Tamino – Fascination

Tamino is terug! Gedurende de coronacrisis heeft hij zich schuil gehouden, maar stilgezeten heeft hij duidelijk niet. Fascination is de tweede single van het tweede album van de Vlaams-Egyptische minstreel, die met zijn betoverende stem en expressieve songs zo’n beetje half Europa en heel Turkije aan zijn voeten wist te krijgen.

Fascination is een van de meer ‘westerse’ songs van Tamino, geen exotische snaarinstrumenten of percussie en vrijwel geen Arabische stembuigingen. Wat we wel horen is een sterk gecomponeerde en weer overtuigend gezongen semi-ballad, die deze oren meer aan Tim Buckley doet denken dan aan diens door Tamino bewonderde zoon Jeff.

De opvolger van Amir heet Shara en staat voor 23 september. Op 2 december treedt Tamino op in Paradiso.

Mt. Joy – Bathroom Light

De vierde voorloper en laatste van het nieuwe Mt Joy album is een uitgeklede ballad, een geslaagde kennismaking met de meer introverte kant van de band van Matt Quinn en Sam Cooper.

Bathroom Light gaat over verwachting en vooroordelen. Het voorbeeld dat Quinn geeft is dat hij zijn partner via Instagram heeft leren kennen. Wanneer hij dat vertelt aan mensen bekruipt hem altijd een soort van schuldgevoel. Als of hij iets verkeerds heeft gedaan. Onzin natuurlijk, maar wel een goed onderwerp voor een luisterliedje met naast een sterke tekst een erg fijne elektrische gitaar.

Het nieuwe album van Mt. Joy, Orange Blood is uit op 17 juni.

Editors – Karma Climb

Na een veni vidi vici op Vestrock en Dauwpop bracht Editors eerder deze week het nieuws naar buiten dat ze op 6 oktober de release van hun nieuwe album, EBM komt vieren met een concert in de Ahoy. Dat is een kleine twee weken na de release van hun zevende langspeler.

We denken dat de E van de albumtitel voor Editors staat en de M voor music. Resteert de vraag wat de B betekent. Een goede gok zou Blanck Mass kunnen zijn, naar het nieuwe lid en inmiddels vaste producer van de band.

Nieuwe single, Karma Climb is net als het eerder verschenen Heart Attack een geslaagd voorproefje. Stilistisch is er niks nieuws onder de zon, maar de sturm und drang waarmee een en ander wordt gebracht maakt veel goed.

WOOZE – Bittersweet Timpani

Bittersweet Timpani is zo’n nummer waar iedereen iets anders in hoort, afhankelijk van je leeftijd en kennis van de pophistorie. In de comments op Youtube worden o.a. Devo, maar ook Faith No More en Adam & The Ants genoemd. Wij willen daar nog The Sweet aan toevoegen, je weel wel van Ballroom Blitz.

Waar iedereen het over eens is is dat Bittersweet Timpani een glamrocknummer is, neo glamrock haasten we ons er bij te zeggen, want ook al wordt WOOZE vergeleken met oude helden er is weinig retro’s aan hun sound. WOOZE is een Brits/Koreaans duo dat sinds 2018 zo’n dozijn tracks heeft uitgebracht die opvallen vanwege hun hoge energiepijl, stilistische verscheidenheid en opvallende songtitels. We noemen er een paar; Ladies Who Lunch With Me, Get Me To A Nunnenry en I’l Have What She’s Having.

Nieuwe single Bittersweet Timpani pas prima in dit rijtje. Een timpani is een trommel, een keteldrum om precies te zijn. Wat er bitterzoet is aan zo’n instrument mag WOOZE weten.

Nation Of Language – Androgynous

Eigenlijk doen we niet aan covers, maar voor Androgynous van Nation Of Language maken we graag een uitzondering. Omdat het een goed nummer is, maar vooral omdat het zo’n verrassende keuze is. Een cold waveband die een nummer covert van een warmbloedige rockband!

Het origineel van Androgynous komt uit 1984 en is van The Replacements, een band die in niets lijkt op Nation Of Language. The Replacements was een rudimentaire rammelrockband met de reputatie altijd dronken te zijn. Maar hun songs waren bijzonder en getuigden van empathie en sensitiviteit die sterk contrasteerden met hun Stones-achtige hedonisme. En dat is waar Ian Devaney van Nation Of Language op aansloeg. Daarnaast vond hij het een uitdaging om een gitaarnummer in een synth-jasje te stoppen.  

Androgynous komt binnenkort uit als 7” met een volgens Deveney verassing op de b-kant. Dat moet dan wel iets heel bijzonders zijn.

Stacks – Above Ground

Stacks is een ietwat mysterieus of in ieder geval social media-loos duo dat zich toelegt op het produceren van elektronische sfeersongs waarin de balans doorslaat naar de menselijke maat. We schrijven duo, maar je zou Stacks ook als trio kunnen beschouwen met de studio als derde lid.

Het introverte Above Ground dat met zijn vele vocale lagen een nazaat is van I’m Not In Love van 10cc (en Moments In Love van Art Of Noise) is wel en niet representatief voor, Love and Language het tweede album van de Antwerpenaren. Niet omdat het het nummer weemoediger is dan de rest. Wel omdat het een mooie etalage is voor het technische vernuft, de warme sferen en de muzikaliteit van Jan en Sis Matthé.

Releasefeest 16 juni in Garage Noord, Amsterdam.

Moss – HX

Moss – HX (Excelsior Recordings)

De openingsriff van Not Today, de eerste track van Moss’ zesde studioalbum HX, had zo afkomstig kunnen zijn uit een Interpol-song, maar we worden op het verkeerde been gezet. Hoewel postpunk wat meer dan in het verleden lijkt na te galmen op HX is het vooral de alom aanwezige synthesizer die in het oor springt. Moss trekt ons geregeld terug de jaren 80 in.

De rol van keyboardheld Jelte Heringa is een stuk prominenter geworden. Dat terwijl het niveau van de songs nog nooit zo hoog is geweest, want HX is met afstand het mooiste wat de Noord-Hollandse band tot nu toe op plaat heeft gezet. Songschrijver Marien Dorleijn is in de vorm van zijn leven. De geboren Zeeuw, die tegenwoordig in Boskoop woont, verloor in de laatste vijf jaar beide ouders en wie goed luistert, merkt dat dat een onderwerp is dat voorbij komt. “Where do we go when we die? Do we know?” Maar ondanks deze ellende is HX een weliswaar bij vlagen stemmig, maar meestentijds opgewekte plaat geworden. Met enkele instant popklassiekers. Neem het door elektronica gedragen, heerlijk weemoedige Beginning.

Around is ook zo’n nummer dat je wel 50 keer achter elkaar wil horen. We ontdekken wat Depeche Mode uit de vroegste jaren 80 (Speak & Spell), terwijl die sound, bijvoorbeeld, ook weer even opduikt in het eveneens retedansbare The Lighthouse. Het zijn twee van de prijsnummers op HX, dat twaalf songs telt, terwijl er geen sprake is van vullers. Dat maakt het allemaal wat extra knap.

Moss heeft zichzelf min of meer heruitgevonden. Zoals Dorleijn meer dan ooit zijn stem inzet als extra wapen. Hij zong nog nooit zo mooi en divers. Zo zoekt hij iets vaker zijn falset en vindt die ook. Het zorgt voor extra emotie in de wederom bloedmelancholische collectie liedjes. Zo is het gloedvolle HX een plaat waarmee Moss niet alleen in Nederland ijzersterk voor de dag komt, maar ook in het buitenland. Let maar op: Engeland en Amerika zetten de poorten wagenwijd open. Pieter Visscher

 

The Haunted Youth – Broken

The Haunted Youth begint op stoom te komen. Vielen er vorig jaar nog gaten van meerdere maanden tussen releases, Broken is verschenen terwijl Shadows nog aan het klimmen is in de Graadmeter.

Het feit dat je dit leest betekent dat ook Broken weer een schot in de roos is. Wederom getuigt Joachim Liebens van een verlangen naar een tijd die hij alleen van horen zeggen kent; de roemruchte jaren tachtig toen men bepaald niet zuinig was met een galmpje hier of een echootje daar. De beat is up dit keer, dat maakt Broken dansbaar zonder echt een dansnummer te zijn. De spannende opbouw vindt zijn apotheose in een door gitaren gedomineerd eindspel. De fade out suggereert dat er ook een album versie bestaat.

Lord Huron – Ton Autre Vie ft Sarah Dugas

Ook Lord Huron rekt tijd door met een luxe heruitgave te komen van hun meest recente album i.p.v. met nieuw werk. De nieuwe editie telt twee versies van het niet eerder verschenen Your Other Life, een Engels en een Franstalige. Beiden zijn goed de Franse, Ton Autre Vie geheten zelfs heel goed.

Ben Schneider besteedde de vocale honneurs uit aan Sarah Dugas die veel kijkers trek op Youtube met haar covers van klassieke popsongs, maar nog geen ‘platen’ uit heeft. Sarah zingt dus in net Frans. Dat doet ze met een moddervet accent, maar dat drukt de pret geenszins. De muziek is puur Twin Peaks, stroperige violen en zo’n lage trage twang gitaar. Sluit je ogen en je waant je een ‘poor lonesome cowboy’ tijdens zonsondergang ergens in een woestijn in Arizona, far far away from home.

Gently Tender – Love All The Population

Is het kunst of kitsch? Waarschijnlijk van allebei een beetje, maar wat maakt het uit als het resultaat zou overtuigend is als de nieuwe single van Gently Tender?

Love All The Population is een new waverige ballade van Nick Cave-iaanse proporties vol toeters en bellen. Kosten nog moeite enz. Matthew E. White (Foxygen/Sharon van Etten/Slow Club/o.a.) is speciaal naar Engeland gevlogen om er persoonlijk voor te zorgen dat alles ging volgens de plannen die band en producer eerder met hem hadden gesmeed.  Normaal komt Mister White zijn eigen Spacebomb studio in Richmond, Virginia  niet uit, maar voor Gently Tender maakte hij dus graag een uitzondering. Dat zegt wel wat.

Gently Tender is niet zo maar uit de lucht komen vallen, maar herrezen uit de as van Palma Violets aangevuld met leden van The Big Moon en het hier minder bekende Broadside Hacks.  Het wachten is op een album.