Black Stone Cherry brengt ‘Family Tree’ uit als familie

Zanger Chris Robertson was 15 toen zijn band Black Stone Cherry in 2001 het daglicht zag. Inmiddels is het 17 jaar later en is de vierkoppige band nog steeds in dezelfde bezetting als toen ze begon en voelt het als een familie. Een gevoel dat meerdere keren terugkomt op het nieuwe en zesde studioalbum Family Tree, dat staat voor de liefde voor familie en 20 april jl. is verschenen.

Tekst Nadieh Bindels Foto Will Ireland

De bandleden kennen elkaar allemaal uit hun woonplaats Glasgow, Kentucky. De plek waar de bandleden allemaal zijn opgegroeid en ze ook niet snel weg zullen gaan: een heerlijke, rustige omgeving met weinig verkeer en veel boerderijen. Het klinkt niet echt rock ’n roll en volgens zanger Chris is de band dat ook niet echt, in tegenstelling tot wat ze uitstralen. “Ja, op het podium is er plek voor rock ’n roll, maar als een show afgelopen is, gaan we terug de tourbus in om met elkaar te hangen en te praten. We doen best wel rustig aan, wat misschien een beetje saai klinkt. Onze lifestyle is gewoon niet zo rock ’n roll. De band is ons bedrijf en daar ligt de focus op, niet op feesten.”

Toch heeft die rustige omgeving de band wel enigszins beïnvloed. Er waren wel wat bandjes, maar er was niet echt een scene. Dat maakte dat band volledig haar eigen gang kon gaan en niet het gevoel had zich te moeten schikken naar het geluid van andere bands. Al hebben natuurlijk ook deze vier muzikanten bepaalde muziek die ze inspireert. Chris: “Het is voornamelijk oudere muziek waardoor we ons laten inspireren, maar qua genres is dat heel divers. Het gaat van blues tot hard rock en van country tot Motown.”

Schrijven in de tourbus
Black Stone Cherry nam in 2006 de professionele route en is daar sindsdien niet meer van afgestapt. De band tourt al jaren de hele wereld over. Tijdens de tour van afgelopen zomer in de Verenigde Staten schreef de band de meeste songs van het nieuwe album. Chris: “Een aantal van de nummers gaat ook over het rondtouren en het gevoel dat we daarbij hebben. Er zitten een paar serieuze nummers tussen, zoals Dancing In The Rain en Family Tree, die over familie gaan. Maar het grootste deel gaat over lol hebben en een goede tijd beleven. Veel rock gaat tegenwoordig over donkere onderwerpen en politiek. Dat is niks voor ons. Onze muziek moet sexy en sleazy zijn en ervoor zorgen dat de mensen willen dansen en plezier hebben.”

LIVEDATA 12/06 Boerderij, Zoetermeer 21/06 Graspop Metal Meeting, Dessel (BE) 09/11 Trix, Antwerpen (BE) 10/11 013, Tilburg

Superorganism: “De verwarming is ook al naar de klote.”

De onoplettende lezer zal Superorganism snel verwarren met een geweldig hoogtepunt. Misschien ook wel terecht, want laat dat nou net datgene zijn wat dit groot geschapen organisme je bezorgt. De leden van de maar liefst achtkoppige band komen uit allerlei hoeken van de wereld en bezorgen menig muziekliefhebber rooie oortjes met hun psychedelische indietronica. Ze doen nu ook Nederlandse bodem aan en dus stappen we in het boemeltje naar Amsterdam voor een openhartig gesprek met Orono, Harry en Emily.

Tekst LiveGuide | Kees Braam

“Een waar gekkenhuis.” Dat was het afgelopen jaar volgens synth-baas Mark David Turner, die op het podium de vrouwelijke naam Emily draagt. Superorganism zag begin 2017 noodgedwongen het levenslicht na vele online sparsessies. Zo kwam debuutsingle Something For Your M.I.N.D. tot stand door opnames uit te wisselen via internet.

Het nummer trok na publicatie op Soundcloud de aandacht van Domino Records. “Daardoor moesten we wel bij elkaar komen”, verklaart gitarist Harry, wiens echte naam Christopher Young is. “We waren vooral bezig elkaars ideetjes aan te vullen, maar ineens was er dus vraag naar een heel album. Toen werd het een stuk serieuzer.”

Vandaar dat de acht bandleden, die afkomstig zijn uit Australië, Japan, Amerika en Engeland, tegenwoordig samenwonen in een flat in Londen. “Toch best handig”, geeft de pas achttienjarige zangeres Orono Noguchi toe terwijl ze dromerig voor zich uitstaart. Maar het is geen luxeleventje: “De oven doet het al twee weken niet”, klaagt Emily. Harry doet er nog een schepje bovenop. “Maak daar maar twee maanden van. De verwarming is ook al naar de klote. Het is maar goed dat we amper thuis zijn.” Dat de Britse hoofdstad duur is, baart hen vooralsnog geen zorgen. “Met acht man is de huur best op te hoesten”, lacht Emily.

“We sturen elkaar nog steeds ideeën via internet,
zelfs als we in dezelfde kamer zitten”

Hekel aan Japan
Ondanks de vrij recente centralisatie is het schrijfproces nauwelijks veranderd. “We sturen elkaar nog steeds ideeën via internet, zelfs als we in dezelfde kamer zitten”, vertelt Harry. “Zo hebben we het altijd gedaan en we zijn eraan gewend. Ik geloof ook dat het plotseling veranderen van zo’n traditie het schrijfproces beschadigt. Daarom is heel het album zo gemaakt.”

De Brit omarmt het digitale tijdperk: “Superorganism kon alleen ontstaan doordat internet ons gemakkelijk met elkaar in contact bracht. We voelen ons op ons gemak in een online-bubbel.” Toch komt op dat vlak ook kritiek van Emily’s kant. “De keerzijde van internet is dat je juist sneller geïsoleerd raakt. Zo kom ik – in tegenstelling tot de meeste van ons – nauwelijks buiten onze flat. Behalve als we met de band op pad gaan natuurlijk.”

Dat gebeurt gelukkig regelmatig: de grote vraag naar liveshows verklaart meteen waarom de muzikanten nog altijd zonder verwarming leven. Vertoeven in Amsterdam lijkt het drietal vandaag ook prima af te gaan. De uit Japan afkomstige Orono had vóór Superorganism al veel van de wereld gezien: “Tijdens mijn middelbare schoolperiode kreeg ik écht een hekel aan Japan. Daarna was ik het zat en pakte ik mijn biezen”, verklaart ze met een rebelse blik.

Zelfkastijding
Vervolgens vertrok Orono naar Amerika om te gaan studeren in Maine. “In de States kon ik het veel beter met mensen vinden.” Vlak nadat ze haar diploma haalde, kwam Superorganism op haar pad. Harry blikt daarop terug: “Ik weet nog goed dat ik in de keuken luisterde hoe ze onze debuutsingle zong en ik steeds enthousiaster werd. De rest van de nummers voor de plaat volgden al snel en vielen perfect samen.”

Nu de band tegenwoordig de lapjeskat van muzikale ideeën ook live ten gehore brengt, zou je denken dat daar de nodige glitter en glamour bij komt kijken. Maar veel poespas heeft Superorganism niet nodig om op te vallen. Hooguit een paar appels, zo blijkt uit recente optredens op Eurosonic en in Sugarfactory.

Vol gezond optimisme vertelt Harry dat de groep niet gelooft in een formule, naast die appels dan. “Als we kijken hoe onze liedjes totstandkomen, denk ik dat we het puur voor ons eigen plezier doen.” “En voor de zelfkastijding, niet te vergeten”, voegt Emily daar gierend aan toe. Harry concludeert: “Je kunt leren hoe je een leuke gitaarriff moet spelen, maar niemand kan vertellen hoe je zonder pijn en moeite een Katy Perry-hit schrijft.”

LIVEDATA 10/06 Best Kept Secret, Hilvarenbeek 04/11 TivoliVredenburg, Utrecht 06/11 Doornroosje, Nijmegen 07/11 Vera, Groningen

Klinkt als: een melting pot van verschillende culturen die dankzij het internet hun eigen onverwarmde hive gecreëerd hebben in offline Londen

LiveGuide

Concert- en festivalkrant LiveGuide is toe aan de 41e editie! Daarin staat de maand mei in livemuziek centraal.

Elias Bender Rønnenfelt siert deze maand de cover van LiveGuide. De geniale tekstschrijver en zanger van Iceage vertelt in de krant samen met gitarist Johan Suurballe Wieth uitgebreid over het waanzinnig sterke nieuwe album Beyondless, waarom er vier jaar niks werd uitgebracht door de artpunkers en het opvallende gegeven dat zij het Deense koningshuis op Instagram volgen in de hoop een keer geridderd te worden.

Vrouwenblad
In het maandblad worden verder opvallend veel vrouwen gefeatured. Opvallend omdat het Buma/Stemra laatst juist was opgevallen dat het aandeel dames in de muziekindustrie aan de karige kant is. Daar valt in LiveGuide dus weinig van te merken, want daarin staan bijvoorbeeld interviews met Courtney BarnettSuperorganism en Blackbird. En o ja, ook eentje met de dwarse nu-jazz-meester Kamaal Williams, maar dat is dan weer een vent.

Staatsvijand
Verder wordt in LiveGuide #41 teruggeblikt op Paaspop, wordt staatsvijand nummer #1 Famke Louise opvallend fel verdedigd, delen de indieboys van The Brahms hun merkwaardige rider, doet EUT een heuse Thom Yorke-quiz, vertelt een Lily Allen-groupie over haar gig in Sugarfactory en wordt even uitgebreid als prettig verwarrend gesproken met de Tilburgse meesterabsurdisten Gummbah & Leonard Bedaux, die met hun voorstelling Sexboerderij Het Gouden Kalf op onder meer Donnerwetter Day en Zwarte Cross staan.

 

Courtney Barnett: “Ik heb daarmee een beetje geëxperimenteerd”

Met twee EP’s, een debuutalbum en een samenwerking met Kurt Vile op zak heeft de Australische Courtney Barnett de indierockscene al zo goed als om haar vinger gewonden. Het hierbij laten? Natuurlijk niet. Binnenkort komt ze naar Utrecht om het nieuwe album Tell Me How You Really Feel te laten horen. Wij spraken haar alvast in Amsterdam, waar de schuwe indierocker laat weten hoe je successen boekt als muzikant in Melbourne: uit pure verveling.

Tekst LiveGuide | Philip Schotte

Pfoe, diepe titel hoor. Is dat iets waar je mee worstelt, mensen vertellen hoe je je echt voelt?
“Ja.”

Lukt dat beter nu je zo vaak op het podium je gevoelens uit naar een publiek?
“Op het podium wel, maar daarbuiten is het eigenlijk hetzelfde gebleven. Die verlegenheid is een onderdeel van mij, dus ik geloof niet dat het volledig om te gooien is. Sommige dingen horen nu eenmaal bij wie je bent.”

De eerste single van het nieuwe album is Nameless, Faceless. Wens jij dat weleens te zijn?
“Om even niet gezien te worden? Nee, dat lijkt me dan weer niks. Mezelf terugtrekken doe ik al wanneer ik wil. Deze erkenning als muzikant zie ik als een groot privilege. Zo verlegen voel ik me namelijk ook weer niet op het podium. Door op te treden, zie ik die angst dus juist een beetje onder ogen.”

Is deze ultragevoelige plaat dan jouw persoonlijke dagboek?
“Mijn nummers gaan zeker over mijn eigen gedachtes, maar het is niet zo dat ik die woord voor woord opschrijf. Het gaat om het ontleden, verder doordenken en concreet maken van deze gedachten. Door ze in een muzikale vorm te gieten kan ik ze bestuderen. Het is daarom eerder een soort werkstuk.”

Hopefulessness, de hypnotische opener, sprong er voor mij heel erg uit. Het is heel erg tegenstrijdig met de rest van het album, dat juist klinkt als de energieke indierock die we van je gewend zijn. Was dit een experiment?
“Dat nummer heeft me even geduurd om bij elkaar te krijgen en ja, ik heb daarmee een beetje geëxperimenteerd. De intentie was om met zo weinig mogelijk muziek een zo lang mogelijk nummer te maken. Zowel het instrumentale gedeelte als de songtekst speelt in een soort loop, wat ik nooit eerder heb gedaan. Ik heb het een hele tijd laten liggen omdat ik er niet uitkwam. Het eindresultaat pakte inderdaad nogal hypnotisch uit.”

Je hebt tijdens eerdere interviews laten weten jezelf niet zo’n heel goede songwriter te vinden. Genoeg mensen zijn dat denk ik met je oneens. Kijk je daar zelf ook anders tegenaan na het schrijven van deze nieuwe nummers?
“Misschien een beetje. Ik zie mezelf in ieder geval niet per se als een slechte songwriter, maar ik realiseer me dat er geen rechte weg is naar het maken van een nummer. Je kunt veel verschillende paden nemen om bij het uiteindelijke nummer te komen. Er zijn geen regels. En daarom is het ook lastig om te stellen dat iemand goed of slecht is in nummers schrijven. Zo benader ik het ook voor mezelf. Anything goes.”

Nog even over in de spotlights staan: je hebt de laatste tijd opgetreden in de band van je vrouw, Jen Cloher. Is het fijn om dan even op de achtergrond te treden?
“Ja, maar ik zie het niet als binnen of buiten de spotlights staan. Of ik nu met mijn eigen band speel of met een andere artiest: ik voel toch wel de drang om mijn best te doen. Niet alleen om mezelf van mijn beste kant te laten zien, maar ook om de muziek eer aan te doen. Dat is voor mij het belangrijkste.”

Die drang om jezelf terug te trekken en weer even thuis te komen, neem je die mee als je met Jen speelt?
“Op een bepaalde manier wel, maar toch ook weer niet. We zijn dan samen voor een lange tijd, dus in dat opzicht is dat gevoel van ‘thuis’ nog steeds bij me. Maar om écht thuis te komen, in je eigen vertrouwde omgeving, zonder verplichtingen; dat gevoel gaat boven alles, toch?”

Jen komt ook uit Melbourne, net als veel andere indie-artiesten. Hoe komt het dat Melbourne zo’n bruisende indie-scene heeft?
“Het is natuurlijk een van de grootste steden van Australië en het stroomt er inderdaad over met indiemuzikanten. Vroeger dacht ik daar nooit zo over na, omdat het verschil natuurlijk pas opvalt als je buiten Melbourne komt. Maar mijn theorie is dat mensen daar gewoon niets anders te doen hebben. Melbourne is een hopeloos gedoe. Je moet dus wel die gitaar oppakken of naar een concert gaan om het er naar je zin te hebben. In Sydney en Brisbane heb je nog mooie stranden waar je heen kan.”

Hey, Melbourne heeft toch ook mooie stranden?
“Nee joh, die zien er niet uit.”

LIVEDATA 30/05 Ancienne Belgique, Brussel (BE) 31/05 TivoliVredenburg, Utrecht

Klinkt als: de mellow poppy indierock die je in de namiddag opzet om jezelf door een overweldigende kater te slepen

LiveGuide

Concert- en festivalkrant LiveGuide is toe aan de 41e editie! Daarin staat de maand mei in livemuziek centraal.

Elias Bender Rønnenfelt siert deze maand de cover van LiveGuide. De geniale tekstschrijver en zanger van Iceage vertelt in de krant samen met gitarist Johan Suurballe Wieth uitgebreid over het waanzinnig sterke nieuwe album Beyondless, waarom er vier jaar niks werd uitgebracht door de artpunkers en het opvallende gegeven dat zij het Deense koningshuis op Instagram volgen in de hoop een keer geridderd te worden.

Vrouwenblad
In het maandblad worden verder opvallend veel vrouwen gefeatured. Opvallend omdat het Buma/Stemra laatst juist was opgevallen dat het aandeel dames in de muziekindustrie aan de karige kant is. Daar valt in LiveGuide dus weinig van te merken, want daarin staan bijvoorbeeld interviews met Courtney Barnett, Superorganism en Blackbird. En o ja, ook eentje met de dwarse nu-jazz-meester Kamaal Williams, maar dat is dan weer een vent.

Staatsvijand
Verder wordt in LiveGuide #41 teruggeblikt op Paaspop, wordt staatsvijand nummer #1 Famke Louise opvallend fel verdedigd, delen de indieboys van The Brahms hun merkwaardige rider, doet EUT een heuse Thom Yorke-quiz, vertelt een Lily Allen-groupie over haar gig in Sugarfactory en wordt even uitgebreid als prettig verwarrend gesproken met de Tilburgse meesterabsurdisten Gummbah & Leonard Bedaux, die met hun voorstelling Sexboerderij Het Gouden Kalf op onder meer Donnerwetter Day en Zwarte Cross staan.

DeWolff slaat met recente album Trust een nieuwe weg in

DeWolffZe zijn pas halverwege de twintig, hebben vanaf zes studioplaten op hun naam staan en spelen inmiddels al tien jaar samen. De mannen van DeWolff waren best een beetje zenuwachtig toen ze in de zomer van 2017 weer de studio indoken voor hun zesde plaat. Want wat nou als er niks tofs meer uit zou komen? Gelukkig gebeurde dat wel. Het resultaat werd het nieuwe album Trust, dat de band vrijdag 4 mei releasede in een uitverkochte grote zaal van Paradiso.

Tekst Nadieh Bindels

Toen Luka, Pablo en Robin begonnen met schrijven voor Trust, hadden ze al anderhalf jaar geen nieuw nummer meer gemaakt. DeWolff was continue aan het touren en optreden en tijd voor de studio was er niet. Luka: “We waren dus wel een beetje nerveus, want samen schrijven was lang geleden. Gelukkig ging het balletje meteen weer rollen toen we in de studio bij elkaar gingen zitten en kwamen er ideeën voor nummers uit. Het was echt fijn om te merken dat het dus niet op raakt. ” Tien jaar met z’n drieën in een band is best lang en zou kunnen gaan vervelen. Maar daar hebben de mannen van DeWolff helemaal geen last van. Luka: “De afwisseling tussen het optreden en schrijven houdt het interessant en we zijn altijd bezig met ons te blijven ontwikkelen. Met Trust  hebben we ook hele andere dingen geprobeerd en gedaan dan we voorheen deden. Dat houdt het voor ons alle drie boeiend.”

Eigenheid
De band heeft zich altijd laten beïnvloeden en inspireren door andere bands, maar op deze plaat is ze meer een eigen weg ingeslagen. Robin: “Ik denk dat iedere band wel inspiratie haalt uit andere bands. We halen nog steeds veel inspiratie uit zowel oude als nieuwe muziek en allerlei genres, maar we zijn er bij dit album wel anders mee omgegaan. Eerder was het dat we een nummer luisterden en zeiden ‘oh zoiets moeten we ook doen’. Inmiddels zijn onze inspiratiebronnen zo uitgebreid, dat er automatisch iets heel nieuws uitkomt. We hadden bij Trust geen specifieke plaat in gedachte zoals het zou moeten klinken. Waar we eerst meer referentie hadden, zijn we deze keer veel meer de nummers gaan schrijven uit het niets.” Luka: “Misschien dat we na tien jaar ook wel meer zelf kunnen doen en putten uit de ervaring die we hebben opgedaan.”

De band had zichzelf het doel gesteld om met Trust meer een live gevoel in de sound te krijgen. Na jaren te hebben geoefend en geprobeerd in hun eigen studio, is het volgens de mannen nu gelukt om de energie die ze op het podium uitdragen op het nieuwe album vast te kunnen leggen. Luka: “Onze andere studioplaten klinken allemaal wat rustiger en met dit album klinkt een groot deel van de nummers veel heftiger. Ze dragen meer de sound mee die we live ook hebben.” Robin: “We hebben nu ook de switch gemaakt naar nummers die wel groovy en sexy klinken, maar moeilijk zijn om te spelen. Zo blijven we onszelf uitdagen, ook op het podium. We schrijven heel erg voor onszelf. Dus de nummers moeten wel leuk en interessant zijn om live te spelen.”

Maatschappelijke bewustwording
Waar DeWolff jaren geleden ging voor de meer psychedelische en poëtische teksten, is de band nu ook wat songwriting betreft een andere weg ingeslagen. Er komen meerdere maatschappelijke onderwerpen op Trust voorbij, iets waar de band eerder niet echt mee bezig was. Zo gaat het nummer Big Talk over de schreeuwers in de maatschappij en de mensen die alles dat wordt gezegd en in het nieuws voorbij komt, opzuigen zonder na te denken. Deceit and Woo gaat over Trump. Luka: “Het kwam eigenlijk een beetje vanzelf dat we over maatschappelijke onderwerpen gingen schrijven. Het is niet dat ik heel veel naar het nieuws kijk, maar om sommige dingen kan je gewoon niet heen. Als ik kijk naar teksten uit onze beginperiode denk ik wel eens ‘waar gaat dit over?’. Je kan je vastpinnen op verhalende of fictieve teksten, maar we hadden het gevoel dat het eerlijker was om over dingen te schrijven die dicht bij ons staan en dingen de we echt meemaken of zien gebeuren.” Robin: “Vroeger luisterden we veel naar bands met psychedelische teksten zoals The Doors en Pink Floyd en waren we bezig met spacy teksten. We zijn nu ook veel meer naar andere artiesten gaan luisteren, die meer down to earth schrijven. En we zijn natuurlijk ook ouder geworden en bewuster bezig met wat er om ons heen gebeurt en waarom. Dat bijvoorbeeld Trump president werd, was voor ons alle drie best shockerend en we begrepen het helemaal niet. Onze reactie daarop was een nummer schrijven, want we moesten er echt iets mee.”

LIVEDATA 11/05 Maassilo, Rotterdam 12/05 Doornroosje, Nijmegen (Sold Out) 19/05 Poppodium Volt, Sittard 24/05 De Oosterpoort, Groningen 25/05 013, Tilburg 24/06 Parkpop, Den Haag 22/07 Kneistival, Knokke Heist (BE) 28/07 Bostheater Ommen, Ommen 03/08 Zeverrock Festival, Gent (BE) 04/08 Swingin’ Hulsen, Hulsen (BE) 18/08 Lowlands, Biddinghuizen 25/08 Once In A Blue Moon Festival, Amsterdam 17/11 Helldorado Festival, Eindhoven 29/12 TivoliVredenburg, Utrecht

Johan met nieuwe album Pull Up meteen op kruishoogte

De piloot die het alarm ‘pull up’ hoort, weet dat het bijna te laat is. Vijf voor twaalf. Pull Up is de omineuze titel van het nieuwe album van Johan, verschenen op vrijdag 13 april. Het is is de full power doorstart voor de Amsterdamse formatie rond zanger-gitarist Jacob de Greeuw. Ze klimmen pijlsnel naar kruishoogte, naar de regionen waar zich enkel de paar beste acts uit de popmuziek bevinden.

Tekst Popmazine Heaven | Ludo Diels

Jacob – voorheen Jacco – de Greeuw (48) is in goeden doen. In het kantoor van platenlabel Excelsior in Amsterdam geniet hij zichtbaar na van het optreden de vorige avond bij De Wereld Draait Door. Dat was de eerste keer in negen jaar dat De Greeuw, basgitarist Diets Dijkstra, drummer Jeroen Kleijn en gitarist Robin Berlijn voor publiek hadden gespeeld. De Greeuw glimlacht. “Het voelde meteen goed. We hebben weer bloed geroken.”

Nee, voor De Greeuw is Pull Up, Johan’s vijfde, beslist geen crashkoers of laatste redding, eerder een nieuw begin. Het klinkt zoals Johan altijd klonk. ‘Johanesk’ zou je het kunnen noemen. Melodische, gitaargedreven popliedjes met een zekere schatplicht aan de Britpop uit de jaren zestig en zeventig. Tegelijk bevatten de nummers een scheut melancholie, een vlaag retro-powerpop en veel natural cool.

Johan heeft altijd een vaste fanschare gehad. Ze stonden al vanaf hun eponieme debuut in 1996 op de grote festivals als Pinkpop en speelden met regelmaat in het buitenland, waaronder in de Verenigde Staten, waar het album een verrassend goede ontvangst kreeg. In jaarlijsten tussen 1996 en 2009 prijken albums van Johan, waaronder het onvolprezen Pergola uit 2001 met prijsnummers als Tumble And Fall, I Mean I Guess en Time And Time Again. In 2009 was boegbeeld Jacob de Greeuw klaar met de band. “Eigenlijk wilde ik solo verder. Ik was veertig geworden en voelde een zekere experimenteerdrang. Ook heb ik in die periode na 2009 vaker als sessiemuzikant gewerkt. Bijvoorbeeld voor Tim Knol die net als ik uit Hoorn komt. Vreemd genoeg kwamen alle muzikale avonturen op de een of andere manier uit bij Johan. Ik had na jaren weer een sterk verlangen met vier gasten in de studio als band aan de slag te gaan. Als de samenstelling goed is, gebeurt er iets, dan ontstaat een vruchtbare wisselwerking van ideeën. Dat is een magisch moment. Pull Up doet me in zekere zin denken aan ons debuut in 1996. Het klinkt even onbevangen en fris. Andere albums, zoals Pergola, heb ik zelf laag voor laag in elkaar gezet. Pull Up is echt een groepsalbum. Op een kilometer afstand hoor je dat het Johan is.”

Vintage
Pull Up – geproduceerd door Frans Hagenaars – is vintage Johan. Nummers van een vaak bedrieglijke eenvoud waarin altijd ook een verrassend element van ‘vervreemding’ schuilt. Wie goed luistert, ontwaart lagen in de muziek, zonder dat het ooit gekunsteld overkomt. Gemakkelijk in het gehoor liggende liedjes. En precies daarin ligt Johan’s kwaliteit. “Het moeilijkste van een goed nummer maken is het weglaten, het schrappen. Natuurlijk zit je altijd wel vast aan conventies of akkoordschema’s. Maar het gaat er uiteindelijk om de kern over te houden. Eenvoud blijkt verdomd ingewikkeld. Ik houd van popmuziek die simpel lijkt maar dat in wezen niet is. Vandaar mijn levenslange fascinatie voor The Kinks en The Beatles. Ook in films, bijvoorbeeld van Tarantino, houd ik van onverwachte, soms zelfs ongemakkelijke wendingen.”

Die verraderlijke eenvoud schuilt ook achter de naam van het album Pull Up, een palindroom. Even speculeren. De titel lijkt te willen suggereren dat het de moeite loont de dingen eens wat intensiever te bekijken of, bij dit album, niet te vertrouwen op het eerste gehoor. De liedjes ontvouwen zich pas ten volste met een paar keer draaien. Tot zover de speculatie.

Vijf albums is geen grote oogst in 23 jaar, van 1996 tot nu. De Greeuw is een perfectionist. Hij staat op Wikipedia te boek als een ‘lastig persoon om mee te werken’ die vaker kampt met langere schrijfblokkades en geen geheim maakt van de kop opstekende depressies. Inderdaad, niet bepaald kwaliteiten die de productie van nieuwe albums ten goede komen. Hij lacht. “Tegenwoordig sta ik wat lichter in het leven. Je wordt ouder, wijzer en relativeert meer. Vroeger was ik echt een tough cookie. Dat is er wel vanaf. Wat niet wegneemt dat ik in de studio nog best streng ben voor mezelf en voor anderen. Dat komt doordat ik graag het beste uit de muziek haal.”

“Om een album te maken moet de tijd rijp zijn. Het moet goed voelen. Gelukkig heb ik die depressies tegenwoordig onder controle. Wel ben ik van nature een melancholicus. Melancholie zit het creatieve proces niet zo in de weg. Bij een depressie ligt dat anders. Dan ben je volledig in jezelf gekeerd. Eigenlijk is dat op de keper beschouwd behoorlijk egoïstisch. In die periodes luisterde ik veel naar Lou Reed’s Berlin, een zwartgallige plaat, of naar Joy Division. Vreemd genoeg gaf me dat troost. Die diepe dalen en hoge pieken ken ik niet meer. Ik ben meer in balans en voel me opgewekt.”

LIVEDATA 06/05 Here Comes The Summer, Vlieland 11/05 Doornroosje, Nijmegen (Sold Out) 18/05 Oosterpoort, Groningen (Sold Out) 26/05 Dauwpop, Hellendoorn 29/05 + 30/05 Paradiso, Amsterdam (Sold Out) 01/06 Vestrock, Hulst 02/06 TivoliVredenburg, Utrecht (Sold Out) 09/06 Best Kept Secret Festival, Hilvarenbeek 22/07 Welcome To The Village, Leeuwarden 11/08 Nirwana Tuinfeest, Lierop 08/11 Paard, Den Haag 09/11 Metropool, Hengelo 10/11 Fluor, Amerfoort 16/11 Luxor Live, Arnhem 17/11 Victorie, Alkmaar 29/11 Effenaar, Eindhoven 30/11 Patronaat, Haarlem 06/12 Hedon, Zwolle 07/12 Mezz, Breda 08/12 Grenswerk, Venlo

HeavenOp het omslag van Heaven #3, 2018 staat de iconische jazztrompettist en -zanger Chet Baker. In mei is het vijftig jaar geleden dat hij uit een raam viel van hotel Prins Hendrik in Amsterdam en overleed. Biograaf Jeroen de Valk, jazzkenner Hans Mantel en bassist Hein van de Geyn, die met hem speelde, herdenken hem liefdevol.

Verder in de nieuwe Heaven mooie interviews met singer-songwriter en topproducer Joe Henry, met Mary Gauthier, die liedjes schreef met en over getraumatiseerde oorlogsveteranen, en Joan Wasser, alias Joan As Police WomanRuben Hein, Johan en VanWyck verzorgen de vaderlandse inbreng.

Ook start Heaven met een nieuwe serie, Portret van…, waarin we iemand aan het woord laten over zijn of haar specifieke rol in de popmuziek. Kees Spruit trapt af: professie boeker.

In de recensierubriek met meer dan 100 titels, nieuwe albums van o.a. David Byrne, U.S. Girls, The Low Anthem, Loma, Buffalo Tom, Lucy Dacus, Unknown Mortal Orchestra, Anna Burch, John Prine en The Boxer Rebellion.

Dit nummer niet missen? Neem een abonnement en profiteer van de aanbieding: 1 jaar Heaven van € 34,99,- voor slechts € 22,50,-! Een abonnement neem je hier: www.popmagazineheaven.nl/actie-abonnement

Tusky tourt rond met scheurende gitaren en punk-rock voor de masses

Vrolijk, energiek, rauw en professioneel. Met scheurende gitaren tourt de ‘punk-rock voor de masses band’ Tusky nu door Nederland en gaat ze een festivalseizoen met flink wat shows tegemoet. Wat begon als een ‘muziekliefdeproject’ van de oud crew van John Coffey, is uitgegroeid tot een band die lekker aan de weg timmert. Als het bandleven zo bevalt, waarom zou je dan stoppen met het succesvolle John Coffey? En wat maakt Tusky anders? We spraken er over met oud gitarist van John Coffey en frontman van Tusky, Alfred van Luttikhuizen.

Tekst Nadieh Bindels

Met John Coffey deden ze zo’n 150 shows per jaar, waarvan een groot deel in het buitenland. Er lagen nog genoeg kansen voor John Coffey, maar het vele touren begon z’n tol te eisen en de crew wilde nieuwe dingen ondernemen. Helemaal geen muziek maken voelde niet als een optie. Het duurde nog geen drie weken voor Alfred met leden van de John Coffey-crew in de oefenruimte zat. En zo werd het nieuwe, muzikale muziekliefdeproject ‘Tusky’ van Alfred, Sjors, Christoffer en Bas eind 2016 geboren. Althans, muziekliefdeproject, met een bandstrateeg van beroep binnen de band zoals Alfred is, kan het bijna niet anders dan dat er toch meer uit wordt gehaald. Alfred bedacht een anderhalf jaar-plan voor Tusky. Inmiddels heeft de band aan Popronde meegedaan, heeft ze begin maart het album Rated Gnar uitgebracht en komen er een heleboel shows aan de komende maanden.

Muziek maken, is gewoon verslavend, beaamt Alfred. “Het is heel mooi om iets te creëren en vast te kunnen leggen op een plaat, om het vervolgens op het podium te vertalen. Als het publiek het dan ook nog snapt, is het helemaal vet! Maar als je iets lang doet, wordt het een beetje normaal. Dat voelde we aankomen met John Coffey en dus stopten we ermee.” Alfred was blij toen hij na het vele touren en optreden weer met een biertje in de oefenruimte van de DB’s in Utrecht zat, maar voor niets spelen leek hem ook niks. Daarom bedacht hij een plan voor Tusky, waarvan inmiddels al bijna alles is afgewerkt. “Ja op een paar dingen na dan. Spelen op Lowlands is natuurlijk wel het ultieme doel, maar is nog niet gerealiseerd.”

Dat Tusky is voortgevloeid uit John Coffey heeft grote voordelen, maar betekent niet dat de band niet hard meer hoeft te werken. “Onze bekendheid in de muziekindustrie en bij het publiek was natuurlijk handig, maar het is niet dat we nu maar overal binnen kunnen komen. Ook voor Popronde moesten we gewoon auditie doen en om een boeker en label achter ons te krijgen, hebben we ook hard moeten werken. Die bekendheid heeft ook z’n nadelen: we hadden, als ze het allemaal niks vonden, ook heel hard af kunnen gaan. En dan waren we ook dubbel zo hard afgegaan. Maar dat is gelukkig niet gebeurd.”

Alto geschiedenis
Tusky wil graag een breed publiek bereiken met haar gitaarmuziek en noemt haar muziek dan ook ‘punk-rock voor de masses’. Alfred: “Ik was als tiener een alto met wijde broekspijpen en een voorliefde voor harde gitaarmuziek. Ik begon met gitaarspelen toen ik 14 was, omdat ik Metallica na wilde doen. Het was in de tijd van de alt-rock en nu-metal. De tijd dat bands als Korn en System of a Down populair waren. De alternatieve rockscene was toen een stuk groter. Het is niet erg dat urban nu zo populair is, maar ik heb prachtige dingen aan die alto-tijd en harde gitaarmuziek overgehouden. Met John Coffey kwamen we er achter dat we met onze harde en ook wel schreeuwmuziek een groot publiek konden bereiken. Dat was ontzettend tof. Tusky is qua sound wel anders: het is vrolijker, niet agressief en we schreeuwen niet. Het is wat knuffelbaarder, maar we hopen ook met deze band weer een groot publiek te kunnen bereiken met onze harde gitaarmuziek.”

LIVEDATA 05/05 Bevrijdingsfestival Overijssel, Zwolle 05/05 Bevrijdingsfestival Utrecht, Utrecht 25/05 Sniester Festival, Den Haag 26/05 Dauwpop, Hellendoorn 02/06 SoccerRocker Festival, Amsterdam 29/06 Jera On Air, IJsselsteyn 06/07 MadNes Festival, Ameland 07/07 Dijkpop, Andijk 13/07 Zwarte Cross, Lichtenvoorde 11/08 Nirwana Tuinfeest, Lierop

Altın Gün: Perfecte synthese tussen oost en west

Altın GünStel: je bent een Nederlandse zangeres en je ontvangt via Facebook de uitnodiging van een stel Costa Ricanen om samen allerlei Amsterdamse smartlappen van Tante Leen en Johnny Jordaan te spelen. En beeld je voor het gemak dan ook even in dat deze Zuid-Amerikaanse versies van rasechte Mokumse levensliederen nog zouden aanslaan ook. Het klinkt misschien, maar deze fictieve situatieschets komt nog verrassend dicht in de buurt bij wat Altın Gün-zangeres Merve Daşdemir twee jaar geleden meemaakte.

Tekst LiveGuide | Daan Keijzer

De in Istanbul geboren en getogen Merve vertoefde al twee jaar in Nederland, toen het herkenbare rode cijfertje van Facebook haar wees op een uitnodiging van bassist Jasper Verhulst. “Of ik een keer met hen nummers van mijn Turkse jeugdhelden wilde spelen”, knijpt de rossige Turkse zichzelf opnieuw in haar arm. “Ik kon het niet geloven dat ik met Nederlandse gasten dit soort muziek zou gaan maken. Het is echt een klein wonder. Ik reageerde met: ‘Fuck yes, ik ben degene die jullie zoeken!’. En sinds de eerste sessie is er niets veranderd in de bezetting van de band. Het voelde direct goed.”

Verhulst had net met de vooral buiten Nederland populaire psychpopband Jacco Gardner een show in Istanbul gedaan en raakte verknocht aan ‘Anatolische rock’, de Turkse gitaarmuziek die vooral in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw floreerde. Hij begon een nieuwe groep met gitarist Ben Rider en drummer Nic Mauskovic en voegde Merve en zanger/saz-speler Erdinč Ecevit Yildiz eraan toe vanwege hun ervaring met Turkse muziek.

“Op mij en Erdinč na begrijpt niemand uit de band waar de teksten precies over gaan”, lacht Merve. “Maar dat is ook niet de insteek; we verliezen ons volledig in de muziek. Het is zo ontzettend groovy; de perfecte synthese tussen Westerse en Oosterse invloeden.”

Derde leven
De nummers van Altın Gün zijn eigenlijk herinterpretaties van herinterpretaties. De band grijpt terug op werk van bekende Turkse artiesten uit de jaren zeventig, zoals Erkin Koray en Cem Karaca, die op hun beurt weer traditionele Turkse folk van een aantal decennia eerder re-arrangeerden. “De originele songs zijn dus eigenlijk twee keer verbouwd”, verklaart Daşdemir de bijzondere levensloop van nummers als Hey Gidi Koca Dünya, die dankzij van Altın Gün een derde leven meemaken. “We rotzooien met alle partijen van de originele nummers, behalve de teksten. Daarom voelen de nummers als ons eigen werk.”

De populaire Anatolische gitaarrock van ruim vijftig jaar terug wordt vaak geassocieerd met politiek activisme. Er zijn voorbeelden genoeg (of eigenlijk te veel) van Turkse artiesten die vanwege hun muziek in de gevangenis belandden of zelfs verbannen werden. Met politiek heeft Altın Gün echter niets van doen. “Een veelgemaakte fout is dat de liedjes worden verbonden aan het hoge protest-gehalte van toen. Maar het waren meer de artiesten die een politieke mening hadden, de liedjes gingen daar niet zozeer over.”

“Natuurlijk ben ik bezorgd over wat er in Turkije allemaal speelt. Links socialisme wordt constant bedreigd in mijn vaderland. Toch houden wij iedere vorm van activisme buiten de deur bij Altın Gün, het gaat echt puur om de muziek.” Maar waar gaan de fonetisch razend interessante teksten dan wel over? “Meestal over menselijke emoties. Liefde, verdriet, dood. De teksten gaan eigenlijk alle kanten op.”

Buikdansen
Niet alleen de teksten zijn beweeglijk als mediterraanse ijsvogels. Tijdens de shows van Altın Gün op showcasefestival Eurosonic Noorderslag – afgelopen januari in Groningen – betrapten wij Daşdemir namelijk op haar waanzinnige buikdans-skills. De meedogenloos dansbare muziek in combinatie met de wulps wiegende heupen van de zangeres, dwongen de eigen benen tot het maken van voorheen onmogelijk geachte bewegingen.

“Het is onmogelijk om niet te dansen als wij spelen”, durft Merve te beweren. “Zelf hou ik ontzettend van dansen, omdat ik stiekem weet dat ik goed kán dansen. Het buikdansen is echter nooit gepland. We hebben geen choreograaf die mij dat verplicht; het gebeurt haast vanzelf. Ik denk dat het buikdansen een erfenis is van mijn cultuur.”

Begin april brengt de band het eerste album uit. De releaseshow in Bitterzoet was binnen een mum van tijd uitverkocht. “Zelfs onze show in België is al uitverkocht. We zijn pas anderhalf jaar aan het spelen en in eerste instantie verwachtten wij niets bijzonders van de reacties van mensen op onze muziek. Maar sinds onze eerste show, die vrij episch was, is alles zich razendsnel gaan ontvouwen.”

LIVEDATA 05/05 Bevrijdingsfestival Overijssel, Zwolle 05/05 Bevrijdingspop, Haarlem 08/06 Best Kept Secret Festival, Hilvarenbeek 14/07 Dour Festival, Dour (BE) 09/09 Into the Woods, Amersfoort

Klinkt als: een op hol geslagen Spotify-playlist die per abuis Turkse folk met Westerse rock is gaan combineren

LiveGuideLiveGuide bestaat vier jaar en dat heeft voor een blad dat tien keer per jaar verschijnt één logisch gevolg: nummer veertig komt uit! Dit jubileum viert de concert- en festivalkrant met een extra dikke editie.

Bokoesam bracht onlangs een catchy EP uit met de licht gestoorde Jacin Trill, maar zit alweer vol nieuwe plannen. De Amsterdammer is een van de grotere spelers van de Nederlandstalige hiphop, een genre dat de laatste jaren compleet is geëxplodeerd. Als het aan Sam ligt is het einde zelfs nog niet in zicht. In LiveGuide filosofeert hij hardop over de vraag of NL-rap ook Amerika kan veroveren.

Buzz
In het krantje lees je verder interviews met de arty R&B-producer SOHN, legt Nathaniel Rateliff uit waarom hij karaokebars beter kan vermijden en tipt Tim Knol de beste albums van het moment. Verder genieten we mee met het nieuwe Britse indierockbandje ISLAND, dat in een roes verkeert nu om hun muziek een aardige buzz hangt.

Vlijmscherp
Met prachtfoto’s wordt verder teruggeblikt en op de shows van onder meer WAND in Vera, King Gizzard & The Lizard Wizard in Paradiso en Editors in het Nationaal Militair Museum. Er wordt ook stilgestaan bij alle slachtoffers van Noel Gallagher’s vlijmscherpe tong, Death Alley deelt de bizarre backstage-rider van de band en we duiken in Altin Gün en lange geschiedenis van de songs van deze zinderende nieuwe band, van welke de muziek nog het best te omschrijven valt als een combinatie van stokoude Turkse folk en Westerse funkrock uit de seventies.

 

SOHN: “Ik ben nu op een punt waarop eerlijkheid van levensbelang is”

Hij zit ziek thuis en kampt met de deadlinestress die hoort bij het preppen van een nieuwe tour, maar voor SOHN is er geen wolkje aan de lucht. De kuchende songwriter en producer neemt alle ziektekiemen voor lief sinds hij met vrouw en kind in Barcelona is neergestreken. Daar heeft hij namelijk het geluk hervonden.

Tekst LiveGuide | Thomas van Waardenburg Foto Phill Knot

Tijdens het interview dat LiveGuide in 2014 met SOHN had, liet de als Christopher Taylor geboren Brit al doorschemeren dat hij het wel had gezien met zijn verblijfplaats Wenen. De Catalaanse hoofdstad was toen alleen nog niet de volgende bestemming. “Hiervoor heb ik drie jaar in Los Angeles gewoond. Het is daar als een cult waar iedereen constant vrolijk is en denkt dat alles mogelijk is.”

Toen de zanger met debuutplaat Tremors op zak verkaste naar L.A, had hij net als de rest van de inwoners daar ook de intentie om een grote ster te worden. “Als songwriter en producer moet je die kans wel pakken. Ik kwam er gelukkig snel genoeg achter dat sexy R&B maken met drie andere blanke mannen niet echt mijn ding is. Vervolgens heb ik een jaar lang op een wijngaard in Californië gezeten om aan mijn tweede plaat te werken. In Amerika heb ik ook mijn vrouw ontmoet, dus het was zeker geen slechte tijd, maar in Europa kreeg ik weer snel het gevoel dat het oké is om gewoon mens te zijn. Het is lastig uitleggen hoe fijn dat is.”

Voorspellende gave
SOHNs tweede album verscheen begin vorig jaar en droeg de naam Rennen. Alsof hij de Duitse taal toen al weer omarmde en The American Dream alweer uit het hoofd had gezet. “Wenen is waar het allemaal voor mij is begonnen. In Engeland was ik nogal verlegen en angstig, maar in Oostenrijk ontdekte ik wie ik als artiest wilde zijn. Ik leerde SOHN kennen en dat was veel meer een uitgesproken karakter dan Christopher Taylor. Als SOHN deed en zei ik dingen die ik eerst nooit zou doen.”

Tot een identiteitscrisis leidde het ontwikkelen van de artiest SOHN gelukkig niet, zo verzekert hij ons. “Door muziek te maken leer ik juist veel over mezelf. Van jongs af aan heb ik al het idee dat de betekenis achter mijn songs me pas veel later duidelijk wordt. Zo was Tremors bijvoorbeeld een breakup-album dat ik maakte voordat ik wist dat mijn relatie voorbij was. En mijn tweede plaat heet Rennen omdat dat achteraf gezien ook het enige was wat ik in die periode deed. Mijn carrière nam allemaal rare bochten en ik kon het alleen maar proberen bij te benen in plaats van het bewust mee te maken.”

Het moment dat deze profetie zich voltrok, herinnert hij zich dan ook maar al te goed: “Ik merkte dat de intieme sfeer tussen het publiek en mij was vervangen door een festivalshow waar je na een paar nummers vraagt hoe het met iedereen gaat. Dat is echt het tegenovergestelde van wie ik als artiest wil zijn. Ik heb toen gelijk de bandbezetting omgegooid en weer geprobeerd om mijn shows persoonlijker te maken.”

Retrospectie
Dat toekomstvoorspellende schrijfskills niet alleen maar leiden tot vrolijke liedjes, blijkt wel uit zijn twee gloednieuwe tracks. Hue en Nil werden allebei afgelopen maand uitgebracht. Na het horen van deze minimalistische en ietwat melodramatische songs vraag je je af wat de toekomst voor de zanger in petto heeft. “Het coole aan deze twee nummers is juist dat ik ze als terugblik op een periode heb geschreven. Mijn vrouw en ik keken naar een documentaire over een beroemd schrijverspaar. Hun relatie stond volledig in het teken van het beste uit elkaar als schrijver halen.”

“Om dat te bereiken, mochten ze elk persoonlijk detail over hun relatie als materiaal gebruiken. Toen mijn vrouw en ik net naar Spanje waren verhuisd, gingen we door een nogal moeizame periode. Uiteindelijk ging het weer beter tussen ons en besloot ik om volledig open over die tijd te zijn. Toen ik deze nummers als resultaat aan haar liet horen, zei ze gelukkig ook dat ik alles moet gebruiken om de beste songwriter te worden die ik kan zijn. Ik benader mijn muziek daardoor op een andere manier dan voorheen.”

Levensbelang
De nieuwe aanpak van totale transparantie ligt SOHN inmiddels zelfs beter dan het voorschaduwen van de toekomst. “Door mijn ‘vorige’ schrijfstijl had ik de neiging om dingen vaag en geheimzinnig te omschrijven terwijl ik ook gewoon duidelijk kon zijn. Ik ben nu op een punt in mijn leven waarop eerlijkheid van levensbelang is. Ik heb niets te verliezen met het ontdekken van alle aspecten van mijn brein voor ik doodga.”

Een nog te verschijnen derde album van SOHN wordt waarschijnlijk een mix van zijn voorspellende en retrospectieve schrijfstijl: “Ik had een nummer over mijn tweede kind geschreven en niet veel later bleek mijn vrouw weer zwanger te zijn. En de track waarin ik terugblik op mijn tijd in de cult van Los Angeles, die is ook al gemaakt.”

LIVEDATA 19/04 Motel Mozaïque, Rotterdam (Sold Out) 25/04 Doornroosje, Nijmegen 14/05 Ancienne Belgique, Brussel (BE) 15/05 Paradiso, Amsterdam

Klinkt als: een ritme dat is met klanken die waren en vocalen die nog niet gezongen zijn

LiveGuideLiveGuide bestaat vier jaar en dat heeft voor een blad dat tien keer per jaar verschijnt één logisch gevolg: nummer veertig komt uit! Dit jubileum viert de concert- en festivalkrant met een extra dikke editie.

Bokoesam bracht onlangs een catchy EP uit met de licht gestoorde Jacin Trill, maar zit alweer vol nieuwe plannen. De Amsterdammer is een van de grotere spelers van de Nederlandstalige hiphop, een genre dat de laatste jaren compleet is geëxplodeerd. Als het aan Sam ligt is het einde zelfs nog niet in zicht. In LiveGuide filosofeert hij hardop over de vraag of NL-rap ook Amerika kan veroveren.

Buzz
In het krantje lees je verder interviews met de arty R&B-producer SOHN, legt Nathaniel Rateliff uit waarom hij karaokebars beter kan vermijden en tipt Tim Knolde beste albums van het moment. Verder genieten we mee met het nieuwe Britse indierockbandje ISLAND, dat in een roes verkeert nu om hun muziek een aardige buzz hangt.

Vlijmscherp
Met prachtfoto’s wordt verder teruggeblikt en op de shows van onder meer WAND in Vera, King Gizzard & The Lizard Wizard in Paradiso en Editors in het Nationaal Militair Museum. Er wordt ook stilgestaan bij alle slachtoffers van Noel Gallagher’s vlijmscherpe tong, Death Alley deelt de bizarre backstage-rider van de band en we duiken in Altin Gün en lange geschiedenis van de songs van deze zinderende nieuwe band, van welke de muziek nog het best te omschrijven valt als een combinatie van stokoude Turkse folk en Westerse funkrock uit de seventies.

Britse indierockband ISLAND: dromend en reizend naar debuutalbum

Ze zijn heel erg precies tijdens het maken van hun muziek, een beetje dwangmatig zelfs, zo zeggen de vier jongemannen van ISLAND zelf. Toch duurde het maar zo’n drie maanden tot er een compleet album klaar lag. Begin april heeft de Britse band haar debuutalbum Feels Like Air uitgebracht: een verzameling songs die veel ruimte overlaat voor een eigen interpretatie.

Tekst Nadieh Bindels Foto Mel-Tjoeng

Zanger Rollo Doherty, gitarist Jack Raeder, drummer Toby Richards en bassist James Wolfe kennen elkaar via via uit de Londense muzikantenpoule, speelden in veel verschillende bandjes, soms samen, soms niet. Ze werden vrienden en besloten om met z’n vieren een serieuze weg in te slaan. Nu 3,5 jaar later gaat de band een Britse en Europese tour tegemoet en komt hun debuutalbum bijna uit. Een plaat met elf  dromerige indie-rock songs, die je meenemen naar het gevoel van hun eerdere tour en de gedachten van zanger Rollo.

Het schrijven van het album was niet echt gepland. Het vormde zich tijdens de eerste gestructureerde tour van de band afgelopen najaar. Toby: “We gingen eerst mee op tour als voorprogramma van Palace en daarna hadden we een eigen tour in Europa. We waren de hele tijd met z’n vieren op reis en bedachten dat we iets wilden met de verschillende gevoelens en sferen die er waren. Dagdromen, voorbijgangers, het type weer en wat we buiten zagen vanuit de tourbus, het zijn allemaal thema’s die we mee hebben genomen in de muziek. We zijn onderweg samen gaan schrijven en hebben geprobeerd het gevoel van tijdens de reis in de muziek te vast te leggen.”

Woorden na daden
De door Rollo geschreven songteksten volgden de muziek en kwamen nadat de nummers waren geschreven. De teksten zitten vol metaforen. The Day I Die gaat bijvoorbeeld helemaal niet over doodgaan. Rollo: “The Day I Die is een metafoor voor gevoelens die ik had tijdens de reis, over het verliezen van de realiteit. ‘Wat als ik nu de tour zou verlaten’, bijvoorbeeld. Maar ook het moment dat ik een i-Phone kocht. Het voelde alsof ik een stukje van de realiteit kwijtraakte toen ik die kreeg. Ik kon er helaas niet om heen. Ik had hem nodig om te communiceren met de band, maar ik had hem liever niet gehad.” Het nummer God forgive doet vermoeden dat de muzikanten religieus zijn, maar dat is niet het geval. Rollo: “Dit is ook een metafoor, want ik geloof niet in god. Het nummer gaat over mijn vader. Hij is een redelijk autoritair figuur en wil graag controle. Het nummer gaat over hem en dingen die ik heb uitgespookt, maar dat weet hij eigenlijk niet.”

Waar de teksten in het debuutalbum ook over gaan, voor de band is het belangrijk dat de luisteraar zijn eigen gedachten er op los kan laten. James: “Het kan voor iedereen iets anders betekenen. Die vrijheid vinden we belangrijk. Ik denk dat er daarom ook veel verschillende mensen naar onze muziek kunnen luisteren.”

LIVEDATA 19/04 Motel Mozaique, Rotterdam 24/04 Paradiso, Amsterdam 25/04 TivoliVredenburg, Utrecht 26/04 Cafe Cafe, Hasselt (BE)

 

Van surrealisme naar realiteit op nieuw album Unknown Moral Orchestra

Unknown Mortal OrchestraToen hij het album maakte, voelde het alsof de wereld om hem heen gek werd. Nu zijn de leadsingle American Guilt en de tweede single Not In Love, We’re Just High gereleased en worden zijn fans gek. Op sociale media is een discussie ontstaan, want de fans zijn in de war door de twee totaal verschillende nummers. Wat kunnen ze verwachten van Sex & Food, het vierde album van Unknown Mortal Orchestra dat 6 april is uitgekomen? Het is precies wat zanger Ruban Nielson wilde creëren met de releases: discussie en verwarring.

Tekst Nadieh Bindels

American Guilt is het meest verwarrende nummer van het album. Daarom wilde ik dat het de leadsingle werd. Not In Love, We’re Just High klinkt weer totaal anders. Dat zorgde ervoor dat fans flink begonnen te discussiëren en spuien op sociale media. Ze hebben geen idee waar het heen gaat met het album en dat is mooi. Ik wil graag dat de plaat een verrassingselement heeft en mensen niet weten hoe het gaat klinken in zijn geheel. Ik wil ook niet de hele tijd maken wat zou moeten of wat fans van me verwachten. Het is heerlijk om te zien hoe mensen reageren op de twee nummers”, vertelt Ruban Nielson. Hij drinkt een speciaal biertje, terwijl we uitkijken op het IJ. Zijn nagels zijn gelakt in verschillende metallic kleuren.

Ruban begon deze keer helemaal anders met het maken van een album. Waar de albumcover normaal als laatste wordt gemaakt, is dit waar hij zijn vierde album mee begon. Na vele gesprekken over visuele aspecten met de ontwerper van de hoes, Neil Krug, ontstond er een beeld van hoe de muziek moest gaan klinken. Van daaruit verzamelde de zanger muziek die paste bij het gevoel dat hij kreeg bij de beelden en kleuren. “Meestal komen er kleine muzikale fragmenten in mijn hoofd en die schrijf ik dan op. Ik weet niet precies waar die ideeën vandaan komen, maar dat maakt ook verder niet uit. Het zijn gewoon random dingen. Ik verzamel ze in een map op mijn computer en op enig moment ga ik ze samenvoegen en structureren.”

Van surrealistisch naar realiteit
De zanger van Unknown Moral Orchestra is degene in de band die alle teksten schrijft. Ook dat doet hij niet altijd direct met een doel. “Soms schrijf ik een nummer en weet ik nog niet wat het betekent, alleen dat het goed voelt en ik het moet gebruiken. In het begin klinken songs vaak surrealistisch en psychedelisch voor me. Dan kom ik er later achter wat het eigenlijk echt voor me betekent.” Ruban wilde niet dat politiek een grote rol zou spelen op het nieuwe album, maar er helemaal omheen kon hij niet. In de tijd dat hij het album schreef, veranderde er veel voor zijn gevoel. “Het leek alsof de wereld om me heen gek werd. De verkiezingen in de V.S., de verschuiving naar rechts, naar Trump. Ik wilde liever een album maken over mijn gevoel en liefde, maar politiek is er toch wel een beetje tussendoor geglipt. Het is niet dat ik echt een mening geef of iets bekritiseer, maar ik observeer en benoem het. American Guilt gaat bijvoorbeeld over het feit dat ik nu tien jaar in de V.S. woon, steeds meer deel word van de maatschappij en moet dealen met de ideologie. Ik betaal belasting en ben daarmee onderdeel van de oorlogsmachine. Daar kan ik niet meer omheen.”

Heden v.s. verleden
Het zijn niet alleen de dingen uit het heden, maar vooral die uit het verleden die Ruban inspireerden voor het album Sex & Food. Zo zijn er in sommige nummers, zoals Hunnybee en Everyone Acts Crazy Now A Days, geluiden te horen die sterk doen denken aan het geluid van videogames en cassettetapes uit de late jaren ’80 en begin jaren ’90. De tijd dat de 38-jarige zanger opgroeide. “Dat klopt inderdaad. Ik heb veel nagedacht over die periode en wilde die graag verwerken in de muziek. Ik speelde in die tijd videogames en had een cassetterecorder voor muziek. Het geluid daarvan is heel specifiek en is sterk verankerd in mijn herinneringen. Ik heb geluid opgenomen met een cassettedek en het verwerkt in sommige nummers van het album.”

Hij werd in zijn leven veel geconfronteerd met drugs, wat een terugkerend thema is in zijn muziek, zo ook op het nieuwe album. Veel mensen in Rubans familie zijn muzikant en hebben of hadden drugs- of alcoholproblemen. Zelf heeft hij ook periodes gehad waarin hij veel gebruikte. “Ja, op de een of andere manier gaan muzikant zijn en drugsgebruik goed samen. Al wordt het ook wel vaak geromantiseerd. Ik ga er nu anders mee om, maar ik heb zeker veel drugs gebruikt in bepaalde periodes. Onder andere de song Not In, We’re Love Just High gaat daar over. Ik keek terug op sommige relaties waarin ik bijna nooit nuchter was en vroeg me af wat die liefde dan was. De herinneringen aan mdma gebruiken en met die persoon zijn, het gevoel dat ik daarbij had was natuurlijk geweldig. Maarja, die mdma hé.. Het is niet dat ik het erg vind of er verdrietig van word, van de gedachte dat ik zoveel onder invloed was, wat de liefde beïnvloedde. Het is gewoon onderdeel van mijn leven en ook ergens wel grappig om op terug te kijken. Daarom moest ook terugkomen op het nieuwe album.”

LIVEDATA 28/05 Ancienne Belgique, Brussel (BE) 10/07 Best Kept Secret, Hilvarenbeek