The Go! Team – Look Away, Look Away feat. The Star Feminine Band

The Go! Team speelde zich in 2004 in één keer in de kijker met hun Thunder, Lightning Strike album. Hun sound was een potpourri van oosterse en westerse stijlen. Ze sampleden alles wat los en vast zat en compenseerden hun gebrek aan techniek ruimschoots met een ongebreideld enthousiasme.

Helaas heeft The Go! Team het niveau van dat debuut nooit weten te evenaren of zelfs maar te benaderen. Waarschijnlijk gaat dat op hun nieuwe album ook niet gebeuren, maar er is een lichtpuntje. Nieuwe single Look Away, Look Away heeft weer iets, ietsje meer dan iets zelfs van die oude springerige energie.

De eerlijkheid gebied wel te zeggen, dat die zo gemiste vitaliteit niet van het oude Team komt, maar van hun ‘special guests’, The Star Feminine Band. Dat is een groep van zeven meiden -tussen de 10 en 17 jaar oud- uit een afgelegen streek in de Afrikaanse staat Benin. Dankzij The Star Femine Band is Look Away, Look Away als een Marsreep, geeft je direct weer energie! Een uitstekend remedie tegen de winterblues dus. Doe er je voordeel mee.

These New South Wales – Under The Pressure

Bands die naar landen, streken of steden zijn genoemd komen niet noodzakelijk daar vandaan. Denk aan het Schotse Texas, het Amerikaanse Beirut of het Britse Japan. These New South Wales komt dus wel uit de Australische deelstaat Nieuw Zuid Wales, uit Sydney om precies te zijn.

Je zou kunnen denken dat de mannen weinig inspiratie hadden bij het bedenken van een bandnaam, maar dan vergis je je. TNSW maakt niet alleen muziek, maar ook tv programma’s en een wekelijkse podcast, allemaal gebaseerd op het reilen en zeilen van een band in…inderdaad. Hun shows voor Comedy Central schijnen hilarisch te zijn, een punkversie van Spinal Tap. Opvallend is dat de band die geen gelegenheid onbenut laat om de lachers op hun hand te krijgen hun muziek wel serieus neemt.

Nieuwe single Under The Pressure, afkomstig van het derde TNSW album is een rijk gevulde rocksong, die je stilistisch zou kunnen plaatsen tussen The Ramones en Cheap Trick. De tekst gaat over het geweld dat je je zelf aandoet omdat je graag aardig gevonden wil worden. Niet doen is het advies. Best een serieus onderwerp dus van een serieus goede band.

Frankie and the Witch Fingers – Electricide

Electricide van Frankie and the Witch Fingers is een ver neefje van Black Sabbath’s Paranoid, gespeeld met het tempo van een op hol geslagen TGV.

Je denkt dat kunnen ze nooit live, maar ja dus. Het bewijs vind je op Youtube en op de min of meer gelijktijdige verschenen Audiotree live EP. De vliegensvlugge heksenvingers zijn van Josh Menashe, een gitaarvirtuoos die zich niet verliest in moeilijk gepiel, maar in dienst staat van het collectief.

Dat collectief komt oorspronkelijk uit de stad Bloomingdale in de staat Indiana, maar gaf op een aantal jaren geleden gehoor aan de lokroep van de psychedelische garagerockscene van L.A. Daarvan zijn ze nu een van de belangrijkste gang en smaakmakers.

De oogst van een kleine 10 jaar muziek maken is 4 albums. Daarnaast heeft de band bizar vaak opgetreden. Honderden shows per jaar. In mei stonden ze nog in Doornroosje. Het huidige absurd hoge spelniveau is hen dus niet komen aanwaaien. Het enige dat nog ontbreekt aan het plaatje is erkenning. Aandacht bijvoorbeeld van fans van Ty Segall en King Gizzard om maar twee verwante acts te noemen. En die van de oude Black Sabbath dus. Hopelijk helpt Electricide ze een handje.

 

CASTLEBEAT – Looking For Something

CASTLEBEAT is weer zo’n slaapkamer rocker, zo’n uiterst muzikale eenling die klinkt als een complete band.

De doe-het-zelver in kwestie heet Josh Hwang, zijn nederig onderkomen bevindt zich in Brooklyn. Het recent verschenen Half Life is het vierde album van CASTLEBEAT. Om het jaar komt hij met een album. Zijn debuut stamt dus uit 2016.

Hwang is zo’n artiest die niet echt van stylo verandert, maar zich toelegt op het perfectioneren, het fine tunen van zijn sound. Die sound is onvervalste dreampop, de gitaarvariant. Klonk zijn debuut nog alsof hij de microfoons bij de buren had opgesteld, Half Life is helemaal Hi-Fi.

Voel je je aangetrokken door Looking For Something dan ligt er een sterk album op je te wachten van deze stijl en geestverwant van bdrmm en The Haunted Youth. 

Young Fathers – I Saw

Het Schotse Young Fathers opereert aan de grenzen van onze belevingswereld. Meestal blijven ze met hun indietronica net even te veel aan de rap en/of techokant, maar soms komen ze ons tegemoet met een track die rockt, veegt en zuigt.

Zoals het nieuwe I Saw met zijn slijtvaste boogie-beat, opgewonden en opwindende zang en refrein dat plakt als secondelijm. Gitaren zijn er in de verre omtrek niet te bekennen, maar dat drukt de pret absoluut niet! Alloysious, G. en Kayus laten horen dat keyboards en computers ook goed hard kunnen rocken. Meer van dit graag.

POM – Just (Good) Enough

Op Just (Good) Enough doet POM weer waar ze in uitblinken, links van het midden rocken met een mid tempo song die is opgehangen aan een riedel met de potentie van een oorwurm.

De muziek stemt vrolijk, de tekst minder. De altijd scherp zingende Liza is het beu steeds weer tweede viool te moeten spelen in een relatie met iemand die altijd iets te zeuren heeft. Tenminste dat halen wij er uit. Misschien zingt ze wel tegen de spiegel, is de tekst niet autiobio of zijn we doof. Whatever.

Op het conto van POM staan nu zes losse liedjes. Nog zes er bij en we hebben een album. 

MICH – Back To Bed

Nieuwe MICH single Back To Bed stemt wederom tot grote tevredenheid. Met de opvolger van A Hassle zet de band een flinke stap richting eigen identiteit.

In de keyboard-riedel herken je nog wel hun 80’s uitgangspunt, maar in de rest van Bed To Bed zijn de invloeden en voorbeelden samengesmolten tot een eigen unieke sound. Het is dit keer ook een van de mannen die de leadzang voor zijn rekening neemt.

Voor je ogen (oren?) zie je een hobbyband opbloeien tot een van de betere bands van het hier en heden.

Teleman – Short Life

Het eerste voorproefje van het alweer vierde album van Teleman gaat er in als koek. Van een koerswijziging is niet echt sprake, of het moest een lichte accentverschuiving richting rock zijn.

Tegen het einde van lekker voort denderende Short Life horen ze zelfs een korte gitaarsolo, een instrument dat op eerdere opnamen zelden boven de batterijen keyboards uitkwam. Nu we toch bezig zijn met de zeven verschillen. Frontman Thomas Sanders zingt ook iets anders, lager, meer met zijn spreekstem dan met zijn bekende falset. En er zijn nog maar 3 `Telemannen. De tekst kan optimistisch worden genoemd. Het thema is pluk de dag, want Life is Short.

Album heet Good Time/Hard Time en wordt in de lente verwacht.

The C.I.A – Impersonator

 The C.I.A is een schuilnaam van Ty en Denée Segall en Emmett Kelly. Ty is begenadigd gitarist en een van de toonaangevende figuren van de Californische garage/punk scene. Denée Segall is zijn levensgezellin annex artistieke rechterhand. Emmett Kely (The Cairo Gang) is een gerenommeerd muzikant uit de Amerikaanse experimentele folk hoek.

Sinds 2018 zijn ze gezamenlijk actief als The C.I.A. Het in dat jaar verscheen een debuutalbum krijgt binnenkort een vervolg. Het eerste album stond vol overstuurde, neurotische ultrakorte schreeuwpunksongs. Op Surgery Channel lijkt het er een stuk rustiger aan toe te gaan. Tenminste als eerste single, Impersonator de lading een beetje dekt.  

Met zijn dikke drie minuten is Impersonator bijna drie keer zo lang als de meeste nummer van het debuut. Het tempo ligt ook lager, de vervorming heeft artistiek nut en Denée zingt waar ze eerder schreeuwde. Impersonator The C.I.A is en blijft een S&M rockband met pneumatische drums en gitaren die klinken als een tandartsboor, maar dit keer zit er lijn in de song en zelfs de suggestie van een melodie. Daarnaast is de rol van fatale vrouw Denée op het ranke lijf geschreven. 

Westerman – Idol: RE-run

Voor Idol: RE-run, de eerste single in twee jaar van (William) Westerman kan je misschien het best even goed gaan zitten. Muzikaal gebeurt er het nodige, maar WW wil ook graag dat je naar de tekst luistert.

Die is overigens niet voor kinderoortjes bestemd. Airplay in de U.K. Of andere Engelstalige landen kan Westerman wel vergeten. Hij zingt het heel lief en rustig maar het refrein van, of beter een van de twee refreinen is een verzuchtend Mother Fucker. Het andere refrein is een hoog gezongen We Don’t Need No Hero.

Westerman‘s nieuwe single is een protestsong in balladvorm zoals ze al sinds de tweede helft van de jaren zestig worden gezongen. In geval van Idol: RE-run aangekleed met piano, zacht tromgeroffel en een stemmingmakende trombone. Westerman schreef de tekst na de aanval op het Capitol door Trump aanhangers. Die beschouwen de aartsleugenaar en ras narcissist als een verlosser. Als ware hij door god gezonden. In de bijbel heet zo’n valse profeet een idool.  Vandaar de songtitel Idol:RE-run.

Onze democratieën die onder druk staan, de corona pandemie, klimaatsverandering en andere shitzooi hebben Westerman dus aan het denken gezet. Zozeer zelfs dat het muziekmaken er bij inschoot. Nu is hij na twee jaar weer terug om zijn zielenroerselen met ons te delen. Hij verdient je aandacht.