Live Review: YES @ Poppodium 013, Tilburg

Live Review: YES @ Poppodium 013, Tilburg
27 maart 2018
Tekst & Foto’s Martien Koolen

CELEBRATING 50 YEARS OF YES

YesIn mei 1968 wordt Yes, een van de beste progressieve rock bands in Londen opgericht door Jon Anderson en Chris Squire en later maken Tony Banks, Bill Bruford en Tony Kaye de eerste line-up compleet.

Deze 2018 tour staat in het teken van de vijftigjarige verjaardag van Yes, maar helaas is het niet de ‘echte’ Yes die we vanavond te horen en zien krijgen. Jon Anderson, de voice van Yes, is er niet bij, en ook Rick Wakeman niet en hun vervangers, zanger Jon Davison (Glass Hammer) en Geoff Downes (toetsen) zijn in mijn ogen/oren als Yes-purist niet echt de ‘geschiktste’ muzikanten! Helaas blijkt dan ook nog de oudgediende drummer, van het bijna eerste Yes-uur, Alan White vanwege rugproblemen, slechts 20 minuten achter de drumkit plaats te nemen; zijn honneurs worden waargenomen door Jay Schellen (Hurricane, World Trade en Asia).

De setlist is in ieder geval dik in orde, want er worden alleen maar nummers gespeeld uit de periode 1970-1978, maar ik mis dan wel weer klassieke Yes nummers zoals Close To The Edge, The Gates Of Delirium en Awaken… Opener Your’s Is No Disgrace van Fragile is nog altijd een genot om te horen en meteen wordt duidelijk dat Steve Howe en Billy Sherwood de sound van Yes anno 2018 dragen en dat doen ze met verve. Zanger Davison zingt mooi, maar hij is natuurlijk geen Anderson en vooral in nummers zoals het zeer oude Sweet Dreams (van het tweede Yes album Time And A Word) of het te veel gespeelde en kapotgedraaide Roundabout zit hij er wat mij betreft toch behoorlijk naast…

YesNa negen nummers, met als hoogtepunten Parallels (lekker swingend) en And You And I, nog altijd een van de beste Yes nummers ooit, is er een korte pauze, waarna de band terugkomt voor een fantastische set van mijn favoriete Yes album Tales From Topographic Oceans, met de nummers The Revealing Science Of God en Ritual (Nous sommes du soleil). Tussendoor komt nog even Leaves Of Green voorbij van het nummer Ritual, ook van het Tales album. Tijdens deze twee lange, epische stukken komt de band (lees: Howe, Sherwood en Davison) echt tot leven en toont aan dat dit nog steeds progressieve rockmuzikanten van de eerste orde zijn; de bas solo van Sherwood aan het einde van Ritual is fenomenaal!!
In het laatste gedeelte van Nous Sommes Du Soleil beklimt White de drumkit en speelt hij een lekkere drumsolo. Er volgen nog twee toegiften; Roundabout en het fantastische Starship Trooper.

Conclusie: een mooie prog rock avond met hoofdrollen voor Howe en Sherwood, maar hoe mooi zou het zijn geweest met Anderson als zanger en Wakeman als toetsenist.

Yes

Yes

Sunflower Bean – Twentytwo In Blue

Sunflower BeanRuim twee jaar na hun debuutplaat Human Ceremony komt het uit Brooklyn afkomstige trio Sunflower Bean met opvolger Twentytwo In Blue, welke verwijst naar de leeftijd van de bandleden. De Amerikanen laten op het 11 tracks bevattende schijfje horen dat ze in die twee jaar gegroeid zijn als band, zowel muzikaal als tekstueel.

Volwassener vooral, waarbij ze catchy liedjes afwisselen met rock grooves met een psychedelisch randje. Zangeres Julia Cumming heeft een fluwelen stem die doet denken aan Blondie en in combinatie met gitarist Nick Kivlen lijkt hun samenzang af en toe zelfs op Fleetwood Mac. Het album begint met Burn It, gevolgd door het melodieuze I Was A Fool.

Titelnummer Twentytwo klinkt zoetsappig vergeleken met het uitgesproken Crisis Fest, een politiek getint nummer waarin de band afgeeft op de roerige (politieke) periode in Amerika. (“2017—we know / Reality’s one big sick show / Every day’s a crisis fest”.) Memoria en Only A Moment zijn daarentegen weer een stuk braver, terwijl Human For weer vol met pit zit.

Met het subtiele Oh No, Bye Bye sluiten Cumming en consorten hun tweede plaat af. Een plaat die het tijdens hun komende tour ongetwijfeld goed gaat doen, gezien hun puike optredens in Austin tijdens het jaarlijkse South by Southwest (SXSW) festival van dit jaar. Tekst Muzine.nl | Roel Schillings

LIVEDATA 10/04 Trix, Antwerpen (BE) 11/04 Paradiso, Amsterdam

Monster Magnet – Mindfucker

Monster MagnetEr zijn weinig gerenommeerde bands die zich een albumtitel als Mindfucker kunnen permitteren en er nog mee wegkomen ook. Monster Magnet is zo’n band en heeft inmiddels genoeg krediet opgebouwd om zich nergens meer voor te hoeven schamen. En voor deze nieuwe worp hoeven ze zich ook zeker niet te generen.

Waar de band op Mastermind (2010) en Last Patrol (2013) weer regelmatig ouderwets wist uit te waaieren in lange spacey songstructuren, is nu weer gekozen voor de directe en bondige aanpak die ook albums als Powertrip en Monolithic Baby! kenmerkt. Dat wil zeggen, wat meer The Stooges en wat minder Hawkwind.

En ook al worden er geen nieuwe elementen aan het geluid toegevoegd, Dave Wyndorf weet nog steeds heel goed hoe hij pakkende riffs en melodielijnen moet schrijven die nog dagenlang in je hoofd blijven zitten. En zie daar een mogelijke verklaring voor de titel van dit stonergoede album. Tekst Mania | Dries Klontje

LIVEDATA 05/05 Doornroosje, Nijmegen 19/05 Vera, Groningen (Sold Out) 28/05 Het Depot, Leuven (BE) 29/05 Vooruit, Gent (BE)

Live Review: The Garden @ Bitterzoet, Amsterdam

Live Review: The Garden @ Bitterzoet, Amsterdam
22 maart 2018
Tekst Nadieh Bindels Foto’s Joyce Goverde

The Garden beukt lekker in Bitterzoet

Keihard beuken, een loop met blaffende honden, koprollend over het podium, niets is de tweeling uit Californië te gek. Zanger en bassist Wyatt en drummer Fletcher, samen de band The Garden, zijn op tour in Europa en sloegen Amsterdam daarbij niet over. Afgelopen donderdag stonden de twee op het podium in Bitterzoet.

Wie deze avond geen oordoppen bij zich heeft, is flink de lul, want het gaat er hard aan toe bij The Garden. Het duo maakt punk en garage met tussendoor elektronische, drum ’n bass en hiphopinvloeden. Om het benoemen van de sound makkelijker te maken, hebben ze het omgedoopt tot hun eigen genre VadaVada. Een vreemde combinatie wellicht? Niet voor deze eeneiige tweeling. Hun vader speelde in verschillende punkbands als Final Conflict en Shattered Faith, maar speelde ook voor onder andere The Prodigy. De combinatie van punk en harde genres met elektronische sound werd ze dus met de paplepel ingegoten en is ook waar ze de avond mee beginnen. Het duo start met het enige nummer waarin echt gerapt word deze avond. Beiden bespelen hun instrument niet. Vooraf opgenomen muziek begeleidt de twee, wat ruimte biedt voor Fletcher om tussen het rappen door koprollend het podium over te gaan.

Het volgende nummer is er één uit de categorie punk. Beide mannen gaan vanaf nu wel verder op hun instrument. Het veelal hip uitziende en jonge publiek stampt en beukt inmiddels door de zaal van Bitterzoet, terwijl Wyatt van het podium afvliegt om vervolgens liggend naast de bar zijn basspel voort te zetten. Iets wat hij trouwens strak doet, dat spelen op de bas.

De band combineert vanavond nummers van de eerste twee albums HaHa en Cloak met een aantal nummers van het nieuwe album Mirror Might Steal Your Charm, dat 30 maart uitkomt. Het zijn veelal korte songs van een minuut of twee, drie. Vooraan staan een hoop fans die de teksten kennen. Wyatt maakt daar regelmatig gebruik van door zijn microfoon het publiek in te steken en de fans te laten zingen. De twee broers beuken flink door de set heen, waardoor er weinig tijd is voor aankondigingen of gepraat tussendoor. Wat ook niet echt bij hun stijl zou passen: ze hebben een zeer nonchalante uitstraling, maar weten duidelijk goed wat ze doen op het podium.

Het eerste deel van de set is de afwisseling tussen de punk en de meer elektronische nummers goed en houdt het de aandacht er lekker bij. Al hadden ze de nummers met een elektronische sound misschien beter meer over de set kunnen verspreiden, want in het tweede deel wordt het wat veel van hetzelfde geluid. Gelukkig trakteert Fletcher regelmatig op lekkere, strakke drumsolo’s, die de aandacht er dan weer wel bij halen. Even als de rare geluidssamples die hij tussendoor aanslaat op zijn elektronische drumpads.

Het publiek lijkt het goed naar zijn zin te hebben en host de hele set lang door de zaal. Hier en daar vallen mensen over het podium en wordt er gecrowdsurft. In de laatste paar nummers geven de broers nog even wat diverser geluid weg. Wyatt brengt in één van de laatste nummers een zware, bijna ruisende, sound de zaal in. Ondertussen blaffen de gesamplede honden er doorheen. In het laatste nummer haalt hij met zijn geluid blues-rock sferen aan, voor hij er volop de beuk inzet. Ook Fletcher trakteert nog even op wat strakke drumsolo’s waarbij hij zijn ride bekken met ongelooflijke snelheid bespeelt. Na 24 nummers is het tijd om het podium te verlaten. Terwijl de tweeling van het podium verdwijnt, galmen de gesamplede space geluiden nog even door.

The Garden The Garden

The Garden The Garden The GardenThe Garden

 

 

Jack White – Boarding House Reach

Jack WhiteHoewel goedbeschouwd pas zijn derde solo album sinds 2012, kan niemand zeggen dat Jack White geen drukbezet baasje is. Zijn label Third Man, inclusief bijbehorende platenzaak, floreert, en is inmiddels uitgebreid met een uitgeverij. Maar uiteindelijk willen we gewoon muziek van de man, en onze honger wordt zeker gestild met Boarding House Reach.

Qua sound en aanpak kan er geen twijfel over bestaan dat dit dezelfde jack White is als die van Blunderbuss en Lazaretto, maar muzikaal is de ontwikkeling groot. De keiharde rock ’n roll, gedrenkt in de oude gospel blues, wordt nu gelardeerd met waanzinnig strakke electro funk en hip hop. In de line up zien we dan ook roots muzikanten als C.W. Stoneking, met een zeer fraaie spoken word performance, en de McCrary Sisters gebroederlijk naast bijdragen van mensen als NeonPheonix, die we kennen van Kanye West en Jay-Z, en Anthony Brewster (Fishbone).

Het resultaat is een soort ultra-Americana, waarbij een nummer als Corporation zowel de erfenis van Son House en Hank Williams meedraagt, als vol de woede en angst van de 21e eeuw belichaamt. White’s eigen gitaarwerk is zoals altijd meedogenloos, getuige gejaagde solo’s in Over And Over And Over en het harde Respect Commander.

Door gebruik te maken van zeer simpele methoden, het hele album is vastgelegd op een 4-Track recorder, heeft de plaat een prachtige vintage sound, slechts vergelijkbaar met de sound die Dan Auerbach weet neer te zetten, hoewel White die vergelijking waarschijnlijk niet kan waarderen. White heeft het grote talent om bestaande liefhebbers volledig aan hun trekken te laten komen, terwijl hij tegelijkertijd compleet nieuwe doelgroepen weet aan te boren. Het derde meesterwerk op rij. Tekst Mania | Jurgen Vreugdenhil

LIVEDATA 02/07 AFAS Live, Amsterdam (Sold Out) 07/07 Rock Werchter, Werchter (BE)

Ryan O’Reilly – I Can’t Stand The Sound

Ryan O'ReillyRyan O’Reilly – I Can’t Stand The Sound (Konkurrent)

Wanneer je de titel van zijn album bekijkt, is Ryan O’Reilly een gevoelige jongen. Hij is op I Can’t Stand The Sound net zo gevoelig als op zijn debuutalbum uit 2016, The Northern Line. O’Reilly, met zijn klassieke Ierse achternaam, is een singer-songwriter die woont in Berlijn. Niet alleen in een van de meest inspirerende steden ter wereld vindt hij het elan om mooie liedjes te schrijven, maar ook in steden als New York en Tennessee.

Zoals een liedje over de moderne wereld waarin we leven. Een prachtsong, die hij dan ook heel passend The Modern World heeft genoemd. “Try not to dream too small”, houdt hij zijn toehoorders voor en zo is het ook. Leef je dromen en bereik dingen die je je nooit voor zou kunnen stellen. Of dat nu werk betreft, liefde of spiritualiteit – of wat dan ook. Maar laat al die ambities niet met je aan de haal gaan. Zo is O’Reilly dan ook weer. Niet belerend, wel de waarschuwende vinger. Zo blijven we alert.

Ryan O’Reilly, met zijn prettige stemgeluid, laat niet gek veel van zijn Ierse roots horen op I Can’t Stand The Sound, daarvoor is hij misschien ook wel iets te lang weg inmiddels uit het sympathieke Ierland. Wat hij wel doet is kwalitatief hoogstaande singer-songwriterliedjes op plaat zetten en nu al twee albums lang. Daarvoor verdient hij een applaus. Pieter Visscher

Jonathan Wilson – Rare Birds

Jonathan WilsonWellicht kan Jonathan Wilson beschouwd worden als een indie-superster. Met Gentle Spirit in 2012 en Fanfare in 2013 maakte hij namelijk schitterende albums. Aanvankelijk liet Wilson zich zien als een Westcoast-troubadour à la Neil Young of Jackson Browne, maar op Fanfare sloeg hij zijn vleugels ten volle uit. Wat zou Wilsons vierde album ons brengen?

Jonathan Wilson is een drukbezet man. Hij produceerde albums van Dawes en Father John Misty en ging op wereldtournee met Pink Floyds Roger Waters, als gitarist in zijn begeleidingsband. En dat is te horen op het grootse Rare Birds. De epische opener Trafalgar Square (what’s in a name) had namelijk zomaar afkomstig kunnen zijn van The Pros And Cons Of Hitch Hiking. En zo breidt Wilson zijn muzikale speelveld uit naar Britse seventies en eighties rock.

Sound en productie van Rare Birds zijn ronduit voortreffelijk – laat dat maar aan Wilson over – een transparant jaren zeventig geluid, waarin de retro-artiest die Wilson is uitstekend gedijt. Opvallend zijn de songs Over The Midnight en Loving You die een soort van War On Drugs-drive bezitten, maar voor het overige is Jonathan Wilson zijn geniale zelf, die uitblinkt in machtige composities als Me, Sunset Boulevard, Hairflips, titelsong Rare Birds en het Peter Gabriel-achtige Living With Myself. Het derde spannende, voortreffelijke album op rij, dit Rare Birds. Tekst Mania | Wiebren Rijkeboer

LIVEDATA 24/03 Melkweg, Amsterdam (Sold Out) 25/03 AB Club, Brussel (BE) (Sold Out)

Peter Kernel – The Size Of The Night

Peter KernelOpposites attrackt; dat is het verhaal van het Zwitserse duo Barbara Lehnhoff en Aris Bassetti. Ze leerden elkaar kennen op de kunstacademie, ontwikkelden een vreselijke hekel aan elkaar, tot ze elkaars werk leerden kennen. Toen begon een vruchtbare muzikale samenwerking en treden ze onder de naam Peter Kernel naar buiten.

Vruchtbaar want ze hebben al drie platen en twee ep’s op hun naam staan en de vierde – The Size Of The Night – mag er zijn. Leuke creatieve muziek met een goed gevoel voor melodie. Een vleugje artistiek, mag je wel zeggen. De instrumentatie en arrangementen zijn niet alledaags. Deze twee lukt het redelijk clichés te ontwijken in hun muziek, leveren een aardig afwisselende verzameling liedjes af en juist dat zorgt er voor dat hun vierde plaat boeit.

Een stevige rol voor de bas in veel liedjes, de vaak Riot Grrrl-achtige zang- en schreeuwpartijen, drukke drums en beats en fijne elektronica zijn de kenmerkende ingrediënten voor deze plaat die afhankelijk van het liedje doet denken aan een range van artiesten als Ting Tings, Yeah Yeah Yeahs en als er met loops wordt gespeeld misschien zelfs aan Tom Vek. Maar dan allemaal met een aangenaam donker ondertoontje. Aardigste nummer is wel Drift To Death, dankzij z’n mooie loops die een zuigend, stuwend, sfeervol én dansbaar resultaat opleveren. Tekst Muzine.nl | Wim Du Mortier

LIVEDATA 23/03 Sugarfactory, Amsterdam (Dutch Album Release show) 24/03 N9, Eeklo (BE) 14/04 4AD Verduystert, Diksmuiden (BE) 20/04 Luxor, Arnhem 21/04 Insert Name Festival, Liège (BE) 03/05 Café Café, Hasselt (BE) 20/05 Transformerfestival @ Muziekgieterij, Maastricht

Durand Jones & The Indications – Durand Jones & The Indications

Durand Jones & The IndicationsDe wereld was toch een stukje minder mooi sinds het heengaan van charismatische soulzanger Charles Bradley vorig jaar. Maar er is goed nieuws, want Durand Jones, die eigenlijk per ongeluk zanger is geworden, gaat zijn plaats innemen.

Samen met zijn band The Indications brengt hij een soulgeluid met funky gitaren, een zwetend orgel en bovenal met zijn heerlijk rauwe stemgeluid. We horen echo’s van grootheden als James Brown en Otis Redding, de ene keer sensationeel uitbundig, dan weer intiem en hartverscheurend. Het titelloze album werd geschreven met maatjes Aaron Frazer (drums) en Blake Rhein (gitaar) en mooi helder geproduceerd, rechtstreeks van tape in een kelder in Indiana.

Stuk voor stuk zijn het klasse songs, maar naast de topsingle Make A Change moet ook het schitterende Now I’m Gone genoemd worden. Nieuwe soulheld Curtis Harding is goede referentie, maar de potentie Durand Jones is misschien nog wel groter. Tekst Mania | Erik Damen

LIVEDATA 10/05 Paradiso, Amsterdam 11/05 AB Club, Brussel (BE) 07/07 Rock Werchter, Werchter (BE)

The Decemberists – I’ll Be Your Girl

DecemberistsNa een soort van uitstapje als begeleidingsband van folkzangeres Olivia Chaney, onder de naam Offa Rex (resulterend in het vorig jaar verschenen album The Queen Of Hearts) keren de The Decemberists nu terug met nieuw werk onder eigen naam. De opvolger van het zeer sterke What A Terrible World, What A Beautiful World (2015) heet I’ll Be Your Girl en werd geproduceerd door John Congleton.

Een opvallende keuze, want Congleton is vooral bekend van zijn werk voor artiesten als St. Vincent, Wild Beasts en Goldfrapp. Eerste single Severed maakt echter direct duidelijk dat The Decemberists niet voor niets juist voor hem kozen, want hier wordt zeer nadrukkelijk een nieuwe weg ingeslagen.

Het nummer opent met synthesizers en een dominante elektronische beat. Dat is wennen, maar even later blijken dat de gitaren niet overboord gegooid zijn en als Colin Meloy begint te zingen herken je als luisteraar toch direct The Decemberists in dit verrassende nummer.

Roxy Music en New Order worden aangehaald als inspiratiebronnen voor dit achtste studioalbum en die eerste band staat natuurlijk helemaal niet zo ver van de jaren zeventig folk- en progrock die op ouder werk als inspiratie diende. I’ll Be Your Girl klinkt vooral als een logische nieuwe stap in de carrière van deze avontuurlijke en eigenzinnige band. Tekst Mania | Marco van Ravenhorst

LIVEDATA 14/11 TivoliVredenburg, Utrecht 15/11 Paradiso, Amsterdam