dwingende bas en rijke orkestratie. Dromerige zang van Yorke. Zweverig. Zoals we ‘m óók kennen. Terwijl we over het algemeen een blakende, opgewekte, lucide Yorke horen. Onmiskenbaar.

Op een album dat dus steeds maar mooier wordt en met Friend Of A Friend zelfs een wat beatlesque song herbergt. De violen, die we ook op een viertal andere nummers horen, zijn van The London Contemporary Orchestra. Pieter Visscher