Graham Gouldman – Modesty Forbids

Graham Gouldman – Modesty Forbids (Rosala Records/Lojinx)

Eerlijk gezegd was ik daar niet van op de hoogte toen Graham Gouldman negen jaar terug in het Kennemer Theater in Beverwijk – of all places – zijn eigen voorprogramma verzorgde. Het voorprogramma van 10CC. Een van de geniaalste bands die we ooit zagen op deze planeet (Manchester’s finest – misschien wel) en die nog altijd actief is. Al is Gouldman wel het laatst overgebleven lid van de oude kern. Alsook het belangrijkste lid.

Gouldman nam plaats op een barkruk en speelde nummers die hij voor anderen schreef. De geniale popliedjes Look Through Any Window en Bus Stop bijvoorbeeld, groot gemaakt door The Hollies en No Milk Today (Herman’s Hermits) en wat te denken van For Your Love van The Yardbirds, een song waar je nog steeds smoorverliefd op kunt worden. Gouldman was 19 toen hij het aan zijn brein liet ontspruiten.

Inmiddels is de Brit bijna 74, treedt hij dus nog altijd op met 10CC en is hij het songschrijven bovendien niet verleerd. Modesty Forbids is de opvolger van Love And Work (2012) en krijgt per draaibeurt meer glans en schittering. Te beginnen met opener Standing Next To Me, waarop Gouldmans goede vriend Ringo Starr een partijtje meedrumt. Zo zijn The Beatles wel vaker in de buurt op Modesty Forbids, dat een opgewekt album is, met enkele pure pareltjes. Een liedje als It’s Not You It’s Me is feilloos vakmanschap. Gouldman trekt het boetekleed aan binnen de relatie met zijn vrouw. Die hij wel vaker bezingt, in Waited All My Life For You bijvoorbeeld, als zowel The Beatles als 10CC nagalmen en in de verte ook nog vlagen van Jeff Lynne’s ELO zijn te ontdekken.

Niet te versmaden is ook het swingende, jazzy That’s Love Right Here, een zalvend, dartelend liefdesliedje met mooie, wat slapstickachtige tweede stemmen en hoofdrollen voor piano, cello en violen. Het gevoel dat je krijgt wanneer je lammeren ziet ravotten in de wei. Opnieuw brengt Gouldman een ode aan zijn vrouw, Ariella. Een derde huwelijk, waarmee hij nog vijf ja-woorden achterblijft op Jerry Lee Lewis overigens. Hij blijft baas boven baas.

Gouldman draagt, het zou misschien voor de hand hebben gelegen, Modesty Forbids niet op aan zijn huidige echtgenote, maar aan zijn moeder, Betty. Ze overleed vorig jaar op 101-jarige leeftijd. 101! New Star, de afsluitende track, schreef Graham voor Betty. Een klein, gedragen liedje. Een ode die niet verdrinkt in pathetiek. “Look the world in the eye. When all is over, when all is done, only love survives.” Onwillekeurig doet het wat denken aan Black Bird. Weer The Beatles ja, maar Gouldman is de laatste die zal ontkennen dat hij beïnvloed is door zijn vakbroeders uit Liverpool en dan in het bijzonder Paul McCartney. Modesty Forbids is een prachtplaat. Pieter Visscher

 

Swamp Dogg – Sorry You Couldn’t Make It

Swamp Dogg – Sorry You Couldn’t Make It (Joyful Noise/Konkurrent)

Grootheden als Justin Vernon (Bon Iver), John Prine en Jenny Lewis stonden werkelijk te popelen om hun medewerking te mogen verlenen aan de nieuwste worp van die andere grootheid, Swamp Dogg. Met name levende legende Prine, die ijs en weder dienende 25 augustus een concert geeft in Paradiso is prominent aanwezig op Sorry You Couldn’t Make It.

Jerry Williams, zoals Swamp Dogg in het dagelijks leven heet, wordt dit jaar 78 en dat de man geleefd heeft hoor je wel op zijn meer dan twintigste worp. Hoewel er nauwelijks écht sprake is van sleet op de stembanden. Het stemgeluid van de Amerikaan is sowieso doorleefder geworden. Dat wel. Mooi is dat.

Sorry You Couldn’t Make It is een album waarop country, soul en r&b elkaar innig omhelzen. Zoals hij dat in het verleden wel vaker voor elkaar bokste. En dat in deze verwarrende coronatijden. De anderhalve meter afstand wordt virtueel genegeerd door Williams, die een tiental hartverwarmende tracks op plaat heeft gezet.

Lekker laidback (op de heerlijke uptempo tracks Good, Better, Best en Family Pain na) omdat we ons niet al te veel moeten inspannen binnenshuis. We gaan slechts de deur nog uit om brood, kiwi’s en groente te halen. En 40 rollen toiletpapier. Maar de meeste platenwinkels zijn gelukkig ook nog open. Daar waar Swamp Dogg ons toelacht op vinyl en cd.

Twee jaar terug vergaloppeerde Swamp Dogg zich op Love, Loss And Auto-Tune aan, de titel verraadt het reeds, autotune. Dat terwijl de beste man uiteraard geen gebrek aan talent hoeft te camoufleren; wél kan zingen en die ellende niet nodig heeft. Met Sorry You Couldn’t Make It herpakt-ie zich op grootse wijze en weten we weer waarom we zoveel van ‘m houden. Hoedje af! Pieter Visscher

 

 

 

Millionaire – Applz ≠ Applz

Millionaire – Applz ≠ Applz (Unday Records/DGR Music)

Applz ≠ Applz spreek je uit als apples not apples, volgens Tim Vanhamel. Hij is het brein achter Millionaire, dat met de plaat met merkwaardige titel de vierde langspeler in twintig jaar aflevert.

Applz ≠ Applz volgt op het drie jaar geleden verschenen Sciencing, wat dezelfde gekte en experimenteerdrift van Vanhamel kent. Millionaire is een van de uitdagendste, zo niet dé uitdagendste band uit België. Lult hij hier wat uit zijn nek of is Vanhamel bloedserieus wanneer hij het volgende zegt: “Sciencing was female, Applz ≠ Applz is male, they are brother and sister, and turned out to be related in more ways than I could’ve imagined. If Sciencing was the mother, giving birth and taking care of her babies, then Applz ≠ Applz is the father, going out for the hunt and taking care of the family and the planet.” Vanhamels ongrijpbaarheid ten voeten uit.

Die ondoorgrondelijkheid is wat minder nadrukkelijk aanwezig op Applz ≠ Applz dan op Sciencing. De plaat is toegankelijker, hoewel de zoektocht blijft. De songs op Applz ≠ Applz reflecteren volgens Vanhamel de gekte van de moderne wereld van vandaag de dag. De gekte die er altijd wel zal blijven. De plaat schreef zichzelf, zegt-ie. Er is een dystopische inslag, te horen in de midtempo rocker Strange Days: “The day the world ends I will be watching from a front row seat”, zingt Vanhamel. Hij lijkt er wel een beetje klaar mee. Al is dat natuurlijk schijn, want levenslust zat op Applz ≠ Applz.

Het album is een eerbetoon aan artiesten als Sly & the Family Stone, Marvin Gaye, Curtis Mayfield, Public Enemy en Jimi Hendrix, artiesten met politiek geladen albums op hun naam. Vanhamel hint naar Gayes What’s Going On: “Father, father, we don’t need to escalate. You see, war is not the answer. For only love can conquer hate. You know we’ve got to find a way to bring some lovin’ here today.”

Applz ≠ Applz is net zo eclectisch als uitdagend als hoopgevend, uitwaaierend tussen psychedelica, disco, soul en rock-‘n-roll. Er kan volop gedanst worden. Iets wat Vanhamel dan ook aanraadt: “Forget every word I wrote, they are all absolutely irrelevant, just put on your dancing shoes and boogie your ass down to the ground like this moment is the only one you got!” Wie zijn wij dan om die adviezen te negeren? Pieter Visscher

 

Klangstof – The Noise You Make Is Silent

Klangstof heeft een prachtige subtiele tweede plaat afgeleverd waar je naar blijft luisteren, maar dat ging niet zonder slag of stoot.

Koen van de Wardt groeide een deel van zijn jeugd op in een afgelegen gebied in Noorwegen. Geen buren in de buurt, uitzicht over een meer. Behalve veel gamen besloot hij ook zichzelf gitaar te leren spelen en met vrienden muziek te gaan maken. In 2013 verhuist het gezin terug naar Nederland en Koen kon zich aansluiten als bassist bij de band Moss van zanger Marien Dorleijn. Omdat hij behoefte had aan meer artistieke vrijheid startte hij niet veel later het “zijproject” Klangstof, in eerste instantie samen met een aantal andere bandleden uit Moss, maar omdat dat niet goed voelde ging hij uiteindelijk door met een geheel nieuwe band, onder andere met twee oude vrienden uit Noorwegen. Het Klangstof van nu is dus een half Nederlands/Noorse band.

Na het uitbrengen van het debuut “Close Eyes To Exit” in 2016 ging het ineens hard. Klangstof werd opgepikt door het indielabel Mind of a Genius en niet lang daarna stonden ze als eerste Nederlandse band op Coachella en deden ze een toer met The Flaming Lips. Een echte doorbraak volgde helaas niet en Warner, die het label had overgenomen en Coldplay-achtige ambities met de band had, zette ze niet lang daarna aan de kant. Jammer zou je kunnen zeggen maar Klangstof heeft de gebeurtenissen aangegrepen om opnieuw met volledige artistieke vrijheid hun plaat op te nemen.

The Noise You Make Is Silent heeft een fris modern geluid gebouwd op synths en elektronica dat is te danken aan mixer/ producer Francesco Donadello die we vooral kennen als producer van Modeselektor en Thom Yorke. Hoewel Klangstof soms vergeleken wordt met diens band Radiohead hoor ik toch vooral een eigen ontwikkeling en een eigen geluid. De nummers op de nieuwe plaat klinken urgenter, vaak dansbaar en afwisselend. Het geheel klinkt voller en warmer dan debuutplaat Close Eyes To Exit.

Opener Blank Page wordt rustig opgebouwd met synths en de dromerige vervormde stem van Koen van de Wardt om na een dikke minuut open te breken tot een prachtig en kleurrijk zwoel dansnummer. In Attack Attack ligt het tempo veel lager met een hoofdrol voor de mooi gedoseerde elektronica die het nummer kleur en een vol geluid geven. Verderop de single Phantoms, een duet met Luwten, ook hier weer veel aandacht voor subtiele elektronica onder de zanglijnen. Ook dit is weer een nummer om heerlijk op door de kamer te dansen. En zo gaan ze nog even door, het stuwende New Congress, New Father, het instrumentale pianonummer They Could Have Saved The Universe en het ijl gezongen Thousands dat me voor het eerst echt even aan Thom Yorke doet denken, om uiteindelijk af te sluiten met het prachtige ingetogen We Never Liked The Outcome, weer een duet, nu met Wayne Coyne, de zanger van The Flaming Lips.

Je moet de plaat ook echt gaan beluisteren met een koptelefoon op, je hoort dan nog beter de subtiele accenten, de zacht zoemende bassen en de prachtig heldere productie. Wat een genot voor het oor, je blijft nieuwe dingen ontdekken. Klangstof heeft met deze tweede plaat een grote stap vooruit gezet. Hoewel de plaat erg afwisselend is vormen de nummers door de hoogstaande productie een prachtig consistent geheel. Een plaat met internationale allure. Het zou meer dan terecht zijn als na het debuut ook The Noise You Make is Silent buiten onze landsgrenzen de aandacht krijgt die het verdient.

Tekst: Jan Berends

Cable Ties – Fair Enough

Cable Ties – Fair Enough (Merge Records/Konkurrent)

Een bandsamenstelling die je niet zo vaak ziet is die van twee vrouwen en een man. Dat die samenstelling hoogstaande punkrock oplevert, bewees het Australische trio al met het titelloze debuut, dat uit acht songs bestond. Fair Enough telt er nog eentje minder, maar we herkennen dezelfde furie en intensiteit.

Zangeres Jenny McKechnie heeft het hart op de tong en dat horen we graag wanneer het punkrock betreft. Dat heb je als leek nog niet door wanneer de openingstrack Hope wordt ingezet, met zijn vrij rustige aanloopperiode van twee minuten. Daarna gaat het bijna vijf minuten los en weten we snel weer waar de drie bekend mee werden. Die 6:44 minuten van de opener stroken niet helemaal met de punkgedachte uiteraard; een minuut of drie is lang genoeg voor een nummer.

Op de rest van de plaat conformeert de band zich daar wel aan. Terwijl het lange Hope het ‘uitzitten’ meer dan waard is. Want wat een opwinding! Wat kleurt die strot van Jenny McKechnie toch prachtig bij alle gitaargeweld, slopende basdreunen (Nick Brown) en drumuitspattingen van Shauna Boyle, die over een prettige tweede stem beschikt. McKechnie vindt Cable Ties een echte liveband. Dan komen de songs het best tot hun recht. Dat belooft dan nog wat, eerdaags in Rotterdam, want op plaat komen ze al ongelooflijk goed tot hun recht. Je proeft dat die livebeleving mee is genomen naar de studio.

Het gevaar, en dat is echt reëel, is dat je enorm het gaspedaal gaat intrappen wanneer Far Enough in de auto wordt afgespeeld. Neem zo’n woeste track als Sandcastles waarmee je alles wat misgaat op deze planeet ruim vier minuten lang mag meeblèren op de wegen waar vroeger 130 was gepermitteerd. Pas daar een beetje mee op. Wat een héérlijke band is Cable Ties. Pieter Visscher

 

LIVEDATA 10/11 V11, Rotterdam 11/11 Insert Name Festival, Luik

 

King Krule – Man Alive!

King Krule – Man Alive! (XL Recordings/Beggars)

Kettingroker Archy Marshall (25) staat niet op het erepodium wanneer de schoonheidsprijzen worden verdeeld. Niet alleen daarom zou hij er in de eerste voorronde van Idols al zijn uitgevlogen, omdat zijn vocale beperkingen er bovendien niet om liegen. Slim als hij is maakt de Brit pragmatisch gebruik van zijn stem en who gives a fuck anyway om dat uiterlijk? Het gaat in muziek áltijd om de songs. Nietwaar, Beyoncé?

Archy Marshall kennen we vooral als zijn alter ego King Krule, waarmee de Londenaar zijn vierde album heeft afgeleverd. Ook nu weer schimmig en onderscheidend. Aanschurkend tegen een zekere beklemming. Geen stijlbreuken, geen commerciële knieval op Man Alive!. Je zou het stempel met psychedelische jazz er weer op kunnen drukken. Het dekt de lading behoorlijk. Hoewel Marshall nog lekker springerig aftrapt met Cellular, waarin een hoofdrol is weggelegd voor de drumcomputer. Waarmee hij zijn liefde voor hiphop geenszins verloochent. De jazzy saxofoon in de finale had nog wat langer de regie mogen overnemen.

Supermarché is dreigender en opnieuw is die drumcomputer belangrijk. Stoned Again is ronduit opstandig. Marshall klinkt als een gefrustreerde, bozige beatnik, ronddolend op een planeet nog verwarder dan hijzelf. Met Comet Face wordt een klein beetje afstand gedaan van het avant-gardistische geluid waardoor ook Man Alive! wordt gekenmerkt, hoewel er nog lang geen sprake is van een popliedje. Dat wil Marshall ook helemaal niet. King Krule is de meester van het subversieve geluid en dat wil hij weten ook. Hij heeft een niche gecreëerd.

The Dream, met zijn 1 minuut en 39 seconden lengte, lijkt niet meer dan een vingeroefening, terwijl Marshall zijn liefste stem laat horen en een warme bas het nummer vanaf de start draagt. Het kronkelige, meanderende Perfecto Miserable is de lastigste track op de plaat. Experimentele jazz voor gevorderden.  Marshall moet het slaapwandelend hebben geschreven. Het tweede deel van het album wijkt daar stijltechnisch niet te gek veel vanaf, Marshall drijft nog wat verder weg van toegankelijkheid. Waardoor Man Alive! vooral een plaat voor de avonduren is geworden. Dan komen de 14 songs het prettigst binnen. Nog beter: de nacht. Pieter Visscher

The Men – Mercy

The Men – Mercy (Sacred Bones/Konkurrent)

Misschien wel een van de bijzonderste bands die er rondlopen op deze planeet is The Men, uit New York. Volstrekt onvoorspelbaar. Schakelt net zo eenvoudig over van snoeiharde metal of punk naar singer-songwriterachtige nummers en ook psychedelica wordt niet uit de weg gegaan.

Net zo onvoorspelbaar als de muziek die de formatie op plaat zet, is de samenstelling van de band, die met Mercy de achtste langspeler heeft gelanceerd. Al is The Men nu reeds voor de derde keer met dezelfde namen de studio ingedoken. Hoe je het wendt of keert, komt dat het geluid ten goede. Hoewel je dat van de hak op de tak gaan er echt niet meer uit krijgt.

Zo opent Mercy met het gedragen, wat countryachtige Cool Water, compositorisch niet al te spannend. “I’m a pool of sweat, a canyon of regret, this bottle is my only friend”, zingt Nick Chiericozzi. De song wordt gevolgd door het ruim tien minuten durende Wading In Dirty Water dat onherroepelijk aan Canned Heat, maar vooral aan The Doors doet denken, met een glansrol voor het Hammond-orgel. De weerbarstigheid van The Men doet dan weer opgeld met het rustgevende pianoliedje Fallin’ Thru dat ook op een plaat van Lou Reed had kunnen staan.

Children All Over The World roept herinneringen op aan de jaren 80, wanneer synthesizer en elektrische gitaar om voorrang knokken. Call The Dr. is een heerlijk springerig, uptempo fingerpicking gitaarliedje dat op elk moment van de dag een glimlach op je gezicht weet te toveren.

Opvallend is het intro van Breeze, dat verrekte veel wegheeft van Radar Love van onze bloedeigen Golden Earring. Zou Rinus Gerritsen al hebben gebeld? Breeze is een óverheerlijke punrockkraker vanjewelste. Chiericozzi laat het achterste van zijn tong horen zonder de gevoeligheid die hij in songs kan leggen kwijt te raken. Dat is knap en maakt het allemaal nog wat prettiger om naar te luisteren. Breeze is typisch zo’n nummer dat je wel tien keer achter elkaar naar de repeatknop doet lopen. Net geen drie minuten. Het klopt allemaal. Een van de sterkste songs die dit jaar zijn verschenen. Met het afsluitende titelnummer is Lou Reed dan opeens weer een klein beetje van de partij. Alsof-ie nooit is weggeweest. Pieter Visscher

Gil Scott-Heron – We’re New Again (A Reimagining By Makaya McCraven)

Gil Scott-Heron – We’re New Again (A Reimagining By Makaya McCraven) (Beggars/XL Recordings)

Tien jaar terug bracht de gevierde soul/jazzmuzikant, dichter en auteur, wijlen Gil Scott-Heron zijn dertiende, alsook laatste studioalbum uit, We’re New Again getiteld. A Reimagining By Makaya McCraven betekent dat de vermaarde Amerikaanse jazzdrummer McRaven de zwanenzang onder handen heeft genomen. Op bijzonder respectvolle wijze. Smaakvol bovendien.

Spannender dan het origineel en wie had dat kunnen bedenken? McRaven zelf waarschijnlijk, want hij wist dondersgoed waar hij aan begon. McCraven wordt alom geprezen als een vertolker van een van de meest uitdagende nieuwe geluiden binnen de moderne jazz en dat hoor je terug.

De in Parijs geboren Amerikaan trommelde een aantal bevriende muzikanten op om het project samen met hem gestalte te geven. Multi-instrumentalisten Ben LaMar Gay, Jeff Parker en Junius Paul zijn van de partij. Opnames vonden plaats in de thuisstudio van McRaven. Hij speelt zelf Wurlitzer, synthesizers en bas op het album.

McRavens ritmische interpretatie van het swingende New York Is Killing Me is gebaseerd op gesamplede drums van zijn vader, Stephen, ook al gelauwerd in de muziekwereld. Er wordt tijdens de opnames flink op los geïmproviseerd en dat geeft je het gevoel alsof je erbij bent in de studio.

De grote man van XL Recordings, producer Richard Russell, is dolenthousiast over de plaat, al zal dat niemand verbazen. Hij is blij dat het nergens rommelig is geworden, het gevaar dat binnen de jazz altijd wel enigszins op de loer ligt. “There’s nothing excess in there. There’s still Gill’s great voice, and that huge presence.” Op zo’n moment denk je: geen speld tussen te krijgen. Pieter Visscher

Liefhebbers van Makaya McCraven en Gil Scott-Heron luisteren uiteraard naar het heerlijke Pinguin Pluche.

Eefje de Visser – Bitterzoet

Als je goed luisterde hoorde je dat op De Koek, de eerste plaat van Eefje de Visser uit 2011, het subtiele gebruik van elektronica al aanwezig was. Bij liedjes als Hartslag en Afdwaald lag het er zelfs dik bovenop, maar de liedjes zaten nog verstopt tussen de voornamelijk akoestische luisterliedjes.

In de acht jaar die daarop volgden hoorden we Eefje op verschillende platen steeds meer een elektronisch geluid ontwikkelen. Op haar nieuwe plaat Bitterzoet heeft dit zich gevormd toch een prachtig warm modern geluid waarin ze zich helemaal op haar plek lijkt te voelen.

Als ik de nieuwe plaat beluister trekt er een storm over ons land, de regen slaat tegen de ramen. Ik neem even lekker de tijd om de muziek tot me door te laten dringen. In mijn achterhoofd heb ik het prachtige optreden dat Eefje eerder dit jaar gaf op Noorderslag. We werden ondergedompeld in een subtiel opgebouwde show waarbij de nieuwe nummers ondersteund werden door mooi gedempt licht en een opvallende choreografie van Eefje en haar achtergrondzangeressen. Alles klopte en verschillende media bestempelden het optreden als een doorbraak en absoluut het mooiste van de avond.

Bitterzoet klinkt sfeervol, dromerig, volwassen en bedwelmend, zelf noemt ze het zwoel en airy. Het tempo ligt laag en de nummers worden vaak rustig opgebouwd met zoemende synthesizers, rhodes pianopartijen en passende beats én er is veel aandacht voor de prachtige ondersteunende zangpartijen op de achtergrond. Samen met haar vriend Pieterjan Coppejans heeft ze de plaat thuis in Gent geproduceerd. Vier jaar hebben ze er over gedaan en dat is te horen. Nog steeds zijn er de mooie wendingen in de melodieën en is er die licht hese stem, maar dit alles wordt gevat in een spannend grotestadsgeluid dat internationaal klinkt.

Tekstueel houdt ze het open, er is veel ruimte voor eigen interpretatie. Op eerdere platen stopte ze de liedjes vol met tekstuele spitsvondigheden, nu gaat er een serene rust vanuit. Persoonlijke belevenissen beschrijft ze filmisch en soms surrealistisch. In een interview eerder dit jaar zegt ze hierover “het is als een boek met minder woorden, maar met meer essentie”. Uitgangspunt in veel teksten is de liefde, de relatie met haar partner.

Ik zag je in m’n droom/ik zag schimmen van ons/Ik wilde naar jou/jij wilde naar mij.

Uit het nummer Kom Op is de tekst nog vrij direct en dat geldt ook voor de beschrijvingen in het titelnummer Bitterzoet:

Stop/We parkeren aan de rand van de stad/Ik check in en laat m’n jas in het hotel/Onze stappen klinken luid in de hal/In de lift kijken we samen in de spiegel/We zijn boven voor het vallen van de avond/Door het raam zien we de rood doorlopen hemel al vervagen.

Maar verderop in het refrein dan toch:

Zie je niet misschien?/Je weet toch zeker dat die bubbel bijna barst dan?/Zie je niet, je verblindt me/Het tegenlicht blijft, het blijft/Verblind me, het tegenlicht blijft, het blijft.

En zo blijft Eefje de Visser ook op deze plaat intiem en dicht bij zichzelf. Haar kenmerkende poëtische teksten worden ditmaal gedragen door een spannend en groots modern geluid dat ze live prachtig weet over te brengen maar waarin ik me op deze stormachtige zondagavond ook heerlijk kan verliezen.

Door: Jan Berends

Eefje de Visser gaat op een grote tournee. Zie hier alle livedata.

Ásgeir – Bury The Moon

Ásgeir – Bury The Moon (One Little Indian Records/Konkurrent)

Ásgeir. Ik zag ‘m voor het eerst optreden in Duitsland, in 2013. Hij had toen met zijn debuutplaat Dýrð í dauðaþögn (ja, probeer maar even) al lang de eerste plaats bereikt in de IJslandse albumlijst. Bijzondere stem, dacht ik. Prachtige liedjes ook. Nog belangrijker.

Ásgeir bracht de plaat in 2014 wereldwijd uit in het Engels. De vertaling werd gedaan door een andere grootheid in het singer-songwritergenre: John Grant. In The Silence werd een groot succes, niet in de laatste plaats door de prachtsingle Going Home, die misschien wel het mooiste was wat dat jaar werd uitgebracht. Een warm bed van verstilde elektronica waarop Ásgeirs falset gedijt. In The Silence is een prima debuut, terwijl je voelt dat de Scandinaviër in creatieve zin nog niet het achterste van zijn tong heeft laten horen.

Met opvolger Afterglow (2017) laat Ásgeir een andere kant van zichzelf horen. Een album waarop soundscapes een voorname rol spelen en het elektronische experiment absoluut niet uit de weg wordt gegaan. Dat komt her en der wat geforceerd over. Des te benieuwder ben je dan wanneer plaat drie verschijnt. Is Ásgeir teruggegaan naar de met veel elektronica aangelengde folk die we op zijn debuut omarmden? Het antwoord luidt: ja.

Er wordt nog genoeg met elektronica gestoeid, maar alles is stukken functioneler. Het liedje eist weer de hoofdrol op en zo horen we Ásgeir het liefst. Opeens zijn alle klappen raak. Ásgeir heeft een album gemaakt dat in veel eindlijstjes over 2020 op de eerste plaats staat. Anders vreet ik mijn winterjas op. Noteer dat alvast. Bury The Moon is een onvervalst liedjesalbum, dat ronduit indrukwekkend is. Wanneer de eerste noot wordt aangeslagen van Pictures weet je diep in je hart al dat het goed zit. Een akoestische gitaar eist de aandacht op, toetsen, een schuiftrompet, alles klopt. Tweede nummer Youth haalt ook al het niveau van Going Home. Opnieuw die trompet, uptempo, dansbaar. Meer!

Want meer wil je dan en dat krijg je ook. Ook track drie, Breathe, is raak. “Wherever I may go, I will find my way home“, klinkt het. Zal track vier, Eventide, dan een minder nummer zijn, vraag je je inmiddels af, want de lat ligt zó verrekte hoog dat dat nauwelijks voor mogelijk kan worden gehouden. Niks van dat. Lazy Giants Overlay dan toch wel, nummer vijf? Nee hoor, want het wordt alleen maar indrukwekkender en fraaier wat er allemaal gebeurt. Ásgeir blijft je met hemelse melodieën en refreinen om de oren slaan. De synthese tussen de akoestische gitaar en additionele elektronica blijft majestueus.

Meesterlijker wordt het zelfs als elektronica de regie pakt en een aanzwellende viool de achtergrond kleurt. Rattled Snow is een van de allermooiste liedjes die ooit zijn gemaakt op deze aardkloot. Dan is dat eruit. Het zal geen mens onberoerd laten. Ik weet even niet zo goed welk superlatief eventueel de lading zou kunnen dekken, broedend op een nieuw woord. “Happiness will find you once again“, zingt Ásgeir en je realiseert je dat hij zelf ook wel weet dat de mensheid dit even nodig heeft. Terwijl hij de songs schrijft ergens in een hut in de wildernis, nadat de relatie met zijn vriendin is gesneuveld. Ja, op die mestvaalt..

Bury The Moon is van een óngekend hoog niveau. Maar dat had ik mogelijk al duidelijk gemaakt. Een mijlpaal in de muziek van de laatste 75 jaar. Pieter Visscher

LIVEDATA 14/02 Botanique, Brussel, 18/02 Stadsschouwburg, Rotterdam 19/02 Stadsschouwburg, Groningen 20/02 Paradiso, Amsterdam