Popmagazine Heaven presenteert Albums van week 4

Heaven verschijnt tweemaandelijks, albums komen dagelijks uit. Daarom geven we wekelijks een korte update van releases die ons meteen opvallen of die anderszins de moeite van het ontdekken waard zijn. Verwacht geen uitgebreide recensies, die verschijnen nog altijd – met meer reflectie – in het magazine. Het nieuwe nummer ligt in de winkels.

Tekst: Eric van Domburg Scipio

Glen HansardRoots/Folk: Glen Hansard – Between Two Shores
Na het fantastische solooptreden dat we afgelopen november in Düsseldorf zagen, keken we reikhalzend uit naar Glen Hansard’s Between Two Shores. Soul had deze Ierse troubadour altijd al en zijn liedjes gaan nu ook muzikaal vaker de soul kant op dan richting folk. Hansard doet meer en meer een gooi naar de mantel van Van Morrison.

LIVEDATA 10+11/02 TivoliVredenburg, Utrecht (Sold Out) 13/02 Ancienne Belgique, Brussel (BE)

Van WyckRock/Pop: Van Wyck – An Average Woman
Christine Oele, alias Van Wyck, laat voor het eerst van zich horen op albumlengte. Onmiskenbaar is ze nog altijd een singer-songwriter met folky inslag, maar haar ‘Mazzy Star meets Tanita Tikaram’-achtige sound geeft toch meer een (indie)pop- dan een folkgevoel. Al storen haar prachtige liedjes, indringend gezongen, zich niet aan genres.

LIVEDATA 18/02 Gigant, Apeldoorn 21/02 Melkweg, Amsterdam 07/03 De Rozenknop, Eindhoven 15/03 Huis Verloren, Hoorn 25/03 Bunder Kunst, ‘s-Heer Arendskerke 20/04 Lux, Nijmegen

The New Conrad Miller TrioBlues/Soul/Jazz: The New Conrad Miller Trio – Sounding Silence
Achter de New Conrad Miller Trio gaat een nieuw Nederlands akoestisch pianojazztrio schuil bestaande uit Coen Molenaar (piano), David de Marez Oyens (staande bas) en Enrique Firpi (drums). Alle drie hebben hun sporen in de Nederlandse muziekwereld meer dan verdiend en vertalen die ervaring nu in een schitterende set lyrische jazzstukken.

Wereld: La Panika – Darmadan
Op het label van de Amsterdam Klezmer Band verscheen Darmadan, het tweede album van het Belgisch/Frans/Bulgaarse Balkanblaasorkest La Panika. Doorgaans leggen dit soort orkesten het af tegen die uit de Balkan zelf, maar in het geval van La Panika is het verschil nihil. Het twaalfkoppig gezelschap raakt hier namelijk doorlopend precies de juiste toon.

LIVEDATA 25/01 Amsterdam Klezmer Club (NL) 27/01 Grounds, Rotterdam 09/02 De Centrale, Ghent (BE) 10/02 Muziekpublique, Brussels (BE) 02/03 Dranouter MC, Dranouter (BE) 12/05 Wazemmes l’Accordeon, Lille (FR) 01/06 Airbag Festival, Bruges (BE)

 

Typhoon – Offerings

Typhoon“Listen, of all the things that you are about to lose, this will be the most painful”, is de openingszin van het boeiende album Offerings van de Amerikaanse indieband Typhoon (niet te verwarren met onze rappende vriend Glenn de Randamie). Het vertelt in zeventig minuten parallel het verhaal van een man die zijn geheugen verliest en wat er gebeurt met de wereld wanneer we het elk besef van (lessen uit) het verleden vergeten.

Typhoon telt elf bandleden en dat is op sommige tracks zoals Unusual goed te horen. De muziek varieert van indie met uitgebreide soundscapes, zoals op Empiricist, tot emo en postpunk op Darker en Ariadne. Voor wie een referentie als houvast wil, veel nummers doen denken Death Cab For Cutie.

Dat de veertien tracks lekker divers zijn, maakt het bepaald geen straf om naar Offerings, dat in vier delen is opgedeeld, te luisteren. Met teksten als bijvoorbeeld “There’s no future, there’s no lighthouse on the lake” op Remember wordt de verbeelding ook rijk bediend. Daarmee is Offerings een van de eerste noemenswaardige platen van 2018. Tekst Muzine.nl | Theo Stepper

LIVEDATA 08/03 Botanique, Brussel (BE) 09/03 Paradiso, Amsterdam

Kayak – Seventeen

KayakSeventeen komt niet alleen uit op een nieuw label, Kayak zelf is ook geheel vernieuwd. Als gevolg van intern gerommel voelde Scherpenzeel zich genoodzaakt de band opnieuw op te bouwen.

Als zanger werd Bart Schwertmann aangetrokken en als gitarist Marcel Singor die al op zeer jonge leeftijd, getuige de Music Maker in 1985, een gitaarvirtuoos genoemd mocht worden. Met dit basisdrietal werd Seventeen opgenomen. Nieuwe bassist Kristoffer Gildenlöw speelt nu nog slechts op Cracks mee, terwijl Collin Leijenaar als nieuwe drummer nog niet te horen is. Beiden hoorden bij de Neal Morse Band. Veelbelovend kwintet dus.

Seventeen zelf is een nieuwe start en zoals Scherpenzeel zelf aangeeft ‘een nieuw hoofdstuk’. Deze plaat bevalt mij uitstekend en klinkt melodieus, fris, stevig en gevarieerd. Twaalf fijne stukken waarvan drie lange op een plaat die bovendien een prettige opbouw heeft. Het instrumentale Ripples On The Water met als gast Camel-kompaan Andy Latimer mag daarbij niet onvermeld blijven. Zonder de eerdere line-up tekort te doen, is Seventeen heerlijk nieuw begin van Kayak. Tekst Mania | Hermen Dijkstra

LIVEDATA 24/01 013, Tilburg 25/01 Neushoorn, Leeuwarden 26/01 Podium Victorie, Alkmaar 27/01 De boerderij, Zoetermeer 28/01 Luxor, Arnhem

Rosemary & Garlic – Rosemary & Garlic

Rosemary & GarlicJe songs komen door hippe samenstellers terecht in een populaire afspeellijst op Spotify. Miljoenen mensen luisteren daar naar en genieten van je muziek. Maar niemand weet, niemand weet dat je Rosemary & Garlic heet.

Het moet toch één van de meest frustrerende gewaarwordingen van de hedendaagse muziekindustie zijn, en het overkomt de Utrechtste band nu al een paar jaar. Het officiële ongetitelde langspeeldebuut van het indiefolkduo beoogt daar nu verandering in te brengen.

Het album is toegankelijk, lichtvoetig, hier en daar een tikkeltje feeëriek, en qua songwriting zeker een stap voorwaarts. Grote kracht is de loepzuivere, van al te veel franjes gespeende zangstem van Anne van den Hoogen, die door elektronische samples en gitaarpartijen van compagnon Dolf Smolenaers wordt opgesierd.

Nooit wordt dat te overdadig, waardoor de liedjes prettig naturel blijven. Het venijn zit hem in de staart, wanneer tijdens het metafysische Shine invloeden van Sufjan Stevens, Lamb en The National bij elkaar komen. Rosemary & Garlic is muurbloempje af. Tekst Mania | Max Majorana

LIVEDATA 20/01 Friendly Fire Bar, Groningen (13:00-13:15 uur) 20/01 Coffee Compagny, Groningen (15:00-15:20 uur) 20/01 Noorderslag, Groningen (Patio – 22:00-22:45 uur)

Popmagazine Heaven presenteert Albums van week 3

Heaven verschijnt tweemaandelijks, albums komen dagelijks uit. Daarom geven we wekelijks een korte update van releases die ons meteen opvallen of die anderszins de moeite van het ontdekken waard zijn. Verwacht geen uitgebreide recensies, die verschijnen nog altijd – met meer reflectie – in het magazine. Het nieuwe nummer ligt in de winkels.

Tekst: Eric van Domburg Scipio

First Aid KitRoots/Folk: First Aid Kit – Ruins
Na vier jaar wachten verschijnt komende vrijdag eindelijk het vierde album van de zingende Zweedse zusjes Johanna en Klara Söderberg, bekend als First Aid Kit. Het lijkt erop dat producer Tucker Martine hun carrière verder vooruit helpt met bijdragen van onder anderen Peter Buck, Glenn Kotche en Eyvind Kang. Verder overtuigt de mix van americana en folk wederom en is de samenzang van de Söderberghs onovertroffen.

Black Rebel Motorcycle ClubRock/Pop: Black Rebel Motorcycle Club – Wrong Creatures
De Black Rebel Motorcycle Club-discografie omvat acht studioalbums. Het gat van vijf jaar tussen de vorige en deze nieuwe is een stuk groter dan gebruikelijk. Dertien jaar geleden maakte de groep zijn beste plaat, Howl. Het niveau van die rootsy variant van hun post-punk wordt op Wrong Creatures niet geëvenaard, maar vooral het middendeel is sterk en laat horen dat BRMC nog steeds relevante muziek maakt.

Dr. Lonnie SmithBlues/Soul/Jazz: Dr. Lonnie Smith – All In My Mind
Jazzorganist Dr. Lonnie Smith beleefde een wonderbaarlijke comeback. In 2016 leidde dat tot een livealbum met het jazzorkest van het Concertgebouw en een hernieuwde samenwerking met Blue Note, het label waarop hij in de jaren zestig furore maakte. Op All In My Mind etaleert Smith weer sterke staaljes van zijn organieke kunnen, vooral op de ruim negen minuten durende versie van Paul Simon’s 50 Ways To Leave Your Lover.

Group Doueh & CheveuWereld: Group Doueh & Cheveu – Dakhla Sahara Session
Het is bepaald geen voor de hand liggende samenwerking, die tussen woestijnrockers Group Doueh, afkomstig uit de Westelijke Sahara, en het Franse avant-rocktrio Cheveu. Maar het eindresultaat is fascinerend en bezit een even veelzijdige als primitieve energie die je in dit soort wereldmuziek niet vaak hoort.

 

Oscar Benton – I’m Back

Oscar BentonDe nieuwe cd van Oscar Benton heet I’m Back. Goede titel, omdat Benton’s laatste cd al dateert van een aantal jaren geleden. En een slechte titel, omdat Benton eigenlijk nooit is weg geweest. Maar al met al een passende titel voor dit bijzondere project. Want zo mag I’m Back wel genoemd worden.

Bluesbroeder Johnny Laporte (Barrelhouse) heeft zich met succes ten doel gesteld Oscar Benton nog een keer in de spotlights te zetten. Bijzonder is dat de zang van Benton opgenomen is in het verzorgingstehuis waar Oscar tegenwoordig woont. Laporte heeft dat voor zijn rekening genomen, zoals hij ook de drijvende kracht was achter het hele project. Hij was verantwoordelijk voor het leeuwendeel van het gitaarwerk en speelt ook bas op een aantal nummers.

Andere vaste krachten zijn Erik Schuurman (gitaar, bas, toetsen, banjo), Martijn Bosman en Jaap Jan Schermer (drums) en Rob van Donselaar (toetsen). Laporte schreef ook tien van de twaalf nummers. De twee nummers die niet geschreven zijn door Laporte zijn remakes van nummers de Benton eerder al eens heeft opgenomen. Naast Blue Blues Singer is dat Bensonhurst Blues, de grote hit van Oscar Benton uit de film Pour la peau d’un flic (met Alain Delon). Op deze cd krijgt Bensonhurst Blues, waarvan eerder al allerlei remixen zijn verschenen, onder de titel Bensonhurst Blues Revisited een uitvoering met strijkers. De cello en de bijna krakende spreekzang van Benton geven het nummer een ingetogen, een beetje Tom Waits-achtige klank.

Ook het openingsnummer Benjamin Wilder ademt dezelfde sfeer: rustig slepend, snufje Calexico/Neil Young en ook hier weer een vleugje Tom Waits. Het is niet alles ingetogenheid en rust dat de klok slaat op I’m Back. Bo Didley zou zich niet schamen voor de beat op Like A Howlin’ Wolf en op gitaar pakt Laporte hier flink uit. We horen hier geen oude bluesman, maar een fel rockende bluesrocker, die zijn strot nog eens flink open doet om over de gitaar heen te komen.

Op de volgende track – My Heart Skips A Beat – gaat de voet van het gas en legt de band een soepel en ingetogen shuffeltje neer. Het geeft Benton de kans op fraaie wijze het woord te doen. Fuzz ’n Fight is fors opgetuigd met backing vocals en wederom een cello (Juna Schurman). En wie weet hebben ze het Farfisa-orgeltje van Doug Sahm wel geleend; of anders misschien wel de Philicorda van Rob Hoeke (†6 november 1999).

Het vette Barrelhousegeluid, waarvoor Laporte verantwoordelijk is, spat uit de speakers bij Better Stop Cryin’. Van Donselaar (piano) en Ruben Hoeke (sologitaar) mogen helemaal los gaan. Jammer van de suffe fade out. Brown Eyes en Old, But Happy zijn stemmige afsluiters van dit gevarieerde en eerlijke album dat Benton nog een keer de kans geeft zijn stem te laten horen. Dat alles onder het motto: “Niet somberen en bij de pakken neerzitten maar nog een keer gáán!” In januari wordt het album officieel gepresenteerd. De pre-releaseparty was eind november in Benton’s verzorgingstehuis. Laatste nummer en slotwoord: “Old, But Happy”. Tekst Mania | Fons Delemarre

Popmagazine Heaven presenteert Albums van week 2

Heaven verschijnt tweemaandelijks, albums komen dagelijks uit. Daarom geven we wekelijks een korte update van releases die ons meteen opvallen of die anderszins de moeite van het ontdekken waard zijn. Verwacht geen uitgebreide recensies, die verschijnen nog altijd – met meer reflectie – in het magazine. Het nieuwe nummer ligt in de winkels.

Tekst: Eric van Domburg Scipio

Roots/Folk: Martyn Bates – I Said To Love
Ze verschijnen nog altijd regelmatig in eigen beheer, de prachtige platen van zowel Eyeless In Gaza als van hun zanger Martyn Bates. Albums van de laatste zijn veelal folkier dan het meer indie-werk van Eyeless, en het nieuwe I Said To Love vormt daarop geen uitzondering. De aardse bevlogenheid van Bates overtuigt telkens weer, net als zijn talent voor het vertolken van bezielde (indie-)folkballades.

Alex HightonRock/Pop: Alex Highton – Welcome To Happiness
Hoewel dit album hier eind maart officieel uitkomt, kunt u het al wel rechtstreeks van deze Britse artiest zelf betrekken. En daar is alle reden toe. Hoewel heel anders dan zijn eerste twee ambachtelijk klinkende platen, bevat Welcome To Happiness voortreffelijke liedjes in een moderne, indie/electropopstijl. Highton ontpopt zich meer en meer tot een zeer oorspronkelijk Brits poptalent.

C.O.W.Blues/Soul/Jazz: C.O.W. – $hanghai Mone¥ EP/C.O.W. EP
Tien liedjes tellen de hier gecombineerde ep’s van het Duits-Chinese electroproducers collectief C.O.W. Grotendeels instrumentaal, maar toch weet de combinatie van meeslepende beats, jazzy intermezzo’s en glijdende melodieën de aandacht moeiteloos vast te houden, waardoor de stukken ook echt als onderscheidende electro (soul)liedjes overkomen. Modern pop for now people!

FerdWereld: Ferd – Music Without Borders
Ferd is de naam van het project dat de Noorse producer Bjørn Ole Rasch opzette om de unieke volksmuziek van het afgelegen Noorse Setesdal internationaal aanzien te geven. Hij vroeg 52 muzikanten uit 18 landen hun visie te geven op deze traditionele muziek. Het eindresultaat is buitengewoon mooi en illustreert tevens de gezamenlijke kernwaarden van de traditionele muziek uit al die landen.

Robert Finley – Goin’ Platinum!

Robert Finley Ze zijn er nog. Groot geworden met gospelmuziek in het diepe zuiden van de VS, en genoeg meegemaakt om zich de blues helemaal eigen te maken. Dat geldt zeker voor Robert Finley. Jarenlang leider van de streetgospel groep Brother Finley & The Gospel Sisters en zijn boterham verdienend met timmermanswerk.

Na volledig blind te zijn geworden, debuteert hij op 62 jarige leeftijd met Age Don’t Mean A Thing in 2016. Die plaat wordt ook opgemerkt door Dan Auerbach, die ondanks zijn wel heel luchtige LP Waiting On A Song nog wel degelijk Finley intense Soulblues weet te waarderen. Nu dan op diens nieuwe Easy Eye label komt Finley met een opvolger die zowel zijn diepe Southern Roots recht doet als de ruige gitaarsound waar Auerbach bekend om staat.

Qua stemgeluid doet Finley nog het meeste denken aan Clarence Carter, ook al iemand die intensiteit en machismo perfect wist te combineren. Finley grijpt hoorbaar zijn kans en spoort zijn luisteraars aan hetzelfde te doen, wat het ook is. Wrap It Up In Bacon And Fry It In A Pan is de goede raad in opener Get It While You Can. Vermelding verdient ook het perfecte dameskoortje, alsof The Sweet Inspirations weer achter Elvis staan. Het gloedvol, in falsetto gezongen Honey Wine is de afsluiter van het album waarmee Finley zich na een zwaar leven volledig in de schijnwerpers zingt. Tekst Mania | Jurgen Vreugdenhil

David Ramirez – We’re Not Going Anywhere

David_RamirezDavid Ramirez – We’re Not Going Anywhere (Sweetworld / Bertus)

Singer-songwriter David Ramirez heeft nooit onder stoelen of banken gestoken dat hij is geïnspireerd door Ryan Adams en dat is op zijn vierde album We’re Not Going Anywhere goed te horen. Dit album is dan ook een moetje voor de liefhebber van donkere countryblues. Maar niet alleen voor hen, want dit is misschien wel zijn meest avontuurlijke plaat tot nu toe. Een aantal nummers heeft namelijk een heerlijk popsausje, dat af en toe lekker 80’s aandoet: The War On Drugs meets Ryan Adams.

Met zijn gemengde achtergrond – half Amerikaans, half Mexicaans – heeft Ramirez voldoende stof om over te schrijven. Het politieke klimaat in de VS is op z’n zachtst gezegd niet gunstig voor mensen met een migrantenachtergrond. Het heeft het oeuvre van Ramirez geen kwaad gedaan, want We’re Not Going Anywhere ademt een gevoel van nostalgie, waardoor het zeker niet ongemerkt voorbij zal gaan. Qua vertelkunst en eenvoud, steekt Ramirez Springsteen met deze verzameling van tien liedjes naar de kroon. Dat de nummers zijn gebaseerd op waargebeurde verhalen, maakt ze niet alleen geloofwaardiger, maar zorgt ervoor dat ze echt binnenkomen en in no time onder je huid kruipen.

Neem Time, dat begint met een eenvoudige piano die steeds meer bijval krijgt, waarna Ramirez zich afvraagt wie op dinsdag een drankje met hem wil drinken, hoewel er morgen weer gewerkt moet worden. Het klinkt luchtig, maar het nummer is zo opgebouwd, dat de ledigheid zich opdringt, zonder dat het beklemmend wordt. Single Watching From A Distance is ook een goed voorbeeld. In plaats van wanhoop pleit het nummer ervoor om natuurlijke verbindingen aan te gaan en dus in feite om de draad op te pakken, van voordat het een warboel werd.

Het album ademt rust uit en vertrouwen dat het allemaal wel goed komt, door een beroep te doen op een gevoel van heimwee naar betere tijden. Deze boodschap is verpakt in een mix van folk, blues en pop met de ziel van country. En uitstekend geproduceerd ook. Tekende Ramirez op zijn vorige albums nog zelf voor de productie, voor We’re Not Going Anywhere trok hij Sam Kissirer aan, die o.a. werkte met Josh Ritter en het resultaat is een verzameling prachtig donkere ballads. Samenvatting: prachtplaat! Tekst Muzine | Theo Stepper

Liefhebbers luisteren naar Pinguin Pluche.

LIVEDATA 02/02 Q Bus, Leiden 04/02 Metropool, Hengelo

Darlene Shrugg – Darlene Shrugg

darlene shruggDarlene Shrugg – Darlene Shrugg (Upset The Rythm/Konkurrent)

Vier dames, één man, vier Canadezen, één Amerikaan. Het resultaat is een dampende rock-’n-rollplaat – hun debuut – met de voeten stevig verankerd in klassieke rock uit de jaren zeventig. Van de pop van Cheap Trick, via de overprikkelde gekte van Sparks, de melodie van Thin Lizzy, de gillende gitaar van Brian May, de intensiteit van Black Sabbath tot en met de stampende ritmes van Deep Purple; je hoort het allemaal voorbij komen in deze vet klinkende energieke plaat. En er worden natuurlijk heel veel noten gespeeld.

Absolute troef is de afwisselende zang tussen de dames in de band – die de strot regelmatig stevig opentrekken – en de enige man in het gezelschap, dat vanuit Toronto opereert. Die afwisseling markeert ook mooie wendingen in de nummers: stevige gitaarsongs met een gezond popgevoel. Natuurlijk is er die adempauze, in liedje Strawberry Milk zet een oude synth de toon voor een psychedelisch uitstapje waar Darlene Shrugg even op de gevoelige snaar mikt, tot de onvermijdelijke ruige wending volgt…. Alles is heerlijk opgenomen en knalt uit je speakers. Een plaat het checken waard! Tekst Muzine | Wim du Mortier