Happy Camper – Gravity

happy camperHappy Camper – Gravity (Excelsior)

Happy Camper-fans van het eerste uur, waaronder ondergetekende, zullen even moeten wennen aan de derde Camper-plaat. De frisse no-nonsense popliedjes met een akoestische en folky benadering zijn losgelaten en er is gekozen voor een elektronische invalshoek.

Naast een scheiding in het persoonlijke leven van voorman Job Roggeveen heeft hij ook met Happy Camper een scheiding doorgemaakt. Hij nam afscheid van de folkband en construeerde een nieuwe band met synthesizers. En met de wetenschap dat ‘scheiding’ het muzikale thema van Gravity is, zou je een heel zwaarmoedige sfeer verwachten. Maar niets is minder waar. Als vanouds worden zware boodschappen verpakt in luchtige popsongs.

Van het vrolijke What Mattered Most tot het huppelende Here’s To The Ones, het is en blijft toch Happy Camper zoals we dat kennen. Ondanks de synthesizers. Sterker nog, die maken de muziek zelfs vrolijker en speelser met de aan Donkey Kong en Pacman denkende riedeltjes. Tekst Mania | Luc van Gaans

LIVEDATA 01/12 Simplon, Groningen 02/12 Ekko, Utrecht 15/12 Hedon, Zwolle 
17/12 Mezz, Breda 23/12 Paradiso Noord, Amsterdam 

Curtis Harding – Face Your Fear

curtis hardingCurtis Harding – Face Your Fear (ANTI)

Zanger, gitarist en drummer Curtis Harding heeft er al een heel muziekleven opzitten als achtergrondzanger bij Cee Lo Green en daarnaast speelt hij ook in een garagerockband. Daarnaast is hij ook enkele jaren soloartiest.

Zijn muziek grijpt terug naar de klassieke zeventiger jaren soulsound. Denk aan Stax, Atlantic en Motown. Hij is er dan ook niet bang voor de nummers een vette productie te geven in de traditie van die labels, maar dan wel op zijn manier. Er zit altijd een rafelrandje aan vast, een rauwe, emotionele ondertoon. Niet te veel gladgestreken, maar wel goed verzorgd met blazers en achtergrondzangeressen.

Zijn krachtige, warme stem snijdt er doorheen en barst van de emotie, pijn, liefde, tederheid en kracht. Die ongedwongen, pretentieloze sfeer is de kracht van zijn tweede album. De nummers komen recht uit het hart en oprecht over. Zo eert Harding de rijke tradities van de soul, maar weet ze op zijn manier in het hier en nu te plaatsen. Tekst Mania | Tim Jansen

LIVEDATA 17/11 Botanique Orangerie, Brussel 21/11 Paradiso, Amsterdam

Otherkin – OK

OtherkinOtherkin – OK (Rubyworks)

De vier jonge honden van het Ierse Otherkin wisten in aanloop naar hun debuutalbum al flink wat reuring te veroorzaken. Zo speelden deze gastjes uit Dublin vorig jaar naar aanleiding van een handvol heerlijke singles als Bad Advice, React en Yeah I Know al op Eurosonic, Lowlands en London Calling, openden ze op het legendarische Slane Castle voor Guns ’n Roses, en speelden ze afgelopen zomer op Vestrock.

Die vroege singles zijn overigens (gelukkig) ook aanwezig op dit sprankelende debuut, want zo mogen we OK wel noemen. Otherkin knalt er vanaf de pure garagerock van Treat Me So Bad direct vol in, als een olifant in een porseleinkast, om daar pas na het furieus afsluitende So So volledig bedekt onder de scherven servies weer uit te stappen.

Otherkin houdt van gitaren, en dat is een verademing tussen alle elektronische pop die dit jaar verschijnt. Met een attitude als in de hoogtijdagen van de punk, eind jaren zeventig, gaat op OK garagerock (Feel It), moeiteloos hand in hand met pure indierock (Come On, Hello) en Strokes-achtige liedjes als Ay Ay en I Was Born. En dat maakt OK tot een droomdebuut. Ga dit bandje zeker live beleven.
31 oktober staan ze namelijk in Rotown, Rotterdam, 3 november in Sugar Factory, Amsterdam en 4 november in Vera, Groningen. Tekst Muzine | Ronald Renirie

LIVEDATA 31/10 Rotown, Rotterdam 01/11 Witloof Bar, Sint-Joost-Ten-Node 03/11 Sugar Factory, Amsterdam 04/11 Vera, Groningen

Live Foto Review: INHEAVEN @ Cinetol, Amsterdam

Live Foto Review: INHEAVEN @ Cinetol, Amsterdam
25 oktober 2017
Foto’s Sharon & Maureen Vreeburg

Het Britse kwartet INHEAVEN maakt grungy indierock met extra veel gitaar. Julian Casablancas, frontman van The Strokes, is fan van het eerste uur en toen hij het nummer Eraserhead hoorde, heeft hij ze meteen bij zijn label getekend.

Deze charismatische band stond al in Paradiso in het voorprogramma van Circa Waves en op London Calling met hun dromerige shoegaze en punk. Als grootste invloeden noemt het viertal Nirvana, The Smashing Pumpkins en Sonic Youth. Nu is het tijd voor hun eigen avond in de Cinetol.

INHEAVEN INHEAVEN INHEAVEN INHEAVEN INHEAVEN INHEAVEN INHEAVEN INHEAVEN INHEAVEN INHEAVEN INHEAVEN INHEAVEN

Bully – Losing

BullyBully – Losing (Sub Pop/Konkurrent)

Zo lief en aaibaar als ze oogt, zo woest kan ze uithalen, Alicia Bognanno. Ze is niet alleen de zangeres/gitariste van Bully, ze schrijft ook alle nummers. Dat zijn er twaalf op Losing, de tweede langspeler van de band uit Nashville.

Een erg begenadigd songschrijver is ze niet, maar de intensiteit van de nummers maakt een hoop goed. Songs vol pit en gedrevenheid, aangejaagd door de strot van Bognanno, die trouwens ook een aaibare kant heeft. Die openbaart ze bijvoorbeeld in het eerste gedeelte van Focused, om in de finale van de song toch nog het achterste van haar tong te laten zien.

Want we hebben natuurlijk wel te maken met een stoere vrouw, hoe schattig ze ook oogt. Zeker op de coverafbeelding. Een andere slaapkamerfoto is te vinden wanneer je de kartonnen cd-hoes openklapt. Foto’s die mogelijk betrekking hebben op het vlotte en lekker agressieve Either Way. Een nummer over relatieperikelen, een thema dat veel vaker wordt belicht op Losing. De foto’s zijn geschoten door Stewart Copeland, naamgenoot van de voormalig drummer van The Police.

“I stayed up last night. I was tearing up in bed. The thought of your death was overwhelming. I could’ve talked but I just rolled over instead.” (uit Either Way)

Op Losing zijn songs te vinden die in het verlengde liggen van formaties als Hole en The Breeders en ons eigen Bettie Serveert, maar wat ruwer en ongepolijster afgeleverd. Ook daarvoor is Bognanno verantwoordelijk, omdat ze het album eigenhandig heeft geproduceerd, na een korte stage bij producer Steve Albini (Nirvana, Pixies). Nou, dan weet je het wel. Pieter Visscher

Bootsy Collins – World Wide Funk

BootsyBootsy Collins – World Wide Funk (Mascot)

Zes jaar moesten we wachten op nieuw werk van Bootsy Collins, een van de grondleggers, en nog steeds belangrijke uitdrager, van de P-Funk. Hoewel de pensioengerechtigde leeftijd gepasseerd is bewijst hij dat de P-Funk niet alleen springlevend is, maar ook moeiteloos de rest een stap voorblijft. Stevig gitaarwerk ligt bovenop ‘s mans eigen pompende bas, die funkt als een bezetene, maar nooit vervaagt tot onnodig gefreak.

Het aantal gasten, van wie de meeste hiphoppers, is enorm, waardoor we Bootsys eigen kenmerkende vocalen wel wat te weinig horen. Terwijl het enige solonummer Heaven Yes, juist bewijst dat hij uitstekend in staat dit zelf te dragen. Chuck D, Doug E Fresh en Big Daddy Kane komen allemaal eer bewijzen aan de man. In het fraaie A Salute To Bernie wordt waardig afscheid genomen van Bernie Worrell, een van de andere P-Funk pioniers, die we zelf ook nog horen. Een ijzersterk album, Bootzilla’s back! Tekst Mania | Jurgen Vreugdenhil

Peter Hook & The Light zorgen voor heerlijke nostalgie in Paradiso

Live Review: Peter Hook & The Light @ Paradiso, Amsterdam 
24 oktober 2017

Tekst en foto’s Pieter Visscher

Peter Hook

Peter Hook heeft altijd wel gezongen. In Joy Division verzorgt hij met name de backingvocals, maar in New Order neemt hij onder andere in Dreams Never End de zang geheel voor zijn rekening. Het is het openingsnummer tijdens het concert van de Brit, met zijn begeleidingsband The Light. Er worden maar liefst 31 songs doorheen gejaagd in een vrijwel uitverkocht Paradiso.

Hook heeft wat ongemakkelijks over zich in zijn rol als blikvanger en dan werkt dat enigszins stramme lichaam natuurlijk ook niet mee. Als bassist van onder meer Joy Division en New Order stond hij altijd in de luwte op het podium, waar respectievelijk Ian Curtis en Bernard Sumner de kastanjes uit het vuur haalden. Hooks stem ligt grofweg in het midden van die twee. Nu is alles anders. Hook is de blikvanger. Hij kan het aan, zonder meer, maar het blijft wennen. Je proeft ‘t.

Peter Hook & The Light spelen nummers van de gelijkgetitelde verzamelalbums Substance, van zowel Joy Division als New Order, naast enkele andere tracks. Een succesformule natuurlijk, want het is een feest der herkenning. Neem zo’n verrukkelijk Blue Monday en wat te denken van True Faith, die in het eerste deel van de set worden gespeeld. Pure magie, al tijdens de eerste tonen van beide nummers. “In a world that’s so demanding!”, zingen zowel Hook als de zaal uit volle borst. Paradiso swingt, in de zaal en op de balkons. Het is een avond die bol staat van heerlijke nostalgie. Waar je, als je om je heen kijkt, mensen intens ziet genieten.

Er zit een opmerkelijk lange break in de show, van dik tien minuten. Die wordt opgevuld met muziek. Het blijkt dan ook een toegift vanjewelste te worden (15 nummers). Allemaal van Joy Division en het is ronduit smullen geblazen. Hook is zichtbaar onder de indruk van alle lof die hem wordt toebedeeld vanuit de zaal. Hij oogt zelfs wat beduusd. Zien we daar wat emotie?

Peter Hook

Er wordt door jong en oud wild gepogood op hits als Isolation en het onverwoestbare Transmission. “Dance, dance, dance, dance, dance, to the radio!”, brult de massa. Dichter bij Ian Curtis kun je niet komen, wanneer je je ogen even sluit en Hooks stem toch wel heel dicht bij die van zijn voormalige bandmaat in de buurt komt. Ruimte voor sentiment is er als Hook Atmosphere aankondigt: “This song is dedicated to Ian Curtis. Bless his soul.”

Peter Hook & The Light sluiten na zo’n tweeënhalf uur af met het onverslijtbare Love Will Tear Us Apart uit 1979, waarna Hook zijn T-shirt het publiek in werpt om zijn lichaam aan het publiek te tonen. Stoerdoenerij, maar dat mag na zo’n voortreffelijke rockshow. Zo te zien is er sprake van een abonnement op de sportschool in Manchester. Alsof Hook wil zeggen: ik ben dan wel 61, maar jullie zijn nog lang niet van me af. Daar is niemand rouwig om.

LIVEDATA 25/10 Maassilo, Rotterdam 26/10 013, Tilburg

Wolf Parade – Cry Cry Cry

wolf paradeWolf Parade – Cry Cry Cry (Sub Pop/Konkurrent)

Je herkent Wolf Parade alleen al aan de hoge, wat dramatische stem van Spencer Krug. Draaglijk pathos weliswaar, maar je moet er toch altijd wel weer even doorheen bijten.

Hoe zat het ook alweer? Want Wolf Parade heeft zeven jaar geen nieuwe plaat uitgebracht. Expo 86 verscheen in 2010. Cry Cry Cry is het vierde album van de Canadese indierockformatie, die sinds een jaar of veertien muzikaal actief is. Het album is geproduceerd door John Goodmanson (Death Cab For Cutie, The Posies, Rogue Wave, Nada Surf).

Dat het voor deze plaat even stil heeft gelegen, is niet helemaal waar, omdat de mannen van Wolf Parade – dat zijn er vier – wel actief waren in diverse andere projecten, zoals Moonface, Handsome Furs, Frog Eyes en Blackout Beach. Ze zijn een poosje op sleeptouw genomen door landgenoten Arcade Fire en als je goed luistert, hoor je daar wat sporen van terug. Waar je mee omgaat, raak je mee besmet, zei mijn moeder steevast en ze had het vaak bij het juiste eind.

Cry Cry Cry is een wat dramatische titel, terwijl die toch echt met een korreltje zout kan worden genomen, omdat het vrolijkheid troef is. Krug en zijn kornuiten hebben er elf liedjes hartstikke veel zin in en nummers als Who Are Ya, Baby Blue en You’re Dreaming, met dat lekkere orgelriedeltje, zijn zo aanstekelijk en dansbaar als wat en dat geldt voor meer tracks op Cry Cry Cry. De plaat had dan ook net zo goed Dance Dance Dance kunnen heten. Pieter Visscher 

LIVEDATA 15/11 Melkweg, Amsterdam 24/11 Botanique Orangerie, Brussel

The White Buffalo – Darkest Darks, Lightest Lights

the_white_buffaloThe White Buffalo – Darkest Darks, Lightest Lights (Earache Records)

Het leuke aan muziek is, dat het blijft verrassen. Dat dit niet altijd geldt voor bekende bands is jammer, maar gelukkig valt er nog voldoende te ontdekken. Neem The White Buffalo, waarachter singer-songwriter Jake Smith schuilgaat. We hadden nog nooit van de beste man, noch van zijn project The White Buffalo gehoord en werden aangenaam verrast.

Wie Smith hoort aftellen met een zuidelijke intonatie aan het begin van openingsnummer Hide And Seek zou snel tot de slotsom kunnen komen dat het country betreft, maar de mix van (alt-)country, blues, jazz, soul en rock die volgt reduceert die conclusie snel tot ‘voorbarig’.
Met Avalon en The Heart And Soul Of The Night neigt The White Buffalo naar Bruce Springsteen, hoewel zijn stem hint naar Michael Stipe van REM. Dat Smith een begenadigd verhalenverteller is, maakt echter dat Darkest Darks, Lightest Lights geen slap aftreksel is van deze grootheden. Het met een jazzy intro opgeleukte intro van Robbery valt nauwelijks onder de noemer americana, maar doet veel meer denken aan een narratief hoogstandje van Nick Cave.

Darkest Darks, Lightests Light staat vol met dat soort hoogstandjes, voor verschillende gelegenheden en stemmingen. Zo zijn er de akoestische ballad The Observatory, country twang op Border Town/Bury Me In Baja en het bluesy Nightstalker Blues. Stuk voor stuk nummers om naar toe te skippen, al is Darkest Darks, Lightest Lights eigenlijk het best van begin tot eind natuurlijk. Tekst Muzine | Theo Stepper