Live Foto Review: Klangstof + Áslaug in Paradiso Noord

Klangstof is het project van de Nederlander Koen van de Wardt, die opgroeide in Noorwegen. Sterk beïnvloedt door Radiohead maakt de jonge muzikant mooie liedjes vol synths, gitaar en drums, met daarbij zijn unieke stemgeluid. De komende tweede plaat ‘The Noise You Make Is Silent’ brengt de veelzijdigheid, speelsheid en impulsiviteit van het trio, dat naast Van de Wardt bestaat uit Wannes Salomé en Erik Buschmann, vol in het voetlicht.

De schrijfsessies hadden meer gemeen met verstrooide geluidsexperimenten dan geijkte jams; de drie muzikanten circuleerden om een tafel vol effectpedalen, laptops, synths en drummachines waaruit ze spannende geluiden kweekten. Deze geluiden vormden vaak de basis waaruit de songs voortvloeien.

In plaats van te denken in begin- en eindpunten, geeft Klangstof zich over aan het onophoudelijke. Met een impulsieve, spannende dynamiek die de grenzen elke keer nog een stukje verder verlegt, is Klangstof ook als liveband bekend in binnen- en buitenland.

King Krule – Man Alive!

King Krule – Man Alive! (XL Recordings/Beggars)

Kettingroker Archy Marshall (25) staat niet op het erepodium wanneer de schoonheidsprijzen worden verdeeld. Niet alleen daarom zou hij er in de eerste voorronde van Idols al zijn uitgevlogen, omdat zijn vocale beperkingen er bovendien niet om liegen. Slim als hij is maakt de Brit pragmatisch gebruik van zijn stem en who gives a fuck anyway om dat uiterlijk? Het gaat in muziek áltijd om de songs. Nietwaar, Beyoncé?

Archy Marshall kennen we vooral als zijn alter ego King Krule, waarmee de Londenaar zijn vierde album heeft afgeleverd. Ook nu weer schimmig en onderscheidend. Aanschurkend tegen een zekere beklemming. Geen stijlbreuken, geen commerciële knieval op Man Alive!. Je zou het stempel met psychedelische jazz er weer op kunnen drukken. Het dekt de lading behoorlijk. Hoewel Marshall nog lekker springerig aftrapt met Cellular, waarin een hoofdrol is weggelegd voor de drumcomputer. Waarmee hij zijn liefde voor hiphop geenszins verloochent. De jazzy saxofoon in de finale had nog wat langer de regie mogen overnemen.

Supermarché is dreigender en opnieuw is die drumcomputer belangrijk. Stoned Again is ronduit opstandig. Marshall klinkt als een gefrustreerde, bozige beatnik, ronddolend op een planeet nog verwarder dan hijzelf. Met Comet Face wordt een klein beetje afstand gedaan van het avant-gardistische geluid waardoor ook Man Alive! wordt gekenmerkt, hoewel er nog lang geen sprake is van een popliedje. Dat wil Marshall ook helemaal niet. King Krule is de meester van het subversieve geluid en dat wil hij weten ook. Hij heeft een niche gecreëerd.

The Dream, met zijn 1 minuut en 39 seconden lengte, lijkt niet meer dan een vingeroefening, terwijl Marshall zijn liefste stem laat horen en een warme bas het nummer vanaf de start draagt. Het kronkelige, meanderende Perfecto Miserable is de lastigste track op de plaat. Experimentele jazz voor gevorderden.  Marshall moet het slaapwandelend hebben geschreven. Het tweede deel van het album wijkt daar stijltechnisch niet te gek veel vanaf, Marshall drijft nog wat verder weg van toegankelijkheid. Waardoor Man Alive! vooral een plaat voor de avonduren is geworden. Dan komen de 14 songs het prettigst binnen. Nog beter: de nacht. Pieter Visscher

Live Foto Review: Bear’s Den @ AFAS Live

Live Foto Review: Bear’s Den @ AFAS Live, Amsterdam
27 februari 2020
Foto’s Peter van Heun

In 2013 werden we doormiddel van meerdere EP’s, geïntroduceerd aan de folk sounds van Bear’s Den. Één jaar later verscheen het debuut album ‘Islands’. Dit album werd opgevolgd door het experimentelere ‘Red Earth & Pouring Rain’ waarin de band nieuwe geluiden uitprobeert. Door het grote succes van de band werd er sinds samenstelling non-stop getourd. Het was dus tijd voor een pauze. Tijdens deze pauze kon de band goed nadenken over de toekomst van Bear’s Den. Het resultaat hiervan horen we op het recent uitgebrachte abum ‘so that you might hear me’. Waarin we nieuwe sounds horen die worden voorgeschoteld in een klassiek Bear’s Den jasje.

Pinguin Radio presenteert podcast Volkskrant Radio – februari 2020

Pinguin Radio en de Volkskrant slaan de handen ineen voor een maandelijkse radio-uitzending waarin de luisteraar bij de hand wordt genomen langs de beste albums en de beste tracks van het moment.

de Volkskrant

Iedere eerste maandag van de maand tussen 20:00 en 22:00 uur live te beluisteren bij Pinguin Radio en een dag later terug te vinden op Volkskrant.nl als podcast en uiteraard ook bij ons op de site! En in de herhaling is op 20 januari.

Dit alles, en meer, is te vinden op de maandelijkse Volkskrant Radio-podcast op Pinguin Radio.

The Men – Mercy

The Men – Mercy (Sacred Bones/Konkurrent)

Misschien wel een van de bijzonderste bands die er rondlopen op deze planeet is The Men, uit New York. Volstrekt onvoorspelbaar. Schakelt net zo eenvoudig over van snoeiharde metal of punk naar singer-songwriterachtige nummers en ook psychedelica wordt niet uit de weg gegaan.

Net zo onvoorspelbaar als de muziek die de formatie op plaat zet, is de samenstelling van de band, die met Mercy de achtste langspeler heeft gelanceerd. Al is The Men nu reeds voor de derde keer met dezelfde namen de studio ingedoken. Hoe je het wendt of keert, komt dat het geluid ten goede. Hoewel je dat van de hak op de tak gaan er echt niet meer uit krijgt.

Zo opent Mercy met het gedragen, wat countryachtige Cool Water, compositorisch niet al te spannend. “I’m a pool of sweat, a canyon of regret, this bottle is my only friend”, zingt Nick Chiericozzi. De song wordt gevolgd door het ruim tien minuten durende Wading In Dirty Water dat onherroepelijk aan Canned Heat, maar vooral aan The Doors doet denken, met een glansrol voor het Hammond-orgel. De weerbarstigheid van The Men doet dan weer opgeld met het rustgevende pianoliedje Fallin’ Thru dat ook op een plaat van Lou Reed had kunnen staan.

Children All Over The World roept herinneringen op aan de jaren 80, wanneer synthesizer en elektrische gitaar om voorrang knokken. Call The Dr. is een heerlijk springerig, uptempo fingerpicking gitaarliedje dat op elk moment van de dag een glimlach op je gezicht weet te toveren.

Opvallend is het intro van Breeze, dat verrekte veel wegheeft van Radar Love van onze bloedeigen Golden Earring. Zou Rinus Gerritsen al hebben gebeld? Breeze is een óverheerlijke punrockkraker vanjewelste. Chiericozzi laat het achterste van zijn tong horen zonder de gevoeligheid die hij in songs kan leggen kwijt te raken. Dat is knap en maakt het allemaal nog wat prettiger om naar te luisteren. Breeze is typisch zo’n nummer dat je wel tien keer achter elkaar naar de repeatknop doet lopen. Net geen drie minuten. Het klopt allemaal. Een van de sterkste songs die dit jaar zijn verschenen. Met het afsluitende titelnummer is Lou Reed dan opeens weer een klein beetje van de partij. Alsof-ie nooit is weggeweest. Pieter Visscher

Live Foto Review: Balthazar @ Paradiso

Live Foto Review: Balthazar @ Paradiso, Amsterdam
24 februari 2020
Foto’s Peter van Heun

Op 24 februari keerde de Vlaamse indiepopband Balthazar terug naar Paradiso. De vijfkoppige formatie rondom voormannen Maarten Devoldere en Jinte Deprez werd opgericht in 2004 en wist door hun harde werk, ijzersterke liveshows en gewoonweg het feit nog nooit een slecht album gemaakt te hebben in gestaag tempo uit te groeien tot een van de populairste en meest geprezen bands uit België, met succes wat reikt tot ver buiten de grenzen van de Benelux. Begin 2019 verscheen Balthazar’s vierde studioalbum ‘Fever’, waarop wederom een fris en vernieuwend indiegeluid te horen is.

Voorprogramma: Jaguar Jaguar

Robert Cray Band – That’s What I Heard

Robert Cray Band – That’s What I Heard (Thirty Tigers/Bertus)

Hij won vijf Grammy’s en zit al ruim veertig jaar in het vak dat het hem groot maakte, waarmee hij wereldwijd successen vierde: het muziekvak. Immer laverend tussen blues, R&B en soul is de 66-jarige songsmid Robert Cray met zijn huidige band nog altijd een van de groten in de bluesrock. Nog geen spoortje slijtage op de stembanden en qua songmateriaal wordt nooit over een nacht ijs gegaan. Perfectie als sleutelwoord.

Dat geldt ook weer voor That’s What I Heard, dat geen wereldhits van het niveau Strong Persuader of Don’t Be Afraid of the Dark kent, maar werkelijk nergens teleurstelt. Wanneer Cray gevraagd wordt hoe hij het album in drie woorden zou kunnen omschrijven komt hij tot fucking cool en bad en dan volgt een glimlach om in te lijsten. Cray lacht zijn tanden bloot zoals alleen hij dat kan en je ziet aan alles dat hij in topvorm is. Geestelijk en fysiek. De Amerikaan zegt dat hij en zijn band nog nooit zoveel lol hebben gemaakt tijdens het maken van een plaat. Dat geloof je terstond, want het speelplezier lijkt groter dan ooit. That’s What I Heard is een bruisend album, dat veel levensvreugde laat horen.

Vergelijk het met een voetbalteam; wanneer de sfeer in de groep goed is, zijn de resultaten vaak navenant. Cray versleet nogal wat muzikanten in de laatste vier decennia en nu lijkt de cohesie sterker dan ooit. De club kameraden die hij om zich heen heeft verzameld is ‘m al een poosje trouw en dat hoor je terug in de songs. Richard Cousins (bas), Dover Weinberg (keyboards), Terence F. Clark (drums), en Steve Jordan (drums, percussie) worden op het album bijgestaan door Steve Perry (Journey) en Ray Parker Jr. en dat maakt het feest nog wat groter.

Naast eerdergenoemde ingrediënten leven Cray cum suis zich ook uit met gospel en boogaloo. Het swingende My Baby Likes To Boogaloo spreekt boekdelen wat betreft het optimisme dat we terugvinden op That’s What I Heard, dat werd geproduceerd door Steve Jordan (Sheryl Crow, Josh Groban, Keith Richards, Boz Scaggs). Een feest om in de cd-speler te schuiven, of om op de draaitafel te leggen. Dansschoenen paraat. Het leven is mooi als je Robert Cray bent. Pieter Visscher

 

Gil Scott-Heron – We’re New Again (A Reimagining By Makaya McCraven)

Gil Scott-Heron – We’re New Again (A Reimagining By Makaya McCraven) (Beggars/XL Recordings)

Tien jaar terug bracht de gevierde soul/jazzmuzikant, dichter en auteur, wijlen Gil Scott-Heron zijn dertiende, alsook laatste studioalbum uit, We’re New Again getiteld. A Reimagining By Makaya McCraven betekent dat de vermaarde Amerikaanse jazzdrummer McRaven de zwanenzang onder handen heeft genomen. Op bijzonder respectvolle wijze. Smaakvol bovendien.

Spannender dan het origineel en wie had dat kunnen bedenken? McRaven zelf waarschijnlijk, want hij wist dondersgoed waar hij aan begon. McCraven wordt alom geprezen als een vertolker van een van de meest uitdagende nieuwe geluiden binnen de moderne jazz en dat hoor je terug.

De in Parijs geboren Amerikaan trommelde een aantal bevriende muzikanten op om het project samen met hem gestalte te geven. Multi-instrumentalisten Ben LaMar Gay, Jeff Parker en Junius Paul zijn van de partij. Opnames vonden plaats in de thuisstudio van McRaven. Hij speelt zelf Wurlitzer, synthesizers en bas op het album.

McRavens ritmische interpretatie van het swingende New York Is Killing Me is gebaseerd op gesamplede drums van zijn vader, Stephen, ook al gelauwerd in de muziekwereld. Er wordt tijdens de opnames flink op los geïmproviseerd en dat geeft je het gevoel alsof je erbij bent in de studio.

De grote man van XL Recordings, producer Richard Russell, is dolenthousiast over de plaat, al zal dat niemand verbazen. Hij is blij dat het nergens rommelig is geworden, het gevaar dat binnen de jazz altijd wel enigszins op de loer ligt. “There’s nothing excess in there. There’s still Gill’s great voice, and that huge presence.” Op zo’n moment denk je: geen speld tussen te krijgen. Pieter Visscher

Liefhebbers van Makaya McCraven en Gil Scott-Heron luisteren uiteraard naar het heerlijke Pinguin Pluche.

Eefje de Visser – Bitterzoet

Als je goed luisterde hoorde je dat op De Koek, de eerste plaat van Eefje de Visser uit 2011, het subtiele gebruik van elektronica al aanwezig was. Bij liedjes als Hartslag en Afdwaald lag het er zelfs dik bovenop, maar de liedjes zaten nog verstopt tussen de voornamelijk akoestische luisterliedjes.

In de acht jaar die daarop volgden hoorden we Eefje op verschillende platen steeds meer een elektronisch geluid ontwikkelen. Op haar nieuwe plaat Bitterzoet heeft dit zich gevormd toch een prachtig warm modern geluid waarin ze zich helemaal op haar plek lijkt te voelen.

Als ik de nieuwe plaat beluister trekt er een storm over ons land, de regen slaat tegen de ramen. Ik neem even lekker de tijd om de muziek tot me door te laten dringen. In mijn achterhoofd heb ik het prachtige optreden dat Eefje eerder dit jaar gaf op Noorderslag. We werden ondergedompeld in een subtiel opgebouwde show waarbij de nieuwe nummers ondersteund werden door mooi gedempt licht en een opvallende choreografie van Eefje en haar achtergrondzangeressen. Alles klopte en verschillende media bestempelden het optreden als een doorbraak en absoluut het mooiste van de avond.

Bitterzoet klinkt sfeervol, dromerig, volwassen en bedwelmend, zelf noemt ze het zwoel en airy. Het tempo ligt laag en de nummers worden vaak rustig opgebouwd met zoemende synthesizers, rhodes pianopartijen en passende beats én er is veel aandacht voor de prachtige ondersteunende zangpartijen op de achtergrond. Samen met haar vriend Pieterjan Coppejans heeft ze de plaat thuis in Gent geproduceerd. Vier jaar hebben ze er over gedaan en dat is te horen. Nog steeds zijn er de mooie wendingen in de melodieën en is er die licht hese stem, maar dit alles wordt gevat in een spannend grotestadsgeluid dat internationaal klinkt.

Tekstueel houdt ze het open, er is veel ruimte voor eigen interpretatie. Op eerdere platen stopte ze de liedjes vol met tekstuele spitsvondigheden, nu gaat er een serene rust vanuit. Persoonlijke belevenissen beschrijft ze filmisch en soms surrealistisch. In een interview eerder dit jaar zegt ze hierover “het is als een boek met minder woorden, maar met meer essentie”. Uitgangspunt in veel teksten is de liefde, de relatie met haar partner.

Ik zag je in m’n droom/ik zag schimmen van ons/Ik wilde naar jou/jij wilde naar mij.

Uit het nummer Kom Op is de tekst nog vrij direct en dat geldt ook voor de beschrijvingen in het titelnummer Bitterzoet:

Stop/We parkeren aan de rand van de stad/Ik check in en laat m’n jas in het hotel/Onze stappen klinken luid in de hal/In de lift kijken we samen in de spiegel/We zijn boven voor het vallen van de avond/Door het raam zien we de rood doorlopen hemel al vervagen.

Maar verderop in het refrein dan toch:

Zie je niet misschien?/Je weet toch zeker dat die bubbel bijna barst dan?/Zie je niet, je verblindt me/Het tegenlicht blijft, het blijft/Verblind me, het tegenlicht blijft, het blijft.

En zo blijft Eefje de Visser ook op deze plaat intiem en dicht bij zichzelf. Haar kenmerkende poëtische teksten worden ditmaal gedragen door een spannend en groots modern geluid dat ze live prachtig weet over te brengen maar waarin ik me op deze stormachtige zondagavond ook heerlijk kan verliezen.

Door: Jan Berends

Eefje de Visser gaat op een grote tournee. Zie hier alle livedata.

Ásgeir – Bury The Moon

Ásgeir – Bury The Moon (One Little Indian Records/Konkurrent)

Ásgeir. Ik zag ‘m voor het eerst optreden in Duitsland, in 2013. Hij had toen met zijn debuutplaat Dýrð í dauðaþögn (ja, probeer maar even) al lang de eerste plaats bereikt in de IJslandse albumlijst. Bijzondere stem, dacht ik. Prachtige liedjes ook. Nog belangrijker.

Ásgeir bracht de plaat in 2014 wereldwijd uit in het Engels. De vertaling werd gedaan door een andere grootheid in het singer-songwritergenre: John Grant. In The Silence werd een groot succes, niet in de laatste plaats door de prachtsingle Going Home, die misschien wel het mooiste was wat dat jaar werd uitgebracht. Een warm bed van verstilde elektronica waarop Ásgeirs falset gedijt. In The Silence is een prima debuut, terwijl je voelt dat de Scandinaviër in creatieve zin nog niet het achterste van zijn tong heeft laten horen.

Met opvolger Afterglow (2017) laat Ásgeir een andere kant van zichzelf horen. Een album waarop soundscapes een voorname rol spelen en het elektronische experiment absoluut niet uit de weg wordt gegaan. Dat komt her en der wat geforceerd over. Des te benieuwder ben je dan wanneer plaat drie verschijnt. Is Ásgeir teruggegaan naar de met veel elektronica aangelengde folk die we op zijn debuut omarmden? Het antwoord luidt: ja.

Er wordt nog genoeg met elektronica gestoeid, maar alles is stukken functioneler. Het liedje eist weer de hoofdrol op en zo horen we Ásgeir het liefst. Opeens zijn alle klappen raak. Ásgeir heeft een album gemaakt dat in veel eindlijstjes over 2020 op de eerste plaats staat. Anders vreet ik mijn winterjas op. Noteer dat alvast. Bury The Moon is een onvervalst liedjesalbum, dat ronduit indrukwekkend is. Wanneer de eerste noot wordt aangeslagen van Pictures weet je diep in je hart al dat het goed zit. Een akoestische gitaar eist de aandacht op, toetsen, een schuiftrompet, alles klopt. Tweede nummer Youth haalt ook al het niveau van Going Home. Opnieuw die trompet, uptempo, dansbaar. Meer!

Want meer wil je dan en dat krijg je ook. Ook track drie, Breathe, is raak. “Wherever I may go, I will find my way home“, klinkt het. Zal track vier, Eventide, dan een minder nummer zijn, vraag je je inmiddels af, want de lat ligt zó verrekte hoog dat dat nauwelijks voor mogelijk kan worden gehouden. Niks van dat. Lazy Giants Overlay dan toch wel, nummer vijf? Nee hoor, want het wordt alleen maar indrukwekkender en fraaier wat er allemaal gebeurt. Ásgeir blijft je met hemelse melodieën en refreinen om de oren slaan. De synthese tussen de akoestische gitaar en additionele elektronica blijft majestueus.

Meesterlijker wordt het zelfs als elektronica de regie pakt en een aanzwellende viool de achtergrond kleurt. Rattled Snow is een van de allermooiste liedjes die ooit zijn gemaakt op deze aardkloot. Dan is dat eruit. Het zal geen mens onberoerd laten. Ik weet even niet zo goed welk superlatief eventueel de lading zou kunnen dekken, broedend op een nieuw woord. “Happiness will find you once again“, zingt Ásgeir en je realiseert je dat hij zelf ook wel weet dat de mensheid dit even nodig heeft. Terwijl hij de songs schrijft ergens in een hut in de wildernis, nadat de relatie met zijn vriendin is gesneuveld. Ja, op die mestvaalt..

Bury The Moon is van een óngekend hoog niveau. Maar dat had ik mogelijk al duidelijk gemaakt. Een mijlpaal in de muziek van de laatste 75 jaar. Pieter Visscher

LIVEDATA 14/02 Botanique, Brussel, 18/02 Stadsschouwburg, Rotterdam 19/02 Stadsschouwburg, Groningen 20/02 Paradiso, Amsterdam