The Men – Mercy

The Men – Mercy (Sacred Bones/Konkurrent)

Misschien wel een van de bijzonderste bands die er rondlopen op deze planeet is The Men, uit New York. Volstrekt onvoorspelbaar. Schakelt net zo eenvoudig over van snoeiharde metal of punk naar singer-songwriterachtige nummers en ook psychedelica wordt niet uit de weg gegaan.

Net zo onvoorspelbaar als de muziek die de formatie op plaat zet, is de samenstelling van de band, die met Mercy de achtste langspeler heeft gelanceerd. Al is The Men nu reeds voor de derde keer met dezelfde namen de studio ingedoken. Hoe je het wendt of keert, komt dat het geluid ten goede. Hoewel je dat van de hak op de tak gaan er echt niet meer uit krijgt.

Zo opent Mercy met het gedragen, wat countryachtige Cool Water, compositorisch niet al te spannend. “I’m a pool of sweat, a canyon of regret, this bottle is my only friend”, zingt Nick Chiericozzi. De song wordt gevolgd door het ruim tien minuten durende Wading In Dirty Water dat onherroepelijk aan Canned Heat, maar vooral aan The Doors doet denken, met een glansrol voor het Hammond-orgel. De weerbarstigheid van The Men doet dan weer opgeld met het rustgevende pianoliedje Fallin’ Thru dat ook op een plaat van Lou Reed had kunnen staan.

Children All Over The World roept herinneringen op aan de jaren 80, wanneer synthesizer en elektrische gitaar om voorrang knokken. Call The Dr. is een heerlijk springerig, uptempo fingerpicking gitaarliedje dat op elk moment van de dag een glimlach op je gezicht weet te toveren.

Opvallend is het intro van Breeze, dat verrekte veel wegheeft van Radar Love van onze bloedeigen Golden Earring. Zou Rinus Gerritsen al hebben gebeld? Breeze is een óverheerlijke punrockkraker vanjewelste. Chiericozzi laat het achterste van zijn tong horen zonder de gevoeligheid die hij in songs kan leggen kwijt te raken. Dat is knap en maakt het allemaal nog wat prettiger om naar te luisteren. Breeze is typisch zo’n nummer dat je wel tien keer achter elkaar naar de repeatknop doet lopen. Net geen drie minuten. Het klopt allemaal. Een van de sterkste songs die dit jaar zijn verschenen. Met het afsluitende titelnummer is Lou Reed dan opeens weer een klein beetje van de partij. Alsof-ie nooit is weggeweest. Pieter Visscher

Live Foto Review: Balthazar @ Paradiso

Live Foto Review: Balthazar @ Paradiso, Amsterdam
24 februari 2020
Foto’s Peter van Heun

Op 24 februari keerde de Vlaamse indiepopband Balthazar terug naar Paradiso. De vijfkoppige formatie rondom voormannen Maarten Devoldere en Jinte Deprez werd opgericht in 2004 en wist door hun harde werk, ijzersterke liveshows en gewoonweg het feit nog nooit een slecht album gemaakt te hebben in gestaag tempo uit te groeien tot een van de populairste en meest geprezen bands uit België, met succes wat reikt tot ver buiten de grenzen van de Benelux. Begin 2019 verscheen Balthazar’s vierde studioalbum ‘Fever’, waarop wederom een fris en vernieuwend indiegeluid te horen is.

Voorprogramma: Jaguar Jaguar

Robert Cray Band – That’s What I Heard

Robert Cray Band – That’s What I Heard (Thirty Tigers/Bertus)

Hij won vijf Grammy’s en zit al ruim veertig jaar in het vak dat het hem groot maakte, waarmee hij wereldwijd successen vierde: het muziekvak. Immer laverend tussen blues, R&B en soul is de 66-jarige songsmid Robert Cray met zijn huidige band nog altijd een van de groten in de bluesrock. Nog geen spoortje slijtage op de stembanden en qua songmateriaal wordt nooit over een nacht ijs gegaan. Perfectie als sleutelwoord.

Dat geldt ook weer voor That’s What I Heard, dat geen wereldhits van het niveau Strong Persuader of Don’t Be Afraid of the Dark kent, maar werkelijk nergens teleurstelt. Wanneer Cray gevraagd wordt hoe hij het album in drie woorden zou kunnen omschrijven komt hij tot fucking cool en bad en dan volgt een glimlach om in te lijsten. Cray lacht zijn tanden bloot zoals alleen hij dat kan en je ziet aan alles dat hij in topvorm is. Geestelijk en fysiek. De Amerikaan zegt dat hij en zijn band nog nooit zoveel lol hebben gemaakt tijdens het maken van een plaat. Dat geloof je terstond, want het speelplezier lijkt groter dan ooit. That’s What I Heard is een bruisend album, dat veel levensvreugde laat horen.

Vergelijk het met een voetbalteam; wanneer de sfeer in de groep goed is, zijn de resultaten vaak navenant. Cray versleet nogal wat muzikanten in de laatste vier decennia en nu lijkt de cohesie sterker dan ooit. De club kameraden die hij om zich heen heeft verzameld is ‘m al een poosje trouw en dat hoor je terug in de songs. Richard Cousins (bas), Dover Weinberg (keyboards), Terence F. Clark (drums), en Steve Jordan (drums, percussie) worden op het album bijgestaan door Steve Perry (Journey) en Ray Parker Jr. en dat maakt het feest nog wat groter.

Naast eerdergenoemde ingrediënten leven Cray cum suis zich ook uit met gospel en boogaloo. Het swingende My Baby Likes To Boogaloo spreekt boekdelen wat betreft het optimisme dat we terugvinden op That’s What I Heard, dat werd geproduceerd door Steve Jordan (Sheryl Crow, Josh Groban, Keith Richards, Boz Scaggs). Een feest om in de cd-speler te schuiven, of om op de draaitafel te leggen. Dansschoenen paraat. Het leven is mooi als je Robert Cray bent. Pieter Visscher

 

Gil Scott-Heron – We’re New Again (A Reimagining By Makaya McCraven)

Gil Scott-Heron – We’re New Again (A Reimagining By Makaya McCraven) (Beggars/XL Recordings)

Tien jaar terug bracht de gevierde soul/jazzmuzikant, dichter en auteur, wijlen Gil Scott-Heron zijn dertiende, alsook laatste studioalbum uit, We’re New Again getiteld. A Reimagining By Makaya McCraven betekent dat de vermaarde Amerikaanse jazzdrummer McRaven de zwanenzang onder handen heeft genomen. Op bijzonder respectvolle wijze. Smaakvol bovendien.

Spannender dan het origineel en wie had dat kunnen bedenken? McRaven zelf waarschijnlijk, want hij wist dondersgoed waar hij aan begon. McCraven wordt alom geprezen als een vertolker van een van de meest uitdagende nieuwe geluiden binnen de moderne jazz en dat hoor je terug.

De in Parijs geboren Amerikaan trommelde een aantal bevriende muzikanten op om het project samen met hem gestalte te geven. Multi-instrumentalisten Ben LaMar Gay, Jeff Parker en Junius Paul zijn van de partij. Opnames vonden plaats in de thuisstudio van McRaven. Hij speelt zelf Wurlitzer, synthesizers en bas op het album.

McRavens ritmische interpretatie van het swingende New York Is Killing Me is gebaseerd op gesamplede drums van zijn vader, Stephen, ook al gelauwerd in de muziekwereld. Er wordt tijdens de opnames flink op los geïmproviseerd en dat geeft je het gevoel alsof je erbij bent in de studio.

De grote man van XL Recordings, producer Richard Russell, is dolenthousiast over de plaat, al zal dat niemand verbazen. Hij is blij dat het nergens rommelig is geworden, het gevaar dat binnen de jazz altijd wel enigszins op de loer ligt. “There’s nothing excess in there. There’s still Gill’s great voice, and that huge presence.” Op zo’n moment denk je: geen speld tussen te krijgen. Pieter Visscher

Liefhebbers van Makaya McCraven en Gil Scott-Heron luisteren uiteraard naar het heerlijke Pinguin Pluche.

Eefje de Visser – Bitterzoet

Als je goed luisterde hoorde je dat op De Koek, de eerste plaat van Eefje de Visser uit 2011, het subtiele gebruik van elektronica al aanwezig was. Bij liedjes als Hartslag en Afdwaald lag het er zelfs dik bovenop, maar de liedjes zaten nog verstopt tussen de voornamelijk akoestische luisterliedjes.

In de acht jaar die daarop volgden hoorden we Eefje op verschillende platen steeds meer een elektronisch geluid ontwikkelen. Op haar nieuwe plaat Bitterzoet heeft dit zich gevormd toch een prachtig warm modern geluid waarin ze zich helemaal op haar plek lijkt te voelen.

Als ik de nieuwe plaat beluister trekt er een storm over ons land, de regen slaat tegen de ramen. Ik neem even lekker de tijd om de muziek tot me door te laten dringen. In mijn achterhoofd heb ik het prachtige optreden dat Eefje eerder dit jaar gaf op Noorderslag. We werden ondergedompeld in een subtiel opgebouwde show waarbij de nieuwe nummers ondersteund werden door mooi gedempt licht en een opvallende choreografie van Eefje en haar achtergrondzangeressen. Alles klopte en verschillende media bestempelden het optreden als een doorbraak en absoluut het mooiste van de avond.

Bitterzoet klinkt sfeervol, dromerig, volwassen en bedwelmend, zelf noemt ze het zwoel en airy. Het tempo ligt laag en de nummers worden vaak rustig opgebouwd met zoemende synthesizers, rhodes pianopartijen en passende beats én er is veel aandacht voor de prachtige ondersteunende zangpartijen op de achtergrond. Samen met haar vriend Pieterjan Coppejans heeft ze de plaat thuis in Gent geproduceerd. Vier jaar hebben ze er over gedaan en dat is te horen. Nog steeds zijn er de mooie wendingen in de melodieën en is er die licht hese stem, maar dit alles wordt gevat in een spannend grotestadsgeluid dat internationaal klinkt.

Tekstueel houdt ze het open, er is veel ruimte voor eigen interpretatie. Op eerdere platen stopte ze de liedjes vol met tekstuele spitsvondigheden, nu gaat er een serene rust vanuit. Persoonlijke belevenissen beschrijft ze filmisch en soms surrealistisch. In een interview eerder dit jaar zegt ze hierover “het is als een boek met minder woorden, maar met meer essentie”. Uitgangspunt in veel teksten is de liefde, de relatie met haar partner.

Ik zag je in m’n droom/ik zag schimmen van ons/Ik wilde naar jou/jij wilde naar mij.

Uit het nummer Kom Op is de tekst nog vrij direct en dat geldt ook voor de beschrijvingen in het titelnummer Bitterzoet:

Stop/We parkeren aan de rand van de stad/Ik check in en laat m’n jas in het hotel/Onze stappen klinken luid in de hal/In de lift kijken we samen in de spiegel/We zijn boven voor het vallen van de avond/Door het raam zien we de rood doorlopen hemel al vervagen.

Maar verderop in het refrein dan toch:

Zie je niet misschien?/Je weet toch zeker dat die bubbel bijna barst dan?/Zie je niet, je verblindt me/Het tegenlicht blijft, het blijft/Verblind me, het tegenlicht blijft, het blijft.

En zo blijft Eefje de Visser ook op deze plaat intiem en dicht bij zichzelf. Haar kenmerkende poëtische teksten worden ditmaal gedragen door een spannend en groots modern geluid dat ze live prachtig weet over te brengen maar waarin ik me op deze stormachtige zondagavond ook heerlijk kan verliezen.

Door: Jan Berends

Eefje de Visser gaat op een grote tournee. Zie hier alle livedata.

Ásgeir – Bury The Moon

Ásgeir – Bury The Moon (One Little Indian Records/Konkurrent)

Ásgeir. Ik zag ‘m voor het eerst optreden in Duitsland, in 2013. Hij had toen met zijn debuutplaat Dýrð í dauðaþögn (ja, probeer maar even) al lang de eerste plaats bereikt in de IJslandse albumlijst. Bijzondere stem, dacht ik. Prachtige liedjes ook. Nog belangrijker.

Ásgeir bracht de plaat in 2014 wereldwijd uit in het Engels. De vertaling werd gedaan door een andere grootheid in het singer-songwritergenre: John Grant. In The Silence werd een groot succes, niet in de laatste plaats door de prachtsingle Going Home, die misschien wel het mooiste was wat dat jaar werd uitgebracht. Een warm bed van verstilde elektronica waarop Ásgeirs falset gedijt. In The Silence is een prima debuut, terwijl je voelt dat de Scandinaviër in creatieve zin nog niet het achterste van zijn tong heeft laten horen.

Met opvolger Afterglow (2017) laat Ásgeir een andere kant van zichzelf horen. Een album waarop soundscapes een voorname rol spelen en het elektronische experiment absoluut niet uit de weg wordt gegaan. Dat komt her en der wat geforceerd over. Des te benieuwder ben je dan wanneer plaat drie verschijnt. Is Ásgeir teruggegaan naar de met veel elektronica aangelengde folk die we op zijn debuut omarmden? Het antwoord luidt: ja.

Er wordt nog genoeg met elektronica gestoeid, maar alles is stukken functioneler. Het liedje eist weer de hoofdrol op en zo horen we Ásgeir het liefst. Opeens zijn alle klappen raak. Ásgeir heeft een album gemaakt dat in veel eindlijstjes over 2020 op de eerste plaats staat. Anders vreet ik mijn winterjas op. Noteer dat alvast. Bury The Moon is een onvervalst liedjesalbum, dat ronduit indrukwekkend is. Wanneer de eerste noot wordt aangeslagen van Pictures weet je diep in je hart al dat het goed zit. Een akoestische gitaar eist de aandacht op, toetsen, een schuiftrompet, alles klopt. Tweede nummer Youth haalt ook al het niveau van Going Home. Opnieuw die trompet, uptempo, dansbaar. Meer!

Want meer wil je dan en dat krijg je ook. Ook track drie, Breathe, is raak. “Wherever I may go, I will find my way home“, klinkt het. Zal track vier, Eventide, dan een minder nummer zijn, vraag je je inmiddels af, want de lat ligt zó verrekte hoog dat dat nauwelijks voor mogelijk kan worden gehouden. Niks van dat. Lazy Giants Overlay dan toch wel, nummer vijf? Nee hoor, want het wordt alleen maar indrukwekkender en fraaier wat er allemaal gebeurt. Ásgeir blijft je met hemelse melodieën en refreinen om de oren slaan. De synthese tussen de akoestische gitaar en additionele elektronica blijft majestueus.

Meesterlijker wordt het zelfs als elektronica de regie pakt en een aanzwellende viool de achtergrond kleurt. Rattled Snow is een van de allermooiste liedjes die ooit zijn gemaakt op deze aardkloot. Dan is dat eruit. Het zal geen mens onberoerd laten. Ik weet even niet zo goed welk superlatief eventueel de lading zou kunnen dekken, broedend op een nieuw woord. “Happiness will find you once again“, zingt Ásgeir en je realiseert je dat hij zelf ook wel weet dat de mensheid dit even nodig heeft. Terwijl hij de songs schrijft ergens in een hut in de wildernis, nadat de relatie met zijn vriendin is gesneuveld. Ja, op die mestvaalt..

Bury The Moon is van een óngekend hoog niveau. Maar dat had ik mogelijk al duidelijk gemaakt. Een mijlpaal in de muziek van de laatste 75 jaar. Pieter Visscher

LIVEDATA 14/02 Botanique, Brussel, 18/02 Stadsschouwburg, Rotterdam 19/02 Stadsschouwburg, Groningen 20/02 Paradiso, Amsterdam

Pinguin Radio presenteert podcast Volkskrant Radio – januari 2020

Pinguin Radio en de Volkskrant slaan de handen ineen voor een maandelijkse radio-uitzending waarin de luisteraar bij de hand wordt genomen langs de beste albums en de beste tracks van het moment.

de Volkskrant

Iedere eerste maandag van de maand tussen 20:00 en 22:00 uur live te beluisteren bij Pinguin Radio en een dag later terug te vinden op Volkskrant.nl als podcast en uiteraard ook bij ons op de site! En in de herhaling is op 20 januari.

Dit alles, en meer, is te vinden op de maandelijkse Volkskrant Radio-podcast op Pinguin Radio.

Lola Marsh – Someday Tomorrow Maybe

Lola Marsh – Someday Tomorrow Maybe (Universal/DRG Music)

Het is altijd mooi om te horen dat bands een muzikale sprong hebben gemaakt na een debuut dat er al mocht zijn. Erop vooruitgaan met een tweede album; er zijn nogal wat voorbeelden in de muziekgeschiedenis van acts die geen stap vooruit konden zetten. Lola Marsh dus wel. Someday Tomorrow Maybe puilt uit van de poppareltjes. Dat begint al met het verrekt opgewekte Echoes. “The sun begins to shine”, zingt de bloedmooie Yael Shoshana Cohen. De koperen ploert komt tot u vanuit de luidsprekers. Wat een eruptie van uitbundigheid.

Lola Marsh kwam na een aantal ep’s met Remember Roses op de proppen in 2017 en toen wisten we al wel dat we te maken hadden met een talentvolle formatie. Met Cohen en Gil Landau als belangrijkste leden. Ze startten als duo en in de loop der jaren sloot een drietal extra muzikanten zich aan. Stuk gezelliger in de kleedkamer.

Lola Marsh komt uit Israël, om precies te zijn uit het bruisende Tel Aviv en doet het met name in de Verenigde Staten al jarenlang goed. De band geeft aan dat onder anderen – ga er even voor zitten – Sufjan Stevens, Nina Simone, Fleet Foxes, Elvis, Moody Blues, Bon Iver, MGMT en LCD Soundsystem tot de inspiratiebronnen behoren. Laten we daar Lana del Rey aan toevoegen, omdat Cohen ook vocaal doet denken aan de Amerikaanse.

Op Someday Tomorrow Maybe is een aantal sterke, maar ook ijzersterke popliedjes te ontdekken. De opener dus, alsook Like In The Movies, Give Me Some Time en het meesterlijke Darkest Hour. Uptempostukken, instrumentaal rijk en met een glansrol voor Cohen. In de wat kleinere liedjes is ze nog aaibaarder. De gitaarsong Four Long Seasons is daar een goed voorbeeld van. Hetzelfde geldt voor Strangers On The Subway, met een finale om in te lijsten. Eerdaags komt de band naar Europa. Vooralsnog niet naar Nederland of België. We verheugen ons daar wel op. Pieter Visscher

 

Verslag Noorderslag 2020

Dag 4, Noorderslag

Er hangt een prettig warme sfeer als ik rond 20:00 kleddernat, na een flinke bui, de Oosterpoort binnenloop. Het gebouw is weer prachtig aangekleed en klaar voor een avond Nederlandse popmuziek. Op Noorderslag lopen veel mensen rond die je normaal gesproken minder snel tegen komt tijdens popconcerten. Allerlei genodigden, mensen uit de muziekindustrie en dit jaar ook opvallend veel tieners die met hun ouders komen kijken naar de nieuwe idolen zoals Blanks, Roxeanne en Snelle, die, om 2:20 wel heel laat geprogrammeerd staat voor deze jonge doelgroep.

Na het inleveren van de jassen zie ik vanuit mijn ooghoek dat het voor de binnenzaal dringen geblazen is voor het optreden van Remme. Deze talentvolle jonge zanger die qua stijl in de hoek van Jeff Buckley zit releast zijn eerste single hier op het festival. We besluiten door te lopen, eerst maar even iets te drinken halen.

Ruben Annink speelt in de Foyer van de grote zaal zijn makkelijk in het gehoor liggende Nederlandstalige liedjes. Hier staan al veel van de jongeren vooraan met net daarachter de vaders en moeders die het duidelijk naar hun zin hebben en de liedjes woord voor woord meezingen.

In de grote zaal begint Altın Gün, de band die wereldwijd groot succes heeft met hun interpretaties van Turkse folkrock nummers uit de jaren ‘60 en ‘70. Het is heerlijk dansbare muziek die de grote zaal omtovert tot een Turks stoombad waarin het heerlijk vertoeven is. Muziek waar je blij van wordt.

Toch blijf ik niet lang, dat is altijd het probleem op dit soort festivals. Want weggestopt in de onhandige marathonzaal is Litzberg ook begonnen. De band rond zanger en liedjesschrijver Matthijs Peeters heeft eerder dit jaar op Concerto Records de prachtige gitaarplaat “In My Head” uitgebracht. Live worden de nummers uitgerekt, denderen ze door en Peeters tovert de ene na de andere prachtige gitaarsolo uit zijn mouwen. Een bevriend gitarist mag spontaan zijn kunstje doen op het podium en de zanger babbelt de nummers ontspannen aan elkaar. “Nu gaan we even zielig doen”, zegt hij voor ze het prachtige nummer “Stories” inzetten, en ook deze eindigt met een gitaarsolo waarvan je hoopt dat ie nooit meer stopt. Litzberg zal niet veel groter worden dan dit en dat is prima, het is een gedegen band van noeste werkers waar de kwaliteit vanaf straalt. Een band die we moeten koesteren.

Als we zijn bijgekomen van dit prachtige optreden gaan we kijken bij Blanks. Deze jonge Groninger met meer dan een miljoen volgers op zijn YouTube-kanaal heeft nog relatief weinig podiumervaring, maar daar is bij dit optreden weinig van te merken. Met zichtbaar plezier zingt hij zijn liedjes vrolijk voor de rijen enthousiaste fans die hun Noorderslag kaartje waarschijnlijk alleen voor dit optreden gekocht hebben. Een van de vele feestjes deze avond.

Dan Eefje de Visser in de grote zaal. Ze won al eens de Grote Prijs van Nederland en ze begon haar carrière met het het album “de Koek” dat voornamelijk vol stond met folkachtige luisterliedjes. Maar wat een ontwikkeling heeft deze vrouw doorgemaakt. Als een ware vamp staat ze zelfbewust, stoer en sexy op het grote podium. Samen met haar band speelt ze voornamelijk de nummers van haar plaat “Bitterzoet” die volgende week uitkomt. De show is verzorgd en op een mooie manier sober gehouden met weinig licht en mooie smaakvolle effecten waarbij alle aandacht uitgaat naar de stem van Eefje en de prachtige nieuwe nummers. Samen met haar achtergrond zangeressen weet ze de aandacht vast te houden met danspasjes en oosters aandoende armbewegingen. Een intrigerend optreden!

In de foyer zien we S10 kort een paar van haar mooie liedjes vertolken en we gaan nog snel even kijken bij Pip Blom die de de kleine zaal op z’n kop zet met haar vrolijke alternatieve lo-fi punk en rockliedjes.

Maar net als bijna iedereen vanavond willen we toch gaan kijken wie de Popprijs gaat winnen. Als iemand het afgelopen jaar van betekenis is geweest voor de Nederlandse popmuziek dan is het Duncan Lawrence wel, daar kun je niet omheen lijkt ons, maar afgaande op het feit dat er maar 10 minuten gereserveerd staat voor de ceremonie speculeren we dat de jury toch anders heeft beslist. We dringen ons de bomvolle zaal in waar we even later getuige zijn van de bekendmaking dat metalzangeres Floor Jansen de prijs mee naar haar Zweedse huis neemt. Al twintig jaar actief als zangeres (van Nightwish en After Forever) en afgelopen jaar in Nederland bekendheid opgedaan door haar optreden in het programma de beste zangers van Nederland. Vreemd dat zo’n vakjury dat programma nodig had om op de kwaliteiten van deze zangers gewezen te worden maar desondanks wordt het haar gegund.

Aansluitend mag MEROL in de zelfde zaal haar dingetje doen. De internetsensatie kondigt haar grootste hit aan met de woorden “wordt er vanavond al een beetje gebeft op Noorderslag?” Ze brengt haar liedjes met een knipoog en het is een gezellige boel bij haar optreden. Alle liedjes worden luidkeels meegezongen en hoewel sommige critici vinden dat zo’n act niet thuishoort op dit festival heeft ze wel een VPRO song van het jaar op haar naam staan en lieve mensen het is 2020, dit kan gewoon, ook hier!

In de Entreehal zien we de jonge Utrechtse zangeres met Finse roots, Áslaug, haar mooie popliedjes zingen. Hoewel het wat glad is kan ze prachtig zingen en de liedjes zitten goed in elkaar.

Maar wij waren eigenlijk op weg naar The Sweet Release of Death. Deze jonge band uit Rotterdam bestaat al een paar jaar, de muzikanten zijn jeugdvrienden en ze hebben eerder samen gespeeld in andere bandjes. Ze hebben al een paar platen uit die ik tot voor kort nog niet kende. Hun muziek zit in de hoek van bands als Sonic Youth en dan zit je bijna altijd goed. De kleine Marathonzaal is inmiddels een bloedheet en zweterig hol, perfect voor deze muziek. De band speelt de tegendraadse gitaarnoise met passie en hoewel zangeres Felicia Breton Ferrer aangeeft dat gitarist Martijn Tevel ziek is merk je daar helemaal niets van. Het voelt voor mij als een van de hoogtepunten van de avond, maar dan weet ik nog niet wat Personal Trainer straks gaat doen.

We gaan op tijd naar de binnenzaal want Willem Smit, de frontman van de prachtige alternatieve gitaarband Canshaker Pi heeft een side-project. Hij verzamelt een groot aantal vrienden uit de hedendaagse scene om zich heen, negen mensen staan er op het podium, om samen ongedwongen hun songs de zaal in te knallen. Vanaf de eerste seconde is het feest bij deze band. Muzikanten krijgen ruimte om te laten zien wat ze kunnen maar alles in dienst van de mooie nummers. Bij zo’n all-star show kan het snel ontsporen in ongecontroleerd lawaai, maar dat gebeurt absoluut niet. Ondanks de chaos op en voor het podium klinken de nummers strak en spannend met mooie wendingen en heerlijke meebrul refreinen. Wat is dit een prachtig mooi optreden, jammer dat het na 45 minuten alweer gedaan is. We zijn het er over eens, dit was het mooiste optreden van de avond!

Om 2:30 lopen we nog even binnen bij Lars Bos, die we beter kennen als de sympathieke rapper Snelle die met zijn zegetocht bezig is en nu even de kleine zaal van de Oosterpoort mag aandoen. De jongen die in zijn jeugd veel gepest werd om zijn uiterlijk heeft absoluut de gunfactor en het is dan ook mooi om te zien hoe hij afsluit met zijn grootste hit de Reünie waarin hij zijn vroegere pesters vergeeft. Een prettige afsluiter van een mooie muziekavond vol verrassingen en nieuwe ontdekkingen!

Tekst: Jan Berends

Luisteraar Jan Berends doet verslag van ESNS: dag 3

Eurosonic dag 3, de vrijdag

NAAZ is blij! Ze heeft zojuist de Music Moves Europe Talent award en de Public Choice Award in de wacht gesleept. Dat betekent een trainingsprogramma én een flink geldbedrag ter ondersteuning van haar tour en promotie. Aansluitend mag ze optreden in de prachtige Schouwburgzaal. Als ik halverwege het optreden de zaal binnenloop zie ik haar begeleidingsband solide spelen en NAAZ haar glijdende moves maken terwijl ze enthousiast als altijd haar liedjes ten gehore brengt. Haar stem stem vertoont wat schorre randjes, het zal van de opwinding komen, maar er klopt iets niet. Het geluid is niet in balans. De bassen staan veel te hard, het lijkt alsof de geluidsman onder het toeziend oog van de Commissaris van de Koning live een Groningse aardbeving lijkt te willen veroorzaken. Jammer maar het zal de sympathieke zangers niet deren, ze stoomt verder op en heeft zich internationaal goed in de kijker gespeeld.

 

Even later in het Forum klinkt Black Sea Dahu uit Switserland wel fantastisch. Als ik sta te wachten tot we naar binnen mogen komen de eerste bezoekers de wenteltrap af. “Prachtig is dit mensen, het mooiste wat ik dit festival heb gezien!” zegt een man tegen de wachtende bezoekers. En als we even later de zaal binnen lopen zijn het inderdaad prachtige klanken die ons tegemoet komen. Zangeres Janine Cathrein speelt met samen met haar hippy-achtige groep vrienden mooie rustige folkliedjes, heerlijk loom gezongen met een emotionele ondertoon. Het publiek vind het allemaal prachtig en dat slaat over op de band die onder de indruk lijkt van alle warme reacties. Ze beloven hun best te doen om snel terug te komen naar Groningen en ik beloof m’n best te doen daar dan bij te zijn.

 

Iets heel anders zien we even later in de Hooghoudt Barn, the Snuts uit Schotland spelen daar hun makkelijke indie nummers met hoog meebrul gehalte. In hun thuisland zijn ze al razend populair, uitverkochte zalen en grote festivals, en ook hier lijkt het publiek het allemaal prima te vinden. Meegezongen wordt er nog niet maar wie weet hoe dat is later dit jaar als we de band opnieuw gaan tegenkomen in festivalland.

 

Aansluitend wil ik bij Flohio gaan kijken. Vorig jaar zag ik haar al even in het kleinere Platformtheater, dit jaar mag ze shinen in het Grand Theatre. En dat doet ze! Ik ben geen grote hiphop liefhebber maar deze ontwapenende kleine grimerapper met Nigeriaanse roots uit Londen vind ik fantastisch. De stuiterende beats en zware bassen leggen een basis voor haar snelle raps en zelf stuitert ze onvermoeibaar en enthousiast heen en weer over het podium. En het publiek doet net zo hard met haar mee, prachtig om te zien, wat een heerlijk en succesvol optreden!

 

Samen met wat vrienden staan we na te genieten en voor je het weet begint het volgende optreden in dezelfde zaal. Nu is Muthoni Drummer Queen aan de beurt. Ook zij geeft een spettend optreden weg. De mix van old school hiphop, soul, dancehall en reggae met allerlei vormen van afrikaanse clubmuziek doet het goed in de volle warme zaal waar we ons in een Keniaanse nachtclub wanen. Gekleed in opvallende gele outfits maken de zangeres en haar dansers er een feest van. Alweer een verrassend leuk optreden!

Tekst: Jan Berends