Phoebe Green – Lucky Me (Chess Club Records/Mattan)
De titel Lucky Me, van de eerste langspeler van Phoebe Green is misleidend, vast wat cynisch. Want Green heeft er altijd voor moeten knokken; voor dat geluk. Ze legt het op haar manier uit: “I’ve been so lucky in terms of my upbringing and early life that I’ve felt almost uneasy and guilty about it, because from a young age I believed that success was only earned through suffering. It’s frustrating because despite circumstantial privilege, I’m still fucking traumatised and I find it sort of humiliating.”
De 24-jarige uit Manchester schreef grotendeels alle songs op dit album, nadat ze al furore maakte met twee ep’s. Ze lijkt met Lucky Me, dat behoorlijk wat kartelrandjes heeft, maar wat poppier is dan de ep’s, haar beste geluid te hebben gevonden. Niet in de laatste plaats door de hulp die ze kreeg van producer Dave McCracken, die eerder werkte met onder meer Stone Roses, dEUS en Depeche Mode. McCracken is op Lucky Me zelfs wat meer geweest dan ‘slechts’ producer; zo schreef hij mee aan vijf van de dertien songs.
Op de plaat zoekt Green naar zichzelf, onderzoekt ze haar eigen gedrag. Ze kijkt kritisch naar alle tegenstrijdigheden en complexiteiten die ze in zich heeft. Alsof ze haar eigen psychiater is. Dat is knap en her en der ontrafelt ze zichzelf feilloos.
Alleen op die manier wil ze anderen raken. Niet in staat om om de hete brij heen te draaien of veilig aan de oppervlakte te blijven zweven. Ze zoekt de connectie met anderen. Als zij Greens kwetsbaarheid zien dan zouden ze dezelfde emoties kunnen voelen, doet ze uit de doeken.
Phoebe Green probeert in het reine te komen met haar chaos en doet dat door een pompende bas aangedreven titelnummer het mooist. “Did I get what I wanted? Was it worth the blood, sweat and vomit?” Vermoedelijk wel. Pieter Visscher