John Cale is een van de meest alom gewaardeerde en invloedrijke rockboegbeelden op aarde. Tegelijkertijd is hij het ook het moeilijkst te plaatsen, met meer dan twintig soloplaten op naam. Avantgarde, klassiek, pop, elektronica, Cale is de absolute grootmeester van de muzikale kruisbestuiving.
Zijn kenmerkende dronende vioolgeluid maakte het legendarische The Velvet Underground in de jaren zestig een onderscheidend en baanbrekend collectief. Het is sindsdien vaak gekopieerd, maar Cale blijft rusteloos grenzen verleggen.
Kijk eens hoe imponerend die blik in de ogen van David Bowie is terwijl hij naar de immense massa op de wei voor het hoofdpodium van Glastonbury 2000 tuurt. Net zo intens als die blik is het optreden van Bowie. Hij lijkt in de kracht van zijn leven, terwijl hij vier jaar later een eerste hartaanval krijgt. Vijf andere hartaanvallen zouden volgen, voordat Bowie uiteindelijk overlijdt aan leverkanker, op 69-jarige leeftijd. Bijna twee jaar geleden. Ja, zo snel gaat de tijd.
Ik herinner nog als de dag van gister dat ik Bowie aan het werk zag op Roskilde 1996, vier jaar eerder dus. “Beter wordt het niet”, zeiden we tegen elkaar. Tijdens sommige concerten heb je dat. Rage Against The Machine op Lowlands 1993, Tool in de Oosterpoort in 2002, Depeche Mode in de Waldbühne in Berlijn dit jaar, Nine Inch Nails in 1999 in de 013, Rolling Stones op Werchter Classic in 2014, Sonic Youth in Vredenburg, 1996. Shows die je bijna van begin tot eind kunt terughalen in je gedachten, al zijn ze soms decennia terug.
Wie erbij was in 2000 op Glastonbury heeft diezelfde ervaring gehad, wanneer je de berichten leest die deze op cd en prachtig vinyl verschenen release heeft opgeleverd. Toonaangevend Brits muziektijdschrift NME wist het al meteen na de show: “Not only the greatest Glastonbury headline performance, but the best headline slot at any festival ever.”
Voor aanvang van zijn optreden had Bowie al publiekelijk gemaakt dat hij nogal wat hits zou gaan spelen op Roskilde. “As of 1990 I got through the rest of the 20th century without having to do a big hits show. Yes, yes, I know I did four or five hits on the later shows but I held out pretty well I thought…big, well known songs will litter the field at Glastonbury this year. Well, with a couple of quirks of course.”
Er was niemand die bedrogen uitkwam, met krakers als Life On Mars?, China Girl, Rebel Rebel, Ashes To Ashes, Absolute Beginners, Under Pressure en Let’s Dance, om er enkele klassiekers uit te pikken. Een greatest hits-show om diep voor te buigen.
Luisterend naar Bowie op Glastonbury voel je hoe betoverend het moet zijn geweest. Op zijn geboortegrond, op het festival waar hij in 1971 voor het eerst optrad. Alles ademt magie.
Under Pressure, uiteraard zonder Freddie Mercury, maar mét de grandioze bassiste Gail Ann Dorsey in de rol van Mercury is van ongenadig hoog niveau. Ann Dorsey en Bowie tillen elkaar naar enorme hoogtes, evenals de rest van Bowies band – van de buitencategorie.
“What a wonderful evening“, sluit The Thin White Duke af, “please be safe, I really, really love you al lot“, voordat hij afsluiter I’m Afraid Of Americans inzet. Bowie weet dan allang dat er geschiedenis is geschreven op Glastonbury. Echte grootheden voelen dat aan en Bowie is een van de allergrootsten die we op muziekgebied hebben gekend op deze verwarde planeet. Pieter Visscher
Op 18 april jl. bracht Gregory Porter het publiek van de Royal Albert Hall in vervoering met een schitterend concert. De live-registratie van dit optreden, One Night Only, ligt in de winkel met als bonus een uitgebreid interview op dvd.
Een uur en negentien minuten lang kun je luisteren naar negentien nummers die vooral afkomstig zijn van het in 2017 verschenen album Nat “King”Cole & Me, aangevuld met eigen composities zoals Hey Laura, When Love Was King en Don’t Lose Your Steam. Dat deze tweevoudig Grammy Award-winnaar zingen kan bewijst hij op dit live-album opnieuw, want laten we eerlijk zijn een in de studio opgenomen album is altijd tot in de perfectie bijgeschaafd en bevat soms tientallen overdubs.
Live klinkt Porter bijzonder goed en voeg je daar zijn combo en een groot orkest onder leiding van Vince Mendoza toe, dan zijn alle voorwaarden aanwezig om te spreken van een meer dan uitstekend product. Tel daar de perfecte akoestiek van de Royal Albert Hall bij op en het kan niet meer mis gaan. Dat merk je ook aan het luisterend publiek: ingetogen, ademloos en naar het einde toe super enthousiast.
Dat Gregory veel repertoire van Nat “King”Cole ingestudeerd heeft komt voort uit zijn jeugd. Zijn moeder speelde vaak de muziek van Cole. Porter groeide op in Bakersfield, kreeg een sportbeurs als American footballspeler. Vanwege een blessure gooide hij het roer om; zingen in plaatselijke jazzclubs, een musicalbijdrage in 1999.
In 2010 verscheen het eerste album van Gregory en wat goed is komt snel. Wereldwijd verkopen zijn albums uitstekend en wie een live optreden heeft gezien weet waartoe hij in staat is. Voor diegenen die dat genoegen nog niet hebben gehad of willen relaxen bij het uitstekende geluid van Gregory Porter: One Night Only. Tekst Mania | Wim Velderman
Het zijn mooie tijden voor liefhebbers van de muziek van Neil Young. Zo verscheen de afgelopen jaren de ene na de andere release uit het rijke archief van de Canadese muzikant.
Met name muziek uit de jaren zeventig, zoals de livealbums Live At The Fillmore East, Live At Massey Hall 1971 en Roxy: Tonight’s The Night Live. En wat te denken van Hitchhiker, het ‘verloren’ studioalbum uit 1976 dat vorig jaar eindelijk werd uitgebracht?
De nieuwe release Songs For Judy vormt hierop een mooie aanvulling, een akoestisch livealbum met in totaal 22 nummers afkomstig van de Amerikaanse solotournee van Young uit 1976. Met naast versies van Heart Of Gold, The Needle And The Damage Done en After The Gold Rush ook een niet eerder uitgebracht nummer: No One Seems To Know.
Jarenlang zwierven de opnames als bootleg rond op internet, maar zijn nu eindelijk ook als officiële release verkrijgbaar. Historische opnames waar je geen genoeg van kan krijgen. Je vraagt je dan ook af: wat voor moois heeft Youngs archief ons nog meer te bieden? Tekst Mania | Godfried Nevels
Pinguin Radio en de Volkskrant slaan de handen ineen voor een maandelijkse radio-uitzending waarin de luisteraar bij de hand wordt genomen langs de beste albums en de beste tracks van het moment.
Iedere eerste maandag van de maand tussen 20:00 en 22:00 uur live te beluisteren bij Pinguin Radio en een dag later terug te vinden op Volkskrant.nl als podcast en uiteraard ook bij ons op de site! En in de herhaling de eerste zondagavond (van de maand) van 22:00 tot 24:00 uur.
Dit alles, en meer, is te vinden op de maandelijkse Volkskrant Radio-podcast op Pinguin Radio.
Rosalia – El Mal Querer (Sony Music)
Aya Nakamura – Nakamura (Warner Music)
Vince Staples – FM! (Def Jam/Universal)
Marianne Faithfull – Negative Capability (BMG / Warner/ADA)
The Avonden – Wat Een Cirkel Is (Subroutine)
The Yearlings – Skywriting (Lonely Sounds/Sonic Rendezvous)
Boygenius – Boygenius (Matador/Beggars)
Ty Segall – Fudge Sandwich (In The Red/Konkurrent)
Architects – Holy Hell (Epitaph)
Daughters – You Don’t Get What You Want (Ipecac/ Pias)
De Canadese muzikant Daniel Romano dook vijf jaar geleden op met het bijzondere Come Cry With Me, waarop hij de countrymuziek uit vervlogen tijden eerde. Iedereen die deze plaat bejubelde hoopt nog steeds dat Daniel Romano de country weer omarmt op een nieuwe plaat, maar voorlopig is daar geen sprake van.
De Canadese muzikant bracht aan het begin van het jaar nog twee compleet verschillende platen uit via zijn bandcamp pagina (inmiddels zijn ze ook weer verdwenen), maar ook op de echter opvolger van het vorig jaar verschenen Modern Pressure is Daniel Romano weer blijven hangen in de popmuziek uit de jaren 60 en 70.
Toch horen we op Finally Free weer een andere kant van de Canadese muzikant. Finally Free klinkt vaak als een singer-songwriter plaat en het is er een van het soort dat in de jaren 60 en 70 veelvuldig werd gemaakt, maar de met eenvoudige middelen opgenomen plaat kan ook zo maar ontsporen in psychedelica.
Finally Free is een tijdloos klinkende plaat, maar ook een plaat die je steeds weer kan verrassen, precies zoals Daniel Romano nu al een aantal platen doet. Knap. Tekst Mania | Erwin Zijleman
Elke eerste maandag van de maand op Pinguin Radio van 20:00 tot 22:00 uur de beste tracks van de beste albums van het moment samengesteld door de muziekredactie van de Volkskrant. Deze editie hebben we overigens de beste albums van het afgelopen jaar voor je geselecteerd.
De kroniek van de nieuwe muziek
Lees hieronder alle cd-reviews van de albums van het moment volgens de redactie van de Volkskrant.
—
Rosalia – El Mal Querer (Sony Music) Het begon met een zomerhit, zoals het wel vaker gaat in de popmuziek. In Spanje knalde de afgelopen vakantiemaanden overal dat ene nummer door de luidsprekers van supermarkten, cafés en discotheken. En iedereen had er een mening over.
Tekst Robert van Gijssel 15 november 2018
Pienso en tu Mirá van zangeres Rosalía was ook niet zomaar een opgewekt Spaans liedje voor aan het strand. De tekst was raadselachtig en poëtisch, en beschreef bovendien de minder smakelijke kanten van het liefdesleven – dat is al gewaagd voor Spaanse popbegrippen. Maar de muziek was zo mogelijk nog gewaagder. Rosalía zong het nummer met een smartelijke en trillende flamencostem, en dan ook nog in een van de ritmische oervormen van de flamenco: een zogeheten buleria por soléa. lees meer
Aya Nakamura – Nakamura (Warner Music) Aya Nakamura schreef in augustus Nederlandse popgeschiedenis. De Malinees-Franse zangeres scoorde met haar single Djadja een joekel van een hit, en werd de eerste Franse zangeres met een Nederlandse nummer één-notering sinds Édith Piaf in 1961. Ja, dan heb je wat gepresteerd.
Tekst Robert van Gijssel 8 november 2018
Nakamura’s plaat, die doeltreffend Nakamura is getiteld, is minstens zo leuk als die vooruitgesnelde girlpower-single. De vrouwelijke daadkracht die het in Djadja zo goed deed, loopt soepeltjes door de hele plaat heen. In de single Copinesbijvoorbeeld rekent zij af met de kerel die zijn handjes niet thuis kon houden en zich flirtend door Nakamura’s vriendinnenclub bewoog. Dat had hij dus beter niet kunnen doen.
Nakamura heeft een prachtige muzikale mix gevonden om haar boodschappen mee aan de man/vrouw te brengen. Ze zingt met een buigzame en soms fijn omfloerste r&b-stem, die vaak flink heen en weer stuitert door de autotune-vervormers. En de elektronische beats achter haar liedjes hebben steevast een reggaeton-huppeltje of raken aan de wat grimmiger hiphop, zoals de toptrack Pookie. Daarbij zit de pop van Nakamura vol met Afrikaanse accenten, van tingelende Congolese gitaren in La Doten Pompom tot de Malinese kora in Gangster. En zo heeft Nakamuratoch een onmiskenbaar Afrikaans popgevoel. Het klinkt uiterst vanzelfsprekend, en zeker niet alsof iemand erg zijn best heeft gedaan al die stijlen bij elkaar te krijgen.
De Afrikaanse pop doet het de afgelopen jaren ongekend goed, dankzij grote nieuwe sterren als de Nigerianen Wizkid, Mr Eazi en Yemi Alade, én de steun van hiphopgrootheden als Drake en Kanye West en in Nederland bijvoorbeeld Ronnie Flex. Met nieuwe toppers als Aya Nakamura heeft de afropop geen helpende handjes meer nodig.
Vince Staples – FM! (Def Jam/Universal) 2018 zal bepaald niet de geschiedenis ingaan als een goed hiphopjaar. Hiphop mag dan nog altijd gelden als de populairste muziekstroming, onvergetelijke hiphop-albums zijn er nauwelijks verschenen.
Tekst Gijsbert Kamer 8 november 2018
Gelukkig komt de Californische rapper Vince Staples alsnog met een ijzersterk nieuw album. Hoewel, album? Met een speelduur van slechts 22 minuten verdient het vrijdag verschenen FUN! nauwelijks die naam. We herinneren ons de platen die Kanye West eerder dit jaar met tussenpozen van een week uitbracht. Die duurden ook precies 22 minuten, wellicht beviel dit kortebaanwerk de 25-jarige rapper.
Staples’ derde album laat zich beluisteren als een korte radioshow, inclusief reclamespotjes voor door hem bewonderde collega’s Earl Sweatshirt en Tyga.
Het is wel een beetje pesterig om een nieuw nummer van Earl Sweatshirt na 20 seconden af te breken, want het fragment maakt best nieuwsgierig. Verder draait het natuurlijk om de acht korte nummers waarop Staples zelf te horen is, en die zijn allemaal sterk. FUN! is zijn ode aan de West-Coast in het algemeen en Los Angeles in het bijzonder. Hij verwijst naar de klassieke G-funk die sinds de jaren negentig de Californische gangsta-rap domineert. En hoewel Staples’ ritmisch sterke raps en verzorgde beats een zonnig, zwoel gevoel oproepen, verwijzen zijn teksten naar zwartere kanten. Dat doet hij wel ludiek. ‘My black is beautiful’, rapt hij, ‘But I’ll still shoot at you.’ U bent gewaarschuwd. ‘We’re gonna party ‘til the sun or the guns come out.’
Marianne Faithfull – Negative Capability (BMG / Warner/ADA) Ouder worden, vergankelijkheid, de dood en hoe met dit alles om te gaan. Dat zijn grofweg de thema’s die de Engelse zangeres Marianne Faithfull (71) voorbij laat komen op haar 21ste solo-album Negative Capability. Aanvankelijk wilde Faithfull, die al jaren in Parijs woont, met producer Rob Ellis een plaat maken waarop ze teruggreep naar de oude folkliedjes die ze met haar ouders zong. Maar het overlijden van enkele van haar vrienden, onder wie jarenzestigicoon Anita Pallenberg, zette Faithfull aan tot nadenken over waar ze stond in het leven.
Tekst Gijsbert Kamer 1 november 2018
Samen met onder anderen Nick Cave en Warren Ellis uit Caves begeleidingsband The Bad Seeds nam ze alle tijd voor Negative Capability. Het is een van haar mooiste albums geworden sinds haar comeback Broken English uit 1979.
Van die plaat nam ze Witches Song opnieuw op, terwijl ook een van haar vroegste singles, As Tears Go By (1964), een nieuwe behandeling krijgt.
Prachtig hoe als een rode draad steeds de bezwerende viool van Warren Ellis terugkomt. Het geeft de toch al melancholieke stemming op de plaat nog een extra nadruk. In het mooiste liedje, The Gypsy Faerie Queen, horen we Ellis samen met Nick Cave, die het liedje met Faithfull schreef. Het had zo op een van Caves eigen recente albums kunnen staan, zo goed is het.
Een ander hoogtepunt is het huiveringwekkende They Come at Night, een schrijnend bluesnummer van Mark Lanegan over de terreuraanslag in Parijs drie jaar geleden. Daar word je even stil van. Zo is dit hele album, waarop de krakende maar indringende stem van Faithfull de hoofdrol opeist, zowel louterend als troostrijk.
The Avonden – Wat Een Cirkel Is (Subroutine) De prijs voor mooiste promotiemededeling bij verschijning van een nieuw album gaat dit jaar naar Marc van der Holst van The Avonden (ooit ‘Reve-coverband’, maar nu al jaren niet meer): ‘Wat een cirkel is is nu te koop. Zelf vindt Marc de vorige beter.’
Tekst Menno Pot 15 november 2018
Die vorige was Nachtschade (2016) en die was wat de krant betreft ongeveer net zo goed als Wat een cirkel is. Van der Holst heeft opnieuw de mooiste Nederlandstalige plaat van het jaar gemaakt: persoonlijke verhaaltjes op eenvoudige gitaarakkoorden, als de ingehouden kant van The Velvet Underground of Sebadoh.
Als tekstschrijver bezit Van der Holst dezelfde gave als bijvoorbeeld Phil Elverum (Mount Eerie): hij schrijft zinnen in gewone spreektaal die prozaïsch en volstrekt onsentimenteel zijn, maar juist daardoor poëtisch. En ontroerend.
Met Van der Holst gaat het soms goed en soms wat minder. Hij zat weleens in de ggz-crisisopvang en verhaalt daar droogjes over, met groots effect, zoals ook Spinvis dat kan.
‘Het is beter geen oogcontact te maken/ Er is koffie, er is thee en er is water’, zingt hij in De tweede deur gaat pas open (als de eerste deur is gesloten). Die songtitel alleen al. Soms vertel je al zo veel door alleen maar droogjes een bordje aan de muur voor te lezen.
The Yearlings – Skywriting (Lonely Sounds/Sonic Rendezvous) Terug van zeer lang weggeweest: The Yearlings, die fijne Nederlandse representant van alt.country, americana, rootsrock of hoe je het ook noemen wilt. Hun vorige album gaven ze de naam van hun thuisstad (Utrecht, 2005). Daarna viel het stil.
Tekst Menno Pot 15 november 2018
Nu zijn ze er weer, na toch alweer drie, vier jaar schrijven en schaven onder de radar. De liefde voor het oude bandje laait hoog op op Skywriting, een album waarop je álles terughoort dat deze band zo bijzonder maakte: het akoestische fundament, de weemoed van het opbeurende soort en die ambachtelijke, warme songs natuurlijk, van de prachtig samenzingende tandem Niels Goudswaard/ Olaf Koeneman.
Jordi Langelaan en Martijn Groeneveld legden het allemaal prachtig transparant vast, in al zijn weidse lichtheid. We horen echo’s van The Jayhawks, Wilco, Ryan Adams en ook R.E.M. ten tijde van Out Of Time, compleet met mandoline en jangle-gitaar à la Peter Buck.
Wat een respectabele wedergeboorte. De komende tijd op de podia in platenzaken en clubs.
Boygenius – Boygenius (Matador/Beggars) De laatste jaren zijn in de VS veel jonge vrouwelijke songschrijvers met zeggingskracht opgestaan. Phoebe Bridgers, Lucy Dacus en Julien Baker tappen stilistisch bepaald niet uit dezelfde vaatjes, maar herkenden vooral op basis van hun teksten gelijkgestemden in elkaar: hun woorden over liefde, vrouwelijk zelfbewustzijn en verdriet… Klik, plots was er een band, de indie-supergroupBoygenius.
Tekst Menno Pot 15 november 2018
Hun titelloze debuut (een minialbum van zes liedjes in 21 minuten) doet hevig verlangen naar meer, want oei, wat werkt dit goed: de zachte folk van Bridgers, het grootse drama van Baker en de koele indierock van Dacus zitten elkaar niet in de weg, vechten niet om voorrang, maar bieden elkaar de ruimte. Ze maken elkaars kleuren mooier.
Wie ook de leiding neemt, de andere twee maken in elk van de zes gevallen het liedje beter met tweede stemmen, gitaaraccenten of een melodieuze wending. Salt In The Wound en Me & My Dog zijn misschien de uitschieteres, maar eigenlijk is het zes keer raak.
Heel gauw meer, graag. En optredens in Europa.
Ty Segall – Fudge Sandwich (In The Red/Konkurrent) Fudge Sandwich is alweer het derde album van de Californische garagerocker Ty Segall van dit jaar. Het is niet zijn beste, maar wel een erg leuke plaat, met elf covers. Liedjes uit vooral de jaren zestig en vroege jaren zeventig, waarop hij zelf alle instrumenten speelt. Vooral als furieus gitarist en meedogenloos drummer overtuigt Segall hier. De liedjes zijn bewust vooral van buiten zijn eigen comfortzone, garagerock, geplukt.
Tekst Gijsbert Kamer 1 november 2018
Hij begint lekker broeierig met Low Rider van War om na het eveneens overbekende maar knap naar zich toegetrokken I’m A Man (Spencer Davis Group) de obscuriteit op te zoeken. Het is even diep graven waar hij het verraderlijk lief gezongen Pretty Miss Titty vandaan haalde. Van progrockband Gong, bijna net zo verrassend als Slowboat van Sparks.
Segall behandelt ieder liedje met eerbied, maar is nooit trouw aan het origineel. Zo gruizig en grauw heeft Neil Youngs The Lonernooit geklonken, maar het werkt wel.
Architects – Holy Hell Twee jaar geleden overleed de oprichter, gitarist en liedschrijver Tom Searle van de Britse band Architects aan de gevolgen van kanker, op 28-jarige leeftijd. Zijn vrienden en tweelingbroer (drummer Dan Searle) proberen het drama te boven te komen op de enige manier die ze konden bedenken, en die hun bandmaat zou eren: met een emotionele en therapeutische nieuwe plaat. Holy Hell is een aangrijpend verwerkingsalbum, dat meer dan alleen de bandleden tot steun zou kunnen dienen.
Tekst Robert van Gijssel 15 november 2018
Architects blijft hangen in het idioom dat de mannen uit Brighton groot heeft gemaakt, van technische en schreeuwerige metal en hardcore vol virtuoze drumbreaks, hier en daar enkele schoon gezongen refreintjes en zelfs wat goed geplaatste strijkers. Maar het zijn toch vooral de gitaren die spreken, in furieuze en hol ronkende riffs. lees meer
Daughters – You Don’t Get What You Want (Ipecac/ Pias) De bandleden van Daughters zijn geworteld in de Amerikaanse grindcore-scene, en dus gelouterde herriemakers. Maar in de tweede levensfase heeft Daughters een transformatie ondergaan. De rups is een vlinder geworden, want wat een prachtige, duister poëtische plaat is You Won’t Get What You Want: een instant notering in de heavy jaarlijst.
Tekst Robert van Gijssel 8 november 2018
De metal is spoorloos, er is nauwelijks een gitaarriff te vinden. Zanger Alexis Marshall heeft zijn schreeuwstrot gesloten en draagt gedragen en gekwelde teksten voor, in bijvoorbeeld het aangrijpende Satan in the Wait. Marshall declameert als Nick Cave op From Her to Eternity. Op de achtergrond zoemen de gitaren, maar het nummer krijgt een haast orkestrale schoonheid door klavecimbelachtige pianoklanken in de finale.
Soms barst Daughters uit in pure gitaarnoise, zoals in The Flammable Man. Dan klinkt de band als Depeche Mode of Nine Inch Nails, in het kalm dreigende en door zware elektronica gedragen topnummer Less Sex. Zo word je heen en weer geslingerd en blijf je op het puntje van je stoel luisteren. Daughters staat in april gelukkig geprogrammeerd op festival Roadburn in Tilburg. Dat belooft wat.
—
Luister hier naar de vorige editie! Volkskrant Radio – november 2018
Iedere eerste maandag van de maand tussen 20:00 en 22:00 uur live te beluisteren bij Pinguin Radio en een dag later terug te vinden op Volkskrant.nl als podcast en uiteraard ook bij ons op de site!
Ik heb even zitten tellen en zie dat dit Ty Segall’s tweeëntwintigste soloalbum is sinds zijn solodebuut in 2008. En dit is zijn vierde album al van dit jaar. En dan heb ik de limited edition cassette ‘Orange Rainbow’ voor het gemak maar even niet meegeteld. En dat geldt ook voor zijn singles en de tijd waarin hij lid was van bands als The Perverts en The Sic Alps.
Het is dan ook niet zo gek dat Ty nu gekozen heeft voor een album vol covers. Maar zelfs dan kiest Ty niet voor de makkelijke weg. Hij speelt de nummers niet klakkeloos na maar maakt er totaal onverwachte en zelfs af en toe onherkenbare versies van. Uiteraard ontbreekt er bij Ty nooit een ontzettend rauw garagefuzz geluid. Maar ook dat geldt niet voor alle covers.
Zo klinkt de opener Low Rider totaal anders dan het latinofunk geluid van het origineel van de band War. Bij Ty verzuipt het nummer in trage industriële synthesizerklanken waarover Ty griezelig gromt in de beste Marilyn Manson traditie. Van het origineel blijft dus geen spaan heel. Wat overblijft is een indrukwekkende versie waarin Gary Numan met Marilyn Manson lijkt te spelen. De versie van de Spencer Davis Group klassieker I’m A Man blijft, qua zang in elk geval, nog het dichtst bij het origineel. Qua muziek is hier sprake van een funky soort industrial rhythm & blues.
John Lennon’s Isolation was al nooit een echt gezellig nummer maar klinkt hier supertraag en dreigend. De oorspronkelijke p-funk van Funkaderlic’s Hit It And Quit It wordt compleet verpletterd door brandende fuzzgitaren waarin slechts in de verte een gonzende funkgroove te horen is. t-funk?
Voor velen is de Californische punkband The Dils totaal onbekend. Deze band uit eind jaren 70 werd destijds gezien als Amerikaans antwoord op The Clash. Hier verwacht je in hun Class War van Ty dan een ziedende punkuitvoering maar, eigenzinnig als hij is, heeft hij gekozen voor een semi-akoestische versie. Neil Young’s The Loner krijgt daarentegen wel een full speed fuzzpunk behandeling en klinkt ontzettend woest.
Gong was een Australisch/Engelse hippieband, die zoveel van de psychedelica snoepte dat zij regelmatig last had van vliegende theepotten. In de versie van Ty klinkt hun Pretty Miss Titty erg beklemmend en een zios strofe als “masturbating a potato” zegt genoeg over het psychedelica gehalte in dit nummer.
Het Duitse Amon Düül II was al even psychedelisch. Hun Archangel Thunderbird klinkt hier als een funky soort spacerock met overdonderend harde fuzzgitaarriffs. De Britse punkband Rudimentary Peni zal ook niet bij iedereen bekend zijn. Ty’s versie van hun Rotten To The Core komt als een ware fuzzstorm over je heen denderen. De oer hippies van Grateful Dead zouden nooit hebben kunnen vermoeden dat hun St. Stephen ooit als een woest spuitende fuzzpunker te horen zou zijn. Ty’s versie klinkt harder dan hard!
Als afsluiter is Slowboat van The Sparks te horen. Hun van oorsprong neurotische rock is door Ty teruggebracht tot een akoestische ballad met warme zang maar wel weer met waanzinnig slidegitaarwerk!
Elke cover op dit album is verrassend en daarom is dit coveralbum van Thy Segall meer dan geslaagd! Tekst BluesMagazine.nl | Peter Marinus
Joseph Mascis kennen we beter als J Mascis, omdat hij sinds halverwege de jaren 80 onder die naam opereert. Niet alleen als boegbeeld van Dinosaur Jr., maar ook als soloartiest. Elastic Days is het vijfde soloalbum van de Amerikaan, die bijna 53 jaar op onze aardbol te vinden is. Meestal met een gitaar om de nek.
Muzikaal is Mascis nooit gek ver verwijderd van het geluid van de band waarmee hij groot werd en dat geldt ook voor Elastic Days, met zijn twaalf songs.
Vocaal, niet dat dat nodig is overigens, wordt hij vergezeld door onder anderen Pall Jenkins (Black Heart Procession), Marc Mulcahy (Miracle Legion) en Zoe Randall van Luluc, terwijl je goed moet luisteren om dat waar te nemen. Het is vooral Mascis wat de klok slaat. Dat uit duizenden herkenbare, wat lijzige stemgeluid, drukt te allen tijde een zwaar stempel op zijn muziek en wie ervan houdt, zit gebeiteld.
De steevast met veel gitaarsolo’s ingekleurde folky indierock van Mascis, die muzikaal weer geregeld uit hetzelfde vaatje tapt als pakweg Neil Young (niet geheel toevallig een muzikale held), is ook op Elastic Days nooit gek verrassend en toch is zijn kwaliteitsstempel op elke song te vinden. Dat is knap en Neil Young zal dat ook erkennen, want hij is de beroerdste niet. Pieter Visscher
De Deense muzikant Trentemøller verrast al jaren met albums die het midden houden tussen indie, new wave en elektronisch. Net als op volume 1 uit 2009 zocht de man uit Kopenhagen voor Harbour Boat Trips Vol. 2 een aantal van zijn favoriete nummers bij elkaar, zowel uit zijn thuisland als van internationale artiesten.
Met al die nummers dook hij de studio in en smeedde ze tot een eenheid aan elkaar. Het levert verrassende uitvoeringen op, met als meest opvallende uitschieter Abba’s Knowing Me Knowing You. Ondanks dat Trentemøller de nummers uit alle hoeken van de wereld opduikelde, weet hij er toch een mooi geheel van te maken.
Een uur lang neemt hij je mee op een muzikale rondreis langs de fraaiste landschappen in de wereld. Soms klinkt er een vleugje Moby door, maar meestal klinkt Trentemøller toch vooral als… Trentemøller. Fijne plaat om het nieuwe jaar mee in te gaan. Tekst Mania | Hans van der Maas