Luisteraar Jan Berends doet verslag van ESNS: dag 2

Eurosonic dag 3, de vrijdag

NAAZ is blij! Ze heeft zojuist de Music Moves Europe Talent award en de Public Choice Award in de wacht gesleept. Dat betekent een trainingsprogramma én een flink geldbedrag ter ondersteuning van haar tour en promotie. Aansluitend mag ze optreden in de prachtige Schouwburgzaal. Als ik halverwege het optreden de zaal binnenloop zie ik haar begeleidingsband solide spelen en NAAZ haar glijdende moves maken terwijl ze enthousiast als altijd haar liedjes ten gehore brengt. Haar stem stem vertoont wat schorre randjes, het zal van de opwinding komen, maar er klopt iets niet. Het geluid is niet in balans. De bassen staan veel te hard, het lijkt alsof de geluidsman onder het toeziend oog van de Commissaris van de Koning live een Groningse aardbeving lijkt te willen veroorzaken. Jammer maar het zal de sympathieke zangers niet deren, ze stoomt verder op en heeft zich internationaal goed in de kijker gespeeld.

 

Even later in het Forum klinkt Black Sea Dahu uit Switserland wel fantastisch. Als ik sta te wachten tot we naar binnen mogen komen de eerste bezoekers de wenteltrap af. “Prachtig is dit mensen, het mooiste wat ik dit festival heb gezien!” zegt een man tegen de wachtende bezoekers. En als we even later de zaal binnen lopen zijn het inderdaad prachtige klanken die ons tegemoet komen. Zangeres Janine Cathrein speelt met samen met haar hippy-achtige groep vrienden mooie rustige folkliedjes, heerlijk loom gezongen met een emotionele ondertoon. Het publiek vind het allemaal prachtig en dat slaat over op de band die onder de indruk lijkt van alle warme reacties. Ze beloven hun best te doen om snel terug te komen naar Groningen en ik beloof m’n best te doen daar dan bij te zijn.

 

Iets heel anders zien we even later in de Hooghoudt Barn, the Snuts uit Schotland spelen daar hun makkelijke indie nummers met hoog meebrul gehalte. In hun thuisland zijn ze al razend populair, uitverkochte zalen en grote festivals, en ook hier lijkt het publiek het allemaal prima te vinden. Meegezongen wordt er nog niet maar wie weet hoe dat is later dit jaar als we de band opnieuw gaan tegenkomen in festivalland.

 

Aansluitend wil ik bij Flohio gaan kijken. Vorig jaar zag ik haar al even in het kleinere Platformtheater, dit jaar mag ze shinen in het Grand Theatre. En dat doet ze! Ik ben geen grote hiphop liefhebber maar deze ontwapenende kleine grimerapper met Nigeriaanse roots uit Londen vind ik fantastisch. De stuiterende beats en zware bassen leggen een basis voor haar snelle raps en zelf stuitert ze onvermoeibaar en enthousiast heen en weer over het podium. En het publiek doet net zo hard met haar mee, prachtig om te zien, wat een heerlijk en succesvol optreden!

 

Samen met wat vrienden staan we na te genieten en voor je het weet begint het volgende optreden in dezelfde zaal. Nu is Muthoni Drummer Queen aan de beurt. Ook zij geeft een spettend optreden weg. De mix van old school hiphop, soul, dancehall en reggae met allerlei vormen van afrikaanse clubmuziek doet het goed in de volle warme zaal waar we ons in een Keniaanse nachtclub wanen. Gekleed in opvallende gele outfits maken de zangeres en haar dansers er een feest van. Alweer een verrassend leuk optreden!

 

We pikken vervolgens nog net één liedje mee van Alice Boman in het Forum en gaan dan snel door naar Buč Kesidi in het Praedinius Gymnasium. Het lijkt er op dat dit bandje in een krakkemikkig busje vanuit Servie naar Groningen is gekomen om hier met veel plezier hun feestje te bouwen, en dat lukt. De liedjes hebben een prettige dansbare beat en liggen makkelijk in het gehoor. Iedereen heeft het naar zijn zin, de band voorop. Maar ik denk dat het voorlopig blijft bij dit ene optreden hier. Hoe sympathiek het bandje ook is, de liedjes zijn te inwisselbaar en te gemiddeld.

 

Iets heel anders is Rayden die even later in Vrijdag spelen. De stoere mannen uit Madrid spelen een soort spierballen rap die ze met veel energie half lege zaal inknallen. Een aantal mensen uit het publiek laat zich opzwepen en schreeuwt enthousiast mee. Aan mij is dit niet echt besteed.

 

Gelukkig zijn we net op tijd in Vera voor de absolute uitsmijter van dit Eurosonic weekend. Om 1:15 begint daar de Zwitserseband Coilguns. Eindelijk weer eens zo’n band waar iedereen het over heeft. Muzikaal is het niet eens zo heel interessant. Ze spelen keiharde hardcore punk afgewisseld met rustige meeslepende stukken, handig om een beetje op adem te komen. Want wat speelt deze band met een energie! Het doet me heel erg denken aan At the Drive-In die ik hier in Vera jaren geleden een legendarisch concert zag geven. De zanger, met net zo’n bos krullen als Cedric Bixler-Zavala, schreeuwt de longen uit zijn lijf, de band beukt en ragt alles kapot, ze gaan helemaal los op en buiten het podium. De zanger kronkelt over het podium, klimt op de boxen, laat zich er afvallen, duikt het publiek in, loopt schreeuwend door de zaal en bij dit alles zweept hij het publiek op tot het uiterste. Uiteraard wordt er gepogood, er wordt geduwd en getrokken, gezweet en meegebruld. Tuurlijk, het is één groot theater maar jongens wat is dit een lekker show en wat een perfecte afsluiter van deze derde dag. Vermoeid duiken we daarna de kelderbar in waar het uiteindelijk net iets te laat wordt.

tekst: Jan Berends

Holy Fuck – Deleter

Holy Fuck – Deleter (V2/DRG Music)

Sinds 2005 timmert elektronisch kwintet Holy Fuck aan de weg in het muziekland van de scherpe randjes en het gaat ook met Deleter nieuwe zieltjes winnen. Want veel klappen zijn erg raak op het met negen tracks gevulde album.

Eerste single Luxe, ruim zes minuten lang, beloofde al veel goeds en alle verwachtingen worden waargemaakt. Tijdens Luxe is Alexis Taylor vocaal van de partij en dat betekent dat je onherroepelijk moet denken aan Taylors eigen formatie, de elektronische rockgoden van Hot Chip. Natuurlijk vissen ze voor een groot deel in dezelfde vijver.

Maar waar Hot Chip vrijwel altijd Taylor laat zingen, doet Holy Fuck het het liefst zonder zanger of zangeres. En als dat wel gebeurt, dan het liefst wat naar de achtergrond gemixt. Luxe is dwingend, opzwepend en heeft een continue dreigende drive, die ervoor zorgt dat je geen seconde de aandacht hoeft te verliezen op de dansvloer. Want daar is waar de song voor is geschapen en zo kennen we Holy Fuck dan ook.

Ze stonden al op de grotere festivals wereldwijd, zoals Coachella, Lollapalooza, Glastonbury en ons bloedeigen Lowlands. De tijd lijkt rijp dat de band ook eens Landgraaf aandoet. Is 2020 daar geen uitstekend jaar voor?

Deleter is het vijfde studioalbum van de Canadezen en het meest organische ook. Je hoort dat de band bereid is muzikale conventies wat los te laten, de teugels ietwat te laten vieren. De prominent aanwezige gitaar in Moment spreekt boekdelen wat dat betreft en datzelfde geldt voor prijsnummer Near Mint. 24 april speelt de band in de Antwerpse Trix. Pieter Visscher

 

Luisteraar Jan Berends doet verslag van ESNS: dag 1

Het is nog rustig op de Grote Markt als ik de Barn binnenloop, de grote Amerikaanse schuur die ieder jaar met Eurosonic wordt opgebouwd in het centrum van Groningen. Binnen hangt een gemoedelijke sfeer. Mensen hebben zo aan het begin van de avond met elkaar afgesproken of komen elkaar toevallig tegen. Kosmo Sound uit België is net begonnen met spelen. Zware instrumentale dub reggae dreunt door de zaal. Veel mensen moeten nog even wennen aan de muziek, zo lijkt het, maar om me heen zie ik mensen voorzichtig mee wiegen en een enkeling gaat al lekker los op deze heerlijke dansbare sound. De gitarist geeft de muziek een lichte touche en vooral de saxofoon zorgt voor mooie melodieën waardoor het niet saai wordt. Een band die ik deze zomer graag nog eens terug zou zien bij een graadje of 25, aan het water met een jointje en een biertje of cocktail in de hand!

Als ik even later binnenloop bij Johnny Maffia in Huis de Beurs kom ik de eerste bekenden tegen en zijn we het snel eens dat de jongens veel speelplezier uitstralen en dat het zeker een feestje is, maar dat de Engels getinte rock enigszins inwisselbaar is. We hebben de afgelopen jaren veel van dit soort bandjes voorbij zien komen in Huis de Beurs, maar vaak waren ze beter.

Bij Sinead o’Brien ligt dat anders. Eigenlijk de eerste hype van het festival, het heeft veel nieuwsgierigen naar Vera getrokken dat voor aanvang van het optreden al uitpuilt. De postpunk van de strak spelende drummer en gitarist is dienend aan de performance van Ierse dichteres en performer die haar teksten soms liefelijk en dan weer bezwerend of opzwepend de zaal in spuwt.

Duncan Lawrence laat even later zien dat hij meer in zijn mars heeft dan het prachtige nummer Arcade waarmee hij Nederland in de kijker heeft gespeeld als een serieus muziekland waar rekening mee gehouden mag worden. Zijn show is prachtig opgebouwd met mooie licht effecten en de nummers klinken fantastisch. Voor hij het nummer waarvoor iedereen gekomen is inzet bedankt hij de organisatie van Eurosonic voor de kans die hem geboden wordt ook zijn andere muziek aan een groot publiek te laten horen. De prachtige Schouwburgzaal, die voor de gelegenheid weer is omgedraaid, het publiek staat op het podium, doen de rest.

Ondertussen laat Alfie Templeman in Huis de Beurs zien dat hij een aantal potentiële hits op zak heeft die hij samen met zijn vrienden met veel plezier zal gaan spelen op de kleinere festivals door Europa. De Britpopliedjes met lekkere beat liggen makkelijk in het gehoor en het is een gezellige boel op het podium.

Omdat ik, net als veel anderen, later op de avond Inhaler graag wil zien spelen besluit ik op tijd richting Huize Maas te gaan. Ook hier is het inmiddels zeer druk en om deze tijd van de avond zie ik de eerste rij voor de ingang ontstaan. De Franse band Last Train verrast met met een heerlijke set van zeer afwisselende rocknummers die alle kanten op springen. Soms een beetje teveel van het goede hoor ik om me heen. De zang is niet fantastisch maar muzikaal steekt het allemaal zeer goed in elkaar. De jongens genieten zichtbaar van de positieve respons die ze vanuit de volle zaal krijgen en na het laatste nummer, waarbij de muziek haast wordt opgestuwd naar een orgastische explosie, vallen ze elkaar in de armen en bedanken ze het publiek uitgebreid voor deze heerlijke avond. Ik ben benieuwd of we Last Train nog gaan tegenkomen deze zomer, aan hen zal het niet liggen!

The Qalitons uit Hongarije spelen aansluitend in het café gedeelte van de zaal. De band verrast me met heerlijke psychedelische ‘70s rock met een dansbare funky inslag. Het publiek geniet er ook van en vooraan gaan de mensen lekker los op deze ervaren band die in ons deel van Europa meer aandacht verdient.

Samen met een aantal bekenden sta ik even later vol verwachting te kijken naar de aankondiging van Inhaler, de Ierse rockband die de aandacht weet te trekken met zanger Elijah Hewson, de 20 jarige zoon van U2 zanger Bono. En maken ze het waar? Jazeker! In de sound van de band klinken echo’s terug uit de begindagen van de succesvolle Ierse band. De muziek is stuwend en klinkt warm. En dan die stem! De licht nasale stem van Hewson galmt door de zaal waarbij niemand kan ontkennen dat die wel heel erg veel overeenkomsten vertoont met die van zijn beroemde vader. Maar we doen de band tekort als we de vergelijking blijven maken. De band is zeker geen kopie van U2, daarvoor zijn de eigen nummers te sterk. Noel Gallagher nam ze al mee op tour, en terecht. Als de band deze lijn weet door te trekken en zulke eigen en prachtige nummers blijft schrijven dan gaan we nog veel van ze horen!

Ter afsluiting van de avond stappen we nog even weer binnen bij Huis de Beurs waar zangers Asha Lorenz samen met haar jeugdvriend Louis O’Bryan van de band Sorry de aandacht goed weet te trekken. Ze maakt een wat nerveuze indruk en de coole grungy liedjes zijn niet makkelijk. Maar de jonge band heeft een prettige DIY attitude die me erg aanspreekt. Muziek die nieuwsgierig maakt en die ik thuis zeker vaker zal opzetten.

Tekst: Jan Berends

En Attendant Ana – Juillet

En Attendant Ana – Juillet (Trouble In Mind/Konkurrent) 

Uit Parijs. Franser dan Frans, met bandleden Margaux Bouchaudon (zangeres), Camille Fréchou, Maxence Tomasso, Adrien Pollin en Antoine Vaugelade en dan toch in het Engels zingen. De bandnaam is Frans en zelfs de albumtitel is Frans (wachten op Ana). Al had het debuut van het vijftal (Lost And Found, 2018) een Engelstalige titel, nu is deze met Juillet ook Frans. En Attendant Ana zet de meute lichtjes op het verkeerde been. Daar houden we van.

Bouchaudon doet in de verte wat aan Debbie Harry denken en het overheerlijke, zelfs ronduit ravissante alsook niet te versmaden Do You Understand? had bovendien niet misstaan op een album van Blondie. Het is het prijsnummer op een plaat die voortborduurt op het debuut. Dat betekent onder andere dat de trompet elk nummer een inbreng heeft. Niet overdreven pregnant aanwezig overigens. Maar complementair aan de sound van de Fransen.

Ze maken garagepop-rock waar ook nog eens een ouderwets potje op kan worden geshoegazed. Wanneer Juillet bij de platenboer belandt in de bak met postpunk is er bovendien geen haan die ernaar kraait.

Het tien nummers tellende album werd geproduceerd door oudgediende Dominique Blanc-Francard (75) die in het verleden, dan hebben we het over begin jaren 70, hand- en spandiensten verrichtte voor grootheden zoals Pink Floyd, Elton John, David Bowie, Cat Stevens en T.Rex. In 1992 won hij een Victoire de la Musique, het Franse equivalent van een Grammy Award.

Juillet is een plaat waar je misschien wel even mee puzzelt, maar die je per draaibeurt sterker in je hart sluit of aan je borst drukt. Of die je zomaar kan doen besluiten een weekend naar Parijs te gaan. Daar ben je immers zo met die TGV. Ga je mee? Pieter Visscher

 

Pinguin Radio presenteert podcast Volkskrant Radio – december 2019

Pinguin Radio en de Volkskrant slaan de handen ineen voor een maandelijkse radio-uitzending waarin de luisteraar bij de hand wordt genomen langs de beste albums en de beste tracks van het moment.

de Volkskrant

Iedere eerste maandag van de maand tussen 20:00 en 22:00 uur live te beluisteren bij Pinguin Radio en een dag later terug te vinden op Volkskrant.nl als podcast en uiteraard ook bij ons op de site! En in de herhaling is op 20 januari.

Dit alles, en meer, is te vinden op de maandelijkse Volkskrant Radio-podcast op Pinguin Radio.

Warmduscher – Tainted Lunch (Leaf/Konkurrent)

Warmduscher – Whale City 

Neem een albumtitel als Tainted Lunch, dat overduidelijk verwijst naar Tainted Love, in 1964 opgenomen door Gloria Jones en in 1981 grootgemaakt door Soft Cell, dat het coverde. Er zit humor in de titels en teksten van Warmduscher en daar houden wij bij Pinguin Radio wel van. Ook weerklinkt jolijt in de bijnamen die de vijf mannen zichzelf hebben gegeven. Zo gaat Saul Adamczewski door het leven als The Saulcano. Vreemde knapen, zij van Warmduscher.

Warmduscher is een Londens gezelschap dat in 2013 met debuut Khaki Tears een soort rommelpostpunk afleverde, waarin weinig lijn viel te bespeuren en het echt zoeken was naar een aardige compositie. Daar kwam met opvolger Whale City behoorlijk wat verandering in. Er was zelfs sprake van een spectaculaire omslag. Een positieve ommekeer. Met gevoel voor overdrijving: Whale City swingt zelfs bij vlagen zoals Donna Summer tijdens haar meest wulpse jaren.

Op Tainted Lunch wordt de nieuwe succesformule nog wat verder uitgediept en zijn bovendien wat coryfeeën ingevlogen. Zo neemt Iggy Pop opener Rules Of The Game voor zijn rekening. De openingstrack die maar een dikke minuut duurt overigens. Raper en producer Kool Keith maakt van Burner een hogeschoolhiphoptrack. Had ook in de jaren 80 op plaat gezet kunnen zijn. Disco Peanuts is een track waarvoor hetzelfde geldt. Zó dansbaar hoorden we Warmduscher zelfs nog niet eerder.

Krautrock, garagerock en elementen uit de jazz maken het avontuur op Tainted Lunch compleet. Het album is een nog grotere sprong in de juiste richting dan zijn voorganger. Warmduscher is rijp voor de festivalweides in 2020. Pieter Visscher

Live Foto Review: Danny Vera @ Paradiso

Live Foto Review: Danny Vera @ Paradiso, Amsterdam
23 december 2019
Foto’s Peter van Heun

De Middelburgse singer-songwriter Danny Vera komt in december in het kader van zijn ‘Where Magnolio Grows…’ tournee naar Paradiso. Vera, bekend om zijn Americana sound, schrijft al sinds zijn tienerjaren liedjes over het leven, de liefde en de dood. Gepositioneerd als een getatoeëerde, zachtaardige outsider heeft Vera de afgelopen jaren de harten van het Nederlandse publiek weten te veroveren. Hij begon ooit in de kroeg, maar groeide al snel door naar grote zalen en festivals, mede door de landelijke bekendheid die hij kreeg door zijn optredens als huisband van Voetbal International op RTL7 (nu op Veronica).

In 2019 bracht hij zijn nieuwe, tweedelige album ‘Pressure Makes Diamonds 1 & 2’ uit, met hierop de grote radiohit ‘Roller Coaster’. Hij zal tijdens zijn nieuwe ‘Where Magnolia Grows…’-show in december in Paradiso zowel al zijn bekende werk als nummers van het nieuwe album ten gehore brengen.

Voorprogramma: William LG Branch

Underworld – DRIFT Series 1 Sampler Edition

Underworld – DRIFT Series 1 Sampler Edition (Caroline)

Is natuurlijk al een poosje uit, maar dit is zo’n bijzonder project dat we ons gepermitteerd voelen er nu pas wat over te schrijven. Want hoe zit het ook alweer allemaal?

Underworld, daar hebben we het over, besloot ergens in 2018 om vanaf 1 november dat jaar wekelijks een track online te zetten. Zo gezegd zo gedaan. Die enorme hoeveelheid nummers is verschenen in een lijvige en allesomvattende boxset, op dubbel vinyl en als enkele cd, met tien nummers. Op dat laatste fysieke product is te horen waarom het duo uit Wales nog altijd tot de voorhoede behoort van de elektronische muziek. Laten we daar organisch klinkende elektronische muziek van maken. Muziek met een hart. Vaak met meer gevoel gebracht dan een hoop populaire gitaarbands dat doen. Dat maakt het allemaal extra knap en fascinerend.

DRIFT Series 1 opent met het ruim achtenhalf minuten durende Appleshine, wat een stuk hypnotiserende techno betekent en zonder meer oldschool Underworld is en niet alleen door het onmiskenbare stemgeluid van Karl Hyde (62).  In het daarop volgende This Must Be Drum Street wordt volop gerefereerd aan de disco van Giorgio Moroder, die onder meer Donna Summer groot maakte.

Ander hoogtepunt is de wat nerveuze technotrack Mile Bush Pride, dat gek genoeg maar anderhalve minuut duurt. Wie denkt dat de versie in de box dan wel langer zal zijn, komt bedrogen uit. Terwijl het naar zoveel meer smaakt.

Brilliant Yes That Would Be is de vreemde eend in de bijt. Een soundscape van zes minuten, prikkelend genoeg om de spanning vast te houden. S T A R (Rebel Tech) is agressieve techno zoals we Underworld ook graag horen. Een vloervuller vanjewelste. Hyde verwerkt een groot aantal bekenden in zijn tekst, waaronder Dalai Lama, Johnny Depp, Tom Cruise en David Beckham. Opwindend tot op het bot. Dat zou John Peel ook zonder twijfel hebben gevonden. Ook hij komt voorbij. Als we het dan toch over hoogtepunten hebben, verdient ook het, opnieuw, Moroderesque alsook hallucinerende Imagine A Box alle aandacht. Wie dan nog niet losgaat op de dansvloer heeft een hart van beton. Wat een opwinding! Pieter Visscher

Tempers – Private Life

Tempers – Private Life (Dais Records/Konkurrent)

Net zo mysterieus als de songtitel Leonard Cohen Afterworld klinkt de derde worp van Tempers. Het in New York residerende duo duikt nog wat dieper de jaren 80 in en dat zorgt voor wat extra spanning op de boog. Het is prettig.

Zes jaar terug startten de twee met de enigszins naar New Order hintende single What Isn’t There. Dat geluid werd vastgehouden met de een jaar later verschenen single Hell Hotline. Nog wat donkerder en dansbaarder bovendien. Licht verslavend zelfs. Undoing, dat weer een jaar later verscheen is de derde prima single van Tempers en de drie teasers missen hun uitwerking niet. De daarop volgende ep’s en albums laten horen dat elektronica inmiddels vrijwel volledig de regie heeft overgenomen.

Op Private Life is dat niet anders. De plaat staat vol muziek die geschikt is voor donkere Berlijnse clubs en nachthonken in andere grote steden. Waar je je na twee uur in de nacht onbespied waant in alle rookgordijnen en mistige types om je heen. Verdwalen 2.0.

Een song als Filters, met die diepe, pompende baslijn en het wulpse, licht hese stemgeluid van Jasmine Golestaneh is net zo magisch als onweerstaanbaar. Golestaneh, met haar Iraanse roots, doet met haar stem wat ze wil, maar is op haar best wanneer ze in de buurt komt van de avant-gardistische Anne Clark. In Filters tikt ze Clarke zelfs even aan.

Private Life is zeker niet alle tien nummers even dansbaar en meeslepend. Het mysterieuze is wel een constante factor. In Sleep wordt dat zelfs aangelengd met een stukje industrial. Dat jasje zit Tempers ook als gegoten. Volgend jaar komen ze weer naar Europa. Vooralsnog niet naar Nederland en België. Haal de dansschoenen niettemin voor de zekerheid alvast van zolder. Of pak de trein naar Berlijn. Pieter Visscher

 

 

FEET – What’s Inside Is More Than Just Ham

FEET – What’s Inside Is More Than Just Ham (Clapped Records/DRG Music)

Een album met frisse, catchy, beklijvende en kwalitatief hoogstaande popmuziek met een broodnodig kartelrandje. Dat je na één luisterbeurt al weet te overtuigen. Zo’n plaat hadden we al een tijdje niet voorbij horen komen. En dan is er opeens FEET met What’s Inside Is More Than Just Ham. Zo’n lange titel? Daar waren we ook wel weer eens aan toe.

De vijf van FEET kwamen twee jaar terug met elkaar in contact tijdens hun studie aan de universiteit van Coventry. Pientere knapen derhalve en die slimheid is terug te horen op What’s Inside Is More Than Just Ham.

Daarop tien songs die een aantal decennia Britse popmuziek bij elkaar brengen. De invloeden zijn talrijk. Want we horen onder meer The Kinks, Blur, The Jam en The Clash. Britpop ontmoet indiepunk zeggen ze zelf en die omschrijving snijdt hout.

Wie Petty Thieving, de óverheerlijke single die als voorloper van dit debuutalbum verscheen, voorbij hoorde komen op Pinguin Radio wist eigenlijk al genoeg. Wanneer je zo’n steengoed indierockliedje kunt schrijven, moet de rest van de plaat ook een hoog niveau kunnen halen. En dat is gebeurd.

De productie van What’s Inside Is More Than Just Ham was in handen van Cam Blackwood (Jamie T, London Grammar), terwijl het album is afgemixt door Alan Moulder (Foals, Interpol). Naast het hoge niveau van de songs gooit het quasi-nonchalante stemgeluid van George Haverson extra muesli op de yoghurt. FEET heeft alles om net zo groot te worden als Blur. Misschien nog wel groter. Album van het jaar? Pieter Visscher