Yola – Walk Through Fire

yolaYola – Walk Through Fire (Easy Eye Sound/Warner)

Wanneer je leest dat Dan Auerbach heeft meegeschreven en achter de knoppen heeft gezeten bij het tot stand komen van een album weet je eigenlijk al dat er een bepaald kwaliteitsstempel op zo’n plaat zit. En als hij ook nog eens allerlei gitaren om zijn nek heeft gehangen en her en der wat percussie voor zijn rekening genomen heeft, is al helemaal duidelijk dat je je geen buil gaat vallen aan zo’n product.

Auerbach kennen we natuurlijk als de grote man van The Black Keys. De bluesrockformatie die al een poosje weinig van zich heeft laten horen en dat heeft dan weer alles te maken met dit soort nevenactiviteiten.

Yola is nog betrekkelijk onbekend in het circuit, terwijl ze furore maakte als achtergrondzangeres in Massive Attack en zong in de Britse country- en soulformatie Phantom Limb. Die elementen zijn meegenomen op Walk Through Fire, dat het solodebuut betekent voor Yolanda Quartey, wat haar volledige naam is.

De plaat opent fenomenaal met Faraway Look, dat een van de fraaiste nummers is die dit jaar zijn verschenen. Niemand minder dan Dusty Springfield wordt naar de kroon gestoken. Dit gaat veel verder dan slechts schatplichtig zijn aan iemand, maar als het zo briljant wordt neergezet, zal good old Dusty zich niet omdraaien in haar graf. Integendeel.

Het moet gezegd dat we met Faraway Look meteen het sterkste lied op Walk Through Fire te pakken hebben. Niettemin worden we nog steeds verwend met de allerfijnste countrysoul die we maar konden wensen. Niet in de laatste plaats door die heerlijke, warme stem van Yola. Pieter Visscher

Review: Hozier – Wasteland, Baby!

Hozier- Wasteland, Baby!

Na jaren in de marge moet het succes van zijn debuut uit 2014 ook voor Hozier zelf een behoorlijke verrassing zijn geweest. De Ierse singer-songwriter was verstandig genoeg zich er niet door van de wijs te laten brengen en werkte gestaag aan de opvolger, die er nu na een kleine vijf jaar eindelijk is.

Middels een eerste ep vorig jaar maakten we al kennis met Shrike en Nina Cried Power. Die laatste mag nu het album ook weer openen en staat nog steeds als een huis. Met Mavis Staples in het koor bouwt Hozier verder aan zijn eigen geluid, dat behalve beïnvloed door de stevige jaren tachtig rock van Springsteen en landgenoten U2 vooral opvalt door de opmerkelijke soul-en gospelinvloeden. Met Dinner & Diatribes gooit hij de rockversnelling echter nog een tandje hoger en komt hij verrassend stevig uit de hoek, nadat hij in As It Was ook bewees in de wat meer traditionele singer-songwriteraanpak goed te gedijen.

Met zijn doorbraaksingle Take me to Church wijs hij de protestsong, in dat geval tegen intolerantie, al nieuw leven te blazen, ook hier horen we een man, die het onrecht in de wereld alleen maar meer ziet worden en weinig ruimte voor optimisme toont, ondanks dat hij vocaal af en toe behoorlijk uitpakt. Een opmerkelijk donkere boodschap verpakt in een zeer muzikaal en opzwepend album, waarmee in ieder geval is bewezen dat Hozier allesbehalve een eendagsvlieg is. (Jurgen Vreugdenhil/Mania)

Meer albumreviews lezen? Check Mania Magazine

Foals – Everything not saved will be lost part 1

FOALS- Everything Not Saved Will Be Lost Part 1
(Warner)
2LP, CD

In 2008 verscheen Antidotes, het debuut van deze band uit Oxford. Die plaat had een behoorlijk lange aanloopperiode nodig waarin deze vriendengroep op zoek was naar een eigen geluid en hun instrumenten nog moisten leren beheersen. Toen dit uitgekristalliseerd was, begonnen ze aan de opnames. Het album was direct een succes en Foals is inmiddels uitgegroeid tot een grote act die op vele festivals te zien was. Het derde album Holy Fire was daar mede verantwoordelijk voor, want met die plaat braken ze ook internationaal door.

Hoge verwachtingen dus voor Everything Not Saved Will Be Lost, een album dat uit twee delen bestaat. Het eerste deel ligt nu in de winkels, deel twee komt later dit jaar nog. Het is een diepzinnige geworden waarin de individuele leden zich van hun meest persoonlijke kant laten zien. Het is behoorlijk hoogdravend allemaal, want de band stelt dat het nieuwe werk een ‘apocalyptisch vraagstuk’ is geworden.

Je moet volgens de band de twee delen ook apart van elkaar zien, het is geen werkstuk dat doormidden is gehakt. We zijn dan ook zeer benieuwd wat deel 2 gaat brengen, tot die tijd vermaken we ons uitstekend met deze prima nieuwe plaat. (Bert Dijkman / Mania)

Spidergawd – V

spidergawdSpidergawd – V (Crispin Glover Records/Konkurrent)

Alsof Motorpsycho al geen productieve band is, gooit de ritmesectie van die Noorse formatie er met het volledig uit de hand gelopen zijproject Spidergawd ook het ene na het andere album uit sinds 2014. Zonder aan kwaliteit in te boeten, want ook dit V knalt weer aan alle kanten. Inmiddels is overigens alleen drummer Kenneth Kapstad nog actief geweest in Motorpsycho. Het werd allemaal toch een beetje te veel voor bassist Bent Sæther. En zo gek is dat niet.

Grootste wapen van de band is nog altijd zanger/gitarist Per Borten, die over een strot beschikt waarmee hij probleemloos het behang van de muur schreeuwt en de schrootjes van het plafond – ook bij de buren. Met die verwoestende rockstem trekt hij elke song naar een hoger plan, terwijl baritonsaxofonist Rolf Martin Snustad in dezen ook niet moet worden uitgevlakt. Snustad is meer dan slagroom in de soes en ook veel meer dan satésaus op de berenhap. Hij trapt V af met een fijne saxofoonsolo, in het heerlijk gejaagde openingsnummer All And Everything. Spidergawd heeft er patent op.

Al eerder constateerden we dat Spidergawd niet onderdoet voor Queens Of The Stone Age en op de vijfde leg presteren ze dat andermaal. Wanneer je de aanstekelijke mix van metal, stoner en blues, waarin de jaren 70 nagalmen, beluistert op die vijf platen, vraag je je hardop af waarom de band nog geen headliner is op de grootste festivals ter wereld en eerdergenoemd QOTSA wel. Waren de bandleden van Spidergawd in Amerika geboren en die van QOTSA in Noorwegen hadden de rollen zo maar eens omgedraaid kunnen zijn. Ja, zo rollen wij op die verdwaasde aardbol van ons.

Enfin, wie fan is van bands als Soundgarden, Led Zeppelin, Black Sabbath en dus ook van Queens Of The Stone Age en nog nooit van Spidergawd heeft gehoord: rén richting platenboer en schaf ze maar aan die albums. Alle vijf! Of pak de fiets natuurlijk. Pieter Visscher

 

 

Albumreview: Children Of Bodom – Hexed

De eerste fundamenten van de melodieuze neoklassieke deathmetalband Children Of Bodom zijn in 1993 gelegd door vier piepjonge Finse schoolvrienden die ten tijde van het baanbrekende debuut Something Wild (1997) nog maar 18 jaar oud waren. Het was de raketstart van een glanzende carrière, die ons tot nu toe negen geweldige en met veel gif en melodie geïnjecteerde heavy deathmetalplaten heeft opgeleverd.

Met Hexed presenteren de Finnen nu de tiende en het is wederom een plaat waar je als metalliefhebber de vingers bij aflikt. De weergaloze neoklassieke duellen tussen gitarist Alexi Laiho en keyboardspeler Janne Warman zijn onweerstaanbaar, net als de lekkere refreinen, de felle snaaraanslagen, de dienende drums, de vervaarlijke strot van Laiho en zijn belachelijk goede en duizelingwekkende gitaarwerk. Hexed barst van de energie en laar een hechte band horen die na 26 jaar nog steeds uit dezelfde vrienden bestaat.
(Door: Menno Valk/Mania)  

The Lemonheads – Varshons 2

the lemonheadsThe Lemonheads – Varshons 2 (Fire Records/Konkurrent)

Tien jaar geleden had coverkoning Evan Dando daar ook al zin in; gewoon een plaat opnemen met nummers die hem na aan het hart liggen. Samen met die anderen van The Lemonheads, de band die de nodige bezettingswisselingen onderging sinds de start in 1986. Dando en consorten hebben altijd wel hun eigen draai gegeven aan nummers van andere artiesten. Ze zijn er in feite groot mee geworden (Simon and Garfunkels Mrs Robinson – 1992).

Op Varshons namen The Lemonheads onder meer Leonard Cohen, Wire, de knettergestoorde G.G. Allin, Christina Aguilera (Beautiful), Randy Alvey & The Green Fuz en Sam Gopal onder handen. Ook op Varshons II worden niet al te gek veel platgewalste coverpaden bewandeld.

Zo opent het album met het zoetsappige Can’t Forget, afkomstig van Yo La Tengo’s album Fakebook, dat in de uitvoering van The Lemonheads minstens zo zoet wordt opgediend. Die vlieger gaat ook op voor wat betreft Settled Down Like Rain van The Jayhawks. Opnieuw blijft Dando verdomd dicht bij het origineel. Maar het is mooier, hij legt meer gevoel in de song. Dat geldt bovendien voor Old Man Blank, oorspronkelijk van The Bevis Frond (wie kent ze niet?), dat daarnaast iets pittiger wordt.

Heel stiekem is elke versie van favoriete liedjes die Evan Dando met zijn Lemonheads heeft opgenomen net wat lekkerder dan het origineel. Dat geldt ook voor de uitvoering van – en misschien is dat wel een beetje vloeken in de kerk – Nick Cave & The Bad Seeds’ Straight To You.

De enige dissonant is afsluiter Take It Easy van The Eagles, dat altijd een zouteloos softrockliedje is geweest en tóch wordt-ie lekkerder als Dando er met zijn klauwen aan heeft gezeten. Varshons II is een heerlijke laidbackplaat, die geen Lemonheads-fan teleur gaat stellen. Pieter Visscher

LIVEDATUM 09/03 Reflektor Club, Luik

Pinguin Radio presenteert Volkskrant Radio – editie maart 2019

Elke eerste maandag van de maand op Pinguin Radio van 20:00 tot 22:00 uur de beste tracks van de beste albums van het moment samengesteld door de muziekredactie van de Volkskrant.

de Volkskrant

De kroniek van de nieuwe muziek

Lees hieronder alle cd-reviews van de albums van het moment volgens de redactie van de Volkskrant.

YolaYola – Walk Through Fire (Easy Eye Sound/ Nonesuch)

De Britse zangeres Yola presenteerde zichzelf afgelopen jaarwisseling in de tv-show van Jools Holland op de BBC. Haar krachtig gezongen soulballad Faraway Look was zo’n liedje dat je meteen nog een keer wilde horen en zien.

Tekst Gijsbert Kamer, 28 februari 2019

Wie was deze zangeres en wat had ze nog meer gedaan? Yola bleek te zijn opgegroeid in Bristol. Ze had al een behoorlijk turbulent leven achter de rug, waarin ze vergeefs had geprobeerd in eigen land een poot aan de grond te krijgen als zangeres. Het meest succesvol was ze tot dan toe met de Britse americanaband Phantom Limb, die begin dit decennium een paar albums uitbracht.

Het succes kwam pas toen de inmiddels 35-jarige zangeres naar de Verenigde Staten trok en in Nashville onder de hoede kwam van producer Dan Auerbach. De zanger-gitarist van de Black Keys hoorde in haar een zangeres die een stevige brug kon slaan tussen country en soul, zoals Dusty Springfield dat een halve eeuw geleden deed. En nu ligt er een op Auerbachs label Easy Eye Sound verschenen album. lees meer

Julia Jacklin – Crushing (Liberation Records)
Een stem om te koesteren, die van de Australische Julia Jacklin. Fluweelzacht en toch indringend. Haar tweede album Crushing klinkt uitgesprokener dan het beloftevolle Don’t Let the Kids Win uit 2016. De liedjes voelen als een donzen deken. Sober geproduceerd.

Tekst Gijsbert Kamer, 28 februari 2019

Soms niet meer dan een paar gitaarnoten en een zachtjes beroerd drumstel. Alles op Crushing staat in dienst van de stem. Een stem die ook nog eens bijzondere teksten loslaat, want het mag op Crushing dan kommer en kwel zijn, je schiet in de teksten over haar liefdesverdriet regelmatig in de lach. Zoals in het sterke openingsnummer Bodywaarin ze verhaalt over haar vriendje dat door de politie uit een vliegtuig wordt gehaald omdat hij op de wc een sigaret had opgestoken. lees meer

Modeselektor – Who Else (Monkeytown Records)
Het carrièrebepalende strijdplan van de Duitsers Gernot Bronsert en Sebastian Szary, volgens henzelf: altijd de saaiheid te lijf gaan. En wie luistert naar de nieuwe plaat van Modeselektor, de opvolger van Monkeytown uit 2011, weet dat dit geen loze woorden zijn.

Tekst Robert van Gijssel, 21

De Berlijners werden groot in de ondergrondse technocultuur van Berlijn in de jaren negentig en kunnen nog altijd tot de Europese dance-adel worden gerekend. Who Else is een klapper van een dance-album, waar de adrenaline vanaf de eerste track uit spuit en de verveling geen schijn van kans krijgt, want de plaat staat vol met club bangers. lees meer

Sleaford Mods – Eton Alive (Cargo Records)
De een knauwt in harde straattaal half rappend half kwetterend de teksten, de ander zet er stuiterende, schurende en ontregelende beats onder. Zo verdelen de Engelse Jason Williamson en Andrew Fearn de taken al sinds ze in 2013 debuteerden met Austerity Dogs.

Tekst Gijsbert Kamer, 21 februari 2019

Inmiddels zijn ze toe aan hun vijfde plaat en wordt hun muziek in het Verenigd Koninkrijk gerekend tot het beste, meest relevante anti-establishmentgeluid van de laatste jaren. Een status die er mogelijk voor heeft gezorgd dat ze een jaartje extra de tijd hebben genomen voor Eton Alive, de opvolger van English Tapas uit 2017.

Eton Alive is niet het ferme, definitieve anti-Brexitstatement geworden dat toch een beetje van het duo verwacht werd. Het is eerder een plaat waarop het duo wat meer in de spiegel kijkt. Hoe is het ze zelf vergaan nu ze tegen de vijftig lopen? lees meer

Cass McCombs – Tip of the Sphere (ANTI-)
Hoewel Tip of the Sphere al het negende album in zestien jaar is van de Californische zanger en componist Cass McCombs, kwam hij pas echt in de belangstelling te staan met zijn vorige plaat Mangy Love (2016). Hierop ontsteeg hij al met wervelende producties het ambachtelijke singer-songwritergenre.

Tekst Gijsbert Kamer, 21 februari 2019

Die lijn zet hij verder voort op het minstens zo fraaie Tip of the Sphere. De zowel tekstueel als muzikaal complexe liedjes worden transparant door de warme, donkere stem van McCombs. Hij lijkt soms zoekende, op de meeslepende manier die we kennen uit de liedjes van Kurt Vile. Zijn arrangementen worden per plaat grootser en psychedelischer , zo lijkt het. Maar hij kan alle grandeur ook loslaten voor een klein ingetogen liedje als Estrella.

 

Hexvessel – All Three (Century Media)
Hexvessel, de band die eigenlijk helemaal niet heavy is, komt prima weg met het fijnbesnaarde, folk-fetisjistische album All Tree, een ode aan de boom.

Tekst Robert van Gijssel, 14 februari 2019

De Britse zanger Mat McNerney verkaste jaren geleden naar Noorwegen, om zich daar in de woeste natuur én het heavy Scandinavische bandjesleven te storten. Inmiddels zit hij twee landen verderop en daar, in Finland, vormde hij de fraaie, heidense folkband Hexvessel, een band die helemaal niet heavy is. De vorige plaat, When We Are Death, was een mysterieuze en zingevende plaat over het bittere einde. Op het nieuwe album All Tree predikt Hexvessel daar eigenlijk ook over. Want het is een ode aan de boom, die oude en wijze knoesten van de aarde, die net als wij tot aarde wederkeren. lees meer

Ariana Grande – thank u, next (Republic/Universal)
Voorop Thank U, Next staat Ariana Grande ondersteboven afgebeeld, een foefje dat ze ook al uithaalde op de hoes van de immens succesvolle voorganger Sweetener (2018).

Tekst Menno Pot, 14 februari 2019

De boodschap is duidelijk: het leven van de grootste popster van het moment staat onverminderd op zijn kop. Over Sweetener hing de rouwsluier van de bloedige aanslag op haar fans (23 doden) na een concert in Manchester. Op Thank U, Next zingt ze liefdesverdriet van zich af, over haar stukgelopen relatie en de plotselinge dood van een eerdere ex, de rapper Mac Miller.

Mainstreampop wil nog weleens van een ondraaglijke lichtheid zijn, maar daar stak het noodlot bij Grande een stokje voor: wat Thank U, Next zo goed maakt is juist die gepeperde combinatie van bitter (de liedjes) en zoet (de muziek). lees meer

Jessica Pratt – Quiet Signs (Mexican Summer)
De Amerikaanse folkzangeres Jessica Pratt had op haar vorige twee platen nog de neiging haar intense stemgeluid te begeleiden door een wat krakend instrumentarium. Alsof ze zich schaamde voor de pracht van haar liedjes en die eigenlijk niet in een echte studio wilde vastleggen.

Tekst Gijsbert Kamer, 7 februari 2019

De lo-fi aanpak van voorheen heeft ze op Quiet Signs laten varen, wat haar ongetwijfeld wat indie-puristen onder haar steeds groter geworden schare bewonderaars zal kosten. Maar de keuze voor een uitgebalanceerder geluid doet hier wonderen.

Nog altijd dringt Pratts beverige maar intrigerende stem zich naar voren, maar alleen die fluit al in Fare Thee Well klinkt prachtig. Hier horen we niet langer een muzikant die schattige, door folk geïnspireerde lo-fi-pop, maakt: Quiet Signs is een troostrijk folk-kleinood van een zangeres die definitief haar eigen geluid heeft gevonden.

Mercy John – Let It Go Easy (Butler Records)
Met zijn plaat This Ain’t New York uit 2017 was John Verhoeven alias Mercy John een leuke nieuwkomer in het toch al zo florissante Nederlandse rootswereldje. De opvolger Let It Go Easy zet de zanger en liedschrijver nog grondiger met zijn laarzen in de klei. De nummers zijn steviger en degelijker gecomponeerd én afgewerkt met een fijne band en feilloze vocalen, van de hoofdrolspeler zelf en bijvoorbeeld zijn toetseniste Kirsten Boersma, die de liedjes van zoemende orgels en warme meerstemmigheid voorziet.

Tekst Robert van Gijssel, 28 februari 2019

We horen nog meer toegankelijke en aanstekelijke americana, al direct in het tweede nummer Trains. Mercy John klinkt hier een beetje als Ryan Adams, en later komen ook de onvermijdelijke grootheden Tom Petty en Bruce Springsteen voorbij. Maar de songs klinken authentiek en geven je  het gevoel dat Mercy John echt iets te vertellen heeft. lees meer

Rustin Man – Drift Code (Domino)

Tekst Gijsbert Kamer, 7 februari 2019

Paul Webb was in de jaren tachtig bassist in het illustere Talk Talk en maakte als Rustin Man in 2002 met zangeres Beth Gibbons van Portishead een plaat, Out of Season. Ruim zestien jaar na dit  album komt hij nu met wat zijn solodebuut mag heten: Drift Code. Hij schijnt er daadwerkelijk een jaar of veertien aan gewerkt te hebben. En net als het latere werk van Talk Talk (Spirit of Eden, 1988; Laughing Stock, 1991) is ook dit album met weinig andere platen vergelijkbaar. lees meer

 

Luister hier naar de vorige editie!
Volkskrant Radio – januari 2019

Iedere eerste maandag van de maand tussen 20:00 en 22:00 uur live te beluisteren bij Pinguin Radio en een dag later terug te vinden op Volkskrant.nl als podcast en uiteraard ook bij ons op de site!

Bob Mould – Sunshine Rock

bob mouldBob Mould – Sunshine Rock (Merge Records/Konkurrent)

Je weet opeens weer hoe groot ons eigen Shocking Blue nog altijd wereldwijd is wanneer de legendarische Bob Mould een nummer van die band covert. Send Me A Postcard krijgt op Moulds nieuwe worp Sunshine Rock een typische Mould-behandeling. Net zo furieus als dat hij uit de startblokken komt op dit meesterlijke album.

Dat opent met het titelnummer en eigenlijk weet je dan al dat het goed zit met die andere elf tracks. Mould verhuisde vanuit Amerika naar Berlijn, uit onvrede met de komst van Donald Trump, en ook hij vond daar de inspiratie die zovelen vinden en vonden in de fantastische Duitse hoofdstad. Mould, achter in de 50, glanst als nooit tevoren en klonk hij ooit energieker? Neem een track als What Do You Want Me To Do, gejaagd en positief opgefokt, en met een boodschap aan een geliefde. Het had sikkeneurig kunnen worden, wanneer je de tekst een beetje doorgrondt, maar Mould zingt het met een enthousiasme waardoor je er een heus liefdeslied in kunt horen. Waarachtig. Ja, de lente hangt in de lucht.

Ook in Nederland, waar Mould de boel nog wat extra opvrolijkt met het minstens zo gejaagde en pakkende Sunny Love Song, een nummer om smoorverliefd op te worden en die om de repeatknop schrééuwt. Zó lekker.

Toen Mould in de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw groot werd met zijn bands Hüsker Dü en Sugar had je eigenlijk niet kunnen bevroeden dat hij solo nog altijd zo intens zou kunnen klinken, zo veel jaren later. Want dat doet hij. Intens klinken, je continu bij de les houden met onversneden punkrock, naar grote hoogten gestuwd door die gruwelijk lekkere strot van Mould. Wat een feest deze plaat! Pieter Visscher

LIVEDATUM 12/03 Het Depot, Leuven

J.S. Ondara – Tales of America (Verve Forecast / Universal Music

J.S. OndaraDe vorige generaties zouden deze stem waarschijnlijk een “nachtegaaltje” noemen, een pareltje. Hoe dan ook, de stem van J.S. Ondara doet zeer positief verbazen. Wat een ontdekking en 2019 is nog maar net begonnen. Een sensatie dan maar, waar je niet aan voorbij kunt gaan.

J.S. Ondara is geboren in Nairobi, Kenia. Zijn familie behoorde niet bij de gegoede klasse: het dagelijks krijgen van een maaltijd en het hebben van een dak boven je hoofd was al heel wat. J.S. schreef graag liedtekstjes op de basisschool en toen hij via een klasgenoot hoorde van en over Bob Dylan, wist hij het zeker: singer/songwriter in Amerika was het ultieme doel.

Hoe hij ooit bij z’n tante in Minneapolis is terecht gekomen vertelt het verhaal niet. Wel dat hij zichzelf leerde gitaar te spelen, want een instrument ontbrak nog in de visie van Ondara. Een jonge man die weet wat hij wil. Via optredens in plaatselijk clubs, de lokale radio werd Ondara ontdekt en kreeg hij een platencontract.

De komende tijd on tour in het voorprogramma van Lindsey Buckingham. Tales Of America bevat elf verhalen van wonderschone klasse. Niet raar kijken als Buckingham in het voorprogramma van J.S. Ondara gaat optreden. Sprookjes bestaan nog, Tales of America. Tekst Mania | Wim Velderman

LIVEDATUM 20 april Motel Mozaique Festival, Rotterdam

Yola – Walk Through Fire (Easy Eye Sound / Warner Music)

YolaOp het mooiste kruispunt van de popmuziek, die tussen Country en Soul, gelegen ergens in de driehoek Memphis-Nashville-Muscle Shoals, waren de geesten van Percy Sledge, James Carr en Elvis Presley anno “From Elvis In Memphis” nog flink rond.

Yola Carter, ooit zangeres van Phantom Limb, ontmoette er Dan Auerbach die op zijn beurt legendes als Bobby Wood, Charlie McCoy en grootmeester Dan Penn meenam. Gezamenlijk zetten zij zich aan het werk om Yola’s solodebuut te maken. De Engelse zangeres kende genoeg ellende in haar leven om een hoop pijn van zich af te kunnen zingen.

Een gewelddadige relatie, dakloos zijn, en een afgebrand huis vormen de inspiratie voor een album dat varieert van het georkestreerde grote gebaar van Faraway Look, tot aan het heerlijk voortkabbelende Ride Out In The Country. De eenzame pedal steel tegenover de soulvolle blazers, de achtergrond twang van Vince Gill (in Keep Me Here) tegenover de diepe, rauwe blues van Yola’s enorme stemgeluid, in alles komt hier het beste van twee werelden tezamen.

Auerbach weet in zijn productie altijd een fraaie vintage feel neer te leggen, die naadloos past bij het tijdloze materiaal. Aan alle gebroken harten, dolende zielen en eenzame zwervers, wanhoop niet meer, The Queen Of Countrysoul has arrived…. Tekst Mania | Jurgen Vreugdenhil