Sprints – Literary Mind

Sprints featuring Karla Chubb schiet weer met scherp met Literary Mind, single nummer 11 van de postpunkers uit Dublin. Nu de praat-zangstijl van de recente postpunk golf zijn glans wel heeft verloren laat Karla horen ook gewoon (goed) te kunnen zingen.

Wel weer grappig dat ze dat doet in een song die over literatuur gaat, een literaire geest eigenlijk. Of eigenlijk niet. Het werkelijke onderwerp van de songs is verliefd worden op iemand van je eigen geslacht en daar enorm happy van te worden. De persoon in kwestie heeft een literary mind, dat wel. En een literary look. Wat dat precies is vermeldt het verhaal niet. Waarschijnlijk draagt ze een bril.

Nu de band toch aan het herijken is, hebben ze gelijk maar gevraagd aan W.H. Lung en Tom Sharkett of ze een remix wilden maken van Literary Mind. Er is derhalve nu dus ook een dansversie van het nummer beschikbaar met een lekker elektrische beat. 

Popwarmer: The Jordan – Best Damn Day

Caro Emerald klonk als een zangeres maar was een collectief. The Jordan klinkt als een band maar is het soloproject van Caro Emerald oftewel Caroline van der Leeuw. Niet meer de vrolijke jazzy muziek die we van haar gewend zijn, maar Caroline grijpt terug naar de muziek waar ze naar luisterde in haar jeugd in de jaren ’90. En dat is overduidelijk Portishead. Maar dan iets meer uptempo in een modern popsausje met prettige gitaarsolo. We zijn benieuwd of de zangeres met The Jordan (debuutalbum Nowhere Near the Sky verschijnt 10 februari) ook weer internationaal weet door te breken. Aan de kwaliteit zal het in ieder geval niet liggen.

Soul Blind – Tribe

Over een maandje verschijnt het album debuut van Soul Blind en dat is een feestje waard, Niet dat de mannen uit Hudson Valey, NY nou van die fuifnummers zijn, integendeel eigenlijk, maar je begrijpt wat we bedoelen.

Soul Blind houdt zich op aan het heavy deel van het rockspectrum. En dan specifiek dat deel dat zijn harses niet alleen gebruikt om te headbangen, hoewel Tribe zich daar uitstekend voor leent

Met zijn start-stop passages en treiterige zang doet derde aanjager van het debuutalbum wel aan Nirvana denken, maar dan een slag trager en 3 x zo heavy. Alles aan Tribe schreeuwt liveband, maar het zal nog wel even duren voordat Soul Blind onze kant op komt. Voorlopig zullen we het dus met de plaatopnamen moeten doen, wat gelukkig geen straf is. 

Rum Jungle – Going Out Of My Way

Rum Jungle is alweer zo’n fijn gitaarorkest uit het Australische. Uit Newcastle om precies te zijn, een stad aan de monding van de Hunter River . Het klimaat daar is sub tropisch en je kunt er prima surfen.

Op de een of andere manier is dat te horen, aan het lekker lome tempo van Going Out Of My Way, de zonnige gitaren en niet op de laatste plaats aan de Beach Boys-achtige koortjes. En voor wie nog twijfelde is er de tekst over een ‘beatiful day’. Kortom een prima nummer om de donkere dagen voor kerst mee door te komen.

Jadu Heart – I Shimmer

 Jadu Heart is een Brits electro-duo met een aardige staat van dienst; drie albums en een handvol solide streaming hits. Als ze geen gekke dingen doen zou het nieuwe album wel eens de grote doorbraak kunnen betekenen. Maar wat doen ze? Gekke dingen!

Paaiden Diva-Sachy Jefrey en Alex Headford tot dusver hun publiek met toegankelijke synth-pop met voor wie daar een antenne voor heeft een licht donker randje, nieuwe single I Simmer lijkt wel van een andere band te komen. De track is duister en dichtgesmeerd met dikke lagen gitaar en electro terwijl Diva zich de rol van dwaallicht heeft aangemeten. Dreampop die neigt naar nachtmerrie rock.

Ook het twee maanden geleden verschenen, door Alex gezongen Cocoon laat een band horen die is gerijpt, gegroeid, volwassen geworden. Jadu Heart nieuw stijl komt niet helemaal als een donderslag bij heldere hemel. Op vorige albums staan ook songs die wat duisterder van toon zijn, maar om het in Star Wars termen uit te drukken, ‘The Dark Side’ lijkt nu aan de winnende hand.

Of de nieuwe nineties achtige stijl die doorbraak in de weg zal staan? Waarschijnlijk niet, maar dan wel naar een ander publiek. En de fans die zijn meegegroeid natuurlijk.

Ghost Woman – All The Time

Ghost Woman is een Canadees trio met als stalend middelpunt zanger-gitarist Evan Uschenko. Op films en foto’s ziet Uschenko er niet meer zo heel piep uit, maar All The Time komt van het debuutalbum van de band. Ook het hoge spelniveau wijst op een al wat langer verblijf op onze aardkloot.

Wat Uschenko in het verleden ook heeft uitgespookt, beroemd is hij er niet mee geworden, wel heel goed dus. Met Ghost Woman legt hij zich toe op het vervaardigen van gitaarmuziek van het tijdloze soort, met lekker lange solo’s en meer aandacht voor sfeer dan geluidskwaliteit.

All The Time is de eerste, de langste en misschien wel de beste track op het Ghost Woman debuutalbum. Hoe goed ook, het album maakt de indruk dat de band op de bühne pas echt tot leven komt.

Goed nieuws dus dat Ghost Woman op 5 november te zien zal zijn samen met Shakey Graves op het Take Root Festival in Gruun.

Pixies – Doggerel

Pixies – Doggerel (BMG/Mattan)

Mag je van een band die er zo lang uit was en in 2014 opeens weer platen ging maken verwachten dat het heilige vuur er nog altijd is? Jazeker. En hebben de Pixies met Indie Cindy (2014), Head Carrier (2016) en Beneath The Eyrie (2019) dat dan ook bewezen? Absoluut. En ook met Doggerel is het weer raak. Klassiek Pixies-album. Echt waar. Het heilige vuur is er dus nog altijd. Hoor Frank Black eens heerlijk vocaal muren omver gooien in het knallende Dregs Of The Wine.

Terwijl er niet veel bands zijn met zo’n grillig carrièreverloop als Pixies, zijn er ook niet veel bands die na zo’n lange periode nog zo relevant kunnen zijn. En met een, betrekkelijk, urgente plaat op de proppen kunnen komen. Surfer Rosa (1988), Doolittle (1989), Bossanova (1990) en Trompe Le Monde (1991) betekenden in vier jaar tijd vier albums en heel veel genialiteit die aan het brein van Black was ontsproten. Black was er toen ook meteen klaar mee en ging het solopad op. Succesvol. “Wij zijn een surrealistische band”, heeft hij zich weleens laten ontvallen.

Die surrealistische band, die rockkleur gaf aan het einde van de jaren 80 en het begin van de jaren 90 heeft met Doggerel een album afgeleverd dat niet meer zo invloedrijk is als de eerste drie, oké vier albums. Terwijl het album nog onmiskenbaar en óverheerlijk Pixies is.

Twaalf songs staan erop en als we eerlijk zijn had het album met negen à tien liedjes waarschijnlijk meer zeggingskracht gehad. Toch wat meer urgentie, meer zeggingskracht. Maar ook die iets mindere nummers op Doggerel hebben de kenmerkende rockarrangementen die de muziek van Pixies zo kenmerkt. We mogen niet klagen na al die jaren. Pieter Visscher

All Them Witches – Tour Death Song

Zo melancholiek als op Tour Death Song hoorden we All Them Witches zelden eerder. Zo mooi en melodieus ook niet. Het is dat het nummer geen gewoon refrein heeft anders had het best een hit kunnen worden. In plaats van een meezingbare passage krijgen we nu een paar prachtige solo’s op de slide-gitaar.

Het verhaal is inmiddels wel bekend. Het heksen trio heeft er voor gekozen hun nieuwe album in porties uit te brengen elke maand 1 nummer. In totaal komen er 13 te staan op het album dat Baker’s Dozen gaat heten, het Engelstalige equivalent van 13 in een dozijn. Maar dan zonder de negatieve betekenis.

Queen Kwong – Sad Man

Sad Man van Queen Kwong is een heerlijk cynisch nummer in de beste traditie van Patti S, Lou R en Nick C. Miss Kwong praat-zingt dat ze er voor wil waken zo’n pathetisch figuur te worden (who’s), ‘paying rent by selling guitars, DJ-ing in shitty bars, talking about the deal that never came’. ‘Im too old for this shit’, is de steeds terugkerende regel. De bijtende tekst wordt geaccentueerd met venijnige uithalen op gitaar.

Queen Kwong is een wisselend gezelschap rond Carré Kwong Callawat uit L.A., die op haar 17e werd ontdekt door Trent Reznor. Dat was in 2005. Eerder dit jaar bracht ze haar derde album uit, Couples Only. Met daarop Sad Man en 10 andere prettig ongemakkelijke rocksongs.

Queen’s grootste succes tot nu toe is een geniepige cover van Chris Isaak’s Baby Did A Bad Thing die opdook in een van de afleveringen van Peaky Blinders. Het zou niets minder dan terecht zijn als Queen Kwong ook eens de aandacht zou trekken met haar eigen nummers. Te beginnen met Sad Man.   

Men I Trust – Billie Toppy

In Nederland wil het nog niet echt vlotten met het uit Montreal afkomstige Men I Trust. Frontvrouwe Emanuelle Proux is de koningin van de fluisterpop. Met haar nadrukkelijk onnadrukkelijk zang, meestal omgeven door uiterst luie gitaren, zachte bassen en gedempte drums heeft ze de Anglo-Amerikaanse wereld al aan haar voeten gekregen. Het koele Europese continent heeft ze daarentegen tot nu nog niet onder haar invloedssfeer weten te krijgen.

Wie weet lukt dat alsnog met Billie Toppy. Met zijn opgewonden Cure-esque baspartij is het een a-typisch up tempo nummer voor de band. Ook Emanuelle zingt vlotter dan we van haar gewend zijn, maar nog steeds met een fluwelen stem. Over wie Billie Toppy nou precies is, geeft de tekst geen uitsluitsel, behalve dan dat het een object van liefde betreft. Dat het geslacht van Billie niet duidelijk wordt, voedt alleen maar de mystiek.