.Paak maakt melodieuze, warmbloedige hiphop met veel soul- en jazzreferenties. In dat opzicht is hij eerder de overtreffende trap van Kendrick Lamar of een Californische Common dan een typische Dre-leerling. Zelfs wanneer hij rapt, klinkt hij met die zwoele, hese stem als een soulzanger. Hoor Am I Wrong: het lijkt wel een verloren Stevie Wonder-lied.
Aartsrelaxed klinkt ook The Season/Carry Me, over zijn jeugd, die toch echt turbulent was. Zijn vader stierf al vroeg, zijn moeder was gokverslaafd en zelf was hij een tijdje dakloos, maar een verharde, bittere kerel is Anderson .Paak er niet van geworden. Malibu ademt een levenslust en optimisme dat hij vast en zeker meeneemt naar Paradiso Noord in Amsterdam, op 12 februari.
All Them Witches – Dying Surfer Meets His Maker (New West)
Op het eerste gehoor lijkt All Them Witches een band die niet heeft kunnen kiezen. Er zitten duidelijk een paar heavy rockers in de band, getuige de soms loodzware psychedelische rockwerken die bijna richting doom metal gaan. Maar de band zweert ook bij fijnzinnige gitaarfolk, bij country en blues.
Door: Robert van Gijssel 13 januari 2016
Dat kan een vrij dramatische want erg wisselvallige plaat opleveren, maar dat is Dying Surfer Meets His Maker geenszins. De band uit Nashville weet compacte rootsliedjes als Dirt Preachers en Open Passageways, opgetuigd met heerlijke en direct meezingbare refreintjes, fraai te rangschikken tussen lange instrumentale rockstukken als het psychedelisch zoemende woestijnepos El Centro. En dan wil gitarist Ben McLeod ook nog even laten horen dat hij een uitmuntende instrumentalist is in bijvoorbeeld Mellowing, een tokkelgitaarlied als een warm bad, dat bijna wel bedoeld móét zijn als eerbetoon aan de meester van de fingerpickers Bert Jansch.
Zo verkent All Them Witches alle uithoeken van de rootsmuziek en weet de band die van een mooi ronde en heavy lading te voorzien, vooral dankzij donker rollende bassen en rauw meppende drums. Een behoorlijk uniek en groovend rootsbandje, dat op 4 maart live valt te beluisteren in het Deventer Burgerweeshuis. We gaan er daarna vast nog veel meer van horen.
Eefje de Visser – Nachtlicht (Eefjes Platenmaatschappijtje)
Veel lijkt er niet veranderd aan Eefje de Visser. Haar derde album Nachtlicht, dat vrijdag uitkomt, verschijnt opnieuw in eigen beheer. Net als De Koek (2011) en Het Is (2013) brengt de zangeres Nachtlicht uit op haar eigen label, Eefjes Platenmaatschappijtje en, ja natuurlijk zingt ze nog altijd in het Nederlands.
Door: Gijsbert Kamer 6 januari 2016
Ze heeft nog altijd die aangenaam zachtmoedig, wat romig klinkende stem en schrijft het liefst liedjes vol poëtische mijmeringen die niet zozeer verhalend als wel associatief zijn. Titels waren altijd al kort, maar kennen nu allemaal slechts één woord.
Mee, Jong, Staan, Wel en Stof heten enkele van de tien nieuwe liedjes en ook die klinken vertrouwd. Raadselachtig en intrigerend tegelijk. En toch is Nachtlicht een heel andere plaat dan de twee voorgangers geworden.
Pusha T – King Push/Darkest before Dawn: The Prelude (G.O.O.D. / Universal)
Plaat om naar uit te kijken, gepland voor april 2016: King Push van oostkustrapper Pusha T uit Virginia, die doorbrak als helft van het duo Clipse en op eigen titel een van de beste hiphopplaten van 2013 uitbracht (My Name Is My Name). Het korte Darkest Before Dawn (34 minuten) biedt hierop nu al een veelbelovende prelude.
Door: Menno Pot 30 december 2015
De rappers die 2015 kleur gaven, waren veelal verstandige, beschouwende jongens: fouten gemaakt maar tot inkeer gekomen. Wat dat betreft is het wel lekker om weer eens een echte hardliner als Pusha T aan het werk te horen: gangsta and proud of it. M.P.A. staat hier voor ‘money, pussy, alcohol’. Het zijn ouderwets belangrijke zaken.
Heerlijk grimmig zijn de openingstracks, en ook Got’em Covered en Keep Dealing, met diepe bassen en beats die landen als een hamer op een aambeeld. Imposant is ook de lijst gastbijdragen: Kanye West, Timbaland, A$AP Rocky en een vocale cameo van Jill Scott. King Push schijnt ‘commerciëler’ te worden dan deze rauwe prelude. De vraag is of hij ook beter wordt.
Baroness – Purple (Abraxan Hymns)
In 2012 eindigde de tournee van de Amerikaanse band Baroness in een drama. De toerbus raakte bij de Engelse stad Bath van de weg en stortte van een viaduct. Het ongeluk hakte er in bij Baroness, zowel fysiek als mentaal. De drummer en bassist zagen zich genoodzaakt te stoppen.
Robert Van Gijssel 30 december 2015
Je zou verwachten dat de nieuwe Baroness een verslag is van de ellende van de afgelopen jaren, maar dat is Purple geenszins. Het vierde studioalbum is een opwindende en optimistische rockplaat, die ondanks het donderende riffwerk nergens verbeten klinkt.
Wat een geweldige rockliedjes schrijft zanger en gitarist John Dyer Baizley toch. Shock Me bijvoorbeeld is een bijna stadionrockend anthem, met prachtig meeschreeuwrefrein. En ook in het balladachtige gevoelswerk is Baroness ijzersterk. Chlorine & Wine, mét piano, is een brullend gezongen maar toch ook best sentimenteel drugs- en liefdesliedje.
En wat is het prettig dat aan Baroness geen enkel genrenaampje kleeft. De band voelt zich kennelijk volkomen vrij om te putten uit een halve eeuw rockgeschiedenis, citeert soms uit de grunge, wijst naar Metallica en knipoogt soms zelfs naar Pink Floyd. Maar Baroness klinkt vooral uniek en als zichzelf. En met een half vernieuwde band toch ook als herboren.
Hef – 13 (Noah’s Ark)
Het gouden hiphopjaar 2015 leverde in Nederland sterke platen op van met name Fresku en Dazzled Sticks. Bij dat duo voegt de Rotterdamse rapper Hef zich met zijn sterke derde album 13.
Door: Menno Pot 30 december 2015
Dat er goede muziek op komst was, viel al op te maken uit de outtakes die eerder dit jaar verschenen op de ep Zes en een half, maar luisterend naar 13 begrijp je meteen waarom die stukken moesten afvallen: ze hadden niet gepast op het hechte 13, het meest persoonlijke dat Hef tot dusver opnam.
Niet alleen in zijn introspectieve teksten stelt hij zich kwetsbaar op, met zijn muzikale keuzen doet hij dat ook: 13 is een ingetogen album zonder duidelijke climax of uitschieter, een plaat die deint op golven van weemoed. Zijn raps zijn kalm, monotoon bijna, maar daar worden ze alleen maar indringender van.
Hef vertelt over zijn jeugd en zijn eerste stappen als rapper (‘heb drie zomers moeten sparen voor een microfoon’), over de fouten die hij maakte (‘drugs in de kofferbak, geld op m’n schoot en die ding in de dashboard’), over de dood van een vriend (‘nog een moeder die in tranen is, nog een kleine die zijn vader mist’) maar ook over zijn dankbaarheid voor wat hij nu heeft. Rust, een leven, een dochter.