The Smile – Cutouts

The Smile – Cutouts (XL Recordings)

Net op het moment dat je je afvraagt of dat arbeidsethos van Thom Yorke niet te veel tijd opeist, heeft hij alwéér een nieuwe plaat uitgebracht. Nu weer met The Smile. Wie laat tegenwoordig de hond uit, haalt servies uit de vaatwasser en zet boerenkool op tafel? Dat ze zelfs bij King Gizzard & The Lizard Wizard denken: Gast, kan dat niet wat minder?

Het is de tweede plaat van The Smile dit jaar en Yorke schreef tussendoor ook nog filmmuziek voor de Italiaanse productie Confidenza. Is het de boeddhist in Yorke, die mediterend door het leven gaat, die hem zoveel creatieve rijkdom schenkt? Niet geloven in een of andere god werkt zalvend voor de Brit, die tussendoor ook nog weleens een album produceert, links en rechts, optreedt in diverse landen en zijn bandje Radiohead laat verslonzen. A Moon Shaped Pool dateert immers uit 2016.

Niettemin valt er genoeg te genieten voor liefhebbers van die formatie, omdat Yorke vrijwel te allen tijde dicht bij het werk van zijn eerste geesteskind blijft. Zeker met The Smile. Ook Cutouts is weer zo’n ongelooflijke groeibriljant. Zo’n album waarvan je na één draaibeurt denkt: ik moet het allemaal nog zien. Komt dat wel goed, jongens? En ja hoor, er wordt weer volop 180 gegooid. Een aantal pijlen vliegt húp, zo in de bull’s eye.

Het hypnotiserende Colours Fly bijvoorbeeld, met dat hemelse repeterende basloopje en subliem gedoseerde elektronica. Wie blijft er stilstaan wanneer het voortreffelijke funky Zero Sum voorbij komt? Ondergetekende niet. Het soulvolle sentiment in Eyes And Mouth, dat toch ook weer een dansbaar ritme heeft, kan een mens zó gelukkig maken.

Het stuwende No Words (opnieuw retedansbaar!) waarin het soepele drumwerk van Tom Skinner net zo belangrijk is als de bas van Jonny Greenwood (ja, die zit ook nog steeds in Radiohead) is een van de allersterkste en dansbare nummers die die band nooit schreef. The Smile, ik krijg die lach niet van m’n gezicht. Pieter Visscher

Tramhaus – The First Exit

Tramhaus – The First Exit (Subroutine)

In 2023 de beste band op Down The Rabbit Hole en een jaar later dan uiteindelijk de debuutplaat van Tramhaus. Uit onze enige echte metropool Rotterdam. Het wachten meer dan waard.

Het verhaal rond de vijf muzikanten is genoegzaam bekend. Ze speelden in diverse bandjes. Ontstaan tijdens de pandemie, gevormd door en wegens pure verveling. Tijdens de eerste keer jammen was al duidelijk: dit klopt werkelijk aan alle kanten. Hier gaan we mee door.

Er volgden twee ep’s en nu is er het langverwachte album. Niet superlang met z’n negen nummers. Het mag de pret niet drukken. Tramhaus zet zichzelf nog sterker op de kaart in het alsmaar uitdijende wereldje van de postpunk. Een stroming die met het jaar aan populariteit lijkt te winnen. Woede en frustratie vinden er zo prettig een uitweg. Broodnodig in tijden van continu teleurstellend oorlogsgeweld op een alsmaar gestoorder lijkende aardkloot.

De geregeld ziedende sound van de Rotterdammers wordt gedragen door het feilloze gitaarspel van Nadya van Osnabrugge en Micha Zaat, het venijnige drumwerk van Jim Luijten, de vernuftige bas van Julia Vroegh en uiteraard het woeste stemgeluid van Lukas Jansen, die eenmaal naast het podium een van de liefste mannen van Nederland blijkt te zijn. Ingetogen. Fideel tot op het bot.

Pixies en Joy Division lijken het vijftal te hebben beïnvloed. Tramhaus’ gecontroleerde wanhoop en opstandigheid die we horen op The First Exit gaat de hele fucking wereld veroveren. Daar bestaat geen enkele twijfel over. De band klinkt net zo rauw als kwetsbaar in de verhalen die verteld worden in de songs. Melancholisch, meeslepend en soms snoeihard. Verslavend goed vooral. Pieter Visscher

 

Daryll-Ann – Spring

Daryll-Ann – Spring (Excelsior Recordings)

Bang dat ze met het Daryll-Ann van vroeger worden vergeleken zijn Anne Soldaat, Jeroen Kleijn, Jeroen Vos, Coen Paulusma en Jelle Paulusma. Ze lieten dat optekenen in dagblad Trouw. Maar waarom bang? Je ontkomt daar toch niet aan. En kijk nou eens: het is nog net zo goed als vroeger. Daryll-Ann is terug met een nieuwe plaat, na twee decennia. Alsof er in twintig jaar helemaal niets is gebeurd. Another day at the office.

Ja, zo lekker klinkt de nieuwe. Spring heet-ie. Een typische herfstplaat, met de lente in de bol. Zoiets. We horen andermaal een forse knipoog naar de jaren 60 en 70. Naar die eeuwige Beatles toch ook weer, terwijl een modernere naam als Midlake bovendien her en der opborrelt, bijvoorbeeld in 1984. We horen vooral veel kwalitatief hoogstaande songs. Afwisselend gezongen door liedjesschrijvers Jelle Paulusma en Anne Soldaat. Ook aan die formule is niet gesleuteld. Onmiskenbaar ook het perfecte drumwerk van Jeroen Kleijn.

Veertien nummers maar liefst en hoe goed je ook luistert, een vuller ga je niet vinden. Vooral die breekbare stem van Soldaat maakt weer zoveel indruk. De melancholie in de indierocksongs wordt dan nog wat sterker blootgelegd. Zoals in het wat springerige Everything I Knew, waarin we écht die lente horen. Met de ogen dicht zien we zelfs wat lammetjes in de wei. Dartel springen ze heen en weer.

Het sentiment in de stem van Paulusma is misschien nog wel wat mooier dan twintig jaar terug. Iets doorleefder. Nog wat meer gevoel dan we hoorden op albums als Happy Traum en Weeps. Platen die net zo mooi zijn als Spring. Jazeker. Sorry heren, het smaakt meteen al naar meer. Pieter Visscher

 

 

 

Fontaines D.C. – Romance

Fontaines D.C. – Romance (XL Recordings)

Fontaines D.C. heeft een eenvoudig, doch mooi eerbetoon in petto in het cd-boekje van vierde worp Romance. R.I.P. Shane and Sinéad staat er geschreven. Beiden overleden in 2023. Zowel MacGowan als O’Connor hebben hun voetafdrukken overduidelijk staan in de Ierse hoofdstad, evenals Fontaines, uit Dublin City.

Romance zou je met enige fantasie het meest romantische album van de band kunnen noemen. Het is in elk geval de sterkst ingetogen plaat van de vijf rockers, die (tijdelijk?) wat van de postpunk zijn afgedreven, maar dit jasje zit ze ook als gegoten.

De stijlbreuk lag niet geheel voor de hand, terwijl de Ieren al ruimschoots hebben bewezen ook in het wat lichtere segment moeiteloos overeind te blijven. Dat horen we immers al sinds debuut Dogrel van vijf jaar terug. En dan te bedenken dat Romance reeds de vierde is. En dan heeft belangrijkste liedjesschrijver en zanger Grian Chatten ook nog eens een (verdomd lekker) soloalbum afgeleverd, in 2023: Chaos For The Fly.

James Ford is voor het eerst actief als producer voor Fontaines D.C. We kennen hem van zijn werk voor onder meer Arctic Monkeys, Depeche Mode en Gorillaz. Ford zit achter talloze toetsen en knoppen op Romance, waaronder de legendarische Moog-synthesizer. Hij speelt bovendien gitaar. Laten we ‘m het zesde bandlid noemen op het album.

Een plaat zonder teleurstellingen. Elk nummer wil je veel vaker horen. Fontaines D.C. is in een kort tijdsbestek uitgegroeid tot belangrijkste band in Ierland. Alle klappen zijn tot nu toe raak geweest en dat met zo’n ongekend arbeidsethos, hoewel nog ver verwijderd van dat van King Gizzard & The Lizard Wizard (eenzame hoogte).

De teksten van Chatten zijn vaak een open boek. Bijvoorbeeld over zijn paniekaanvallen, in Starburster. Waarin je hem ook letterlijk naar adem hoort happen. Meesterlijke vondst.

Hoewel de Ieren zeggen beïnvloed te zijn door artiesten als The Cure, Velvet Underground, Joy Division en The Fall is Fontaines D.C. toch vooral een band die met name klinkt als Fontaines D.C. Een formatie die ontzéttend hard op weg is een van de grootste bands op deze rare aardkloot te worden. Pieter Visscher

Goat Girl – Below The Waste

Goat Girl – Below The Waste (Rough Trade)

Zestien nummers maar liefst op de derde plaat van Goat Girl. De band uit Londen die niet eerder zo experimenteel voor de dag is gekomen. Het bevalt over het algemeen prima.

Leadzangeres Lottie Pendlebury is ouderwets in vorm. Haar stem, net zo rauw als uitdagend als lieflijk blijft er een om zielsveel van te houden. Past zo geweldig bij de met veel poppie elementen ingekleurde postpunk van de band.

Below The Waste is een heerlijk diverse plaat geworden, waar we luisterbeurt na luisterbeurt enthousiaster over worden. Neem het opstandige geweld van TCNC met Pendlebury die het op haar heupen heeft. Worden we bij Pinguin Radio erg blij van, zoals we al vanaf het begin van de band een bepaald soort begeestering nooit onder stoelen of banken hebben gestoken.

Wanneer Pendlebury lichtjes kreunt, in het wat ingetogen, maar speelse Tonight, merk je des temeer dat Below The Waste anders klinkt dan de twee voorgangers. Het lijkt muzikaal allemaal wat doordachter. Het is niet uit te sluiten dat de rol van producer John Spud Murphy (onder meer Lankum en Black Midi) een schot in de roos is geweest. Pieter Visscher

 

Pet Shop Boys – Nonetheless

Pet Shop Boys – Nonetheless (Parlophone/Warner)

Je zou kunnen zeggen dat de Pet Shop Boys op Nonetheless de gêne wel voorbij zijn met het nummer The Schlager Hit Parade, dat net zo koddig lijkt als dat het klinkt. Het is kermis in Londen.

Neil Tennant (bijna 70) en Chris Lowe (64) zijn voor het eerst in zee gegaan met producer James Ford, die we kennen van zijn producerswerk voor onder meer Arctic Monkeys, Blur, Depeche Mode en Foals, maar ook meer dancegeoriënteerde acts als Gorillaz en Kylie Minogue. Dat Ford achter de knoppen zit nochtans hoor je eigenlijk nauwelijks. Nonetheless is vooral een uit duizenden herkenbaar Pet Shop Boys-album geworden. Zelfs de hoesafbeelding is weer rijp voor die typering. Typisch Pet Shop Boys. Alsof de tijd heeft stilgestaan.

Het is de schijnbare perfectie die platen van het Britse duo zo kenmerkt. De schijnbare achteloosheid bovendien, waarmee nummers lijken te worden geschreven. Hits vaak. Altijd maar weer hits. Tekstueel vaak zonder al te veel engagement. Ogenschijnlijk. De verborgen boodschappen zijn er altijd wel geweest. Neem ook de song Bullet For Narcissus. Opnieuw weer zo gearticuleerd gezongen door Tennant, die het zich ook weer heeft gepermitteerd om wat te rappen.

“Je moet in je leven als creatief persoon een link houden met de speelsheid van je kindertijd”, vertelt Tennant aan The Quietus. Met die zin raakt hij de essentie van de muziek die Pet Shop Boys nog altijd maakt. Songs zonder sikkeneurigheid. Omdat we daar al veel te veel van hebben op onze gecompliceerde aardkloot. Waar Narcissus nog zó vaak de boventoon voert. Fuck him! Lang leve Pet Shop Boys. Pieter Visscher

 

La Luz – News Of The Universe

La Luz – News Of The Universe (Sub Pop)

Nieuwe plaat van La Luz, de Amerikaanse rockband uit Seattle, die weinig van doen heeft met grunge, maar des temeer met psychedelische rock. Boegbeeld is nog altijd Shana Cleveland. Ook van de partij: Audrey Johnson, Alice Sandahl en Lena Simon.

Nog altijd horen we invloeden uit de jaren 60 van de vorige eeuw. Zo blijft surfrockgigant Dick Dale wat nagalmen. News Of The Universe is daarnaast een pure overwinningsplaat, omdat Cleveland het gevecht tegen borstkanker won.

Cleveland en haar compagnons vandaag de dag – de band wisselt nogal eens van samenstelling – nemen wat meer dan anders de ruimte om wat te experimenteren binnen het geluid dat we van ze gewend zijn. Zonder ál te veel concessies te doen aan de beproefde sound. News Of The Universe is geen regelrechte stijlbreuk.

De lichtpsychedelische randjes maken het nog altijd zo aangenaam om naar de indierock van La Luz (het licht) te luisteren. Hoor die gitaar eens heerlijk scheuren in Always In Love. Wat is het subiet beklijvende Dandelions héérlijk. Cleveland zingt op het album met een eerlijkheid die we zo graag horen in een wereld die verandert in moordend hoog tempo. Waarin velen de draad geregeld even kwijtraken. Cleveland is een open boek. Ze deinst niet terug om te zingen over stevige thema’s als paniekaanvallen, angst en verlies en een zekere ontkoppeling van de samenleving.

Ook die elementen maken van News Of The Universe een goudeerlijke plaat, die verre van sikkeneurig is. Vooral levendig, maar bij vlagen ook lekker loom. Pieter Visscher

Mdou Moctar – Funeral For Justice

Mdou Moctar – Funeral For Justice (Matador/Beggars)

Begrafenis voor gerechtigheid. Funeral For Justice, het nieuwe album van de Nigerse formatie Mdou Moctar laat er tekstueel geen gras over groeien. Mahamadou – ‘Mdou Moctar’ – Souleymane wil zijn gitaar bovendien laten klinken als een persoon die om hulp schreeuwt, of als de doordringende kreet van de sirene van een ambulance. Funeral For Justice is zowel muzikaal als tekstueel meesterlijk. Opwindende woestijnrock.

Souleymane, de meesterlijke gitarist, zingt in het volstrek onverstaanbare Tamasheq en daarom is het handig dat de teksten in Engels te vinden zijn in het cd-boekje. Zin één, van de knallende openingstrack en tevens titelnummer is meteen raak: Dear African leaders, hear my burning question: why does your ear only heed France and America? Frankrijk is de voormalige koloniale bezetter. Vooral dat land moet het ontgelden op deze meer dan ooit politiek getinte plaat.

Die ondanks alle statements en harde noten die er worden gekraakt verre van somber klinkt. Integendeel. De levendigheid spat er aan alle kanten vanaf. En wat een schoonheid van een song is het redelijk ingetogen Sousoume Tamacheq toch. Over een hulpeloos weeskind. Verlaten door zowel Niger als Mali en Algerije. Schitterend achtergrondkoor, om het muzikaal allemaal nog mooier te maken.

De tekstueel blootgelegde misstanden in Niger en omliggende landen worden muzikaal gevangen in hoogstaande rocksongs, op een indringende, knallende gitaarplaat die negen nummers lang beroert en intrigeert. Mdou Moctar speelt zondag 7 juli op Down The Rabbit Hole. Dat wordt dansen geblazen. Pieter Visscher

 

Chanel Beads – Your Day Will Come

Chanel Beads – Your Day Will Come (Jagjaguwar)

De New Yorkse muzikant Shane Lavers is het brein achter de formatie Chanel Beads die debuteert met het lekker ongrijpbare Your Day Will Come. De afbeelding van een toilet, wanneer je de kartonnen cd-hoes openklapt, contrasteert zo mooi met het meesterlijke schilderij van de impressionistische Noorse schilder Peder Severin Krøyer: Midsummer Eve Bonfire on Skagen Beach uit 1906 (olieverf op canvas), dat de gehele uitgevouwen buitenkant van de hoes beslaat.

Hoewel mogelijk niet zo bedoeld zegt het weldegelijk iets over de kunstzinnigheid van dit album. Je zou kunnen zeggen: judge a book by its cover. In dit geval dus. Een album waarop het avontuur geen moment uit de weg wordt gegaan. Een verwarrende, geregeld filmische mix van pakweg M83, Animal Collective en Massive Attack, links en rechts aangelengd met een geluid dat we herkennen van Prefab Sprout én een vleugje Sonic Youth.

Lavers laat het zingen meestentijds over aan Maya McGrory, die goed gedijt binnen de mix van geluidscollages en indiepop die voorbijkomt. De aanwezigheid van violist Zachary Paul is ook belangrijk op Your Day Will Come, dat in New York werd opgenomen en per draaibeurt meer schoonheid in je brein laat neerdalen.

Your Day Will Come is een zonder meer instinctief tot stand gekomen, uitdagende debuutplaat van een formatie die je graag zo snel mogelijk live aan het werk wil zien om te kijken wat er allemaal gebeurt op het podium. Lavers speelt het liefst in kleine, donkere zalen. Heel dicht bij zijn publiek. Pieter Visscher

The Black Keys – Ohio Players

The Black Keys – Ohio Players (Warner)

We kunnen Beautiful People (Stay High) meteen wel uitroepen tot meest zomerse nummer aller tijden. Te vinden op de nieuwe van The Black Keys, toch al dat duo dat rockmuziek vaak zo luchtig weet te verpakken en in te kleden.

Ohio Players (wat een hoes!) is, zoals Dan Auerbach en Patrick Carney het zelf noemen, hun big saturday night party record. De hoes spreekt boekdelen en we komen geen seconde bedrogen uit. Ohio Players is wat deze wereld zo nodig heeft. De klasse zit in de betrekkelijke eenvoud van de plaat, die je in een feestroes brengt.

Beautiful People (Stay High) heeft met Beck als achtergrondzanger en subschrijver van de song een component om even onder de aandacht te brengen. De heer Hansen is veel vaker van de partij en je hoort dat. Een uitstekende zet van Carney en Auerbach, die ook Noel Gallagher wisten te strikken. On The Game heeft een prettig tempo waarin we Gallaghers invloed sowieso herkennen. Hij doet ook wat achtergrondzang en speelt gitaar.

Maar hoofdgast op Ohio Players is zonder twijfel Beck Hansen die The Black Keys net even dat schopje onder de reet geeft wat de Amerikanen nodig hadden. Waardoor Ohio Players inderdaad die zaterdagavondfeestplaat is geworden waarmee we de komende zomer wel uit de voeten kunnen. Wat minder garageblues dit keer. Wat meer opbeurende retrorock, met veel toetsen, funky elementen en levendiger dan ooit. Inclusief wat complementaire gastrappers, die een enkele keer opduiken. Alle klappen zijn raak. Dansschoenen uit de kast! Pieter Visscher