Kiki Rockwell – Burn Your Village

Als je tegen Maria Joaquina Kein Rockwell zegt dat ze een heks is, zegt ze waarschijnlijk, ja dat klopt. Burn Your Village is een duister lied met een welhaast middeleeuws instrumentarium. Het woord heksenkring dringt zich op. Of seance.

De clip van Burn Your Village is een kostuumdrama waarin vrouwen na het uitvoeren van duistere rituelen en uit naam van de Moedergodin hun mannen verbannen. Een priester kijkt met lede ogen toe.

Kiki Rockwell komt uit Auckland, Nieuw Zeeland. Haar werk – zelfgeschreven en geproduceerd- staat verzameld op een mini-album, Rituals On The Bank Of A Familiar Rive; 9 tracks in totaal, prequals en sequals van Burn The Village dat als subtitel Same Old Energy Part II heeft.

Fans – en dat zijn er al heel wat- zien in miss Rockwell een voorvechter van vrouwenrechten, of zo als een zich als Wicca (aanhanger van een neoheidense natuurreligie) identificerende fan het verwoordt ‘een vertolkster van zuivere, onversneden feministische woede’.  Betreden op eigen risico.

The Bones of J.R. Jones – Heaven Help Me

Heaven Help Me van The Bones Of J.R. Jones is bluesy, maar geen blues, folky maar geen folk. Wat dan wel is de vraag. Laten we het voorlopig maar even op rootsy houden.

Het refrein-loze Heaven Help Me is in feite een deurdenderende drone, verwant aan de endless boogie van de vermaarde John Lee Hooker, vandaar ook dat bluesy.

The Bones Of J.R.Jones is de artiestennaam van Jonathon Linaberry, een voormalige punkrocker die zo’n tien jaar geleden het muzikale roer rigoureus omgooide en muziek is gaan maken met wortels in het diepe zuiden van de V.S, gospel, blues, country, dat werk.

De teller staat nu op vijf redelijk succesvolle albums met een zesde in de grondverf. Slow Lightning Everywhere, dat in oktober moet gaan uitkomen is zijn eerste in vijf jaar en laat -afgaande op Heaven Help Me- een wat meer eigen en ook elektrischer geluid horen.

Op 8 november komt The Bones of J.R. Jones zich persoonlijk voorstellen middels een optreden in de bovenzaal van de Paradiso.

Veel nieuw werk Zappa op Funky Nothingness

In 1969, nadat The Mothers of Invention uit elkaar gingen, bracht Frank Zappa zijn baanbrekende solodebuut Hot Rats uit. Het innovatieve album, dat jazz en rock combineert, werd een van de bestverkochte releases van de artiest, dankzij klassieke nummers als Peaches En Regalia en Willie The Pimp. In het volgende jaar, tussen verschillende projecten door (waaronder het produceren van Captain Beefhearts debuut, Trout Mask Replica, en optreden als presentator van het Belgische Festival Actuel, waar Zappa de Britse drummer Aynsley Dunbar ontmoette), verzamelde hij een kerngroep om tracks op te nemen in het onlangs geopende Los Angeles Plant.

Tijdens de sessies, die voornamelijk in februari en maart 1970 in de nieuwe studio plaatsvonden, zat Zappa opnieuw in de producerstoel en werd-ie vergezeld door verschillende muzikanten die op Hot Rats speelden, waaronder Mothers-lid Ian Underwood (keyboard, saxofoon, slaggitaar), violist en zanger Don “Sugarcane” Harris, en Wrecking Crew-bassist Max Bennett. De vijfkoppige band werd gecompleteerd door Aynsley Dunbar, die net naar Los Angeles was verhuisd en bij Zappa was ingetrokken na zijn uitnodiging zich bij de band aan te sluiten. Samen nam de groep uren aan originele composities, geïnspireerde covers en uitgebreide improvisaties op die putten uit Zappa’s R&B en bluesroots, terwijl ze invloeden van de opkomende jazzfusionscene vermengden. Deze opnames waren grotendeels instrumentaal en toonden de virtuositeit van de gitarist, terwijl ze tegelijkertijd het vervolg op Hot Rats hadden kunnen zijn, als het ooit was uitgebracht.

Terwijl Zappa zijn favoriete opnames identificeerde en de nummers mixte voor de uiteindelijke release, trok de onverzadigbare muzikale nieuwsgierigheid van de enorm productieve muzikant hem in de loop van het jaar in andere richtingen. Het is niet precies bekend waarom dit materiaal nooit is uitgebracht, maar het is mogelijk dat Zappa na de ontmoeting met Flo & Eddie, het komische rockduo van Mark Volman en Howard Kaylan, kort na de sessies, werd geïnspireerd om met hen samen te werken en een grotere band samenstelde en verhuisde, weg van instrumentale composities en meer naar vocaal georiënteerd materiaal. Flo & Eddie zouden zich bij de Mothers voegen voor Zappa’s Chunga’s Revenge-album, grotendeels opgenomen die zomer en uitgebracht in oktober van dat jaar. Eind 1970 was Zappa goed bezig met het schrijven en ontwikkelen van zijn film 200 Motels en de bijbehorende soundtrack. Al die tijd werd dit ongelooflijke materiaal op een laag pitje gezet.

Terugluisterend naar de tapes van deze sessies, die meer dan vijf decennia later uit Zappa’s enorme Vault zijn opgegraven, wisten Zappa Vaultmeister Joe Travers en Ahmet Zappa dat ze iets speciaals hadden. Door te werken met de nummers die Zappa in de loop der jaren had geproduceerd, gemixt en waaraan hij had gewerkt, stelden ze een album met elf nummers samen, dat ze Funky Nothingness noemden, naar een bluesachtig, uitgekleed stuk dat de artiest in 1967 had opgenomen aan het einde van een van de sessies voor Uncle Meat. Oorspronkelijk bedoeld om een vroege versie van Chunga’s Revenge te openen, zet het korte, nog niet uitgebrachte nummer “de toon voor het album”, legt Travers uit. Hoewel de track een paar jaar voordat de meeste muziek die hier wordt gepresenteerd is opgenomen, heeft Zappa er uiteindelijk een build-haspel op aangesloten, waarmee hij aangaf dat hij een release aan het plannen was. Hoewel er in de loop der jaren een paar opnames van deze sessies zijn uitgebracht (fans herinneren zich misschien de 12 minuten durende versie van Sharleena uit de postume collectie Lost Episodes uit 1996), introduceert Funky Nothingness deze opnames voor het eerst als een samenhangende verzameling. “Funky Nothingness, als album, is speciaal omdat het ten minste drie geschreven composities bevat, twee coverversies en meerdere instrumentale jam-georiënteerde segmenten, allemaal niet eerder uitgebracht”, legt Travers uit. “Het is zeer zeldzaam om zoveel muziek uit één reeks sessies te vinden die zo lang niet is gehoord.”

Geproduceerd en samengesteld door Ahmet Zappa en Joe Travers, is Funky Nothingness uitgebracht via Zappa Records/UMe in verschillende formaten, waaronder een drie-disc uitgebreide deluxe editie die het 11-track album op disc 1 presenteert, samen met twee discs van outtakes, alternatieve bewerkingen, onbewerkte meesters van liedjes uit die tijd (waaronder Transylvania Boogie, The Clap en Chunga’s Revenge), plus verschillende epische improvisaties en andere bonussen. Een begeleidend boekje van 28 pagina’s bevat foto’s van de opnamesessies door fotograaf John Williams plus verhelderende liner notes en een individuele track-by-track van Travers. Disc 1 bevat Zappa’s vintage mixen naast verschillende moderne mixen van Craig Parker Adams die ook het bonusmateriaal mixte. Alle audio werd gemasterd door John Polito bij Audio Mechanics. In totaal bevat de collectie met 25 nummers 23 niet eerder uitgebrachte nummers met in totaal bijna drie en een half uur aan nooit eerder gehoorde muziek. De uitgebreide editie van Funky Nothingness zal ook digitaal beschikbaar zijn voor streaming en download en als dubbel-lp op zowel 180 gram zwart vinyl als limited edition helder violet 180 gram vinyl. Het vinyl zal bestaan uit Zappa’s vintagemixen van de tracks.

Mark Lohmann – Kattenbak

Mark Lohmann is de voorman van Moon Moon Moon. Maakt hij met zijn band Engelstalige muziek, onder eigen naam zingt hij in zijn moerstaal.

Kattenbak is een mooi, klein, fraai gedetailleerd liedje (met meisjeskoortje) over Mark’s neiging dingen te verstoppen om er later door verrast te worden. Muzikaal verschilt Kattenbak nog geen eens zo heel veel van de muziek die Mark met Moon Moon Moon maakt, op de taal na dan.

We willen absoluut niet stoken in een goed huwelijk, maar juist die taal geeft Kattenbak een eigenheid die de songs van Moon x 3 ook wel hebben, maar soms, zeg maar wat dieper verstopt zit.

Junodream – The Beach

Junodream maakt geen geheim van hun bronmateriaal. In hun spotify-bio noemen ze Pink Floyd, Spiritualized en het Franse Air als reden om zelf ook muziek te gaan maken. Daar zou je Radiohead aan toe kunnen voegen, maar welke eigentijdse band is niet door hen beïnvloed?

The Beach is het 14e nummer dat het Britse vijftal uitbrengt sinds hun debuutsingle uit 2018. Op de vroege songs klinkt Junodream als een Air coverband met eigen nummers. Op The Beach doen ze eerder ‘denken aan’ dan dat ze nou exact op iets of iemand lijken. Onveranderd is de dromerige toon van hun songs en de hoofdrol die de gitaar speelt in hun muziek.

Say Sue Me – Mind is Light

Er zijn momenteel weinig genres populairder dan K-pop, vederlichte muziek van vaak veelkoppige boybands en schaarsgeklede girlgroups uit Zuid-Korea. Maar het land heeft ook op muzikaal vlak wel wat meer te bieden dan amusementsacts die uit de koker rollen van reclame en modellenbureau’s.

Dat maakt Say Sue Me wel duidelijk met Mind Is Light, een in gitaar gedrenkte naar shoegaze neigende indierocksong van een mooie drieënhalve minuut. Het kwartet uit Busan staat onder leiding van Sumi Choi. Zij schreef de tekst over rust zoeken, maar niet altijd vinden in de bergen buiten de stad.

Say Sue Me dat volgend jaar haar tweede lustrum viert staat aan de vooravond van een Amerikaanse tournee. Zou fijn zijn als de band ook eens onze kant opkomt. Een festival als Left Of The Dial zou een prima plek zijn voor een nadere kennismaking of London Calling. Een klein clubtoertje is ook goed.

Courting – Flex

Courting zanger Sean Murphy-O’Neil beschrijft de nieuwe single van zijn band als een kort toneelstukje over een rijk, succesvol en beroemd persoon – a popstar- die er achterkomt dat faam noch fortuin gelukkig maakt.

Zo verwoordt klinkt het een beetje als een open deur, maar er zijn maar weinig andere Britse bands die een verhaal zo smeuïg weten op te dienen als Courting.

Zoals de titel van hun vorig jaar verschenen debuutalbum, Guitar Music al aangeeft is Courting een gitaarband, maar wel een ruimdenkende. Zo duikt er halverwege Flex plots een trompet op die het energieniveau nog eens extra opschroeft. Flex is de eerste release van het viertal uit Liverpool sinds dat album.

FIZZ – High In Brighton

FIZZ is een nieuw samenwerkingsverband van vier jonge Britse muzikanten die onder eigen naam al best iets hebben bereikt; Dodie, Gracie Isaac, Martin Luke Brown en Orla Gartland. Een soort van supergroep dus. FIZZ gaat ook optreden en een album is in voorbereiding.

Orla kennen we, de andere drie maken muziek die doorgaans net buiten ons interessegebied valt.  High In Brighton is op het randje, maar is met zoveel plezier gemaakt en straalt zoveel positieve energie uit dat zelfs een kniesoor er vrolijk van wordt. Als High In Brighton een drankje zou zijn was het een Red Bull met wodka.

De taken zijn eerlijk verdeeld. Iedereen zingt een couplet, de Queen achtige koortjes tackelen ze met zijn allen. Net als reclame voor alcoholische dranken komt High In Brighton met een disclaimer. Het nummer gaat over hand gliding (delta vliegen) boven het strand van Brighton en dus nergens anders over. Ja ja.

Anohni and the Johnsons – My Back Was A Bridge For You To Cross

Aan Antony Hegarty, 24 oktober 1971 geboren in Engeland, merk je eigenlijk niets wanneer je naar hem luistert. De stem van de androgyne Brit is in de loop der jaren niet veranderd. Vrouwelijke kenmerken waren altijd al talrijk, zowel fysiek als vocaal. Antony laat zich inmiddels aanspreken als Anohni, terwijl hij ook met een geslachtsverandering aan de gang is gegaan. Al die jaren hield hij dat tegen. Het vrat ‘m op.

“Mijn beste vrienden en familie gebruiken vrouwelijke voornaamwoorden voor mij. In mijn persoonlijke leven geef ik de voorkeur aan ‘zij’. ‘Hij’ is een onzichtbaar voornaamwoord voor mij; het ontkent mij”, is zij helder. In 2016 kondigde Hegarty de naamsverandering aan. Het is dus Anohni geworden. We zijn nog net zo blij met haar. Omdat ze van die prachtige muziek is blijven maken. Man, vrouw, transgender, travestiet, of what the fuck dan ook, het maakt geen reet uit wat of hoe je bent. Als je maar lief bent, geen branden sticht of vrouwen nafluit of scheten laat in een volle lift, of geen richting aangeeft bij afslagen en niet op de bril plast. Dat geeft vaak van die vervelende, gele vlekken. We zijn vooral mens. Een pratend dier in feite. Vaak met een te grote bek. Wees dan ook een beetje als Anohni. Als de voorbeeldige artiest. Véél eloquenter dan de goegemeente en ook nog eens hyperintelligent. Hup Anohni hup.

Zij is terug bij haar oude begeleidingsband The Johnsons en dat leidt tot een prachtige, innige reünie. Met Marvin Gaye’s klassieke album What’s Going On als voornaamste inspiratiebron is het diverse My Back Was A Bridge For You To Cross (lekker kort) een voortreffelijke, soulvolle plaat geworden, met vrij veel jazzy accenten. Aan alles hoor je dat de intrinsieke worsteling die Hegarty jarenlang geteisterd heeft door het toilet is gespoeld. Ze zit geweldig in haar vel.

Wat met name opvalt is de toegankelijkheid van de plaat. Alhoewel tekstueel dan weer niet overdreven luchtig. Want Hegarty blijft Hegarty. Toch altijd weer op zoek naar het engagement. Wat moet je anders ook met al die intelligentie? Zij, erudiet tot op het bot, maakt zich grote zorgen over ons zwaar overbevolkte, uitgeputte planeetje. In Why Am I Alive Now? bijvoorbeeld. Maar er is ook plaats voor een, verre van doorsnee, liefdesliedje. Het schitterende Sliver Of Ice behoort zelfs tot het fraaiste dat ooit aan Hegarty’s brein ontsproot. Het meesterlijk rockende Rest (hoofdrol voor de gitaar van Jimmy Hogarth) is van hetzelfde laken een pak. Zalvend en meeslepend. Pieter Visscher

Holysloot – Plans For Later

Holysloot is een voormalig visser dorpje niet ver van de hoofdstad en een prima naam voor een band die uit die regio komt.

Holysloot komt deels voor uit JAGD, een explosieve (post)punkband die het live best wel goed deed, maar misschien mede door de coronaperikelen haar potentie nooit helemaal heeft kunnen waarmaken. Hopelijk gaat het hun nieuwe band wel voor de wind. Ze hebben in ieder geval plannen.

Plans For Later is geen punk, post of anderszins. Wat het dan wel is, is niet zo 123 te zeggen, wat natuurlijk een compliment is. De nieuwe single is een los maar niet luchtig liedje met een dromerig refrein en fraaie gitaren. Vooral de ingehouden solo met zijn trage ‘twang’ maakt indruk. Op naar EP 2.