Heaven Albums van week 21: Jason Isbell, Perfume Genius, Moses Sumney en De Kift

Popmagazine Heaven verschijnt tweemaandelijks, albums komen dagelijks uit. Daarom geven we wekelijks een korte update van releases die ons meteen opvallen of die anderszins de moeite van het ontdekken waard zijn. Verwacht geen uitgebreide recensies, die verschijnen nog altijd – met meer reflectie – in het magazine. Met meer dan 100 albumrecensies en boeiende interviews is Heaven het blad om je muziekpassie te verdiepen. Heaven is te koop in de (betere) bladenkiosk en platenzaak. Nog beter: neem een abonnement!

Roots/Folk: Jason Isbell & The 400 UnitReunions

En weer leveren Jason Isbell en zijn begeleidingsband een subliem album af. Reunions is het zoveelste bewijs van de eenzame hoogte waarop Isbell zich momenteel in het americanagenre bevindt. Je kunt opmerken dat Reunions weinig echte verassingen biedt, maar het voegt gewoon weer tien foutloze nummers toe aan zijn imposante oeuvre.

Rock/Pop: Perfume GeniusSet My Heart On Fire Immediately

Hoe kwetsbaar Mike Hadreas alias Perfume Genius zich altijd al opstelde, op dit nieuwe album krijgt zijn kwetsbaarheid door de inbreng van de eigenzinnige producer Blake Mills het soort body dat haar nog vele malen gevarieerder en indrukwekkender maakt.

Blues/Soul/Jazz: Moses SumneyGrae

Wellicht dat Grae wat aan de al te lange kant is, maar de muziek is zodanig uniek en bijzonder dat het naar spijkers op laag water zoeken lijkt om de overdadige lengte als kritiek op te voeren. Een aangrijpender soulalbum zal je in 2020 niet gauw tegenkomen.

Wereld: De KiftHoogriet

Uniek verpakt als altijd bereikt ons Hoogriet, het nieuwe album van de meest Hollandse van alle groepen. Het is bij eerste beluistering even schrikken, want nooit eerder klonk de band rond Ferry Heijne zo netjes en gedisciplineerd. De kwaliteit van de nummers heeft het gelukkig niet aangetast. Wie weet beleeft De Kift na ruim dertig jaar eindelijk zijn doorbraak.

Tekst: Eric van Domburg Scipio

Luister elke dinsdagavond van 22:00 tot 23:00 uur naar Heaven Radio op Pinguin Indie.

Car Seat Headrest – Making A Door Less Open

Car Seat Headrest – Making A Door Less Open (Matador/Beggars)

Een van de interessantste bands van de laatste jaren is zonder twijfel de Amerikaanse indierockformatie Car Seat Headrest. Er werd na een jaar vier dan ook reikhalzend uitgekeken naar Making A Door Less Open, dat een gezelschap in topvorm laat horen. Bereid om af te wijken. Eens een andere afslag te pakken. Car Seat Headrest daagt de trouwe fans enigszins uit, zonder overdréven gekke dingen te doen.

Door meer elektronica toe te laten vooral. Het heeft eigenlijk geen invloed op de intensiteit van het geluid, dat nog als vanouds stimulerend is. Deadlines is misschien wel het meest bevlogen nummer dat de band op plaat heeft gezet. Een song die je wel 50 keer achter elkaar wil horen. Pompend en opzwepend. Elke festivalweide wereldwijd was voor de bijl gegaan deze zomer. Daarover gesproken:

It’s definitely not an ideal environment for presenting art”, laat Will Toledo optekenen door The New York Times. De zanger en componist van CSH laat zich fotograferen met gasmasker op de kop, om de huidige tijdgeest in beeld te brengen. In feloranje outfit. Zwaaiend. Best lief. Toledo is een man van fratsen, die hij moeiteloos weet te vertalen naar sterke nummers. Hij vindt het een ongemakkelijke tijd. Hoewel die periodes vaak garant staan voor goeie muziek. Daarmee is Making A Door Less Open gevuld.

Ondanks de misschien wat toegankelijker sound die te vinden is op Making A Door Less Open horen we nog wel degelijk het undergroundgeluid waaraan we zo gewend wilden blijven. Het is ook nauwelijks voor te stellen dat de band opeens met de nek wordt aangekeken door hardcore fans. Verandering is niet per definitie achteruitgang bewijst Toledo met zijn orkest. De drift om wat meer met elektronica te stoeien is steeds logischer wanneer je het album vaker beluistert en helemaal wanneer je je realiseert dat Toledo met 1 Trait Danger sinds enige tijd een elektronisch project vormt met CSH-drummer Andrew Katz. Een formatie binnen een formatie.

Car Seat Headrest nam Making A Door Less Open twee keer op. De eerste keer oud en vertrouwd met gitaren, drums en bas en later werd veel elektronica in de oorspronkelijke plaat geïnjecteerd. Toledo en Katz produceerden het album eigenhandig en zo ontstond tijdens het bereiden van het eindproduct een fraaie synthese tussen de analoge en digitale instrumenten. Hier wat toegevoegd, daar wat weggelaten. Uiteindelijk belandden van prijsnummers Hollywood en Deadlines ook akoestische versies op de plaat, terwijl achter het ronduit opstandige Hymn zelfs tussen haakjes Remix staat. Toledo doet wat hij wil en heeft met Making A Door Less Open zowel zichzelf als zijn publiek uitgedaagd, krijgt het gelijk aan zijn zijde en overwint ten slotte glansrijk. Pieter Visscher

Bluestown Music Recensie: Hamilton Leithauser – The Loves of Your Life

Hamilton Leithauser is vooral bekend van de band The Walkmen, maar deze band bracht hun laatste album in 2012 uit en heeft sindsdien ‘even pauze’. In 2014 bracht Leithauser zijn eerste solo album uit en richt zich nu op zijn solocarrière in plaats van verder gaan met The Walkmen. Of The Walkmen weer bij elkaar komen voor een nieuw album is niet bekend.

Op Leithauser’s eerste twee solo albums werkt hij nog samen, op het ‘Black Hour’ (2014) album werkt hij samen met The Walkmen collega Paul Maroon en op ‘I Had A Dream That You Were Mine’ (2016) met Rostam Batmanglij.

Op zijn derde studio album ‘The Loves of Your Life’ heeft Leithauser besloten om het album helemaal zelf te schrijven en op te nemen. Hij krijgt bij de opnames hulp van zijn vrouw en twee kinderen, die als achtergrondkoor functioneren. Op ‘The Loves of Your Life’ gaat elk liedje over een ander persoon in het leven van Leithauser. Goed, hier en daar zijn wat namen en dingen veranderd (om de privacy van deze personen te beschermen). Leithauser maakt hiermee dus een erg persoonlijk album en gunt ons een klein kijkje in zijn leven en de mensen om hem heen.

Het album begint een beetje vreemd met het nummer The Garbage Men. Een nummer met een vreemd langzaam harder wordend intro en Leithauser die dan weer zingt en dan weer bijna schreeuwt. Isabella is het volgende persoon die we ontmoeten. Haar ouders betalen haar Manhattan appartement waardoor ze niet hoeft te werken en feestend door het leven gaat. Het nummer Isabella klinkt als een vrolijk indie-pop nummer, iets wat Leithauser ook maakte met The Walkmen.

Isabella en het volgende nummer Here They Come zijn zonder twijfel de beste nummers van het album. Here They Come is een stuk donkerder dan Isabella en gaat over een vriend van hem die wegloopt voor zijn problemen en zijn ogen sluit.

In de teaser voor het album zingt hij het nummer voor acteur Ethan Hawke, die het niet kan waarderen, gaat het nummer over hem? Cross-Sound Ferry (Walk-On-Ticket) klinkt weer een stukje vrolijker en gaat over een toevallige ontmoeting met een oude vriend (oud bandlid?). Het volgende Don’t Check The Score lijkt te gaan over een vriendin, of flatgenoot, die niet kon stoppen met alcohol drinken.
Het nummer klinkt als een interventie, maar ook als een soort afscheid. “I wish you’d say goodbye next time”. Ook het volgende nummer lijkt een interventie te zijn, maar dit keer van een mannelijke vriend.

Don’t Check The Score leek ook een soort afscheid maar in Til Your Ship Comes In is dit absoluut niet. “I love you now. I loved you then. I’ll love you ‘til your ship comes in.” Tijdens het volgende nummer, The Stars of Tomorrow, pakt Leithauser even helemaal uit met veel drama, om halverwege even heel rustig en zachtjes te spelen en zingen.

Wack Jack is vervolgens een lekker uptempo nummer over een vriendschap of liefde die over is, wederom dus een soort afscheidslied. Het klinkt echter een stuk vrolijker dan het onderwerp doet vermoeden. Stars & Rats is, in tegenstelling tot het vorige nummer, een rustig nummer die heel klein begint.
Ook The Other Half begint klein maar heeft meerdere tempowisselingen en gaat van groot naar klein. Leithauser sluit het album af met het nummer The Old King, waar we tijdens de intro zijn vrouw en dochters horen.

Kortom: Het eerste echte solo album van Hamilton Leithauser is een zeer persoonlijk album geworden. Ondanks de kleine productie is het Leithauser gelukt om een zeer goed album af te leveren.

Tekst: Filip Heidinga

Luister elke dinsdagavond van 23:00 tot 00:00 uur naar Bluestown Music Radio op Pinguin Indie en luister 24/7 naar Pinguin Blues voor de beste blues, rock, roots & americana.

Heaven: Albums van week 20

Popmagazine Heaven verschijnt tweemaandelijks, albums komen dagelijks uit. Daarom geven we wekelijks een korte update van releases die ons meteen opvallen of die anderszins de moeite van het ontdekken waard zijn. Verwacht geen uitgebreide recensies, die verschijnen nog altijd – met meer reflectie – in het magazine. Met meer dan 100 albumrecensies en boeiende interviews is Heaven het blad om je muziekpassie te verdiepen. Heaven is te koop in de (betere) bladenkiosk en platenzaak. Nog beter: neem een abonnement!

Roots/Folk: American AquariumLamentations

In americana-kringen alhier staat American Aquarium hoog aangeschreven. Niet vreemd, want in voorman BJ Barham heeft de band een talentvolle liedjesschrijver en als hij, zoals op Lamentations, wordt gekoppeld aan een producer als Shooter Jennings, kan het bijna niet tegenvallen. En dat doet dit nieuwe album dan ook niet, al weet Barham zijn grootste makke (zijn liedjes zijn zelden heel origineel) niet te voorkomen.

Rock/Pop: Eve OwenDon’t Let The Ink Dry

Op het jongste album van The National – I Am Easy To Find – was Eve Owen een van de minder bekende vocalisten. The National’s Aaron Dessner is echter zo van haar onder de indruk dat dit debuut niet alleen op het label van de band verschijnt, maar ook door Dessner is geproduceerd, mede-geschreven en mede-gespeeld. Meer singer-songwriter van toon dan de rock/pop van The National.

Blues/Soul/Jazz: Don BryantYou Make Me Feel

Soulveteraan Don Bryant mag bijna tachtig jaar oud zijn en doorgaans een rol op de achtergrond hebben gehad (als songwriter voor het Hi-label en voor echtgenote Ann Peebles), toen een beroerte zijn vrouw trof, bleek hij drie jaar geleden genoeg in huis te hebben om haar plaats vrij moeiteloos over te kunnen nemen. En dat doet hij op You Make Me Feel opnieuw.  Qua zang en songs beheert Bryant de klassieke seventies soulstijl nog altijd tot in de puntjes.

Wereld: Awale Jant BandYewoulen (Wake Up)

Yewoulen (Wake Up) is het tweede album van deze Londense band, wier leden oorspronkelijk afkomstig zijn uit Senegal, Frankrijk en Groot-Brittannië. Ze maken een heerlijke, Latijns-Amerikaans getinte groovende afrofunk, die even soulvol is als onweerstaanbaar. Niet te missen!

Tekst: Eric van Domburg Scipio

Luister elke dinsdagavond van 22:00 tot 23:00 uur naar Heaven Radio op Pinguin Indie.

Man Man – Dream Hunting in the Valley of the In-Between

Man Man – Dream Hunting in the Valley of the In-Between (SubPop/Konkurrent)

Nog betrekkelijk onbekend, en waarom denk je dan, wanneer je het zesde album van het Amerikaanse Man Man beluistert. Tegenwoordig residerend in LA, maar afkomstig uit Philadelphia, dat wel meer geweldige formaties voortbracht. Hall & Oates, The Roots en The War On Drugs bijvoorbeeld. Dream Hunting in the Valley of the In-Between is een album dat uitpuilt van de muzikale hoogstandjes. Een definitieve doorbraak naar de massa kan nu niet uitblijven, zou je denken. Man Man, wat een plaat.

Ryan Kattner, het brein achter Man Man, weet altijd een soort schijt-aan-de-hele-wereldmentaliteit te etaleren op zijn werk en flikt dat nu ook weer. Het leidt andermaal tot een potpourri aan uitbarstingen. Als vanouds ongrijpbaar. Grote gemene deler te allen tijde is de enorme muzikaliteit die van Kattners geesteskinderen afspat. Hij laveert zoals gebruikelijk tussen een grote diversiteit aan stijlen en is tekstueel net zo uitdagend. Neem een strofe als “Sucking dicks in a motel room in Kansas City“, uit The Prettiest Song In The World.

Met name de pianogedreven nummers, waarin Kattner zijn vingervlugheid ten volle mag laten horen, springen eruit. Er zijn raakvlakken met Frank Zappa, The Black Keys en flarden Eels passeren virtueel de revue, om toch wat namen te noemen. Want het is vooral heel erg Man Man wat we voorbij horen komen. Tempowisselingen, breaks en wat niet meer zij maken Man Man ouderwets onnavolgbaar.

Het rijke instrumentarium dat opnieuw uit de kast is getrokken geeft extra kleur aan de eigenzinnige composities, die stuk voor stuk feestelijk zijn. Het is goed te horen dat er zeven jaar is gedaan over Dream Hunting in the Valley of the In-Between, dat veel kleur geeft aan deze warrige tijden. Dream Hunting in the Valley of the In-Between is misschien wel het muzikaalste wat we tot nu toe voorbij hebben horen komen in het onvervalste kutjaar 2020 en heeft veel weg van een onvervalst, verslavend meesterwerk met al zijn humor en pure levensvreugd. Extra aandacht gaat uit naar het artwork op de cover en de binnenzijde van de uitklaphoes van het album. Verantwoordelijk daarvoor is Petecia Le Fawnhawk, die al jarenlang uitblinkt met haar door surrealisme gevoede kunstuitspattingen. Pieter Visscher

 

 

 

Heaven: Albums van week 19

Popmagazine Heaven verschijnt tweemaandelijks, albums komen dagelijks uit. Daarom geven we wekelijks een korte update van releases die ons meteen opvallen of die anderszins de moeite van het ontdekken waard zijn. Verwacht geen uitgebreide recensies, die verschijnen nog altijd – met meer reflectie – in het magazine. Met meer dan 100 albumrecensies en boeiende interviews is Heaven het blad om je muziekpassie te verdiepen. Heaven is te koop in de (betere) bladenkiosk en platenzaak. Nog beter: neem een abonnement!

Roots/Folk: Johanna WarrenChaotic Good

Ik had vorig jaar mei het geluk Johanna Warren live te kunnen zien optreden voor een dertigtal mensen in Nijmegen en bedacht toen dat haar glijdende folky stijl het ideale midden hield tussen Joni Mitchell en Nick Drake. Op Chaotic Good komt ze stilistisch veel breder voor de dag en neigt nu en dan zelfs richting indie. Haar zang en liedjes blijven evenwel ook in deze setting bijna onwaarschijnlijk mooi.

Rock/Pop: Man Man Dream Hunting In The Valley Of The In-Between

Dream Hunting In The Valley Of The In-Between is het zesde album van Man Man, maar ik kende de band eigenlijk alleen van naam en ook wist ook niet wist dat ze al zeven jaar droog stonden. Neemt niet weg dat de eigenzinnige pop/rock van Man Man op dit album buitengewoon pakkend is en bovendien bijzonder origineel gestructureerd. Een beetje alsof 10cc en Frank Zappa samen een plaat hebben gemaakt.

Blues/Soul/Jazz: Ben Lukas BoysenMirage

Ook op Mirage overtuigt de Duitse neo-klassieke componist en electroproducer Ben Lukas Boysen met betoverend mooie elektronische muziek. Waar veel concurrenten het zoeken in ambient-achtige vage klanken, creëert Boysen echte composties waarin voortdurend dingen gebeuren.

Wereld: Zion TrainIlluminate

Dertig jaar oud is de Londense formatie Zion Train. In het begin stond de elektronische dub-reggae van de groep niet erg hoog aangeschreven, maar gaandeweg is de kwaliteit steeds verder omhooggeschroefd, zodat Zion Train inmiddels tot de beste en meest avontuurlijke Britse reggaebands gerekend kan worden.

Tekst: Eric van Domburg Scipio

Luister elke dinsdagavond van 22:00 tot 23:00 uur naar Heaven Radio op Pinguin Indie.

Eve Owen – Don’t Let The Ink Dry

Eve Owen – Don’t Let The Ink Dry ( 37d03d/Konkurrent)
Aaron Dessner is gitarist en liedjesschrijver in de Amerikaanse band The National. Maar hij doet meer. Zo zat hij achter de knoppen tijdens de totstandkoming van het solodebuut Don’t Let The Ink Dry van de Londense Eve Owen. Hij schreef zelfs mee aan de liedjes.
De 20-jarige singer-songwriter is erg blij dat ze samenwerkte met Dessner. Wat haar daar het meest in aantrok is het feit dat er geen regels waren. Owen kon doen en laten wat ze wilde, zonder de angst dat ze veroordeeld zou worden. Een al dan niet irreële angst, waar ze verder niet over uitweidt. Ze noemt het ‘t allerlekkerste gevoel dat je kunt hebben wanneer je je in een creatief team bevindt. Daar zal niemand vraagtekens bij hebben.
De vrees bestaat dat songs heel erg op die van The National lijken wanneer je zo intensief samenwerkt met de belangrijkste liedjesschrijver van die band. Dat is niet het geval. Komt natuurlijk ook omdat Matt Berninger niet zingt. Van zijn kenmerkende, licht overdreven dramatiek houd je, of je vindt dat wanstaltig en zelfs overdreven pathetisch.
Niets van dat alles op het debuut van Eve Owen, waar een twaalftal nummers op staat waar we in tijden van quarantaine heel erg gelukkig van worden. Het is goed te horen dat er maar liefst drie jaar aan is gewerkt.
De indiepop van Owen doet in de verte wat denken aan die van Heather Nova en wanneer ze met haar stem enigszins de hoogte zoekt, is ze ook enigermate in de buurt.
De nummers op Don’t Let The Ink Dry zijn mooi ingekleed, met allerhande additionele instrumenten, waaronder viool, omnichord en synthesizers. Het drumstel en drumcomputer bijten elkaar bovendien nergens.
Owen en Dessner werkten dus 36 maanden lang aan de plaat, namen meer dan 40 songs op, waarvan een dertigtal het album derhalve niet heeft gehaald. Best benieuwd wat daarmee gebeurt. Want nieuwsgierigheid steekt de kop op. Pieter Visscher

Nap Eyes – Snapshot Of A Beginner

Nap Eyes – Snapshot Of A Beginner (Jagjaguwar/Konkurrent)

Het leven wordt rustiger. Beter gezegd: het leven is al rustiger geworden. Misschien waren we er allemaal wel aan toe? Gezien de enorme gejaagdheid van de maatschappij. Ja, want we moeten nogal wat met z’n allen. Met die vervloekte smartphone als leidraad. De ratrace wordt even flink “halt!” toegeroepen door alle coronatoestanden. Laten we deze fase, ondanks alle jobstijdingen die zij met zich meebrengt, koesteren. Die quarantaine valt toch ook best mee als je de juiste muziek in huis hebt?

Neem die nieuwe van Nap Eyes. Snapshot Of A Beginner is de vierde van de Canadezen en ook het sterkste wat het kwartet tot nu toe aan de wereld heeft geschonken. Vooral zanger Nigel Chapman klinkt beter dan hij heeft geklonken. Hij gaat pragmatischer dan ooit om met zijn vocale beperkingen en ineens omarm je al die mankementen. Het geforceerde is passé en plots staat het de muziek die Nap Eyes maakt ook beter. Het prachtlabel Jagjaguwar, dat nauw samenwerkt met ons bloedeigen Konkurrent zal extra trots zijn. Het is allemaal wat pittiger binnen het nauwkeurig afgezette indiegebied waarbinnen Nap Eyes musiceert.

Kurt Vile is wat vaker in de buurt en dat komt het folkrockgeluid ook al ten goede. Voorts horen we vlagen Neil Young en Sonic Youth. De eerste klanken van het intro van Real Thoughts zijn zelfs integraal geleend van The Rolling Stones’ Paint It Black. Je moet het maar durven. Het tekent de bravouresprong die Nap Eyes heeft gemaakt. Tekstueel springen de Canadezen van de hak op de tak. “Is Mark Zuckerberg a ghost?”, vraagt de band zich af in het naar het facebookopperhoofd genoemde nummer.

Nap Eyes heeft een elftal songs op plaat gezet waar we even aan toe waren. Songs die de tijdgeest accentueren, op het naar punkrock neigende If You Were In Prison na. Dat is dan opeens je reinste verstrooiing. Pieter Visscher

Driftwood – Only Fighters Left Behind

Driftwood – Only Fighters Left Behind (Konkurrent)

Je zou er niet direct een Belgische act in ontdekken wanneer je Driftwoods Only Fighters Left Behind voor het eerst tot je neemt en je onbekend bent met de afkomst van het gezelschap.

Een gezelschap dat bestaat uit Sam Pieter Janssens, Patricia Vanneste en Sam C. De Bock. Oervlaamse namen die samen het experimentele Driftwood vormen. Op plaat aangevuld met drummer Steven Van Gelder en keyboardspeler David Thomaere. Daarnaast is het Cordette Quartet van de partij. Wat vooral smaakvolle strijkpartijen oplevert in het sfeervolle, instrumentale Prologue. Opvallend genoeg al de tweede track op Only Fighters Left Behind. Vaak kom je instrumentale nummers wat verderop tegen op een album.

Driftwood vist in de vijver waarbij onder meer Massive Attack en Lamb aan de kant zitten. Maar laten we Syntax ook als duidelijke inspiratiebron noemen. Het Britse duo dat met Meccano Mind in 2004 een van de mooiste platen afleverde die dat jaar uitkwamen.

Net als Syntax is Driftwood continu op zoek naar organische uitwegen op de digitale snelweg. Viool, gitaar, drums en andere percussie helpen daarbij. Soundscapes vliegen je om de oren.

Patricia Vanneste, die we ook kennen van Balthazar, pakt geregeld de hoofdrol. Zij is met afstand de meest begenadigde vocalist van de drie. Janssens’ fluisterzang zorgt ervoor dat Syntax nog sterker in de buurt is en De Bock beperkt zich tot achtergrondgeluiden.

Uitschieter op Only Fighters Left Behind is het hemelse Avalon, dat zich qua schoonheid hoegenaamd kan meten met de gelijknamige track van Roxy Music. Zou het een ode zijn? De rest van de songs raakt aan die kwaliteit, hetgeen van Only Fighters Left Behind een van de fraaiere albums maakt die dit jaar zijn verschenen. Draaibeurt na draaibeurt valt alles beter op z’n plek. Pieter Visscher

 

Waxahatchee – Saint Cloud

Waxahatchee – Saint Cloud (Merge Records/Konkurrent)

Ik ben echt de laatste die ontkent dat ik een vreemd niesje over me heb. Al ver voor die hinderlijke coronatoestanden gaat dat al jarenlang van waxahatchéé! Achter die uitroepgaat Katie Crutchfield ook schuil inderdaad. Zo zit het leven vol met toevalligheden.

Crutchfield is sinds haar debuut American Weekend onder haar werknaam Waxahatchee erg productief. Want die plaat verscheen in 2012 en Saint Cloud is inmiddels de vijfde worp. Haar mooiste bovendien. Een plaat waarmee ze haar alcoholverslaving definitief van zich af wil schudden. Dat is vooralsnog gelukt, want Katie drinkt zelfs helemaal niet meer. Afscheid nemen, ellende van je af zingen, overpeinzingen; het levert vaak de mooiste liedjes op. Die mestvaalt opnieuw. Waxahatchee is natuurlijk geen uitroep; Crutchfield heeft zich vernoemd naar Waxahatchee Creek, waar ze opgroeide, in Alabama.

Saint Cloud is gevuld met een elftal songs waar het vakmanschap vanaf druipt. Folk, americana en country worden bedekt door een indielaagje dat elk nummer van extra weelderigheid voorziet. Ongetwijfeld heeft producer Brad Cook (onder anderen Whitney, Bruce Hornsby en Bon Iver) daar een rol in gespeeld. Niettemin is het met name de urgentie van de songs, het stemgeluid van Crutchfield, dat met het jaar fraaier wordt, én, met name, de schoonheid van de melodieën die van Saint Cloud een klein meesterwerkje maken. Crutchfield schuurt her en der tegen het stemgeluid van Melanie aan, ja zij van Woodstock. Nog immer actief. Scoorde hits met Look What They’ve Done To My Song en Beautiful People. Ook muzikaal zijn de raakvlakken aanwezig.

Crutchfield heeft zich laten ontvallen dat ze er moeite mee heeft zonder alcohol liedjes te schrijven en op Saint Cloud rekent ze dus af met die gedachte. De schoonheid van de nummers is enorm, al komt al die niet na één draaibeurt al bovendrijven. “If we make pleasant conversation, I hope you can’t see what’s burning in me”, zingt Crutchfield in Arkadelphia, waarmee ze aangeeft er nog niet te zijn. Maar je hoort aan alles dat ze op de juiste weg is. Saint Cloud is de ultieme quarantaineplaat. Beluister het album aandachtig, draaibeurt na draaibeurt, en voor je het weet wil je helemaal niet meer naar buiten. Pieter Visscher