Delgres – Assez Assez

Delgres is een Afro-Franse band die een geluid produceert dat ergens tussen dat van Black Keys en Tinaruwen inzit. Tenminste op het stemmig swingende Assez Assez (genoeg genoeg). In andere songs op de twee albums die het trio heeft uitgebracht worden ook genres als pop, rock, Afro en fusion aangetikt.

Bijzonder aan de opstelling van Delgres is dat je naast de gebruikelijke drums en gitaar geen bas hoort, maar een sousafoon. Dat is een soort tuba die nog dieper gromt dan een bas. De zanger, gitarist en componist van het trio is Pascal Danaë. Voor hij met Delgres begon was hij solo actief. Ook werkte samen Danaë met o.a. met Peter Gabriel, Neneh Cherry en Morcheeba. Zijn geëngageerde teksten zingt hij in het de Franse variant creools, de taal van Guadeloupe, het Caribische eiland waar zijn wortels liggen.  

King Gizzard & The Lizard Wizard – O.N.E.

Er gaat geen maand voorbij of er is wel een nieuwe single, of album van onze Australische vrienden van King Gizzard & The Lizard Wizard. Met nieuw bedoelen we echt nieuw, vers opgenomen en nog niet eerder uitgebracht. 

Nieuwe single O.N.E. is direct herkenbaar als een nummer van King Gizzard. De zang geeft het weg, maar is ook weer anders dan voorgaand werk. De beat is dit keer exotisch, Turks, Egyptisch in die richting. Een ondefinieerbaar instrument doet Indiaas aan. Het kan een soort fluit zijn, maar ook een vervormde gitaar. De alom aanwezige percussie is weer latin. Een mix van mondiale invloeden en geluiden dus. Gelukkig zijn de mannen niet vergeten een liedje te schrijven en ook niet dat ze van oudsher een gitaarband zijn.

Voor de muzikanten onder u, O.N.E. Is onderdeel van het experiment van King Gizzard met microtonaliteit. Meer van dit moois zal op het nieuwe KG album komen waarvan wel de titel L.W. al wel bekend is, maar nog niet de releasedatum.

Kurt Vile – Speed, Sound, Lonely KV

Kurt Vile – Speed, Sound, Lonely KV (Matador/Beggars)

In de liner notes op de hoes van de ep Speed, Sound, Lonely KV legt Kurt Vile uit hoe enorm gelukkig hij is dat hij heeft kunnen samenwerken met John Prine. Zijn grote muzikale held, die april vorig jaar overleed. How Lucky, een duet mét John Prine, werd in mei 2016 al opgenomen en is nu dus ook op cd en vinyl verschenen. Het doorleefde stemgeluid van de country- en folkartiest matcht uitstekend met dat van Vile.

Ze speelden het al eens live, tijdens een oudjaarsfeest van 2019 naar 2020 in Nashville. Een natte droom voor Vile, die de openingstrack op deze ep, Speed Of The Sound Of Loneliness coverde van Prine. Opvallend is de aanwezigheid van Dan Auerbach op gitaar, alhoewel, Auerbach duikt de laatste jaren op de gekste plaatsen op. In How Lucky en afsluiter Pearls is hij ook van de partij. Afwisselend, op bas, gitaar en percussie.

Kurt Vile kennen we als de voormalig leadgitarist van The War On Drugs, die vooral beroemd werd als soloartiest. Hij heeft al decennialang een lockdownkapsel, waardoor we kunnen spreken van een lockdownkapsel avant la lettre.

Tijdens Viles periode in TWAD opereerde die band nog enigszins in de marge. Vile wilde graag zingen; zijn typerende stemgeluid aan de massa laten horen. Hetgeen geschiedde.

Speed, Sound, Lonely KV volgt op het smakelijke Bottle It In, dat in 2018 verscheen. Speed, Sound, Lonely KV is veel meer dan een tussendoortje, omdat er bijzonder veel liefde voor Prine in doorklinkt. Stiekem hoor je dat Vile extra zijn best doet wanneer hij Speed Of The Sound Of Loneliness zingt. In How Lucky hoor je zelfs wat nervositeit. Zoals een kleine jongen een balletje gaat trappen met zijn held Ronaldo.

Het is mooi om te horen. ‘t Zijn vijf pareltjes die er op deze ep zijn te vinden. Het gevoelige Gone Girl is ook een cover, van wijlen singer-songwriter Cowboy Jack Clement. Prachtig, die achtergrondzang van Pat Mclaughlin, die ook de mandoline bespeelt. Net zo prachtig, alsook vertederend zijn de tekeningen van Viles dochtertje Delphine op de hoes. Ze maakte van haar pa, John Prine en producer David R. Ferguson een soort aliens. Voor herhaling vatbaar.

Het zalvende, wiegende Dandelions, met dezelfde rol voor Mclaughlin en het heerlijk folky countryliedje Pearls zijn typische Vile-songs, voortbordurend op Bottle It In. Een Kurt Vile in zijn huidige vorm schreeuwt al snel om meer en gezien zijn productiviteit te allen tijde kan dat weleens niet zo heel erg lang op zich laten wachten. Nu al zin in. Pieter Visscher

 

St. Solaire – Where Do We Go From Here

St Solaire steekt zijn invloeden en inspiratiebronnen niet onder stoelen of banken. In de door Geert van Emden, de zanger van de Rotterdamse band samengestelde Spotify-playlist staan namen als Bon Iver, Jeff Buckley en Radiohead (en Tamino, James Blake, Patrick Watson en een heleboel collega’s uit NL).

St Solaire hoort dus tot de school van de falset of kopzangers. De coupletten zingt Geert in zijn ‘gewone’ stem, maar in de refreinen gaat hij stijlvol omhoog. Glad wordt het gelukkig nooit, Where Do We Go From Here is prettig ruw geproduceerd. Het nummer had ook een Coldplay behandeling kunnen krijgen en al snel in kitsch kunnen uitmonden. De aardse aanpak onderstreept echter de geuite emotie en maakt de song alleen maar sterker.

De kans is groot dat Where Do We Go From Here breed zal worden opgepakt. Zelfs hitstatus mogen we niet uitsluiten. Laten we hopen dat de band zich daardoor niet gek laat maken en naar Rotterdamse traditie het hoofd koel en hun muziek zakelijk houdt.

Eelke – Too Much Too Soon

Too Much Too Soon, de nieuwe single van Eelke (Ankersmit) doet met zijn scherpe riff, maar vooral door de zang sterk aan Placebo denken. Niet dat dat een probleem is. Brian Molko en zijn vrienden zwijgen al veel te lang, daarom is het goed weer eens aan hen herinnerd te worden. Daarnaast kennen we Eelke nu wel zo’n beetje en weten we dat hij de imitatiefase al lang voorbij is.

Too Much Too Soon is de derde single in korte rijd die we oppikken van de zanger-gitarist uit Ermelo. Eelke rockt dit keer naar Brits model en steeds harder lijkt wel. Wilde hij op vorige singles nog wel eens wegzweven in Radiohead achtige art-rock passages. Op zijn nieuwe single stevent hij recht op zijn doel af. Harde stukken en zachte delen wisselen elkaar wat de song de vorm van een dialoog geeft. De productie is zakelijk en direct en ook aan het arrangement van de uitstekend spelende band zit weinig vet. Laten we hopen dat Eelke‘s volgende release een compleet album is.

Ben Howard – Crowhurst’s Meme

Ben Howard heeft niet één maar twee nieuwe singles uit. En allebei goed. Wij hebben (voorlopig) gekozen voor Crowhurst’s Meme, omdat Ben op dat nummer een ander pad bewandelt dan hij doorgaans doet.

Ons omver rocken zal de 33 jarige singer-songwriter niet snel doen, maar op Crowhurst’s Meme zijn de gitaren elektrische en flink vervormd. De drummer speelt een constante shuffle (denk Paul Simon’s 50 Ways) op een kit waarover een dikke deken lijkt te zijn gegooid. En dan is er nog een pianist die aldoor akkoorden speelt op zijn eveneens versterkte instrument. Ben is Ben. Hij zingt als altijd zuiver en goed articulerend. De Crowhurst uit de titel is Donald Crowhurst, een solozeiler die in 1969 omkwam tijdens een poging om rond de wereld te varen.

Ben’s nieuwe songs komen op album #4 dat ‘Collections From The Whiteout’ (26/3) gaat heten en is geproduceerd door niemand anders dan Aaron Dressner van The National. 

Queen’s Pleasure – Panic From Dublin

De eerste single in het nieuwe jaar van Queen’s Pleasure is iets ingetogener dan we van het Amsterdamse kwartet gewend zijn. Dat we toch te maken hebben met de band van ‘Big Boys Loan’ en ‘Sitter’ wordt tegen het einde duidelijk als niet zozeer het tempo als wel het energieniveau flink wordt opgeschroefd.

Verder horen we dat de jonge honden hun klassiekers kennen; van The Beatles en The Who tot Blur en Arctic Monkeys de goede verstaander herkent van elk van hen wel iets in Panic From Dublin. Dat is geen bewust (of onbewust) jatwerk, maar een duidelijke stijlkeuze ingegeven door (goede) smaak en voorkeur. Of zoals Jurre Otto met een platte Engelse tongval zingt in Panic From Dublin; “I Like It When Boys Stay British’”.

Billy Nomates – Heels

Billy Nomates kwam vorig jaar sterk voor de dag met een album vol half gezongen half gesnauwde postpunksongs. Daarmee plaatste ze zich in de steeds drukker wordende   of parlando praatpunk hoek. Binnen dat spectrum zit Billy dichter bij het assertieve Seaford Mods (ze doet ook mee op hun nieuwe album) dan bij het poëtische Fontaines DC laat staan het positivistische Scratchcard Lanyard.

Songtitels als Happy Misery, Hippy Elite en No maken duidelijk dat Billy een angry young woman is, die van haar hart geen moordkuil maakt noch een blad voor haar mond neemt. Billy, die in het echt Tor Maries heet lijkt er van uit te gaan dat ze geen vrienden maakt met haar muziek, tenminste daar lijkt haar aangenomen achternaam op te duiden. Maar dat valt dus erg mee, of tegen vanuit Billy’s perspectief.

Achter de woede schuil een bijzonder talent, zowel verbaal als muzikaal. Zo boos als in het begin lijkt Billy ook niet meer te zijn. Op Heels, dat net als het album werd geproduceerd door Geoff Barrow van Portishead komt Billy iets milder uit de verf. In Heels gaat ook ze ook niet tekeer tegen anderen, maar richt ze haar blik naar binnen. De song gaat over weten wie je bent, ook onder druk of ten tijde van crisis, zei ze onlangs in een interview. Billy zingt ook een beetje in Heels dat mede door haar lekker venijnige stem doet denken aan Suzi Quatro, maar daar zal ze zichzelf niet bewust van zijn.

FuckFuckFuck – Bad Habits

Soms vraag je je af hoe een band aan z’n naam komt. In geval van FuckFuckFuck is dat wel duidelijk. De oprichter sloeg een keer hard met een hamer op zijn duim en riep eureka! Met zo’n bandnaam schrik je zoveel mensen af als je aantrekt. Ook een belangrijk deel van de media zal met een boog om je heen lopen. Maar dat lijkt de band in kwestie geen fuck te schelen. Het zal waarschijnlijk niemand verbazen dat FuckFuckFuck van de punk is, pure punk niet die vage post punkshit.

Bad Habits is het debuut van driewerf Fuck. Tenminste voor zo ver wij weten. De band bestaat al een tijdje dus voor het zelfde geld hebben ze al eerder kattenkwaad uitgehaald en is dat geboycot, gecensureerd of gewoon verdwenen. Er zijn drie of vier Fucks. De rapporten verschillen. Harde info is schaars en foto’s geven niet echt uitsluitsel omdat die meestal zijn genomen tijdens een optreden en dan staat de halve zaal op de bühne. Of de halve band in de zaal. Zeker is dat de Fucks met hun opruiende Ramoneske punk in het gat stagediven dat is gevallen na het overlijden van John Coffey.

The Haunted Youth – Teen Rebel

Eigenlijk zou The Haunted Youth A Haunted Youth moeten heten, want er is maar één jongeling die achterna wordt gezeten. Zijn naam is Joachim Liebens. Teen Rebel is zijn debuutsingle. En wat voor debuut!

The Haunted Youth maakt gitaar + synthesizer muziek van het dromerige en onthaastte soort. Niks ‘haunted’ dus. Het Beatle-esque (Ticket To Ride) intro neemt al gauw zo’n 45 seconden in beslag. Tik tok lijkt dan ook niet het medium waarop Joachim mikt om zijn muziek onder de mensen te brengen. The Haunted Youth is voor luisteraars die luisteren, die kunnen genieten van een goede compositie, een sterke sfeer (10 cc – I’m Not In Love) en meeslepende instrumentale passages (Real Estate).

Net als de bandnaam zet dus ook de songtitel je enigszins op het verkeerde been. Teens lijken niet de doelgroep van de track en rebels wordt het ook nergens. Gejaagd op deze youth wordt er waarschijnlijk alleen door platenmaatschappijen en boekers.