Album Reviews: PAUW en Peaches

PAUWPAUW – Macrocosm Microcosm (Caroline Records)
Met hun eerste EP en een speciale single voor de Hubble telescoop heeft het psychedelische kwartet al een introductie van formaat achter de rug. De nieuwsgierigheid naar meer werk hoeven we gelukkig niet lang te bedwingen want het eerste volwaardige album is een feit. Met twee nummers van de EP in de herhaling, waaronder het ijzersterke Shambhala, wordt gelijk duidelijk dat Pauw de ingeslagen weg voortzet en ons meer trakteert op een flinke dosis psychedelica blues.

Tegelijkertijd weten ze de verleiding om los te gaan in lang uitgesponnen solo’s te weerstaan, waardoor ook de kracht van de uitstekende composities volledig overeind blijft. Wat dat betreft lijken ze meer gemeen te hebben met de eerste albums van de Steve Miller Band, terwijl ze tegelijkertijd ook waarschijnlijk wel een album van Oasis in de kast hebben staan, getuige vooral de muzikale referentie in Visions, het Hubble nummer. Uiteraard zijn ook de Temples een meer actuele referentie, maar Pauw weet meer dan hun Engelse collega’s het verleden te gebruiken om vooruit te komen, waardoor dit bepaald geen reis naar een tijdperk is dat ooit geweest is, maar juist een vooruitstrevend album met psychedelica anno nu. Tekst ManiaJurgen Vreugdenhil

LIVEDATA 30/10 Vera, Groningen 06/11 Grenswerk, Venlo 07/11 Metropool, Hengelo (albumrelease) 10/11 L’eden, Charleroi 14/11Tivoli De Helling, Utrecht 27/11 Muziekgieterij, Maastricht 29/11 AB, Brussel 03/12 Rotown, Rotterdam 04/12 Effenaar, Eindhoven 10/12Glimps, Gent 17/12 Doornroosje, Nijmegen 20/12 Paradiso, Amsterdam (w/Birth of Joy)PeachesPeaches – Rub (I U She Music / Bertus Distributie)
Peaches is de alias van Merill Nisker, een Canadese muzikante. Als je enigszins bekend bent met haar muziek, zou je kunnen denken dat die alias verwijst naar het straattaalwoord voor het vrouwelijk geslachtsdeel. Niskers teksten zijn namelijk uitermate seksueel getint. Het verwijst echter naar een nummer van Nina Simone; Four Women. In dit lied worden vier vrouwen beschreven die symbool staan voor de zwarte vrouw in Amerika. De vierde vrouw staat voor degene die zich met volle overtuiging verzet tegen de blanke medemens en de slavernij. Hier herkende Merill Nisker zich in: ook zij vecht tegen bestaande normen en waarden. Haar seksueel getinte teksten hebben dan ook altijd een onderliggende boodschap.

Met haar nieuwe album Rub is ze terug om genderproblematiek aan te kaarten en taboes te doorbreken. Man en vrouw zijn in onze maatschappij behoorlijk afgebakende concepten, grotendeels gevormd door onszelf. Natuurlijk is er het lichamelijke verschil, maar met de culturele verschillen (bijvoorbeeld: blauw is een jongenskleur, roze een meisjeskleur) word je niet geboren. Sterker nog: het wordt je haast opgedragen, zo denkt Peaches er in ieder geval over. Bij haar lopen man en vrouw nog weleens door elkaar: zo maakt ze op het album Fatherfucker een statement door als vrouw met baard op de albumhoes te staan, ruim voor Conchita Wurst het songfestival won. Ook op feministen als Miley Cyrus en Nicki Minaj heeft ze grote invloed gehad.

Conchita Wurst? Miley Cyrus? Nicki Minaj? Dat is toch niks voor Pinguin Radio? Laat ik dan wat andere namen noemen: op haar nieuwe album werkt ze o.a. samen met haar oude huisgenoot Feist en met Sonic Youth-zangeres Kim Gordon. Toch is haar muziek met geen van de genoemde namen vergelijkbaar. Peaches maakt electroclash, een genre dat begin jaren ’00 opkwam. Het genre mixt allerlei genres als new wave, techno en popmuziek met elkaar, en werd populair door artiesten als Felix Da Housecat en Miss Kittin (naast Peaches zelf).

Op haar nieuwe album gaat ze terug naar die electroclash-roots. Opzwepende ritmes, in combinatie met bijtende vocalen. Wel is het album opvallend poppy, met veel pakkende refreinen, en zonder veel uit de bocht te vliegen. Het blijft bij momenten ook wat aan de vlakke kant, waarbij je zowel muzikaal als tekstueel het gevoel krijgt het allemaal wel eerder van haar gehoord te hebben.

De hoogtepunten zijn dan ook net de afwijkende nummers. In Free Drink Ticket fantaseert ze over hoe ze haar ex-geliefde de ergste dingen aandoet (gedachtes waarvan ze denkt dat velen het weleens hebben ervaren). Dit doet ze op een zodanig koele toon, dat het haast psychopatisch aanvoelt, wat in combinatie met spannende elektronische begeleiging tot een fantastisch nummer leidt. Op Lights in Places sluit ze wat meer aan bij de moderne synthpop met fraaie, aanzwellende keyboardtonen, en meeslepende melodieën. Ook Vaginoplasty is memorabel; hierin ageert ze tegen o.a. schaamlipcorrecties.

Peaches mag dan wat in herhaling vallen; toch is Rub weer een onderhoudend album, met enkele waardevolle toevoegingen aan haar oeuvre. Bovendien is het niet verkeerd als de taboe’s eens wat worden opgeschud. Peaches is hierin haar unieke zelf, grofgebekt maar niet zonder reden. Alleen daarom al is Peaches zelf ook een waardevolle toevoeging aan de popmuziek. Arnout de Vries

LIVEDATA 14/12 Paradiso Noord, Amsterdam 18/12 Orangerie, Brussel

Album Reviews: Joe Bonamassa en Wavves

Joe BonamassaJoe Bonamassa – Live at Radio City Music Hall (Mascot Label Group / Provogue)
Op het moment dat de inkt van de vorige recensie nog maar nauwelijks is opgedroogd komt Joe Bonamassa al weer met zijn nieuwe release. De Amerikaanse zanger/gitaarheld begint zo onderhand een prestatiedrang te vertonen die iets dwangmatigs lijkt te hebben en er blijkt heel wat voor nodig om zijn succesvolle opmars te stoppen. Je zou menen dat het verzadigingspunt met het uitbrengen van Live at Radio City Music Hall, inderdaad alweer een live-registratie, toch wel heel erg dichtbij komt. Na de luxe Tour de Force-box, het akoestische Vienna Opera House-optreden, Muddy Wolf at Red Rocks, Beacon Theatre en Live at Amsterdam, waar hij het samen deed met zangeres Beth Hart, wordt de trouwe fan met het uitbrengen van Live at Radio City Music Hall nogmaals gedwongen om tot aanschaf over te gaan. Het album bevat namelijk niet alleen nooit eerder uitgebracht live-materiaal maar er zijn hierop ook nog eens twee geheel nieuwe tracks te beluisteren.

Eerlijk is eerlijk, het van Daniel Lanois gepikte Still Water in een akoestische folk-uitvoering of het stevige en funky One Less Cross To Bear waarin ook nog eens een spetterende blazerssectie te horen is, zijn beide zeer de moeite waard. Desondanks roept de keuze voor slechts dertien tracks uit het omvangrijke oeuvre van de gitaarheld hier een licht onbevredigend gevoel op. Het gemis van enkele belangrijke steunpunten in de set doet zich te vaak gelden.

Interessanter is het dan ook om over te gaan op de bijbehorende DVD die een stuk uitgebreider is, met veel zorg is samengesteld en vanwege het vakkundige camerawerk uitermate prettig is om naar te kijken. Regelmatig is men er in geslaagd de kijker het gevoel te geven daadwerkelijk aanwezig te zijn geweest tijdens deze optredens waarmee de anderhalfjaar durende tournee op bijzondere wijze werd afgesloten.

Het bleek een langgekoesterde wens van Bonamassa te zijn om ooit eens op het legendarische theaterpodium in zijn geboortestad te kunnen spelen. In totaal tienduizend liefhebbers waren twee avonden in januari van dit jaar aanwezig bij de optredens waarin zowel een akoestische set met “The Huckleberries”, als een elektrisch versterkte set met zijn reguliere tourband te zien was. Bovendien maakte Bonamassa nog graag even van de gelegenheid gebruik om aandacht te besteden aan het verjaardagsfeestje van zijn moeder.

Met een stel zeer capabele folkies en met toetsenist Reese Wynans, onder meer bekend als begeleider van Stevie Ray Vaughan en Allman Brothers, in de gelederen is er in het onversterkte deel minstens zoveel spanning opgebouwd als in het zwaardere gedeelte. Het zal voor sommigen even wennen zijn maar in Never Give All Your Heart lijken beide werelden bij elkaar te komen en kunnen ook zij weer genieten van het vertrouwde geluid waarmee hun geliefde gitarist zichzelf weer dikwijls weet te overtreffen. En zo is het die dekselse Bonamassa toch weer gelukt om met een prachtige aanvulling op zijn indrukwekkende collectie te verschijnen. Wordt, zoals gewoonlijk, ook wel weer snel vervolgd… Jeroen BakkerWavves - VWavves – V (Caroline International / Crush Music)
Toen in 2009 Wavves hun gelijknamige album uitbrachten, was iedereen het er over eens dat dit wel een heel charmant debuut was. Met een do it yourself attitude overgenomen uit de punk en een flinke dosis urgentie in de songs vond de band aansluiting bij de huidige generatie.

De band komt uit San Diego en heeft in Nathan Williams een songschrijver die vooral in zijn teksten uitblinkt. Met onderwerpen als verveling, het roken van wiet, skaten en surfen is Williams een typische twintiger van nu. Hij is een creatief baasje die naast zijn werk voor Wavves veelvuldig te vinden is als gast op albums van bijv. Best Coast, Fucked Up en zijn eigen zijstapbandjes Sweet Valley en Spirit Club.

Deze samenwerkingen resulteerden in nieuwe inspiratie voor het vijfde album van de band waarop een uitgekleed geluid te horen is. De plaat werd vooraf gegaan door een serie boze tweets van Williams waarin hij zijn platenmaatschappij als een stel geldwolven neerzette. Het proces om deze plaat te maken was dan ook niet makkelijk, de boosheid resulteerde wel in een serie songs die wederom de urgentie van het debuut hebben. Tekst Mania | Bert Dijkman

LIVEDATUM 20/11 Autumn Falls Festival, Gent 21/11 Le Guess Who Festival, Utrecht

Album Reviews: Eagles Of Death Metal en Black Bottle Riot

Eagles of Death Metal - Zipper DownEagles Of Death Metal – Zipper Down
Na een afwezigheid van zeven jaar kon Josh Homme, naast zijn carrière als frontman bij Queens of the Stone Age, een gaatje in zijn agenda vinden om samen met zijn Brother-in-riffs Jesse Hughes een nieuwe langspeler te produceren met zijn andere band uit de Palm Desert Scene: Eagles of Death Metal.

De vuurdoop was al eerder dit jaar op Pinkpop, met als hoge uitzondering Homme achter de drumkit. Zipper Down is het uiteindelijke resultaat. Een plaat die bol staat van de vernieuwende, vuige, smerige en harde rock, zoals we gewend zijn van de Eagles of Death Metal. Het album is geproduceerd door oprichter Homme zelf, dus dat betekent garagerock doordrenkt van een onvervalst desertrock randje. Volgens Homme zelf is het album een filosofie geworden van het leven zoals het zou moeten zijn: “You should not zipper up, but zipper down and let it all hang out!”.

En dat lukt al meteen goed met het ijzersterke intronummer Complexity: uptempo en vuig. En met Got a Woman en Oh Girl wordt dit tempo nog eens extra opgevoerd. Bijzondere toevoeging is ook de cover van Duran Duran´s Save a Prayer, die voor de gelegenheid omgetoverd is van gevoelige synthballad naar ruige stoneradaptatie. Dus maak je maar vast klaar voor een oorgasme´, want dat is waar Zipper Down op aanstuurt. Tekst ManiaMarjan Kok

LIVEDATA 15/11 Koninklijk Circus, Brussel 21/11 Speedfest, Eindhoven
Black Bottle RiotBlack Bottle Riot – III: Indigo Blues (Suburban)
Op deze derde langspeler van Black Bottle Riot gaat het over drank, verloren liefdes, overleden vrienden en het verlies van werk en zelfs onderdak. Het leven als muzikant eist zijn tol. De zorgeloosheid van de eerdere releases is verdwenen. De littekens van het leven langs de weg en op het podium zijn onderwerp van de teksten in de negen nummers.

De vier leden van Black Bottle Riot uit Nijmegen doken in februari 2015 de studio in. III: Indigo Blues is het resultaat van een groep met goede en slechte ervaringen in de afgelopen jaren. De luisteraar mag de rimpels horen, een kalende kruin wordt niet verborgen, fouten worden toegegeven en zijn slechts inspiratie voor nummers als Crown Me Sinner. Deze derde release van Black Bottle Riot is met grote voorsprong de meest diverse. Elk nummer heeft een eigen handtekening meegekregen. De uptempo rocksongs zijn gedrenkt in blues.

In interviews noemen de muzikanten Lynyrd Skynyrd, Thin Lizzy en Black Sabbath als invloeden. Met III: Indigo Blues staat de groep stevig op eigen benen. ‘Time & Time Again’ opent en zet de toon voor bijna drie kwartier rauwe rock en blues. Black Bottle Riot brengt de komende maanden deze nummers naar de fans in de diverse provincies. Check de site van de groep of de agenda van de lokale muziektempel. Jaks Schuit

LIVEDATA 06/11 Wilhelmina, Eindhoven 07/11 De Witte Bal, Assen 20/11 Zwarte Ruiter, Den Haag 21/11 De Noot, Hoogland 04/12 Cafe Rocks, Enschede 19/12 De Hip, Deventer

Album Reviews: Kurt Vile en Koritni

Kurt Vile - b'lieve I'm goin downKurt Vile – B’lieve I’m Goin Down… (Matador Records / Beggars)
Het blijft een wonderlijke combinatie, de uiterste relaxte flow en vlijmscherpe focus die Kurt Vile steeds weer in zijn muziek laat horen. Een soundtrack voor de onverbeterlijke stoner, maar net zo goed een feestmaal voor de hongerige muziekverslinder. Natuurlijk viert de laid-back coolness van Vile ook weer hoogtij op zijn nieuwste album b’lieve i’m goin down… maar hij lijkt steeds beter weten wanneer en hoe hij deze het meest op de voorgrond moet toelaten.

Zo gelukzalig als op voorganger Wakin On A Pretty Daze is het daarbij lang niet altijd. Vaak genoeg keert de blik naar binnen en voeren donkere klanken de boventoon. Die herinneren aan doorbraakalbum Smoke Ring For My Halo en laat tegelijkertijd ook zien hoe enorm hij sindsdien gegroeid is. Opener Pretty Pimpin giet dat sombere gemoed bijvoorbeeld in een onweerstaanbaar bluesy en loom swingende folkrocker. De compactheid van die prachttrack is tekenend voor de rest van de plaat. Steeds minder fladdert Vile weg in zweverige gitaarsolo’s en krijgt zelfs de piano steeds meer ruimte, zoals in het wonderlijke melodieuze vlechtwerk van Life Like This. Meer dan ooit lijken elke maat, elk ritme en elke melodie met ambachtelijke precisie te zijn geconstrueerd. Je zou kunnen vrezen dat hij daarmee ook wat van zijn vrijmoedigheid verliest, maar niets is minder waar. Kurt Vile weet beter dan ooit wat hij wil en vaart op B’lieve I’m Goin Down… twaalf nummers lang in een kaarsrechte koers naar een nieuw en indrukwekkend hoogtepunt toe. Tekst ManiaMartijn Koetsier

LIVEDATA 31/10 London Calling @ Paradiso, Amsterdam 01/11 Ancienne Belgique, Brussel

Koritni - Night Goes on for DaysKoritni – Night Goes on for Days (e-a-r Music/PIAS)
We hebben hier te maken met cliché hardrock. Dat klinkt negatief, maar de band vindt het zelf ook. Zo kondigen ze in één van hun nummers, met een flinke dosis zelfspot, een instrumentale break als een ‘cliché breakdown’ aan. Hun muziek mag dan niet origineel zijn, het is wel strak en krachtig gespeeld, met sterke songs. Bandje nummer zoveel verstaat zijn vak dus wel.

Het gaat om Australiërs die geïnspireerd zijn door oude blues, door stevige jaren ’70 rock (zo coveren ze Creedence Clearwater Revival), en vooral door jaren ’80 hardrock als AC/DC en The Scorpions. Dit resulteert in veel gitaargeweld en overdreven blèrende vocalen, bijvoorbeeld in songs als Rock ‘n Roll Ain’t No Crime (de titel spreekt boekdelen) en het gedreven Seal the Deal. Krachtige nummers maar ook met oog voor detail (handclaps, goed verzorgde achtergrondzang). Gelukkig zorgen de mannen wel voor wat afwisseling en wordt er af en toe wat gas teruggenomen. Zo is er de fraaie ballad Woman in Love, en zelfs een instrumentaal stukje blues op The Mississippi Delta. Zulke momenten weten de ietwat eenzijdige plaat net wat extra kleur te geven.

Verder staat Night Goes on for Days, de titel zegt het al, toch vooral in het teken van feesten en doorknallen. Hierdoor wordt het bij momenten wel wat plat, maar Koritni draai je niet voor de diepgang. Koritni is er voor de oude rocker die zijn volumeknop weer eens helemaal naar rechts wil draaien voor wat ouderwets lekkere hardrock. De originaliteitsprijs winnen ze er niet mee, maar voor wie wel wat hardrockclichés kan hebben, is het prima vermaak. Arnout de Vries

Album Reviews: The Dead Weather en Tijuana Panther

The Dead WeatherThe Dead Weather – Dodge and Burn (Warner / Third Man)
Met het verdwijnen van The White Stripes en de bloeiende solocarrière van Jack White dacht u misschien even net als ons dat we weinig meer zouden horen van The Dead Weather, maar vijf jaar na Sea Of Cowards is hier dan toch de opvolger.

Alison Mosshart is weer de zingende frontvrouw, die vocaal uitstekend uit de voeten kan met het gitaargeweld van Dean Fertita en White zelf, hoewel die laatste vooral de drums bemant. Zeker de openers I Feel Love en Buzzkill(er) laten duidelijk horen dat White met zijn solo albums een flinke groei heeft gemaakt, aangezien de strakke gitaarpartijen meer aan nummers als Sixteen Saltines doen denken dan aan het eerdere Dead Weather werk.

Het krankzinnige Three Dollar Hat laveert tussen een door White gezongen moderne country blues, losjes gebaseerd op Frankie And Johnny, en een knallende speedpunk met Mosshart in de hoofdrol. Er is veel te beleven op dit zeer energieke album, welke een vergelijking met White’s beste werk moeiteloos doorstaat. Tekst ManiaJurgen VreugdenhilTijuana PanthersTijuana Panthers – Poster (Innovative Leisure / Bertus)
Juist op een moment dat veel bands zich storten op een geluid dat teruggrijpt naar dat van de eindjaren zestig maar het ook nog eens combineren met invloeden uit de seventies, komen de Tijuana Panthers met Poster, een album dat in het geval van de Californiërs uit Long Beach een logisch vervolg is op de vorige en op die van daarvoor. De Panthers maken eigenlijk al sinds de oprichting een mix van punk-light en experimentele gitaargeoriënteerde garage-pop, geserveerd op een soepel glijdend surfplankje. Dat ze dit bijzonder goed af gaat blijkt uit de trouwe aanhang die de band nauwlettend in de gaten houdt en al vanaf het debuut in 2010 volgt.

Het is te hopen dat het journalistengilde zich bij het eindoordeel voornamelijk op het muzikaal gebodene gaat storten want het hoesontwerp van Poster is werkelijk afgrijselijk. Het gekunstelde plakwerk van diverse foto’s en letters is ronduit beschamend en lijkt de potentiële klanten die een fysiek exemplaar prefereren boven dat van een digitale download alleen maar te ontmoedigen. Liever concentreren op de muziek dus en die is weer heerlijk energiek, ongecompliceerd maar melodieus en ook nog eens voorzien van een glasheldere, bijna cleane productie. Bij nader inzien en na meerdere draaibeurten moeten we toch echt erkennen dat de Tijuana Panthers zich muzikaal ontwikkeld hebben en binnen een beperkt kader toch ook durven te experimenteren zonder zich al te veel te vervreemden van hun eigen geluid. Het kan niet anders of de bandleden voelen zich uiterst comfortabel met deze nieuwe episode in hun nog maar betrekkelijk korte carrière.

Laat de Tijuana Panthers nu eindelijk ook eens meeprofiteren van de populariteit waarmee zielsverwanten op dit moment oogsten. Poster doet kwalitatief namelijk niet onder voor het materiaal van de concullega’s. Sterker nog, het album bevat zelfs hitgevoelig materiaal zoals het aanstekelijke en catchy ‘Monitor’of ‘Gated Patio’. Na steeds maar als support te hebben gefungeerd van bands die later groter zouden worden dan zijzelf, zoals daar zijn Thee Oh Sees en Ty Segall, moet het na dit vierde album maar eens echt gaan gebeuren want dat verdienen ze echt. Jeroen Bakker

Podcast Volkskrant Radio #1

Pinguin Radio en de Volkskrant slaan de handen ineen voor een maandelijkse radio-uitzending waarin we u bij de hand nemen langs de beste albums van de maand.

Iedere eerste maandag van de maand tussen 20:00 en 22:00 uur live te beluisteren bij Pinguin Radio en een dag later terug te vinden op Volkskrant.nl/volkskrantradio als podcast en uiteraard ook bij ons op de site!

Album Reviews: Editors en Radkey

EditorsEditors – In Dream (PIAS)
Het eerste wat opvalt bij beluistering van de nieuwe Editors is dat deze nogal somber klinkt. Nu waren onze Engelse vrienden al nooit de lachebekjes van de familie, daarvoor waren ze teveel beïnvloed door Joy Division, maar nu zien ze het blijkbaar helemaal niet meer zitten. In ieder geval niet met gitaren want de signatuursound van de band, het felle en breed uitwaaierende gitaargeluid, is nagenoeg verdwenen. Daarmee klinkt deze vierde release vooral naar de rustiger en elektronisch georiënteerde songs zoals die op de vorige plaat, The Weight of Your Love, te vinden waren en op de opener van de derde plaat In This Light And On This Evening.

Het vertrek van geluidsbepalende gitarist Chris Urbanowicz echoët dus nog duidelijk na. Daarmee is In Dream ook automatisch een groeiplaatje geworden want het merendeel van de tien songs pakken niet meteen en vergen meerdere keren beluistering. De fans van de eerste twee Editors-platen zullen waarschijnlijk niet al te veel van hun gading vinden op In Dream, een conceptplaat over dromen die zanger Tony Smith het laatste jaar had; de latere fans en liefhebbers van de stem van Smith in combinatie met epische violen zullen juist wel blij zijn met deze plaat. Ik ben alleen benieuwd wat ze van het zwaar door het Bronski Beat nummer Smalltown Boy geïnspireerde Our Love zullen vinden. Tekst ManiaAndre de Waal

LIVEDATA 04+05+06/11 Heineken Music Hall, Amsterdam (uitverkocht)RadkeyRadkey – Dark Black Make-up
 (Strange Loop Records)
Twee jaar terug stuitte ik in de krochten van de indieblogs op een EP van deze drie broertjes Radke(y) uit New York. Het klonk alsof ze nog niet eens uit de oefenruimte waren geweest. Schelle bekkens, valse toontjes en een sound die klonk als een telefoonopname. En toch bleef ik naar Radkey luisteren. Steeds maar weer. Dit soort catchy rommelpunk hadden we sinds de Ramones niet meer gehoord. Vooral de monotone, maar toch aanstekelijke stem van zanger Dee zorgt voor een enorme glimlach op het gezicht van deze toch vaak van zuurheid betichtte recensent.

EP nummer twee had precies hetzelfde effect. De verwachtingen voor de eerste langspeler waren dan ook hoog. Misschien wel te hoog, want wat dachten deze gasten in hemelsnaam? Waar is die jonge hondenenergie gebleven? Waar zijn die catchy as fuck-refreinen? Het is alsof de heren zichzelf plots serieus zijn gaan nemen. Elke punkrockliefhebber weet dat het dan misgaat. Ik zeg het niet vaak, maar Radkey klinkt hier gewoon veel te strak. Veel te serieus. Hoogtepuntjes zijn de snellere tracks, precies de nummers die ook op de eerste twee EP’s stonden. De rest is zeker niet verkeerd, maar mist dat extreme enthousiasme. Milo Lambers

LIVEDATA 21/10 Merlyen, Nijmegen 22/10 Paradiso, Amsterdam 23/10 Ekko, Utrecht 24/10 Ancienne Belgique, Brussel

Pinguin Radio presenteert Volkskrant Radio! #1

Elke eerste maandag van de maand op Pinguin Radio van 20:00 tot 22:00 uur de beste tracks van de belangrijkste 10 albums samengesteld door de muziekredactie van de Volkskrant.

volkskrant_logo_zw

New OrderNew Order – Music Complete

Wie gaf er eigenlijk nog wat voor New Order? Hun laatste album Waiting For The Siren’s Call (restjesplaat Lost Sirens niet meegerekend, verscheen tien jaar geleden en was een dieptepunt.

Door: Gijsbert Kamer – 30 september 2015

Toen de geluidsbepalende bassist Peter Hook de band acht jaar geleden verliet, leek het verhaal over. Maar kijk, toetseniste Gillian Gilbert is na vijftien jaar weer terug, bassist Tom Chapman blijkt de Hooky-baslijnen prima machtig en Music Complete is met gemak het beste New Order-album sinds Technique (1989). En ook een net zo’n opbeurend, dansbaar album bovendien. De breekbare zang van Bernard Sumner klinkt weer innemend, de synths staan op discomodus, maar klinken modern, en heerlijk die krakende gitaren waarin nog altijd echo’s van Joy Division doorklinken.

MINDER VERMOEIEND
De liedjes klinken eindelijk echt geïnspireerd en ook het bandgeluid is minder vermoeid en gewild modern. Een paar gastvocalen minder (jammer van Brandon Flowers) en je had een perfecte plaat gehad. Maar toch, welkom terug.

Lees hier het interview van 25 september uit de Volkskrant met New Order.

Julia Holter - Have You in My WildernessJulia Holter – Have You In My Wilderness

Dat Julia Holter (30) uit Los Angeles een bijzonder talent is, kon je op haar eerste drie platen al horen – in 2013 trok Loud City Song al veel aandacht – maar ietwat ondoordringbaar was haar avant-gardepop vol verwijzingen naar Franse en Griekse literatuur wel.

Door: Menno Pot – 30 september 2015

Het rijk georkestreerde Have You In My Wilderness is een breekpunt. Nog altijd valt er zo veel te horen dat het je soms duizelt (strijkers, piano, orgel, elektronica), maar het fluwelen Sea Calls Me Home of het springerige Everytime Boots zijn meer dan ooit pop.

VERLEIDELIJK
Dat werkt uitstekend. Het maakt Holter bij vlagen zo verleidelijk als Jane Birkin of Nico en het contrasteert prachtig met het vervreemdende Vasquez of Betsy On The Roof, een door strijkers gedragen epos in grijstinten.

Hier valt veel wonderschoons te ontdekken: in arrangementen, melodieën, teksten én Holters vocalen, ijl meanderend door haar muziektuintje in bloei. Zo begrijpelijk als hier was Julia Holter niet eerder, maar dat heeft haar slechts fascinerender gemaakt.

The Common Linnets - IIThe Common Linnets – II

Tweede op het Eurovisie Songfestival, de Waylon-affaire; daar begon het mee, maar wat The Common Linnets daarna overkwam, kon niemand bevroeden: Calm After The Storm werd een internationale hit, de verkoop van het albumdebuut nadert het half miljoen.

Door: Menno Pot – 30 september 2015

Het zou zonde zijn het project nu weer te ‘parkeren’, zoals aanvankelijk het plan was. Dus verschijnt nu II, een plaat waaraan je kunt horen dat The Common Linnets een echte band is geworden, met Ilse DeLange en JB Meijers als creatief hart.

Op het eerste gehoor is het recept onveranderd: in country gewortelde, radiovriendelijke americanapop met prachtige zangharmonieën. Dat was het recept en dat is het nog steeds.

VERLENGD SUCCES
Toch is er iets veranderd. We horen een band die minstens evenveel associaties met Fleetwood Mac en Crosby, Stills & Nash oproept als met country. Er wordt steviger gerockt: hoor hoe In Your Eyes dampt of hoe Walls Of Jericho op zijn Led Zeppelins voortploegt.

Alle ingrediënten voor verlengd succes lijken aanwezig op II: knappe songs, een sound die druipt van vakbekwaamheid en ervaring, hier een weidse popsong (That Part), daar een klein, gevoelig liedje met hemelse samenzang (Better Than That) en zelfs die ene echte potentiële hit, het schitterende We Don’t Make The Wind Blow, dat in de Nederlandse Top 40 overigens in de onderste regionen, op nummer 32, bleef steken.

Zo zie je maar: de praktijk is soms weerbarstig, maar dat doet aan de ambachtelijke klasse van The Common Linnets niets af – en aan hun internationale potentie evenmin.

Lees hier het interview van 25 augustus met The Common Linnets.

Kwabs - Love + WarKwabs – Love + War

Kwabs is een jongen om in de gaten te houden
100 miljoen keer werd zijn hit Walk bekeken op YouTube, maar een album was er nog niet. Dat heeft Kwabs (25) nu wel: Love + War. Wie is deze Britse ‘synth&B’-belofte?

Door: Robert van Gijssel – 21 september 2015

Een beetje oneerbiedig misschien, maar beslist niet zo bedoeld: Kwabena Sarkodee Adjepong – Kwabs voor zijn vrienden – is zo’n typisch product van de nieuwe muziekindustrie. ‘Kwabs’ (25) viel op in Groot-Brittannië bij een tv-programma voor muzikaal talent. Hij had een flinke internationale hit met het bonkende en opbeurende r&b-anthem Walk, waar anders dan op YouTube. Het nummer werd de herkenningsmelodie van de onwaarschijnlijk populaire voetbalgame Fifa 15, en is nu dus een meeneuriegeval voor de wereldwijde gamersgeneratie.

Lees hier het interview van 21 september met Kwabs.

The Arcs - Yours, DreamilyThe Arcs – Yours, Dreamily

Toch een lichte tegenvaller, dat jongste Black Keys-album Turn Blue (2014), een tikje verveeld vooral, maar met zijn nieuwe zijproject The Arcs revancheert de creatieve spil van het rockduo uit Ohio, Dan Auerbach (36), zich sterk.

Door: Menno Pot – 9 september 2015

Aan debuutalbum Yours, Dreamily werkten Auerbach en zijn collega-Arcs al in de periode dat de Black Keys-frontman platen van Dr. John (2012) en Lana Del Rey (2014) produceerde. Met enige goede wil hoor je hun invloeden terug.

Veel bronstige soul en funk, die Auerbach lof van de ‘Doc’ zou opleveren, Nature’s Child knipoogt warempel even naar de sexy ‘pop noir’ van Del Rey, maar het verrassendst zijn The Arcs in stukken als Velvet Ditch: jazz, Afrikaanse ritmiek en een flinke dot Prince, allemaal in één song. En alles klinkt geweldig, zoals we dat van producer Auerbach gewend zijn.

Een Lonely Boy-achtige single voor op de radio is er niet en The Arcs hebben die ook niet zo nodig, want ook zonder geheide hit is Yours, Dreamily misschien wel de veelzijdigste en avontuurlijkste plaat van Dan Auerbach. Het doet uitkijken naar het optreden op 12 november in de Melkweg in Amsterdam.

Royal Headache - HighRoyal Headache – High

Al wekenlang niet uit het hoofd te krijgen, de puntige powerpopliedjes op dit tweede album van het Australische Royal Headache. Hun vier jaar geleden, aanvankelijk alleen op vinyl verkrijgbare titelloze debuut sprong al uit het steeds groter wordende aanbod aan nieuwe garagepunkmuziek.

Door: Gijsbert Kamer – 16 september 2015

High is zo mogelijk nog beter. Zanger Shogun heeft de vitaliteit en overtuigingskracht van de jonge Paul Weller. De dubbele gitaarpartijen fonkelen als de Undertones in hun hoogtijdagen, de melodische vondsten worden met een argeloosheid uit de mouw geschud zoals we ons die herinneren van Guided By Voices op hun best.

Ouderwets? Nee, tijdloos. Hoe opwindend veel nieuwe garagerock ook klinkt, Ty Segall en Mikal Cronin mochten willen ooit zo’n reeks perfecte liedjes achter elkaar te krijgen als Royal Headache op kant één van High.

De tweede plaatkant is ietsje minder, maar goed genoeg om High tot een bescheiden (de plaat duurt nog geen half uur) sensatie te bestempelen. Wie haalt ze naar Europa?

Iron Maiden - The Book of SoulsIron Maiden – The Book of Souls

Logisch dat Bruce Dickinson van Iron Maiden het op The Book of Souls wat rustiger aan doet. De hoge en galmende gilnootjes van het baanbrekende metalwerk uit de jaren tachtig haalde Dickinson live niet meer, en dan moest het boegbeeld van de ‘New Wave Of British Heavy Metal’ onlangs ook nog een tumor uit de keel laten verwijderen. Dan is nieuw werk in een iets lager register natuurlijk welkom, met het oog op een naderende tournee.

Door: Robert van Gijssel 9 september 2015

Eigenlijk klinkt heel Iron Maiden op deze zestiende en dubbele studioplaat beheerst. Uitbundig is nog wel de instrumentatie – een overdaad aan fijn rauwe gitaren en hier en daar gepast gonzende synthesizers – maar in de eindeloos uitgevouwen liedjes (slotstuk Empire of the Clouds duurt 18 minuten) wordt meer dan voorheen soberheid gezocht.

The Red and the Black, geschreven door bassist Steve Harris, begint weliswaar met zo’n typisch marcherende riff waarmee Iron Maiden vooral op Piece of Mind (1983) ten strijde trok, maar mondt halverwege uit in een progrockend gitaaravontuur, waarin de structuur van de compositie toch steeds helder blijft.

In de wat kortere nummers, zoals opener If Eternity Should Fail en het ouderwets lekkere Death or Glory, weet Iron Maiden gelukkig ook nog wat hoeken uit te delen: gedenkwaardige riffs, doeltreffende refreintjes die we straks makkelijk kunnen meebrullen, en het immer omhoog kringelende solowerk van de gitaristen Dave Murray en Adrian Smith. Je moet na anderhalf uur verse Iron Maiden eigenlijk tot je verbazing constateren dat deze dubbelaar behoort tot het betere werk van de megametalband.

Bewilder - Dear Island - ArtworkBewilder – Dear Island

Het is lang geleden dat er in Nederland zo’n sterke, gevarieerde rockplaat is uitgekomen als Dear Island. Voorman Maurits Westerik heeft er jaren aan gewerkt.

Door: Gijsbert Kamer 2 september 2015

De puntige rock ‘n’ roll waarmee hij met zijn band Gem tien jaar geleden bekendheid verwierf, heeft plaatsgemaakt voor een veel breder geluid. Maar producer Henk Jonkers (Hallo Venray) weet in alle liedjes toch de wat onrustige vurigheid te behouden die Westeriks voordracht typeert. In Forza (It Is) klinkt hij gejaagd en getergd als Bob Dylan vijftig jaar geleden. Het soulvolle Carry On, Carry On had zo uit Memphis kunnen komen, terwijl de verstilde ballad So It Goes eenzelfde gevoelige snaar weet te raken als dEUS in hun rustigste liedjes. Een pittige funk-riff in Safe en een vleugje authentieke countryrock in She Keeps On Talking onderstrepen de veelzijdigheid van de band en hun mooie samenspel.

Dear Island verwijst naar Vlieland, waar deze bijzondere plaat is opgenomen en dit weekend tijdens het festival Into The Great Wide Open ten doop wordt gehouden.

Beach House - Depression CherryBeach House – Depression Cherry

Eigenlijk was het een luxeprobleem waartegen het duo Beach House na zijn vierde album opliep. Moesten ze doorgaan met het verstevigen van hun sound, of juist niet? Stilaan waren er hardere drums in het dromerige popgeluid van de band geslopen, wat als voordeel had dat Beach House zich live wat makkelijker kon manifesteren.

Door: Gijsbert Kamer 2 september 2015

Na de doorbraak naar grotere poppodia met het derde album Teen Dream, kon de band uit Baltimore steeds minder makkelijk volstaan met de elegante zweverigheid van het eerdere werk. Het eveneens succesvolle vierde album Bloom bleef muzikaal nog in evenwicht, maar de betovering raakte er live wel een beetje vanaf.

FRAAIE PLAAT
Gelukkig hebben Alex Scally en Victoria Legrand, die samen de kern van Beach House vormen, gekozen voor datgene waarin ze het best zijn: lome, dromerige popliedjes, gedragen door de ijle en toch warme stem van Legrand. Wat niet wil zeggen dat het geluid kaal en sober is gehouden. Je hoort in de meeste liedjes prachtig subtiele verschuivingen in veelal volle arrangementen.

Schitterend is het gitaargeluid in Space Song, versmolten met synths en voorzichtig tikkende drums. Terwijl Sparks de zweverige pracht van het rustige werk van My Bloody Valentine benadert. Waar het er na Bloom even op leek dat Beach House zou vastlopen in hun route naar grotere zalen, keert de band knap terug naar de dromerigheid van weleer.

Geen idee hoe Beach House Depression Cherry op het podium brengt, maar een fraaie plaat is het wel.

Fresku - Nooit Meer TerugFresku – Nooit Meer Terug

Niet die onbegrensde grootspraak die veel rappers zo eigen is, maar twijfel en zelfinzicht toont Fresku op zijn derde album.

Door: Gijsbert Kamer 2 september 2015

Dat was een behoorlijke bom die de Eindhovense rapper Fresku vorige maand liet vallenboven Hilversum. Het liedje Zo doe je dat en de bijbehorende videoclip (waarin de rapper zijn zwarte gezicht wit schminkt) was niets minder dan een aanklacht tegen Nederlandse radiomakers, die volgens de rapper alleen zwarte muziek willen draaien als deze wit klinkt en, nog specifieker, bij voorkeur hiphopplaatjes draaien als deze gemaakt zijn door blanke rappers.

Kort gezegd: wel Eminem en Kraantje Pappie, maar geen Fresku. En dat moet veranderen. Het goede aan Zo doe je dat is niet alleen dat de inmiddels 28-jarige rapper hiermee een vurige discussie liet ontvlammen, maar ook dat het nummer zo knap in elkaar is gezet.
Van de met knippen en plakken gemanipuleerde uitspraken van 3FM-dj Giel Beelen tot het stukje rockmuziek van Go Back To The Zoo aan het slot, laat het nummer zich beluisteren als een adembenemend hoorspel.

PITTIGE GROOVE
Het is deze zorg voor details die je op veel nummers van Fresku’s vrijdag te verschijnen derde album terughoort, die van Nooit Meer Terug zo’n sterke plaat maakt.

Een plaat waarbij de als Roy Michael Reymound geboren Fresku (Papiamento voor brutaal) belangrijke hulp kreeg van rapper MocroManiac en producer Teemong. Vooral de laatste, ook al verantwoordelijk voor de fraaie videoclips die aan de release van Nooit Meer Terug vooraf gingen, drukt een belangrijk stempel op het album. Meteen al in het titelnummer zet hij een pittige groove neer: ‘Soms is het lonely waar ik ben/ niet aan de top maar verder dan de meesten’, rapt Fresku, om even later uit te roepen: ‘Teemong, wat doe je, als je m’n album zo laat beginnen…’

Ja, wat dan? Dan is Fresku meteen op de goede weg van zijn derde album een meesterwerk te maken. Even wat vrolijkheid in het al bekende Kreeft, waarin de rapper een beetje pocherig meldt alleen nog maar krab en kreeft te eten en een maaltijd van rijst en kip voor ‘losers’ is.

DUBBELZINNIG
Allemaal scherts natuurlijk. Fresku weet niet alleen waar hij vandaan komt: uit een gebroken gezin, opgegroeid in betrekkelijke armoede. Maar hij verhaalt vooral voortdurend over zijn worsteling met zichzelf. Doet hij alles wel goed? Klinkt hij als rapper overtuigend genoeg? Benut hij zijn talenten voldoende? Heeft hij zijn financiën wel op orde? Is hij wel een goede vader voor zijn 5-jarige dochter Alisha? Vragen die op zijn vorige twee albums ook al voorbijkwamen, maar nu zo mogelijk nog prangender zijn geworden.

Fresku behandelt zijn twijfels en zijn angsten dubbelzinnig. Hij rapt er nadrukkelijk over, maar wil ook alles relativeren. Vandaar de voicemail van zijn manager Kees de Koning, die hem in Gooi Jezelf Weg even uitlegt klaar te zijn met het voortdurende gezeur van zijn artiest. Fresku heeft nu toch zijn erkenning als rapper? Of gaat hij liever terug naar de riemenfabriek?

Nee, dat wil Fresku niet. Maar echt zeker van zijn zaak is hij niet. Het voortdurende getob is bijzonder voor rappers. Hiphop is toch een genre waarin eigen kleine verdiensten snel worden uitvergroot. Mooi dat zijn vader trots op hem is (bewezen door ook al een voicemailbericht in het nummer Trots) maar Fresku blijft balanceren tussen ‘stoppen en doorgaan’.

KONING VAN DE STRAAT
Zo ontvouwt zich op zijn plaat langzaam een vertelling waarin twijfel omslaat in paranoia en waarin satire naar de achtergrond verdwijnt. Als hij even niet zelf centraal staat, rapt hij over jonge ouders die in de maatschappij ten onder dreigen te gaan, zoals in het aangrijpende Gevangen: ‘Net vrij, zeven maanden gezeten, draaideureffect’.

Of over jonge meisjes die op hun 16de zwanger zijn zonder te weten wie de vader is (Rustig Aan). Om in Meisjes/Jongens weer even een andere toon aan te slaan: die van een stoere, alleswetende koning van de straat. Een zin als ‘Die bitch heeft geneukt met iedereen die wil in haar gleuf’ zou je eigenlijk niet verwachten op dit album, maar, zo stelt zijn protagonist vast: ‘Meisjes willen stoute jongens die lief zijn alleen voor hen/ Jongens willen lieve meisjes die stout zijn alleen voor hen.’

Tekstueel gebeurt er veel. Fresku gooit zijn gevoelsleven in de muziek en spaart zichzelf allerminst. Meer Karl Ove Knausgård dan Kanye West, zo schaamteloos gedetailleerd deelt hij zijn gevoelsleven met de luisteraar. Als Fresku tot slot in Angst zijn zorgen uit en alles van zich af schreeuwt, is gepaste stilte de enige reactie:

‘Onder het mom van veiligheid geven we mensen stempels
Alsof ze echt een bedreiging zijn.
Antillianen, Marokkanen, risicogroepen,
Zwarte mensen, islamieten, typische boeven.
Is dit nou veiligheid, ik voel me minder safe
Want jouw beveiliger mishandelt en fouilleert me steeds
En niet op basis van mijn daden maar mijn kenmerken
Heb zo veel drang om ze te haten maar ik ben sterker.’

MEER VARIATIE
Heel sterk en overtuigend klinkt Fresku op dit derde album, met eigenlijk maar één minpuntje: muzikaal blijft een aantal nummers achter bij de teksten, dan gebeurt er net iets te weinig. Het tempo is vaak hetzelfde en producer Teemong zou iets meer variatie in de beats mogen aanbrengen. Zo blijft het wel een lange zit, want dansen lukt vaak ook niet echt.

Ook een echte partyhit ontbreekt. Maar na een zomer Drank en drugs is het bijna louterend door Fresku te worden meegevoerd naar de soms duistere krochten van zijn geest.

Album Reviews: Nathaniel Rateliff en The Robert Cray Band

The Robert Cray Band - 4 Nights of 40 Years Live (2015)The Robert Cray Band – 4 Nights Of 40 Years Live (Provogue/Mascot Label Group)
Hij mag hoogstpersoonlijk verantwoordelijk worden gesteld voor de herwaardering van de bluesmuziek in Nederland. Robert Cray scoorde hier met Right Next Door (Because Of Me) in 1987 één van de grootste hits in dat jaar. Wat wij hier ons toen niet realiseerden was dat de Amerikaanse zanger/gitarist in zijn eigen land al tot de gevestigde orde behoorde. Bluesiconen als John Lee Hooker, BB King, Buddy Guy, Johnny Copeland en Albert Collins lieten geen gelegenheid onbenut om hun bewondering voor de jonge muzikant met zijn frisse en zelfs vernieuwende benadering uit te spreken. Het leidde tot interessante samenwerkingen in de studio maar het waren vooral de live-optredens die decennia lang indruk maakten.

Vandaar dat nu zijn veertigjarige bestaan als bluesmuzikant gevierd kan worden met de release van 4 Nights Of 40 Years Live, een registratie, of beter gezegd: een selectie uit vier avonden op verschillende locaties in Los Angeles, die vorig jaar in december werd opgenomen. Cray heeft met zijn band enkele hoogtepunten bij elkaar gespeeld waarbij werd gekozen uit maar liefst twintig albums.

Wie hem onlangs nog in Nederland heeft gezien weet dat er een muzikant op het podium staat die niets meer hoeft te bewijzen maar die nog altijd een kwalitatief hoogstaande show weet af te leveren. Mede door een vakkundig stel begeleiders, waarvan enkelen hem al vanaf het prille begin ondersteunen, biedt ‘een avond Robert Cray Band’ soepele Memphis Soul, meeslepende bluesballads en nog veel meer aanverwante klanken waaronder de vrolijke reggae van Poor Johnny. Allemaal voorzien van verfijnd, subtiel en altijd gevoelige gitaarklanken van de bescheiden en uiterst sympathieke performer.

Voor diegenen die geen genoegen met slechts een audioregistratie is er nog een interessante DVD beschikbaar waarop drummer/producer Steve Jordan, bekend van zijn samenwerking met John Mayer en Keith Richards, zijn licht laat schijnen op de totstandkoming van de laatste albums van The Robert Cray Band. We zien onder meer enkele aardige opnamen uit de archieven van Veronica’s Countdown en zelfs een T-Bone Shuffle uit 1982. Bewondering is er ook van vakgenoten als Eric Clapton, Bonnie Raitt, Jimmie Vaughan en Buddy Guy.

Het is misschien appels met peren vergelijken maar na het recente overlijden van een grootheid als BB King mag Robert Cray op basis van zijn gehele oeuvre toch onderhand zeker wel als DE vaandeldrager van deze door velen geliefde muzieksoort gezien worden. Jeroen BakkerNathaniel Rateliff & The Night Sweats - Nathaniel Rateliff & the Night SweatsNathaniel Rateliff & The Night Sweats – Nathaniel Rateliff & the Night Sweats (Stax / Caroline Benelux)
Deze uit Denver afkomstige singer-songwriter Nathaniel Rateliff maakte vijf jaar geleden al een behoorlijke indruk met zijn solo-debuut, In Memory Of Loss. Hij werd toen veelvuldig vergeleken met Bon Iver en Mumford & Sons. Op dit nieuwe album gooit Nathaniel het roer echter radicaal om.

Het album is uitgebracht op het beroemde soul-label Stax, en de R&B, soul en rock druipen er dan ook van af. Zelfs voor zijn fans komt dit als een volslagen verrassing, maar Rateliff bewijst hier pas echt wat een goede stem hij heeft, waarin de invloeden van Sam Cooke, Sam & Dave en vooral Van Morrison doorklinken. Hij wordt begeleid door een energieke nieuwe band en een lekkere vette blazers-sectie, en het klinkt allemaal alsof het zo live in de studio is opgenomen. Een album dat Stax meer dan waardig is, en dat bovendien met kop en schouders uitsteekt boven alles wat er de laatste tijd binnen de soul revival is verschenen. Tekst ManiaJos van den Berg

LIVEDATUM 12/10 Paradiso Noord, Amsterdam (uitverkocht)

Album Reviews: Menace Beach en Gary Clark Jr.

menace-beach-super-transporterreum-epMenace Beach – Super Transporterreum (V2 Records)
Kijk, dat zien we graag! Een half jaartje na je debuut, meteen met een EP’tje komen. Hardwerkende Britten dus. Al zou je dat niet zeggen als je ze zo aan het werkt hoort trouwens. Want dit zijn de hippies van de 21e eeuw.

Menace Beach klinkt fuzzy, spacey en relaxed. En dat ze uit Leeds komen, hadden we al helemaal nooit geraden. Want dit soort garagebands heeft Engeland eigenlijk helemaal niet. Deze jongens en dame klinken alsof ze ergens in Californië in een ketel vol psychedelische rommel zijn gevallen.

Denk aan Ty Segall, Pond en nog 999.000 andere bandjes. Nee, een eigen sound hebben ze inderdaad nog niet gevonden. Maar dat komt wel. En anders maar niet. Want dit rockt nuchter al heerlijk weg, moet je nagaan hoe makkelijk het er met een paar biertjes achter de kiezen ingaat. Milo LambersGary Clark Jr. - The Story of Sonny Boy SlimGary Clark Jr. – The Story of Sonny Boy Slim (Warner)
De Texaanse gitarist Gary Clark Jr. wist behoorlijk te imponeren met zijn debuut album Blak And Blu in 2012, waarna hij vooral als blues gitarist te boek stond. Op zijn tweede album, in tegenstelling tot wat de titel doet vermoeden niet specifiek een concept plaat, weet Clark meer dan ooit te bewijzen dat hij wel een eigen stijl heeft, maar niet perse in een hokje zit.

Zijn Texaanse afkomst maakt hij kenbaar in het sterk door Z.Z. Hill beïnvloedde Our Love en in het hoogtepunt Church, waarin de geest van één van de grondleggers van de hedendaagse muziek rondwaart, streekgenoot Blind Lemon Jefferson. Tegelijkertijd is de hedendaagse R & B en Hiphop veel aanwezig in het eigentijds klinkende materiaal. Clark speelt de meeste instrumenten allemaal zelf, waardoor de nadruk minder op zijn gitaarspel komt te liggen. Dat wil overigens niet zeggen dat hij af en toe niet alle kanten op scheurt, want al in opener The Healing gaan wat dat betreft alle registers open.

Daarbij moeten we niet vergeten dat Clark ook als zanger zijn mannetje staat, waarbij hij vaak dezelfde nonchalance als voorbeeld Jimi Hendrix in zijn stem legt. Diep geworteld in de rijke traditie van de Texaanse blues en soul, maar ontegenzeggelijk met het oog op de huidige hitlijsten is Clark nog meer dan op zijn eerste album de perfecte, hitgevoelige, moderne roots muzikant. Tekst ManiaJurgen Vreugdenhil