Nilüfer Yanya – Midnight Sun

De laatste keer dat we iets van Nilüfer Yanya oppikten was ze nog jong en veelbelovend. Jong is ze nog steeds, maar de belofte heeft ze inmiddels wel waargemaakt. Anderhalf album heeft Nilüfer nu op haar naam staan met een derde op komst.

Gezien het succes van songs als Baby Blu, Melt en In Your Head was er voor de Brits-Turkse zangeres geen reden om het over een andere boeg te gooien. Toch lijkt ze dat wel te doen. Midnight Sun is gecompliceerder, alternatiever misschien wel dan haar eerdere werk.

Het nummer valt in twee delen uiteen, een strakke, maar introverte eerste helft en een verlossend slot met vermenigvuldigde zang en ratelende gitaren. Een duidelijk refrein ontbreekt. Sfeer en spanning daar draait het om bij Midnight Sun. 

Midnight Sun is zo’n nummer dat elke keer als je het hoort weer beter is dan je dacht. Dat geldt overigens ook voor de maakster.  

Mondo Cozmo – Meant For Livin’

We waren hem alweer bijna vergeten, maar met Meant For Livin’ herinnert Mondo Cozmo ons er weer even aan zijn unieke talent om rockclichés te presenteren alsof hij ze net zelf heeft bedacht.

Op Meant For Living laat hij, Josh Ostrander is zijn doopnaam zijn innerlijke Bob Dylan de vrije loop. Muzikaal, maar ook tekstueel. En zelfs visueel! Het nummer doet denken aan Dylan anno 1965, zijn Highway 61 periode (en Lou Reed ca 1970). De tekst is een soort opsomming van eisen waar een goed burger aan moet voldoen, ironisch natuurlijk.

De (geanimeerde) video refereert aan Dylan’s beroemde tekstclip voor Subterranean Homesick Blues. Je ziet Mondo afwisselend als leraar, predikant en politicus. Zijn gehoor houdt protestboorden op, de songtekst loopt onderin het beeld mee. Erg leuk, leerzaam en nuttig.

Meant For Livin’ komt van Mondo’s 3e album, waarvan nog niet meer bekend is dan dat er aan wordt gewerkt.

Archive – Fear There & Everywhere

Archive bestaat al bijna drie decennia. In die tijd is de Britse band altijd zijn eigen gang gegaan. Dat dwarse, het weigeren de waan van de dag te volgen is een goede overlevingsstrategie gebleken, want Archive draait nog steeds op een hoog niveau mee. We schrijven band, maar Archive is meer een collectief, een wisselende pool muzikanten die min of meer op afroep beschikbaar zijn. Degenen die dan het sein verzamelen geven zijn Darius Keeler en Danny Griffiths, twee spelers in de trip hop scene. Van dat verleden is nog maar weinig over, behalve dan het gevoel voor ambiance.

Een van de zaken waar Archive nauwelijks rekening mee houdt is radio. Een track van een kwartier of meer is geen uitzondering. Archive is echter ook bij machte om het klein en fijn te houden zoals op het onderkoelde Fear There & Everywhere. De titel verwijst naar het stemmige en eveneens meerstemmige ‘Here There & Everywhere’ van The Beatles. De met ingehouden spanning gezongen en gespeelde nieuwe single is afkomstige van het 13e studioalbum, hun eerste in zes jaar van Archive, Call To Arms & Angels dat we op 8 april wordt verwacht.

Dropper – Ok Ok Ok

Zoals de meeste muzikanten moet ook Andrea Scaniello bijklussen om in haar onderhoud te voorzien. De bandjes waar ze in zat liepen best aardig, maar een vetpot was het zeker niet. Andrea werkt in de horeca.

De lange nachten, het drinken, het hangen en de vluchtige vriendschappen die ze sloot met gasten en collega’s inspireerden haar tot het schrijven van een set songs die de kern vormen van het debuutalbum van Dropper, haar eerste eigen band. Nu de 30 in zicht komt bekroop Andrea een gevoel van nu of nooit. Het werd dus nu. Het album van Dropper gaat Don’t Talk To Me heten, op 11 februari komt hij uit.

Ok Ok Ok is het derde tipje van de sluier. Eerder verschenen Memoirs Of Working In A Bowling Alley en Don’t Worry Up als lokkertjes voor de plaat. Dropper heeft van alles wat, rock, pop, garage, punk en zelfs een beetje country. De boel wordt bij elkaar gehouden door Miss Scaniello, die haar levensliederen zingt met een lichte weemoed in haar stem.  

Palace – Shoals

Palace – Shoals (Fiction/Virgin)

Het Engelse Palace heeft de derde plaat die de band heeft uitgebracht Shoals gedoopt. De albumtitel is geïnspireerd op het nogal onvoorspelbare gedrag van een school vissen, dat net zo snel kan veranderen als onze angsten en zorgen voor de wereld om ons heen.

Het 50 minuten durende album lijkt een weerspiegeling van de donkere en wat onzekere tijden waarmee de covid-19-pandemie ons heeft opgezadeld sinds 2020. In dat jaar begon de band het materiaal voor Shoals uit hun creatieve brein te halen. Shoals biedt een uitgebalanceerde selectie van nummers die ook een deel van de vroegere schittering van hun werk van vóór de pandemie weerspiegelen. Soms doet de band wat aan Fleet Foxes denken en dat bevalt prima.

Terwijl het album instrumentaal een behoorlijke groei laat zien, vertoont het ook een sprong naar volwassenheid in het tekstschrijven van Leo Wyndham. Het is zonder twijfel het meest serieuze materiaal dat de groep tot nu toe op plaat heeft gezet en de poedelnaakte kwetsbaarheid in de teksten die onderwerpen als angst, slapeloosheid en allerhande mijmeringen niet uit de weg gaan, laat maar weer eens horen dat de mooiste bloemen op de mestvaalt blijven groeien.

Muzikaal heeft de band zichzelf enigszins heruitgevonden door meer elektronica te gebruiken dan op de vorige twee albums, hoewel het gedoseerd gebeurt en de band niet te veel concessies doet het indierockgeluid van weleer.

Fijne, opbeurende track is het uptempo Fade, met een tekst die anders doet vermoeden: “There’s my writing on the wall. Broken bodies on the floor. Am I paranoid x4. Now just go and fade away. My happiness has turned to grey. Am I paranoid x4.”

Niettegenstaande de melancholische sfeer die op een groot deel van het album naar voren komt, is er een vrij gezonde balans gecreëerd tussen mindervrolijke en vrolijke nummers zoals Fade en Gravity, die ongetwijfeld een afspiegeling zijn van de periodes van hoop tussen de verschillende stadia van de irritante lockdowns die de afgelopen jaren op ieders pad zijn gekomen. Pieter Visscher

 

 

 

Thomas Azier – Skin & Blister

Thomas Azier is als een haai, immer in beweging. Het zijn geen reuzensprongen die hij maakt, maar stilstaan is duidelijk geen optie.

Voor nieuwe single Skin & Blister lijkt hij zich zich te hebben laten inspireren door de werken van de vroege Roxy Music en de late Japan/David Sylvian. Tot in de puntjes verzorgde croonermuziek dus met een zucht naar avontuur. 

Skin & Blister heeft een zinderde spanning die wordt gecreëerd met minimale middelen; een metronomische bas, de binnenkant van een vleugel, een (bamboe?) fluit. Tegen het eind mag een sopraansax een wat langere lijn blazen, komen de keyboards op en roeren ook de andere instrumenten zich nog even, maar de spanning blijft om te snijden.

De meeste artiesten zijn na tien jaar wel uitgeraasd. Thomas Azier lijkt nog maar net begonnen.

NewDad – Say It

Say It is alweer het vijfde nummer van NewDad dat we oppikken. De band uit het noorden van Ierland, wat iets anders is dan Noord Ierland maakt deel uit van het snel groeiende leger gitaarbands met een vrouw als aanvoerder.

Bevelhebber is Julie Dawson. Zij is behept met een zachte stem waarmee ze soms harde dingen zegt. Zo gaat Say It over een liefde die van één kant lijkt te komen. De andere kant, die van Julie dus pikt dat niet langer. Julie’s troepen ondersteunen haar betoog met batterij dromerige gitaren die net als Julie lieflijker klinken dan ze feitelijk zijn.

Say It komt binnenkort op EP twee van Newdad, die is opgenomen in het Noord Ierse Belfast.

Parquet Courts – Watching Strangers Smile

Nieuwe Parquet Courts single, Watching Strangers Smile staat niet op het nog verse Sympathy For Life album om de simpele reden dat het nog niet afwas. Ook punkbands hebben deadlines blijkbaar. Gelukkig is de track niet ergens in een virtuele lade beland zodat we gewoon kunnen genieten van dit nakomertje. En te genieten valt er genoeg aan het rustig voortkabbelende liedje dat dankzij een lekker orgelloopje en een mooi instrumentaal coda weer net even anders is dan we van de New Yorkers zijn gewend.

Jack White – Love Is Selfish

We kennen Jack White als opgewonden standje, maker van opgefokte soms zelfs hysterische rocksongs. Heel soms echter gunt hij ons een glimp van zijn zachte kant. De country remake van zijn vorige single Taking Me Back was voor zijn doen ingetogen en zelfs elegant. Zijn nieuwe single is zelfs introvert te noemen.

Het akoestische Love Is Selfish gaat over Jack’s onvermogen de liefde naar zijn hand te zetten. Hij wil best wel, maar telkens staat hij met lege handen en zijn mond vol tanden. Vroeger zou Jack zijn frustratie hebben uitgeschreeuw en had hij zijn gitaar in de strijd gegooid om zijn gevoelens kracht bij te zetten. Maar nu hij tegen de 50 loopt wint de berusting het steeds vaker van de boosheid. Opvallend is dat Jack nog steeds de blues heeft, maar dat zijn muziekstijl richting country verschuift.

Tot zover onze psychologische verklaring voor het feit dat mister White zich inhoudt op Love Is Selfish, single twee van soloalbum drie, Fear Of The Dawn dat op 8 april verschijnen zal. Het plan is dat Jack op 1 juli in de AFAS te zien zal zijn.

 

The Mysterines – Dangerous

Daar zijn ze weer, of eigenlijk nog steeds. Er staan al twee nummers van The Mysterines op onze playlist en daar komt nu dus een derde bij. Alle drie afkomstig van Reeling, het debuutalbum van de band uit Liverpool dat op 11 maart gaat uitkomen.

Het is niet nieuw wat The Mysterines doen en de originaliteitsprijs gaat ook aan hun neus voorbij, maar het klopt of beter het rockt als een donderbus wat ze uitspoken! Wat de  band boven het maaiveld doet uitsteken is frontvrouw Lia Metcalfe. Als je haar voor het eerst hoort, denk je even met een vocalist van het mannelijke geslacht te maken te hebben, zo donker is haar timbre. Maar voeg beeld bij geluid en je ziet een bevlogen rockband waarvan we nog veel plezier gaan beleven.