Neil Young & Crazy Horse – Colorado (Warner)
Op een gegeven moment denk je, nou weten we het wel, ome Neil, wanneer hij (we hebben het over de heer Young) voor de 397ste keer She Showed Me Love zingt tijdens de gelijknamige (heus) tweede track op zijn nieuwe album. Ik kan me voorstellen dat bandleden met een schuin oog naar links, naar rechts of naar voren staren op het moment dat het nummer ruim de dertienminutengrens passeert en de grote leider nog steeds geen aanstalten maakt dat hij het wel welletjes vindt. Een dikke dertig seconden later is dat wel het geval. Het is dan net alsof een enorme pil hard wordt dichtgeslagen. Zoals grootvader dat deed, wanneer zijn ochtendhumeur maar niet leek weg te trekken.
Colorado, Youngs 39ste studioalbum, werd grotendeels opgenomen in een studio in de Rocky Mountains (Colorado). Young produceerde de plaat zelf, met wat hulp van oude bekende John Hanlon, die al 36 jaar over de vloer komt. In Malibu werd Colorado, met behulp van onder anderen Crazy Horse-bandlid Nils Lofgren (hij is er weer bij!), ten slotte afgemixt.
Dat gaat nauwelijks ten koste van de puurheid, de rauwheid van het album, dat nergens gladjes wordt. Lofgrens vriend Bruce Springsteen zal dat beamen. Young leunt tekstueel andermaal sterk op zijn muzes onrecht, de teloorgang van de planeet en schuwt platitudes zoals de liefde ook nog altijd niet.
Wat te allen tijde opvalt aan de zang van Young, en je zou dat ook als een van zijn handelsmerken kunnen typeren, is de oprechte emotie die hij in zijn songs legt. Zonder ook ooit maar pathetisch te worden. Zo klinkt hij nou eenmaal.
Twijfelen aan Youngs oprechtheid is net zoveel als jezelf voor de gek houden. Neem het volgende couplet uit het vredige Rainbow Of Colors:
But this I can tell you.
We the people are strong.
And we know that our brothers
and our sisters in song.
Will always sing with us.
And will always be strong.
When the people have spoken.
And the walls are all gone.
Zoiets, meegezongen door tienduizenden, op een wei in Landgraaf. Het is de natte droom van Jan Smeets. Is het eindelijk zover in juni? Pieter Visscher