TAPE TOY – The One Who Got Away

Up tempo liedjes met down tempo onderwerpen, Tape Toy heeft zich er zo’n beetje in gespecialiseerd. Ook nieuwe single The One Who Got Away klinkt lekker vrolijk. Op het eerste gehoor dan, onder de oppervlakte broeit het.

De goede verstaander hoort ook aan de stem van de zangeres, en de toon van de gitaar dat ‘all is not well’ in Tape Toy land. Er is liefde in het spel, maar die lijkt van een kant te komen.

En zo staan er nog 11 andere onbeantwoorde liefdesliedjes op het debuutalbum van Tape Toy dat de toepasselijke titel ‘Honey,WTF!’ heeft meegekregen.

Afterpartees – Family Names

Afterpartees is gespecialiseerd in gitaarliedjes die op het eerste gehoor losjes en luchtig lijken, maar die na herhaaldelijk blootstelling wel degelijk body (en soul) blijken te hebben.

Family Names is weer een sterk staaltje van de kunst en de kracht van de Limburgers. Het nummer gaat eerst het ene oor in, maar na een paar keer komt hij het andere oor niet meer uit, want genesteld in je geheugen. Op dat moment ga je ook naar de tekst luisteren en die blijkt dan ook ergens over te gaan. Die van Family Names roept diverse vragen op. Hoe zit het bijvoorbeeld tussen de zanger en zijn vader? En waarom zeggen familienamen hem zo weinig, en waarom is Family Names het titelnummer van de nieuwe EP? En waarom schreeuwt hij het uit aan het slot? 

Foals – 2 A.M.

Je bent (eindelijk weer) aan het stappen, maar zit er doorheen. Het is 2 A.M. Eigenlijk wil je naar huis, maar je bent je vrienden kwijt. Foals trekt dit niet onbekende probleem breder en maakt er een filosofische betoog van over alleen zijn en zoekende. Wie wil kan hier eens goed over nadenken.

Wie daar geen zin in heeft kan lekker dansen op de onweerstaanbare beat of meezingen met het fijne refrein. Single twee van het nieuwe Foals album bevestigt het idee dat de plaat in ieder geval op het eerste niveau vlot en feestelijk gaat worden. De eerste single, Wake Me Up had ook al zo’n opgewekte beat. Maar Foals zou Foals niet zijn als er onder het glanzende oppervlakte geen sombere gedachten op de loer zouden liggen.

Het zevende album van Foals heet Life Is Yours, een releasedatum is nog niet bekend.

LIA LIA – I’m a Moth!

I’m A Moth is een rock miniatuurtje (baby punk zegt ze zelf) over een mot die graag een rockster wil zijn. De zangeres noemt zich LIA LIA. Volgens de legende zou ze haar jeugd deels in een Duits dorp en in een Chinese megastad hebben doorgebracht. Tegenwoordig verdeelt ze haar tijd tussen Tokyo en Berlijn. De clip voor I’m A Moth is geschoten in Moskou. Het klinkt allemaal te mondain om waar te zijn. Waar we niet aan twijfelen is aan LIA LIA‘s talent.

Beach House – Hurts To Love

Hoor je nieuwe Beach House single Hurts To Love dan duiken namen op als Alphaville, Aha en Eurythmics, kopstukken uit de Europese synthipop-scene van de jaren 80. Het trefwoord is retro.

Dat is relatief nieuwe terrein voor het dreampopduo uit Baltimore dat doorgaans zijn invloeden onder de pet houdt. De primitieve drumcomputerklanken en vintage synthsound passen goed bij de droevige toon van Hurts To Love, een song over de schaduwkanten van het liefhebben.

Hurt To Love is de leadtrack van de 4e EP van Beach House die tezamen het nieuwe album vormen, Once Twice Melody. Beach House heeft gekozen hun nieuwe plaat in delen uit te geven, als een soort feuilleton. Het complete album is nu uit, online en fysiek. 20 songs in totaal.

Mitski – Laurel Hell

Mitski – Laurel Hell (Dead Oceans)

Wat er precies allemaal is gebeurd met Mitski in de afgelopen jaren is niet helemaal duidelijk, maar dat ze opeens albums van erg hoog niveau uitbrengt is een feit. Be The Cowboy werd in 2018 uitgeroepen tot album van het jaar, door het toonaangevende Pitchfork nota bene, hetgeen wat overdreven was, maar Mitski doet in 2022 dus gewoon brutaal een nieuwe poging. Laurel Hell is een plaat die zelfs een muzikale stap vooruit is.

De weelde waarin de Japans-Amerikaanse Mitski (Mitsuki Laycock-Miyawaki) momenteel baddert, is dus niet zomaar even uit de lucht komen vallen. Evenmin als Mitski’s liefde voor de jaren 80. Terwijl de in 1990 in Mie Prefecture geboren zangeres juist net na dat rijke muzikale decennium het levenslicht voor het eerst aanschouwde. Haar nieuwste plaat leunt meer dan ooit op de eighties en het staat haar hartstikke goed.

Tekstueel borduurt ze voort op eerdere lyriek, waarin ze van haar hart geen moordkuil maakt. Wie goed luistert, wordt meegenomen in het diepste van Mitski’s ziel. Zij, die gitaar en toetsen bespeelt op Larel Hell laat ruimte voor allerlei interpretaties, zoals in de gedragen synthpoptrack Everyone: “And I left the door open to the dark. I said come in, come in, whatever you are. But it didn’t want me yet.”

Het daarop volgende Heat Lightning is van een schoonheid die we maar weinig horen. Raakvlakken met Phoebe Bridgers zijn er, maar Mitski wint dit virtuele duel van haar landgenote. We hebben te maken met een klassiek repeatknopnummer. Honing voor de verwarde ziel.

Wie in de disco stil kan blijven staan op tracks als The Only Heartbreaker en Love Me More, die het meest ostentatief in de richting van de jaren 80 wijzen, zou nooit meer in de buurt van een dansvloer mogen komen. Dat terwijl het nachtleven éindelijk weer van het slot gaat. Zo had het elf nummers tellende  Lauren Hell, dat je knuffelt wanneer je het even niet ziet zitten en je opwarmt tijdens de koudste momenten, op geen beter moment kunnen verschijnen. Pieter Visscher

The Districts – No Blood

The Districts luiden de release van hun nieuwe ‘Great American Painting’ album in met het sterke No Blood

Zanger Rob Grote leidt de band in een nummer dat constant in beweging is en het verschil tussen couplet en refrein niet altijd even duidelijk. Tussen de gezongen bedrijven door horen we verschillende gitaarsolo’s en ook een vintage orgelbreak. Ondertussen houdt de ritmesectie het tempo er goed in. 

No Blood gaat over zinloos geweld. Grote schreef het nummer naar aanleiding van de bloederig aanslag in de Bataclan in Parijs in 2015. The Districts speelden die dag in een andere club in Parijs.

De man achter de knoppen tijdens de opnamen van het Great America Painting album was de notabele Joe Chiccaerelli, die we nog kennen van zijn werk met bands o.a. The Strokes en The Killers. Het album verschijnt op 11 maart.

Elephant – Medicine

Ze komen van de Maasvlakte, maar klinken alsof ze van de wide open spaces van – noem eens een zijstaat-  Wyoming komen. De officiële term is countryrock, maar feitelijk is het dus polderrock wat Elephant ons voorschotelt.

Medicine is de opvolger van Calling, en minstens zo mooi. Het zijn niet alleen de ingetogen lead en fraaie samenzang die de rock van Elephant richting country trekt, maar ook de gitaren. Die klinken als of ze ergens onderweg tussen Nashville en Tulsa zijn opgenomen. De man die Elephant zo puur en authentiek Yankeenees laat klinken is Pablo van DeWolff.

a fungus – Mark’s Bag

Waarschijnlijk kregen de mannen van a fungus te horen dat er al een Nederlandse band is/was met de naam Fungus en hebben ze daarom besloten hun bandnaam met kleine letters te schrijven en er een a voor te zetten. Niet dat er enige verwarring kan zijn over wie wie is. De oude Fungus was van de geitenwollensokkenfolk, a fungus is zoals ze zelf zeggen, ‘a noisy teenrock band without a clear direction’. Uit Amsterdam.

Helemaal richtingloos is de band overigens niet en erg noisy ook niet. In ieder geval niet op Mark’s Bag. Maar we begrijpen wat ze bedoelen. Afgaand op de drie liedjes die a fungus nu uit heeft zouden we de band onder het kopje postpunk (no wave) willen scharen. Dat betekent in hun geval los rockende gitaarliedjes met onverwachte wendingen en ongepolijste zang. Helaas kunnen we -ook al wordt de titel toch snel zo’n twintig keer herhaald- niet precies verstaan wat er in Mark’s Bag zit, maar als het is wat we denken willen wij ook wel wat.

De Toegift – Zo Waren De Dagen

Wen er maar aan Pinguins, ook indie ontsnapt niet aan de trend van pop in je moerstaal. De Eefjes, Froukjes en natuurlijk alle vaderlandse rappers hebben onze taal in ere hersteld als voertaal van Nederlandse popmuziek. Voor veel rockliefhebbers is de Engelse taal onlosmakelijk verbonden met het idioom, maar dat hoeft dus niet zo te zijn. The Scene en Tröckener Kecks hebben vorige eeuw al bewezen dat je geloofwaardig kunt rocken in je eigen taal zonder te klinken als een volkszanger of cabaretier.

De Toegift laat nu met Zo Waren De Dagen horen dat onze taal zich ook prima leent voor droompop-achtige indie. De stem zit zo mooi in de muziek dat je de optie hebt om niet naar de tekst te luisteren, maar er is helemaal niks mis met de welgekozen woorden over een zomer(dag) in Zeeland. Bonus punten ook voor het fraaie koor en de ruimtelijke productie. De debuut EP van De Toegift verschijnt op 1 april, dat is geen grap, maar wel leuk.